Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, waarden, nationale rekeningen

Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, waarden, nationale rekeningen

Soort gegevens Perioden Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Beschikbaar voor finale bestedingen Totaal (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Beschikbaar voor finale bestedingen Bruto binnenlands product (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Beschikbaar voor finale bestedingen Invoer van goederen en diensten Totaal (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Beschikbaar voor finale bestedingen Invoer van goederen en diensten Goederen (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Beschikbaar voor finale bestedingen Invoer van goederen en diensten Diensten (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Totaal (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Totaal (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Consumptieve bestedingen Totaal (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Consumptieve bestedingen Huishoudens (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Consumptieve bestedingen Overheid (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Bruto investeringen in vaste activa Totaal (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Bruto investeringen in vaste activa Bedrijven en huishoudens (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Bruto investeringen in vaste activa Overheid (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Verandering in voorraden (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Uitvoer van goederen en diensten Totaal (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Uitvoer van goederen en diensten Goederen (mln euro) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Uitvoer van goederen en diensten Diensten (mln euro)
Prijsniveau 2021 2022 1e kwartaal* 396.102 224.611 171.491 120.238 51.253 396.102 205.132 153.141 98.936 54.205 47.625 40.355 7.270 4.366 190.970 135.237 55.733
Prijsniveau 2021 2022 2e kwartaal* 421.269 241.853 179.416 126.291 53.125 421.269 217.699 162.113 103.103 59.010 50.633 43.264 7.369 4.953 203.570 142.107 61.463
Prijsniveau 2021 2022 3e kwartaal* 410.631 230.003 180.628 124.732 55.896 410.631 209.445 159.284 103.420 55.864 44.022 36.697 7.325 6.139 201.186 140.302 60.884
Prijsniveau 2021 2022 4e kwartaal* 421.827 239.725 182.102 132.167 49.935 421.827 212.780 161.525 101.361 60.164 48.436 40.891 7.545 2.819 209.047 151.586 57.461
Prijsniveau 2021 2022 1.649.829 936.192 713.637 503.428 210.209 1.649.829 845.056 636.063 406.820 229.243 190.716 161.207 29.509 18.277 804.773 569.232 235.541
Prijsniveau 2021 2023 1e kwartaal* 405.667 228.824 176.703 123.807 52.914 405.667 205.444 157.442 102.098 55.334 50.287 42.998 7.290 -1.960 199.788 142.631 56.996
Prijsniveau 2021 2023 2e kwartaal* 419.701 241.033 178.678 125.114 53.716 419.701 215.233 163.999 103.958 60.045 52.065 44.601 7.464 -562 204.328 142.505 61.842
Prijsniveau 2021 2023 3e kwartaal* 399.247 228.414 171.477 116.491 55.430 399.247 203.637 160.548 102.709 57.861 44.106 36.472 7.632 -645 195.610 135.217 60.567
Prijsniveau 2021 2023 4e kwartaal* 411.891 238.600 173.911 124.338 50.024 411.891 211.445 164.014 101.295 62.754 46.748 39.030 7.716 757 200.918 143.656 57.618
Prijsniveau 2021 2023* 1.636.420 936.890 700.614 489.596 212.078 1.636.420 835.717 646.016 410.078 235.997 193.207 163.104 30.102 -2.352 800.458 563.797 237.023
Prijsniveau 2021 2024 1e kwartaal* 397.423 227.490 169.869 117.032 53.030 397.423 205.497 160.400 103.451 56.957 48.067 41.072 6.996 -2.696 191.652 133.681 57.973
Prijsniveau 2021 2024 2e kwartaal* 420.407 242.922 177.551 122.802 55.042 420.407 215.028 166.195 103.869 62.360 50.843 43.096 7.745 -1.752 205.224 141.294 64.042
Prijsniveau 2021 2024 3e kwartaal* 409.257 232.259 177.587 121.075 56.929 409.257 207.856 163.816 104.438 59.408 43.911 36.436 7.474 457 201.374 138.923 62.648
Werkelijke prijzen 2022 1e kwartaal* 427.312 235.168 192.144 140.001 52.143 427.312 213.289 158.754 101.964 56.790 49.741 42.132 7.609 4.794 214.023 155.784 58.239
Werkelijke prijzen 2022 2e kwartaal* 474.037 251.303 222.734 166.643 56.091 474.037 232.084 170.067 109.119 60.948 53.507 45.705 7.802 8.510 241.953 176.318 65.635
Werkelijke prijzen 2022 3e kwartaal* 473.620 247.025 226.595 166.869 59.726 473.620 229.690 171.704 112.116 59.588 47.394 39.488 7.906 10.592 243.930 177.402 66.528
Werkelijke prijzen 2022 4e kwartaal* 490.072 260.324 229.748 176.646 53.102 490.072 231.502 178.820 114.248 64.572 52.780 44.510 8.270 -98 258.570 195.655 62.915
Werkelijke prijzen 2022 1.865.041 993.820 871.221 650.159 221.062 1.865.041 906.565 679.345 437.447 241.898 203.422 171.835 31.587 23.798 958.476 705.159 253.317
Werkelijke prijzen 2023 1e kwartaal* 466.978 257.132 209.846 152.323 57.523 466.978 230.059 177.570 115.972 61.598 54.922 46.939 7.983 -2.433 236.919 173.463 63.456
Werkelijke prijzen 2023 2e kwartaal* 483.858 271.527 212.331 152.720 59.611 483.858 243.125 184.513 118.246 66.267 57.407 49.126 8.281 1.205 240.733 170.416 70.317
Werkelijke prijzen 2023 3e kwartaal* 464.266 263.943 200.323 138.617 61.706 464.266 235.110 184.610 118.931 65.679 49.428 40.834 8.594 1.072 229.156 160.436 68.720
Werkelijke prijzen 2023 4e kwartaal* 478.481 274.997 203.484 148.174 55.310 478.481 240.068 188.579 118.032 70.547 52.787 44.048 8.739 -1.298 238.413 172.627 65.786
Werkelijke prijzen 2023* 1.893.583 1.067.599 825.984 591.834 234.150 1.893.583 948.362 735.272 471.181 264.091 214.544 180.947 33.597 -1.454 945.221 676.942 268.279
Werkelijke prijzen 2024 1e kwartaal* 465.931 272.600 193.331 133.226 60.105 465.931 240.493 187.947 120.728 67.219 55.253 47.185 8.068 -2.707 225.438 157.531 67.907
Werkelijke prijzen 2024 2e kwartaal* 497.913 287.978 209.935 146.210 63.725 497.913 253.740 194.163 121.973 72.190 58.988 50.000 8.988 589 244.173 168.372 75.801
Werkelijke prijzen 2024 3e kwartaal* 487.114 279.661 207.453 142.419 65.034 487.114 248.471 194.809 123.860 70.949 51.517 42.720 8.797 2.145 238.643 164.701 73.942
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat kwartaal- en jaargegevens over de productiecomponenten, de bestedingencategorieën en de inkomensbestanddelen van het bruto binnenlands product van Nederland. De volumeontwikkeling van het bruto binnenlands product is de maatstaf voor de economische groei van een land. Het is in de nationale rekeningen en dus ook in de kwartaalrekeningen gebruikelijk om het bruto binnenlands product vanuit drie gezichtspunten te benaderen, vanuit de productie, vanuit de bestedingen en vanuit het inkomen.

Daarnaast wordt in deze tabel ook de opbouw van het nationaal vorderingensaldo vanuit het bbp weergegeven en zijn er detailgegevens van variabelen uit de eerste vier onderwerpen beschikbaar. Deze zijn te vinden onder Aanvullende detailgegevens.

Gegevens beschikbaar vanaf 1995.

Status van de cijfers:
De jaargegevens in de periode 1995-2022 zijn definitief. Kwartaalgegevens vanaf 2022 hebben de status voorlopig.

Wijzigingen per 24 december 2024:
Gegevens van de tweede raming van het derde kwartaal 2024 zijn toegevoegd aan deze tabel.

Correctie per 12 juli 2024:
De gegevens van de bruto investeringen in vaste activa naar type van activa en naar bestemming in de periode 1995-2021 zijn gecorrigeerd vanwege een fout in de oorspronkelijke berekening.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De resultaten van de eerste berekening, de zogenoemde flashraming, worden binnen 45 dagen na afloop van een verslagkwartaal bekend gemaakt. Vervolgens wordt 85 dagen na afloop van het kwartaal de reguliere raming gepubliceerd. Bij de tweede raming van het vierde kwartaal worden de gegevens van de voorgaande drie kwartalen van dat jaar herzien. Als in juni (nieuwe) jaarcijfers beschikbaar komen, dan worden de kwartaalcijfers opnieuw herzien zodat ze aansluiten op die jaarcijfers. Hiernaast kunnen er tussentijdse actualisaties plaatsvinden om eind maart en eind september de meest actuele gegevens over de overheid aan de Europese Commissie te verstrekken. De gegevens over de kwartalen worden aangesloten op de bijgestelde jaarcijfers.

Toelichting onderwerpen

Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen
De opbouw van het bruto binnenlands product vanuit de productie. Dit is gelijk aan de som van de toegevoegde waarde van alle bedrijfstakken (inclusief niet-commerciële). De toegevoegde waarde wordt geregistreerd tegen basisprijzen. Om uit te komen op het bbp tegen marktprijzen moet het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en verschil tussen toegerekende en afgedragen btw erbij worden opgeteld. De belastingen en subsidies hebben betrekking op zowel geproduceerde als ingevoerde goederen en diensten. Voorbeelden hiervan zijn btw en invoerheffingen.
Beschikbaar voor finale bestedingen
Het binnenlands product (bruto, marktprijzen) plus de invoer van goederen en diensten.
Totaal
Bruto binnenlands product
Het bruto binnenlands product (bbp) is een maat voor de omvang van de economie. De verandering van het volume van het bbp in een bepaalde tijdsperiode is een maat voor de groei (of krimp) van de economie. Het bruto binnenlands product tegen marktprijzen is het eindresultaat van de productieve activiteiten van ingezeten productie-eenheden. Het kan op drie manieren worden gedefinieerd:
- vanuit het oogpunt van de productie: het bbp is de som van de bruto toegevoegde waarde van alle institutionele sectoren of bedrijfstakken en het saldo van productgebonden belastingen en subsidies (die niet aan sectoren en bedrijfstakken worden toegerekend). Het is eveneens de sluitpost van de productierekening van de totale economie;
- vanuit het oogpunt van de bestedingen: het bbp is de som van de finale bestedingen aan goederen en diensten door ingezeten institutionele eenheden (consumptie en bruto-investeringen) en het saldo van uitvoer en invoer van goederen en diensten;
- vanuit het oogpunt van het inkomen: het bbp is de som van de bestedingen in de inkomensvormingsrekening van de totale economie (beloning van werknemers, belastingen op productie en invoer exclusief subsidies, bruto-exploitatieoverschot en gemengd inkomen van de totale economie).
Door het bbp te verminderen met het verbruik van vaste activa, wordt het netto binnenlands product (nbp) tegen marktprijzen verkregen.
Invoer van goederen en diensten
De goederen- en dienstenstromen (verkoop, ruil en giften) van niet-ingezetenen naar ingezetenen (in Nederland). Invoer van goederen vindt plaats wanneer de economische eigendom van goederen door een niet-ingezetene wordt overgedragen aan een ingezetene, ongeacht of er sprake is van een fysieke grensoverschrijdende goederenbeweging. Een bedrijf of instantie wordt als hier ingezetene beschouwd wanneer het minimaal een jaar in Nederland actief is. Of dit bedrijf of deze instantie in buitenlandse handen is, doet niet ter zake.
Totaal
Goederen
De goederenstromen (verkoop, ruil en giften) van niet-ingezetenen naar ingezetenen (in Nederland). Invoer van goederen vindt plaats wanneer de economische eigendom van goederen door een niet-ingezetene wordt overgedragen aan een ingezetene, ongeacht of er sprake is van een fysieke grensoverschrijdende goederenbeweging. Een bedrijf of instantie wordt als hier ingezetene beschouwd wanneer het minimaal een jaar in Nederland actief is. Of dit bedrijf of deze instantie in buitenlandse handen is, doet niet ter zake. Tot de invoer behoren ook voor verwerking in het productieproces benodigde grondstoffen, halffabricaten, brandstoffen en voor investeringen bestemde vaste activa. De goedereninvoer omvat verder goederen die, na hooguit een kleine bewerking te hebben ondergaan, weer zijn uitgevoerd (wederuitvoer).
Diensten
De dienstenstromen (verkoop, ruil en giften) van niet-ingezetenen naar ingezetenen (in Nederland). De invoer van diensten heeft onder meer betrekking op de uitgaven van ingezeten bedrijven in het buitenland, zoals vervoersdiensten, bankdiensten en zakelijke diensten. Bij de overheid gaat het onder meer om uitgaven van Nederlandse ambassades en consulaten in het buitenland. De invoer door huishoudens bestaat uit uitgaven van ingezetenen in het buitenland.
Finale bestedingen
Het totaal van consumptieve bestedingen, investeringen in vaste activa (bruto), veranderingen in voorraden en uitvoer.
Totaal
Nationale finale bestedingen
Binnenlandse finale bestedingen die bestaan uit de consumptieve bestedingen van huishoudens en de overheid, de bruto investeringen in vaste activa (bruto) en de voorraadvorming.
Totaal
Consumptieve bestedingen
Uitgaven aan goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften. De consumptieve bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland worden gedaan, maar het gaat altijd om uitgaven door ingezeten institutionele eenheden, dat wil zeggen in Nederland gevestigde huishoudens, izw's t.b.v. huishoudens en overheidsinstanties. Consumptieve bestedingen worden gedaan door huishoudens, izw's t.b.v. huishoudens en de overheid. Ondernemingen consumeren niet: kosten aan goederen en diensten die ondernemingen maken ten behoeve van hun productie vallen hier niet onder, maar onder intermediair verbruik of investeringen. De overheid is een speciaal geval. Ook de overheid kent intermediair verbruik, naar analogie van ondernemingen. Maar de productie die de overheid levert en waar niet rechtstreeks voor wordt betaald, niet-markt-output (veiligheid bijvoorbeeld), valt onder de (overheids-)consumptie. Het heet dat de overheid 'haar eigen productie consumeert'. Binnen de nationale rekeningen moet alles wat wordt geproduceerd namelijk ook worden afgenomen. Dat de consumptie van de overheidsproductie bij de overheid zelf is neergelegd, is een conventie. Daarnaast bevat de overheidsconsumptie ook door de overheid verstrekte sociale uitkeringen in natura zoals basiszorg (gefinancierd uit AWBZ en de Zorgverzekeringswet) en huurtoeslag.
Totaal
Huishoudens
Uitgaven aan goederen en diensten die door de sector huishoudens en de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (IZWh's) worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van hun behoeften.
Tot de consumptieve bestedingen door huishoudens behoren de volgende grensgevallen:
- inkomen in natura zoals huisvesting, voeding en kleding en de auto van de zaak
- diensten van woningen die door de eigenaar zelf worden bewoond en waarbij dus geen sprake is van werkelijk betaalde huur. Deze diensten zijn gewaardeerd met behulp van de huurprijzen voor vergelijkbare woningen
- producten die voor eigen gebruik zijn geproduceerd, bijvoorbeeld in de landbouw. De waarde ervan is gelijk aan de marktprijs voor deze of vergelijkbare producten
- duurzame consumptiegoederen, zoals personenauto's, huishoudelijke apparaten, meubilair en kleding. De aankoop door particulieren van woningen wordt echter gerekend tot de investeringen in vaste activa van huishoudens.

Niet alle bestedingen door huishoudens worden als consumptie gezien, huishoudens kunnen ook investeren. Dit betreft met name de aanschaf van een eigen woning en grote werkzaamheden hieraan, zoals verbouwingen en buitenschilderwerk. Kleine reparaties, schilderwerk binnen en de aanschaf van meubelen vallen wel onder consumptie. Ook de aanschaf van een auto en auto-reparaties worden als consumptie gezien.

De consumptieve bestedingen door instellingen zonder winstoogmerk (izw's) ten behoeve van huishoudens omvatten de niet-marktproductie van deze sector met uitzondering van de investeringen in eigen beheer.

De detailgegevens over de consumptieve bestedingen betreffen de binnenlandse particuliere consumptieve bestedingen. Hieronder vallen de consumptieve bestedingen in Nederland, ongeacht het ingezetenschap van de consument. Hieruit kunnen de consumptieve bestedingen door huishoudens worden afgeleid door de consumptie door niet-ingezetenen in Nederland in mindering te brengen en te registreren als uitvoer en de consumptie door ingezetenen in het buitenland erbij te tellen en te registreren als invoer.
Overheid
Consumptieve bestedingen door de sector overheid. De productie die de overheid levert en waar niet rechtstreeks voor wordt betaald, niet-markt-output (veiligheid bijvoorbeeld), valt onder de overheidsconsumptie. Het heet dat de overheid 'haar eigen productie consumeert'. Binnen de nationale rekeningen moet alles wat wordt geproduceerd namelijk ook worden afgenomen. Dat de consumptie van de overheidsproductie bij de overheid zelf is neergelegd, is een conventie. Naast de consumptie van eigen productie bevat de consumptie door de overheid ook bij marktproducenten aangekochte goederen en diensten die door de overheid, direct of indirect, in het kader van sociaal beleid gratis aan gezinnen worden verstrekt ('sociale uitkeringen in natura'). Voorbeelden hiervan zijn de basiszorg (gefinancierd uit AWBZ en de Zorgverzekeringswet) en de huurtoeslag.

De consumptie van eigen productie is op te splitsen in collectieve overheidsconsumptie en individualiseerbare overheidsconsumptie. De collectieve overheidsconsumptie betreft de uitgaven door de overheid voor collectief gebruikte diensten die worden verleend aan alle leden van de samenleving, bijvoorbeeld uitgaven voor defensie, milieubescherming of openbaar bestuur.
De individualiseerbare overheidsconsumptie betreft uitgaven die zijn toe te rekenen aan specifieke delen van de samenleving. Hierbij gaat het voornamelijk om uitgaven aan onderwijs.
Bruto investeringen in vaste activa
Uitgaven aan productiemiddelen die langer dan één jaar worden ingezet tijdens een productieproces. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een gebouw, woning, vervoermiddel of een machine. Dit in tegenstelling tot goederen of diensten die tijdens het productieproces worden opgebruikt, zoals ijzererts, het intermediair verbruik. Vaste activa kunnen in de loop der jaren in waarde verminderen door slijtage of omdat bijvoorbeeld de techniek veroudert (economische veroudering). Dit wordt verbruik van vaste activa genoemd (ook wel afschrijvingen genoemd). Bij bruto-investeringen zijn deze niet afgehaald van de waarde van de investeringen, bij netto-investeringen is dit wel het geval.

De volgende investeringsgoederen worden onderscheiden: bouwwerken, vervoermiddelen, machines en installaties, telecommunicatieapparatuur, wapensystemen (inbegrepen bij machines), computers, software, onderzoek en ontwikkeling, in cultuur gebrachte activa (bv. vee en bomen), exploratie en evaluatie van minerale reserves, kosten van eigendomsoverdracht voor niet-geproduceerde activa en intellectuele-eigendommen.
Totaal
Bedrijven en huishoudens
Investeringen in vaste activa door vennootschappen (deel uitmakend van de sector niet-financiële ondernemingen of de sector financiële instellingen) en de sector huishoudens inclusief de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (IZWh's ). De investeringen van huishoudens betreffen bijvoorbeeld die aan een eigen woning, maar ook de investeringen van zelfstandigen.
Overheid
Investeringen in vaste activa door de sector overheid. Het betreft hier voor een groot deel investeringen in infrastructurele werken, maar ook investeringen in onderzoek en ontwikkeling, en wapensystemen.
Verandering in voorraden
Verandering in voorraden inclusief saldo aan- en verkopen van kostbaarheden.
Veranderingen in de grondstoffen, halffabricaten, onderhanden werk (onvoltooide producten zoals schepen of machines) en eindproducten die bij de producenten aanwezig zijn en veranderingen in handelsvoorraden. Onderhanden werk in de bouw worden niet tot de voorraadvorming gerekend. Positieve veranderingen in de voorraden ontstaan wanneer in het verslagjaar goederen zijn geproduceerd, die nog niet zijn verkocht. Ook ontstaan toevoegingen aan voorraden wanneer goederen in het verslagjaar zijn gekocht, maar nog niet in het productieproces verbruikt of, in het geval van de handel, verkocht. Negatieve veranderingen in voorraden ontstaan wanneer goederen aan bestaande voorraden worden onttrokken om verkocht of in het productieproces verbruikt te worden.

De waardering van de veranderingen in voorraden gebeurt zodanig, dat er geen winsten of verliezen op voorraden door prijsveranderingen ontstaan. Beginvoorraad en eindvoorraad van elk goed worden voor dit doel tegen dezelfde prijs gewaardeerd, namelijk grondstoffen tegen de in de periode geldende gemiddelde inkoopprijs, eindproducten tegen de gemiddelde verkoopprijs en het onderhanden werk tegen de gemiddelde kostprijs.

Kostbaarheden zijn niet-financiële goederen die niet hoofdzakelijk voor productieve of consumptieve doeleinden worden gebruikt, die onder normale omstandigheden niet aan slijtage onderhevig zijn en die vooral als beleggingsobject worden verworven en bewaard.
Uitvoer van goederen en diensten
De goederen- en dienstenstromen (verkoop, ruil en giften) van ingezetenen (in Nederland) naar niet-ingezetenen. Uitvoer van goederen vindt plaats wanneer het economisch eigendom van goederen door een ingezetene wordt overgedragen aan een niet-ingezetene, ongeacht of er sprake is van een fysieke grensoverschrijdende goederenbeweging. Een bedrijf of instantie wordt als hier ingezetene beschouwd wanneer het minimaal een jaar in Nederland actief is. Of dit bedrijf of deze instantie in buitenlandse handen is, doet niet ter zake.
Totaal
Goederen
De goederenstromen (verkoop, ruil en giften) van ingezetenen (in Nederland) naar niet-ingezetenen. Uitvoer van goederen vindt plaats wanneer het economisch eigendom van goederen door een ingezetene wordt overgedragen aan een niet-ingezetene, ongeacht of er sprake is van een fysieke grensoverschrijdende goederenbeweging. Een bedrijf of instantie wordt als hier ingezetene beschouwd wanneer het minimaal een jaar in Nederland actief is. Of dit bedrijf of deze instantie in buitenlandse handen is, doet niet ter zake. De goederenuitvoer omvat ook wederuitvoer, eerder ingevoerde goederen die weer zijn uitgevoerd, na hooguit een kleine bewerking te hebben ondergaan.
Diensten
De dienstenstromen (verkoop, ruil en giften) van ingezetenen (in Nederland) naar niet-ingezetenen. De uitvoer van diensten omvat onder meer de diensten van Nederlandse vervoerbedrijven in het buitenland, aan het buitenland bewezen havendiensten, scheepsreparatie en de uitvoering van werken in het buitenland door Nederlandse aannemers. Onder de uitvoer van diensten vallen eveneens de bestedingen door niet-ingezetenen in Nederland.