Productie- en inkomenscomponenten bbp; bedrijfstak; nationale rekeningen

Productie- en inkomenscomponenten bbp; bedrijfstak; nationale rekeningen

Bedrijfstakken branches (SBI 2008) Perioden Toegevoegde waarde vanuit productie Waarde in werkelijke prijzen Output basisprijzen (mln euro) Toegevoegde waarde vanuit productie Waarde in werkelijke prijzen Intermediair verbruik (-) (mln euro) Toegevoegde waarde vanuit productie Waarde in werkelijke prijzen Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (mln euro) Toegevoegde waarde vanuit productie Volumemutatie t.o.v. voorafgaand jaar Output basisprijzen (%) Toegevoegde waarde vanuit productie Volumemutatie t.o.v. voorafgaand jaar Intermediair verbruik (-) (%) Toegevoegde waarde vanuit productie Volumemutatie t.o.v. voorafgaand jaar Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (%) Toegevoegde waarde vanuit productie Prijsindexcijfers Output basisprijzen (2021 =100) Toegevoegde waarde vanuit productie Prijsindexcijfers Intermediair verbruik (-) (2021 =100) Toegevoegde waarde vanuit productie Prijsindexcijfers Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (2021 =100) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Beloning van werknemers Totaal (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Beloning van werknemers Lonen (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Beloning van werknemers Sociale premies t.l.v. werkgevers (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Exploitatieoverschot Bruto (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Exploitatieoverschot Verbruik van vaste activa (-) (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Exploitatieoverschot Netto (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Niet-productgebonden belastingen, sub... Saldo (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Niet-productgebonden belastingen, sub... Niet-productgebonden belastingen (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Niet-productgebonden belastingen, sub... Niet-productgebonden subsidies (-) (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Waarde in werkelijke prijzen Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (mln euro)
A-U Alle economische activiteiten 2023* 2.089.999 1.127.915 962.084 0,2 0,2 0,1 114,4 114,0 114,9 489.593 377.580 112.013 474.793 167.048 307.745 -2.302 12.780 15.082 962.084
A Landbouw, bosbouw en visserij 2023* 45.979 27.589 18.390 -1,8 -1,8 -1,7 124,2 121,8 127,8 4.386 3.446 940 14.839 5.677 9.162 -835 384 1.219 18.390
01 Landbouw 2023* 45.122 27.156 17.966 -1,4 -1,6 -1,1 124,4 121,8 128,6 4.135 3.249 886 14.661 . . -830 381 1.211 17.966
02 Bosbouw 2023* 452 248 204 -3,6 -1,2 -6,5 123,8 130,7 116,7 140 106 34 68 . . -4 3 7 204
03 Visserij 2023* 405 185 220 -25,5 -23,8 -26,8 103,2 117,3 93,9 111 91 20 110 . . -1 0 1 220
B-E Nijverheid (geen bouw) en energie 2023* 528.258 376.627 151.631 -2,9 -2,4 -4,2 124,1 121,4 131,4 59.027 45.275 13.752 92.571 28.351 64.220 33 2.054 2.021 151.631
B Delfstoffenwinning 2023* 15.652 4.574 11.078 -27,2 -17,6 -30,2 211,6 117,9 291,4 1.060 765 295 10.413 2.532 7.881 -395 13 408 11.078
06 Winning van aardolie en aardgas 2023* 12.243 2.140 10.103 -31,3 -29,5 -31,7 246,3 117,6 317,4 452 326 126 10.015 . . -364 12 376 10.103
08 Delfstoffenwinning (geen olie en gas) 2023* 1.555 1.138 417 -2,3 -1,5 -4,7 126,1 123,6 133,4 182 145 37 239 . . -4 1 5 417
09 Dienstverlening delfstoffenwinning 2023* 1.854 1.296 558 -5,7 -4,6 -8,3 118,8 113,8 131,4 426 294 132 159 . . -27 0 27 558
C Industrie 2023* 461.012 345.272 115.740 -1,7 -1,9 -0,9 119,4 120,5 116,1 52.149 40.143 12.006 63.946 17.653 46.293 -355 861 1.216 115.740
10-12 Voedings-, genotmiddelenindustrie 2023* 116.049 93.400 22.649 -2,4 -2,5 -2,0 129,6 126,2 145,6 9.078 6.978 2.100 13.222 . . 349 402 53 22.649
10 Voedingsmiddelenindustrie 2023* 105.753 86.642 19.111 -2,3 -2,4 -2,0 130,3 126,4 151,4 8.225 6.320 1.905 10.600 . . 286 339 53 19.111
11 Drankenindustrie 2023* 8.643 6.506 2.137 -3,5 -3,3 -4,2 126,9 125,0 133,1 803 616 187 1.272 . . 62 62 0 2.137
12 Tabaksindustrie 2023* 1.653 252 1.401 0,8 0,4 0,9 105,6 109,1 105,0 50 42 8 1.350 . . 1 1 0 1.401
13-15 Textiel-, kleding-, lederindustrie 2023* 3.978 2.586 1.392 -7,9 -7,7 -8,4 116,6 117,1 115,8 820 622 198 591 . . -19 8 27 1.392
16-18 Hout-, papier-, grafische industr. 2023* 17.536 12.260 5.276 -3,8 -3,6 -4,4 117,6 116,4 120,4 2.855 2.210 645 2.397 . . 24 44 20 5.276
16 Houtindustrie 2023* 5.479 3.673 1.806 3,5 3,3 3,7 116,1 112,2 124,9 810 624 186 994 . . 2 10 8 1.806
17 Papierindustrie 2023* 8.581 6.431 2.150 -8,6 -7,8 -11,5 120,5 118,1 128,5 1.327 1.033 294 806 . . 17 27 10 2.150
18 Grafische industrie 2023* 3.476 2.156 1.320 -1,2 -1,2 -1,3 111,6 117,8 102,8 718 553 165 597 . . 5 7 2 1.320
19 Aardolie-industrie 2023* 46.080 43.953 2.127 5,3 4,9 10,0 136,5 134,6 209,0 745 508 237 1.304 . . 78 104 26 2.127
20-21 Chemie en farmaceutische industrie 2023* 82.109 66.369 15.740 -9,7 -9,5 -10,4 113,6 120,3 92,1 6.482 5.150 1.332 9.291 . . -33 148 181 15.740
20 Chemische industrie 2023* 65.332 58.339 6.993 -10,7 -10,0 -16,9 115,1 121,6 82,3 4.781 3.804 977 2.201 . . 11 138 127 6.993
21 Farmaceutische industrie 2023* 16.777 8.030 8.747 -4,9 -5,4 -4,5 107,0 111,2 103,4 1.701 1.346 355 7.090 . . -44 10 54 8.747
22-23 Kunststof- en bouwmateriaalindustr 2023* 18.864 12.507 6.357 -12,6 -12,5 -12,7 122,0 118,6 129,4 3.699 2.806 893 2.649 . . 9 45 36 6.357
22 Rubber- en kunststofproductindustrie 2023* 10.935 7.311 3.624 -9,8 -9,5 -10,7 118,5 113,8 129,4 2.190 1.673 517 1.443 . . -9 19 28 3.624
23 Bouwmaterialenindustrie 2023* 7.929 5.196 2.733 -16,5 -16,8 -15,7 127,5 126,1 130,1 1.509 1.133 376 1.206 . . 18 26 8 2.733
24-25 Basismetaal, metaalprod.-industrie 2023* 39.376 27.442 11.934 -3,3 -2,6 -5,3 116,5 116,2 117,4 7.141 5.458 1.683 4.954 . . -161 -61 100 11.934
24 Basismetaalindustrie 2023* 11.048 8.922 2.126 -8,8 -5,8 -20,2 117,1 118,3 114,1 1.702 1.296 406 576 . . -152 -106 46 2.126
25 Metaalproductenindustrie 2023* 28.328 18.520 9.808 -0,9 -0,8 -1,0 116,1 115,1 117,9 5.439 4.162 1.277 4.378 . . -9 45 54 9.808
26-27 Elektrische en elektron. Industrie 2023* 29.951 18.571 11.380 -4,0 -3,0 -5,7 113,1 108,6 121,4 4.577 3.496 1.081 7.033 . . -230 71 301 11.380
26 Elektrotechnische industrie 2023* 18.264 10.705 7.559 -3,6 -1,9 -6,3 112,9 106,0 124,3 2.503 1.924 579 5.183 . . -127 61 188 7.559
27 Elektrische apparatenindustrie 2023* 11.687 7.866 3.821 -4,6 -4,6 -4,6 113,3 112,2 115,7 2.074 1.572 502 1.850 . . -103 10 113 3.821
28 Machine-industrie 2023* 57.231 33.201 24.030 14,1 14,0 14,4 110,0 113,8 105,0 8.749 6.780 1.969 15.609 . . -328 38 366 24.030
29-30 Transportmiddelenindustrie 2023* 26.884 21.048 5.836 0,3 -0,2 2,2 111,2 110,4 113,8 3.037 2.325 712 2.824 . . -25 19 44 5.836
29 Auto- en aanhangwagenindustrie 2023* 17.753 13.762 3.991 6,3 5,6 9,3 112,4 109,3 124,3 1.677 1.277 400 2.330 . . -16 10 26 3.991
30 Overige transportmiddelenindustrie 2023* 9.131 7.286 1.845 -9,6 -9,5 -9,8 109,2 112,3 98,5 1.360 1.048 312 494 . . -9 9 18 1.845
31-33 Overige industrie en reparatie 2023* 22.954 13.935 9.019 2,6 2,9 2,2 113,7 111,2 117,9 4.966 3.810 1.156 4.072 . . -19 43 62 9.019
31-32 Meubel- en overige industrie 2023* 8.802 5.189 3.613 -5,5 -5,0 -6,5 115,1 114,0 116,9 2.046 1.580 466 1.583 . . -16 18 34 3.613
31 Meubelindustrie 2023* 4.791 2.875 1.916 -13,3 -11,9 -15,8 123,2 113,7 141,2 1.001 783 218 910 . . 5 10 5 1.916
32 Overige industrie 2023* 4.011 2.314 1.697 5,0 5,1 4,8 105,7 114,7 95,6 1.045 797 248 673 . . -21 8 29 1.697
33 Reparatie en installatie van machines 2023* 14.152 8.746 5.406 8,4 8,3 8,6 112,8 109,2 119,1 2.920 2.230 690 2.489 . . -3 25 28 5.406
D Energievoorziening 2023* 37.158 17.689 19.469 -3,1 -7,0 1,5 169,3 145,9 199,2 3.168 2.391 777 15.185 6.439 8.746 1.116 1.119 3 19.469
35 Energiebedrijven 2023* 37.158 17.689 19.469 -3,1 -7,0 1,5 169,3 145,9 199,2 3.168 2.391 777 15.185 . . 1.116 1.119 3 19.469
E Waterbedrijven en afvalbeheer 2023* 14.436 9.092 5.344 -3,3 -3,9 -2,4 115,6 116,8 113,5 2.650 1.976 674 3.027 1.727 1.300 -333 61 394 5.344
36 Waterleidingbedrijven 2023* 1.972 740 1.232 -4,5 -1,9 -6,4 120,0 119,5 120,7 450 336 114 794 . . -12 10 22 1.232
37-39 Riolering, afvalbeheer en sanering 2023* 12.464 8.352 4.112 -3,2 -4,0 -1,4 115,0 116,6 111,7 2.200 1.640 560 2.233 . . -321 51 372 4.112
F Bouwnijverheid 2023* 160.119 111.608 48.511 1,5 1,2 2,1 112,5 114,5 108,1 23.136 17.889 5.247 25.380 3.484 21.896 -5 187 192 48.511
41 Algemene bouw en projectontwikkeling 2023* 67.441 51.145 16.296 -2,0 -1,9 -2,3 111,3 114,1 103,4 6.942 5.404 1.538 9.329 . . 25 59 34 16.296
42 Grond-, water- en wegenbouw 2023* 24.177 18.107 6.070 4,2 4,1 4,4 115,7 115,8 115,3 3.965 3.064 901 2.143 . . -38 21 59 6.070
43 Gespecialiseerde bouw 2023* 68.501 42.356 26.145 4,1 4,0 4,4 112,8 114,7 109,9 12.229 9.421 2.808 13.908 . . 8 107 99 26.145
G-I Handel, vervoer en horeca 2023* 387.166 198.685 188.481 -1,0 -0,3 -1,8 113,5 115,6 111,4 96.654 75.404 21.250 92.917 21.509 71.408 -1.090 1.543 2.633 188.481
G Handel 2023* 231.281 104.564 126.717 0,0 1,1 -1,0 111,3 113,9 109,4 61.575 48.320 13.255 65.198 . . -56 777 833 126.717
45 Autohandel en -reparatie 2023* 28.869 15.594 13.275 8,3 6,9 10,1 114,6 113,9 115,4 6.113 4.760 1.353 7.220 . . -58 86 144 13.275
46 Groothandel en handelsbemiddeling 2023* 144.066 64.412 79.654 -0,8 0,4 -1,9 112,1 113,5 111,0 35.424 28.122 7.302 44.207 . . 23 439 416 79.654
47 Detailhandel (niet in auto's) 2023* 58.346 24.558 33.788 -1,8 -0,5 -2,7 108,2 115,0 103,8 20.038 15.438 4.600 13.771 . . -21 252 273 33.788
H Vervoer en opslag 2023* 114.393 71.500 42.893 -4,9 -3,8 -6,8 116,4 116,1 116,9 24.617 18.535 6.082 19.271 . . -995 573 1.568 42.893
49 Vervoer over land 2023* 42.627 26.056 16.571 -4,5 -4,6 -4,4 117,1 116,8 117,7 10.438 7.833 2.605 7.360 . . -1.227 214 1.441 16.571
50 Vervoer over water 2023* 13.810 9.529 4.281 -1,6 -1,3 -2,3 121,4 118,2 128,9 1.202 945 257 3.139 . . -60 6 66 4.281
51 Vervoer door de lucht 2023* 14.122 9.603 4.519 12,1 11,6 13,3 119,2 116,1 126,2 2.500 1.813 687 2.003 . . 16 19 3 4.519
52 Opslag, dienstverlening voor vervoer 2023* 34.168 18.872 15.296 -12,3 -11,4 -13,4 114,2 116,5 111,5 8.439 6.415 2.024 6.647 . . 210 253 43 15.296
53 Post en koeriers 2023* 9.666 7.440 2.226 -4,9 -1,8 -14,0 112,7 111,7 115,4 2.038 1.529 509 122 . . 66 81 15 2.226
I Horeca 2023* 41.492 22.621 18.871 5,4 5,1 5,8 117,6 122,0 112,6 10.462 8.549 1.913 8.448 . . -39 193 232 18.871
55 Logiesverstrekking 2023* 12.171 6.675 5.496 6,6 5,8 7,6 119,2 122,1 115,7 2.786 2.240 546 2.693 . . 17 98 81 5.496
56 Eet- en drinkgelegenheden 2023* 29.321 15.946 13.375 4,9 4,8 5,0 116,9 122,0 111,4 7.676 6.309 1.367 5.755 . . -56 95 151 13.375
J Informatie en communicatie 2023* 105.827 59.122 46.705 0,9 1,1 0,6 107,3 110,0 104,1 27.501 22.175 5.326 19.853 8.787 11.066 -649 97 746 46.705
58-60 Uitgeverijen, film,radio en t.v. 2023* 18.720 11.995 6.725 0,6 2,2 -2,2 110,4 113,2 105,9 3.159 2.504 655 3.586 . . -20 16 36 6.725
58 Uitgeverijen 2023* 7.705 4.877 2.828 0,8 0,8 0,8 110,9 114,8 104,8 1.615 1.279 336 1.228 . . -15 2 17 2.828
59-60 Film, TV en radio 2023* 11.015 7.118 3.897 0,5 3,2 -4,1 110,0 112,1 106,7 1.544 1.225 319 2.358 . . -5 14 19 3.897
59 Film- en tv-productie; geluidsopname 2023* 8.662 5.741 2.921 1,6 4,6 -3,9 110,3 111,3 108,8 931 744 187 1.996 . . -6 9 15 2.921
60 Radio- en televisieomroepen 2023* 2.353 1.377 976 -3,4 -2,3 -4,8 108,9 115,4 101,0 613 481 132 362 . . 1 5 4 976
61 Telecommunicatie 2023* 15.173 7.468 7.705 -1,4 -1,0 -1,8 99,0 108,5 91,2 2.302 1.821 481 5.428 . . -25 20 45 7.705
62-63 IT- en informatiedienstverlening 2023* 71.934 39.659 32.275 1,5 1,2 1,9 108,5 109,3 107,4 22.040 17.850 4.190 10.839 . . -604 61 665 32.275
62 IT-dienstverlening 2023* 60.446 32.120 28.326 3,5 3,1 3,8 108,6 108,9 108,2 19.984 16.163 3.821 8.893 . . -551 40 591 28.326
63 Diensten op het gebied van informatie 2023* 11.488 7.539 3.949 -7,8 -6,4 -10,4 108,0 110,9 103,1 2.056 1.687 369 1.946 . . -53 21 74 3.949
K Financiële dienstverlening 2023* 94.670 43.130 51.540 -0,9 -0,7 -1,0 102,2 102,8 101,6 22.664 17.165 5.499 26.740 5.599 21.141 2.136 2.202 66 51.540
64 Bankwezen 2023* 47.263 18.844 28.419 -2,7 0,8 -4,8 104,5 118,6 97,1 11.256 8.524 2.732 15.212 . . 1.951 1.983 32 28.419
65 Verzekeraars en pensioenfondsen 2023* 26.632 16.144 10.488 0,0 -4,9 9,1 89,8 85,0 99,4 3.594 2.587 1.007 6.784 . . 110 118 8 10.488
66 Overige financiële dienstverlening 2023* 20.775 8.142 12.633 2,5 5,6 0,7 116,8 118,4 115,9 7.814 6.054 1.760 4.744 . . 75 101 26 12.633
L Verhuur en handel van onroerend goed 2023* 107.895 31.268 76.627 1,3 0,0 2,2 107,0 66,5 142,7 4.728 3.721 1.007 68.814 40.092 28.722 3.085 3.180 95 76.627
68 Verhuur en handel van onroerend goed 2023* 107.895 31.268 76.627 1,3 0,0 2,2 107,0 66,5 142,7 4.728 3.721 1.007 68.814 . . 3.085 3.180 95 76.627
M-N Zakelijke dienstverlening 2023* 316.921 156.384 160.537 3,8 5,1 2,4 111,9 112,7 111,2 87.738 70.503 17.235 74.987 16.725 58.262 -2.188 1.133 3.321 160.537
M Specialistische zakelijke diensten 2023* 191.713 101.325 90.388 6,4 7,5 5,1 109,8 112,0 107,5 50.234 41.267 8.967 42.305 . . -2.151 467 2.618 90.388
69-71 Management- en technisch advies 2023* 157.063 82.610 74.453 7,3 8,9 5,6 109,9 111,9 107,7 41.147 34.112 7.035 33.421 . . -115 438 553 74.453
69-70 Juridisch en managementadvies 2023* 131.260 70.225 61.035 8,4 10,3 6,2 110,0 111,9 107,8 32.037 26.816 5.221 28.829 . . 169 401 232 61.035
69 Juridische diensten en administratie 2023* 23.740 8.318 15.422 0,5 0,7 0,4 110,3 111,9 109,5 9.234 7.379 1.855 6.200 . . -12 36 48 15.422
70 Holdings en managementadviesbureaus 2023* 107.520 61.907 45.613 10,2 11,7 8,3 109,9 111,9 107,3 22.803 19.437 3.366 22.629 . . 181 365 184 45.613
71 Architecten-, ingenieursbureaus e.d. 2023* 25.803 12.385 13.418 2,3 1,7 2,8 109,4 111,9 107,1 9.110 7.296 1.814 4.592 . . -284 37 321 13.418
72 Research 2023* 10.909 5.583 5.326 2,7 1,9 3,7 111,2 113,9 108,5 3.995 3.045 950 3.222 . . -1.891 10 1.901 5.326
73-75 Reclame, design, overige diensten 2023* 23.741 13.132 10.609 2,1 1,5 2,9 108,7 111,4 105,6 5.092 4.110 982 5.662 . . -145 19 164 10.609
73 Reclamewezen en marktonderzoek 2023* 12.968 8.167 4.801 1,8 1,1 2,9 108,0 111,0 103,2 2.892 2.340 552 1.948 . . -39 9 48 4.801
74-75 Overige professionele diensten 2023* 10.773 4.965 5.808 2,5 2,2 2,8 109,6 112,1 107,6 2.200 1.770 430 3.714 . . -106 10 116 5.808
74 Design, fotografie, vertaalbureaus 2023* 9.364 4.534 4.830 2,9 2,4 3,4 109,0 112,4 106,0 1.659 1.343 316 3.278 . . -107 8 115 4.830
75 Veterinaire dienstverlening 2023* 1.409 431 978 0,0 -0,2 0,1 113,6 108,3 116,2 541 427 114 436 . . 1 2 1 978
N Verhuur en overige zakelijke diensten 2023* 125.208 55.059 70.149 -0,1 1,1 -1,1 115,2 114,0 116,1 37.504 29.236 8.268 32.682 . . -37 666 703 70.149
77 Verhuur van roerende goederen 2023* 29.529 13.820 15.709 0,1 -0,1 0,2 111,4 112,4 110,5 2.331 1.821 510 12.956 . . 422 434 12 15.709
78 Uitzendbureaus en arbeidsbemiddeling 2023* 44.014 14.805 29.209 -7,5 -7,3 -7,6 119,4 115,7 121,4 24.748 19.279 5.469 4.754 . . -293 31 324 29.209
79 Reisbureaus, reisorganisatie en -info 2023* 22.375 13.280 9.095 15,3 14,0 17,4 115,0 112,7 118,6 1.620 1.365 255 7.511 . . -36 146 182 9.095
80-82 Overige zakelijke dienstverlening 2023* 29.290 13.154 16.136 1,1 0,7 1,5 113,0 115,1 111,3 8.805 6.771 2.034 7.461 . . -130 55 185 16.136
80 Beveiligings- en opsporingsdiensten 2023* 4.188 1.754 2.434 9,8 7,6 11,5 116,1 113,2 118,2 1.607 1.251 356 848 . . -21 5 26 2.434
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens van de nationale rekeningen over de opbouw van de totale toegevoegde waarde vanuit de productie en inkomensvorming. Van verschillende bedrijfstakken wordt de productie, het verbruik, de toegevoegde waarde en de inkomenscomponenten weergegeven.

Gegevens beschikbaar vanaf 1995.

Status van de cijfers:
De gegevens van 1995 tot en met 2022 zijn definitief. De gegevens over 2023 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 24 juni 2024:
Dit is een nieuwe tabel.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onlangs de nationale rekeningen gereviseerd. Daarbij worden nieuwe bronnen, methoden en concepten doorgevoerd in de nationale rekeningen, zodat het beeld van de Nederlandse economie weer optimaal aansluit bij alle onderliggende statistieken, bronnen en internationale richtlijnen voor het samenstellen van de nationale rekeningen. Deze tabel geeft de cijfers na revisie weer. Voor meer informatie zie paragraaf 3.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Na afloop van het verslagjaar worden na zes maanden voorlopige cijfers gepubliceerd. Na 18 maanden worden de definitieve cijfers gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Toegevoegde waarde vanuit productie
De opbouw van de totaal toegevoegde waarde vanuit de productie. Het wordt berekend als de output minus het intermediair verbruik van alle bedrijfstakken. De toegevoegde waarde wordt geregistreerd tegen basisprijzen, de prijzen zijn die door producenten zijn ervaren.
Waarde in werkelijke prijzen
De bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van de betreffende verslagperiode. Dit in tegenstelling tot zogeheten constante prijzen, waarbij bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van een bepaalde basisperiode.
Output basisprijzen
Het totaal aan goederen en diensten dat is geproduceerd, ook wel productie genoemd. Hiervan bestaan drie soorten:
- marktoutput: goederen en diensten die op de markt zijn afgezet of waarvoor dit in de toekomst de bedoeling is
- output voor eigen finaal gebruik: goederen en diensten voor eigen consumptie of voor investeringen door dezelfde bedrijfseenheid als die welke die goederen en diensten heeft geproduceerd
- niet-marktoutput: goederen en diensten die gratis of tegen economisch niet-significante prijzen aan andere eenheden zijn geleverd.

De output wordt gewaardeerd tegen basisprijzen. Dit zijn de prijzen die door producenten zelf worden ervaren: per bedrijfstak zijn de productgebonden belastingen er vanaf getrokken en de productgebonden subsidies erbij opgeteld. Door de producent afzonderlijk in rekening gebrachte vervoerskosten zijn niet inbegrepen. Ook de waardeverandering van financiële en niet-financiële activa (productiemiddelen) tijdens de verslagperiode zijn niet inbegrepen.

Inbegrepen is de output van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.
Intermediair verbruik (-)
Goederen en diensten die als input in een productieproces worden gebruikt, met uitzondering van de vaste activa (investeringsgoederen). Het gaat hierbij om goederen die tijdens het productieproces worden verwerkt in andere producten of volledig worden verbruikt (dit gebeurt per definitie met de ingehuurde diensten). Volgens internationale afspraken wordt een aangeschaft goed of een ingehuurde dienst niet als intermediair verbruik maar als vast activum (investering) gezien wanneer het meer dan één jaar ingezet kan worden in een productieproces. De intermediair verbruikte goederen en diensten worden gewaardeerd tegen de aankoopprijzen die op het moment van gebruik voor soortgelijke goederen of diensten gelden.
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik). De output is gewaardeerd tegen basisprijzen, dit is de verkoopprijs exclusief de handels- en vervoersmarge en exclusief de afgedragen productgebonden belastingen en de ontvangen productgebonden subsidies. Het intermediair verbruik is gewaardeerd tegen aankoopwaarde exclusief aftrekbare btw.
Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degene die in buitenlandse handen zijn.

In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.

Volumemutatie t.o.v. voorafgaand jaar
Het gewogen gemiddelde van de veranderingen in de hoeveelheid en de kwaliteit van de onderdelen van een bepaalde goederen- of dienstentransactie of salditransactie, jaarlijkse procentuele veranderingen.
Output basisprijzen
Het totaal aan goederen en diensten dat is geproduceerd, ook wel productie genoemd. Hiervan bestaan drie soorten:
- marktoutput: goederen en diensten die op de markt zijn afgezet of waarvoor dit in de toekomst de bedoeling is
- output voor eigen finaal gebruik: goederen en diensten voor eigen consumptie of voor investeringen door dezelfde bedrijfseenheid als die welke die goederen en diensten heeft geproduceerd
- niet-marktoutput: goederen en diensten die gratis of tegen economisch niet-significante prijzen aan andere eenheden zijn geleverd.

De output wordt gewaardeerd tegen basisprijzen. Dit zijn de prijzen die door producenten zelf worden ervaren: per bedrijfstak zijn de productgebonden belastingen er vanaf getrokken en de productgebonden subsidies erbij opgeteld. Door de producent afzonderlijk in rekening gebrachte vervoerskosten zijn niet inbegrepen. Ook de waardeverandering van financiële en niet-financiële activa (productiemiddelen) tijdens de verslagperiode zijn niet inbegrepen.

Inbegrepen is de output van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.
Intermediair verbruik (-)
Goederen en diensten die als input in een productieproces worden gebruikt, met uitzondering van de vaste activa (investeringsgoederen). Het gaat hierbij om goederen die tijdens het productieproces worden verwerkt in andere producten of volledig worden verbruikt (dit gebeurt per definitie met de ingehuurde diensten). Volgens internationale afspraken wordt een aangeschaft goed of een ingehuurde dienst niet als intermediair verbruik maar als vast activum (investering) gezien wanneer het meer dan één jaar ingezet kan worden in een productieproces. De intermediair verbruikte goederen en diensten worden gewaardeerd tegen de aankoopprijzen die op het moment van gebruik voor soortgelijke goederen of diensten gelden.
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik). De output is gewaardeerd tegen basisprijzen, dit is de verkoopprijs exclusief de handels- en vervoersmarge en exclusief de afgedragen productgebonden belastingen en de ontvangen productgebonden subsidies. Het intermediair verbruik is gewaardeerd tegen aankoopwaarde exclusief aftrekbare btw.
Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degene die in buitenlandse handen zijn.

In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.
Prijsindexcijfers
Het gewogen gemiddelde van de prijsveranderingen van de onderdelen van een bepaalde variabele. Deflatoren ten opzichte van het referentiejaar 2021.
Output basisprijzen
Het totaal aan goederen en diensten dat is geproduceerd, ook wel productie genoemd. Hiervan bestaan drie soorten:
- marktoutput: goederen en diensten die op de markt zijn afgezet of waarvoor dit in de toekomst de bedoeling is
- output voor eigen finaal gebruik: goederen en diensten voor eigen consumptie of voor investeringen door dezelfde bedrijfseenheid als die welke die goederen en diensten heeft geproduceerd
- niet-marktoutput: goederen en diensten die gratis of tegen economisch niet-significante prijzen aan andere eenheden zijn geleverd.

De output wordt gewaardeerd tegen basisprijzen. Dit zijn de prijzen die door producenten zelf worden ervaren: per bedrijfstak zijn de productgebonden belastingen er vanaf getrokken en de productgebonden subsidies erbij opgeteld. Door de producent afzonderlijk in rekening gebrachte vervoerskosten zijn niet inbegrepen. Ook de waardeverandering van financiële en niet-financiële activa (productiemiddelen) tijdens de verslagperiode zijn niet inbegrepen.

Inbegrepen is de output van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.
Intermediair verbruik (-)
Goederen en diensten die als input in een productieproces worden gebruikt, met uitzondering van de vaste activa (investeringsgoederen). Het gaat hierbij om goederen die tijdens het productieproces worden verwerkt in andere producten of volledig worden verbruikt (dit gebeurt per definitie met de ingehuurde diensten). Volgens internationale afspraken wordt een aangeschaft goed of een ingehuurde dienst niet als intermediair verbruik maar als vast activum (investering) gezien wanneer het meer dan één jaar ingezet kan worden in een productieproces. De intermediair verbruikte goederen en diensten worden gewaardeerd tegen de aankoopprijzen die op het moment van gebruik voor soortgelijke goederen of diensten gelden.
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik). De output is gewaardeerd tegen basisprijzen, dit is de verkoopprijs exclusief de handels- en vervoersmarge en exclusief de afgedragen productgebonden belastingen en de ontvangen productgebonden subsidies. Het intermediair verbruik is gewaardeerd tegen aankoopwaarde exclusief aftrekbare btw.
Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degene die in buitenlandse handen zijn.

In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.
Toegevoegde waarde uit inkomensvorming
De opbouw van de totaal toegevoegde waarde vanuit de inkomens uit productie. Deze bestaan uit de beloning van werknemers en het exploitatieoverschot/gemengd inkomen. Om uit te komen op de totaal toegevoegde waarde tegen basisprijzen moet het saldo van de niet-productgebonden belastingen en subsidies hierbij worden opgeteld.
Waarde in werkelijke prijzen
De bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van de betreffende verslagperiode. Dit in tegenstelling tot zogeheten constante prijzen, waarbij bedragen zijn uitgedrukt in prijzen van een bepaalde basisperiode.
Beloning van werknemers
De totale vergoeding, in geld of in natura, die door een werkgever aan een werknemer verschuldigd is voor de arbeid die deze tijdens een verslagperiode heeft verricht. De beloning van werknemers is gelijk aan het totaal van lonen en sociale premies ten laste van werkgevers.
Totaal
Lonen
De vergoedingen voor de werknemer, die in een bepaalde periode arbeid verricht, en die ten laste komen van de werkgever, inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemer. De belangrijkste vorm van loon is 'loon in geld' (inclusief de ingehouden loonbelasting en werknemerspremies). Dit loon omvat het basis bruto loon, premies, provisies, toeslagen, overwerkloon, gevarengeld, bijzondere beloningen en fooien, maar ook onkostenvergoedingen in verband met de dienstbetrekking (zoals een vergoeding of tegemoetkoming voor de kosten van woon-werkverkeer). Bijzondere beloningen omvatten vakantiegeld, tantième, gratificaties, winstuitkeringen en een dertiende of veertiende maand. Doorbetaald loon bij ziekte behoort niet tot de lonen, maar wordt toegerekend aan de sociale premies t.l.v. werkgevers. Naast 'loon in geld' kan 'loon in natura' onderdeel van het loon uitmaken, als dit voor de werknemer een voordeel uit dienstbetrekking is. Voorbeelden van loon in natura zijn het privégebruik van de auto van de zaak, dienstwoningen, het rentevoordeel van geldleningen, tegen korting of gratis verkregen producten van de zaak en werkgeversbijdragen aan kinderopvang.
Sociale premies t.l.v. werkgevers
De sociale premies ten laste van de werkgever hebben betrekking op de werkgeversbijdragen in het kader van de sociale zekerheid. De sociale premies ten laste van werkgevers kunnen onderverdeeld worden in werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers en toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers. De werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers omvatten alle premies voor de wettelijke sociale verzekering en de particuliere sociale premies (waaronder pensioenpremies t.l.v. werkgevers). De toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers zijn rechtstreekse sociale uitkeringen door werkgevers aan (voormalige) werknemers zonder tussenkomst van andere institutionele eenheden of fondsen. Het merendeel bestaat uit doorbetaalde lonen bij ziekte.
Exploitatieoverschot
Bruto-exploitatieoverschot / gemengd inkomen.
Het saldo dat resteert nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd met de beloning van werknemers en het saldo van belastingen en subsidies op productie en invoer. Bij zelfstandigen (die deel uitmaken van de sector huishoudens) wordt dit saldo gemengd inkomen genoemd omdat het ook de beloning voor de door hen geleverde arbeid bevat.

In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.
Bruto
Verbruik van vaste activa (-)
De waardevermindering van vaste activa (productiemiddelen) in eigendom als gevolg van normale slijtage en economische veroudering. Ook wel afschrijvingen genoemd.

Bij het berekenen van het verbruik van vaste activa wordt gebruik gemaakt van de PIM methode (perpetual inventory method). Deze methode gaat uit van de waarde van de aan het begin van een jaar aanwezige kapitaalgoederenvoorraad, die op vervangingswaarde wordt gebracht door te corrigeren voor de prijsveranderingen van vergelijkbare kapitaalgoederen in het verslagjaar. Hieraan worden de investeringen in vaste activa van dat jaar toegevoegd en vervolgens wordt de waarde van de buiten gebruik gestelde activa erop in mindering gebracht. Aldus wordt de waarde van de kapitaalgoederenvoorraad aan het eind van het jaar verkregen. Vervolgens wordt via een afschrijvingspercentage de afschrijvingen bepaald. De als hierboven beschreven afschrijvingen behoeven niet overeen te stemmen met de bedrijfseconomische afschrijvingen die zijn vastgesteld op basis van historische kostprijs of fiscale levensduur.
Netto
Netto-exploitatieoverschot.
Het bruto-exploitatieoverschot verminderd met het verbruik van vaste activa. Uit het bruto-exploitatieoverschot moeten het verbruik van vaste activa worden bekostigd.
Niet-productgebonden belastingen, sub...
Het saldo van de niet-productgebonden belastingen en de niet-productgebonden subsidies.
Saldo
Het saldo van de niet-productgebonden belastingen en de niet-productgebonden subsidies.
Niet-productgebonden belastingen
Dit zijn de belastingen op productie die producenten moeten betalen, ongeacht de hoeveelheid of de waarde van de geproduceerde of verkochte producten. Voorbeelden hiervan zijn de onroerendezaakbelasting, reinigingsrechten en rioolrechten betaald door producenten.
Niet-productgebonden subsidies (-)
Onder subsidies die niet-productgebonden zijn, vallen de subsidies op productie, die niet direct gerelateerd zijn aan de waarde of de hoeveelheid geproduceerde en verkochte producten. Het betreft vooral landbouwsubsidies, subsidies op R&D en loonsubsidies.
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik). De output is gewaardeerd tegen basisprijzen, dit is de verkoopprijs exclusief de handels- en vervoersmarge en exclusief de afgedragen productgebonden belastingen en de ontvangen productgebonden subsidies. Het intermediair verbruik is gewaardeerd tegen aankoopwaarde exclusief aftrekbare btw.
Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degene die in buitenlandse handen zijn.

In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.