Koopwoningen; uitgaven van eigenaren voor aanschaf en bezit, 2020=100
Uitgave voor aanschaf en bezit | Perioden | Prijsindex (2020=100) | Ontwikkeling t.o.v. voorgaande periode (%) | Ontwikkeling t.o.v. een jaar eerder (%) |
---|---|---|---|---|
Uitgaven aanschaf en bezit koopwoning | 2010 | 86,2 | . | . |
Uitgaven aanschaf en bezit koopwoning | 2015 | 78,0 | 3,0 | 3,0 |
Uitgaven aanschaf en bezit koopwoning | 2020 | 100,0 | 5,0 | 5,0 |
Uitgaven aanschaf en bezit koopwoning | 2021 | 107,4 | 7,3 | 7,3 |
Uitgaven aanschaf en bezit koopwoning | 2022 | 117,7 | 9,6 | 9,6 |
Uitgaven aanschaf en bezit koopwoning | 2023 1e kwartaal | 123,0 | 2,6 | 7,9 |
Uitgaven aanschaf en bezit koopwoning | 2023 2e kwartaal | 124,3 | 1,1 | 5,9 |
Uitgaven aanschaf en bezit koopwoning | 2023 3e kwartaal | 124,8 | 0,4 | 4,5 |
Uitgaven aanschaf en bezit koopwoning | 2023 4e kwartaal | 125,8 | 0,8 | 5,0 |
Uitgaven aanschaf en bezit koopwoning | 2023 | 124,5 | 5,8 | 5,8 |
Uitgaven aanschaf en bezit koopwoning | 2024 1e kwartaal | 127,2 | 1,1 | 3,5 |
Uitgaven aanschaf en bezit koopwoning | 2024 2e kwartaal* | 128,2 | 0,8 | 3,1 |
Aanschaf woning: totaal | 2010 | 87,6 | . | . |
Aanschaf woning: totaal | 2015 | 75,1 | 2,6 | 2,6 |
Aanschaf woning: totaal | 2020 | 100,0 | 5,8 | 5,8 |
Aanschaf woning: totaal | 2021 | 108,9 | 8,9 | 8,9 |
Aanschaf woning: totaal | 2022 | 121,2 | 11,3 | 11,3 |
Aanschaf woning: totaal | 2023 1e kwartaal | 124,8 | 1,1 | 7,0 |
Aanschaf woning: totaal | 2023 2e kwartaal | 126,0 | 1,0 | 3,9 |
Aanschaf woning: totaal | 2023 3e kwartaal | 126,2 | 0,2 | 2,1 |
Aanschaf woning: totaal | 2023 4e kwartaal | 127,3 | 0,9 | 3,2 |
Aanschaf woning: totaal | 2023 | 126,1 | 4,0 | 4,0 |
Aanschaf woning: totaal | 2024 1e kwartaal | 127,4 | 0,1 | 2,1 |
Aanschaf woning: totaal | 2024 2e kwartaal* | 128,6 | 0,9 | 2,1 |
Doorlopende kosten: totaal | 2010 | 80,5 | . | . |
Doorlopende kosten: totaal | 2015 | 85,9 | 4,0 | 4,0 |
Doorlopende kosten: totaal | 2020 | 100,0 | 3,1 | 3,1 |
Doorlopende kosten: totaal | 2021 | 103,6 | 3,6 | 3,6 |
Doorlopende kosten: totaal | 2022 | 109,1 | 5,4 | 5,4 |
Doorlopende kosten: totaal | 2023 1e kwartaal | 117,7 | 5,8 | 9,3 |
Doorlopende kosten: totaal | 2023 2e kwartaal | 119,4 | 1,4 | 10,7 |
Doorlopende kosten: totaal | 2023 3e kwartaal | 120,4 | 0,9 | 9,8 |
Doorlopende kosten: totaal | 2023 4e kwartaal | 121,0 | 0,5 | 8,9 |
Doorlopende kosten: totaal | 2023 | 119,6 | 9,6 | 9,6 |
Doorlopende kosten: totaal | 2024 1e kwartaal | 124,6 | 2,9 | 5,8 |
Doorlopende kosten: totaal | 2024 2e kwartaal* | 125,3 | 0,6 | 4,9 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel beschrijft de prijsontwikkeling van de uitgaven van woningeigenaren voor het bezitten van een eigen woning. De uitgaven betreft aanschaf aankoop nieuwbouw koopwoning, zelfbouwwoning en voormalige huurwoningen. Daarnaast zijn ook de verwervingskosten en de doorlopende kosten voor (groot) onderhoud en opstalverzekeringen opgenomen.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1e kwartaal van 2010
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn één kwartaal voorlopig; de deelreeksen ‘Aankoop voormalige huurwoning’ en ‘opstalverzekeringen’ zijn direct definitief.
Wijzigingen per 2 oktober:
De cijfers voor periode 2e kwartaal 2024 zijn toegevoegd.
Wijzigingen per 27 juni 2024:
De cijfers in deze tabel over de periode 2015- 2023 zijn gecorrigeerd als gevolg de toepassing van een verbeterde methodiek.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De nieuwe cijfers zullen in januari 2025 verschijnen.
Toelichting onderwerpen
- Prijsindex
- De prijsindex geeft de verandering weer van de transactieprijzen van woningen die nieuw zijn voor de sector huishoudens en andere goederen en diensten die huishoudens verwerven in hun hoedanigheid van bewoner van de eigenaar.
- Ontwikkeling t.o.v. voorgaande periode
- De procentuele ontwikkeling van een bepaalde periode (kwartaal, jaar) ten opzichte van dezelfde voorafgaande periode. Het CBS berekent de ontwikkeling aan de hand van niet-afgeronde cijfers.
- Ontwikkeling t.o.v. een jaar eerder
- De procentuele ontwikkeling van een bepaalde periode (kwartaal, jaar) ten opzichte van dezelfde periode in het daaraan voorafgaande jaar. Het CBS berekent de ontwikkeling aan de hand van niet-afgeronde cijfers.