Leefstijl; persoonskenmerken
Persoonskenmerken | Marges | Perioden | Lengte en gewicht Onder- en overgewicht, 4 jaar of ouder Overgewicht (%) | Lengte en gewicht Onder- en overgewicht, 4 jaar of ouder Mate van overgewicht Matig overgewicht (%) | Lengte en gewicht Onder- en overgewicht, 4 jaar of ouder Mate van overgewicht Ernstig overgewicht (%) | Bewegen, 4 jaar of ouder Beweegrichtlijn Voldoet aan beweegrichtlijn (%) | Bewegen, 4 jaar of ouder Beweegrichtlijn Voldoende matig intensieve inspanning (%) | Bewegen, 4 jaar of ouder Beweegrichtlijn Voldoende bot/spierversterk. activiteit (%) | Bewegen, 4 jaar of ouder Wekelijkse sporters (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal personen | Waarde | 2023 | 44,2 | 30,6 | 13,6 | 45,1 | 50,4 | 80,9 | 55,6 |
Geslacht: Mannen | Waarde | 2023 | 46,4 | 34,3 | 12,1 | 47,7 | 53,9 | 80,8 | 57,0 |
Geslacht: Vrouwen | Waarde | 2023 | 42,1 | 27,0 | 15,2 | 42,5 | 47,0 | 80,9 | 54,3 |
Leeftijd: 0 tot 4 jaar | Waarde | 2023 | . | . | . | . | . | . | . |
Leeftijd: 4 tot 12 jaar | Waarde | 2023 | 11,3 | 7,6 | 3,7 | 60,4 | 60,4 | 99,7 | 61,8 |
Leeftijd: 12 tot 16 jaar | Waarde | 2023 | 12,2 | 8,3 | 3,8 | 40,5 | 40,8 | 98,0 | 78,0 |
Leeftijd: 16 tot 20 jaar | Waarde | 2023 | 18,9 | 13,7 | 5,2 | 46,7 | 51,9 | 81,2 | 68,9 |
Leeftijd: 20 tot 30 jaar | Waarde | 2023 | 33,0 | 25,4 | 7,6 | 49,9 | 56,0 | 80,8 | 69,1 |
Leeftijd: 30 tot 40 jaar | Waarde | 2023 | 45,8 | 30,9 | 15,0 | 43,6 | 50,0 | 79,6 | 59,9 |
Leeftijd: 40 tot 50 jaar | Waarde | 2023 | 53,0 | 35,9 | 17,0 | 43,7 | 50,3 | 76,8 | 55,0 |
Leeftijd: 50 tot 55 jaar | Waarde | 2023 | 62,0 | 43,4 | 18,6 | 40,4 | 46,5 | 78,1 | 51,9 |
Leeftijd: 55 tot 65 jaar | Waarde | 2023 | 59,5 | 38,7 | 20,8 | 44,7 | 51,5 | 77,8 | 48,1 |
Leeftijd: 65 tot 75 jaar | Waarde | 2023 | 55,4 | 38,0 | 17,4 | 46,9 | 51,8 | 81,3 | 44,7 |
Leeftijd: 75 jaar of ouder | Waarde | 2023 | 52,6 | 38,6 | 14,0 | 31,1 | 37,3 | 68,4 | 33,9 |
Leeftijd: 0 tot 12 jaar | Waarde | 2023 | 11,3 | 7,6 | 3,7 | 60,4 | 60,4 | 99,7 | 61,8 |
Leeftijd: 12 tot 18 jaar | Waarde | 2023 | 14,3 | 9,8 | 4,5 | 39,3 | 40,3 | 93,6 | 75,7 |
Leeftijd: 18 jaar of ouder | Waarde | 2023 | 50,0 | 34,6 | 15,4 | 44,0 | 50,3 | 77,8 | 53,2 |
Laag onderwijsniveau | Waarde | 2023 | 62,2 | 41,3 | 21,0 | 32,9 | 40,9 | 65,0 | 31,6 |
Middelbaar onderwijsniveau | Waarde | 2023 | 57,7 | 37,9 | 19,8 | 40,4 | 47,7 | 76,2 | 49,4 |
Hoog onderwijsniveau | Waarde | 2023 | 43,3 | 32,4 | 10,9 | 51,0 | 55,1 | 86,7 | 65,7 |
Onderwijsniveau: onbekend | Waarde | 2023 | . | . | . | . | . | . | . |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat cijfers over de leefstijl van de Nederlandse bevolking in particuliere huishoudens. De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar diverse persoonskenmerken.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2014
Status van de cijfers: definitief
Wijzigingen per 24 september 2024
De voedingsscore wordt berekend op basis van verschillende componenten.
Bij de componentscore voor snacks werden abusievelijk bij kinderen van 1 tot 9 jaar de afkappunten voor personen van 9 jaar en ouder gehanteerd in plaats van de leeftijdsspecifieke afkappunten. Dit is aangepast. Hierdoor zijn de cijfers over de totale voedingsscore (hoog, midden, laag en de gemiddelde voedingsscore) iets gewijzigd.
Wijzigingen per 4 maart
De cijfers over 2023 zijn toegevoegd.
Cijfers over lachgas zijn toegevoegd. De vragen over voeding zijn in 2023 gewijzigd.
Daarom wordt er voor voeding in 2023 een nieuwe reeks begonnen en wordt de oude cijferreeks over voeding (2014-2022) niet meer aangevuld.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In maart 2025 verschijnen de cijfers over verslagjaar 2024.
Toelichting onderwerpen
- Lengte en gewicht
- De vragen over lengte en lichaamsgewicht worden aan alle personen gesteld. Er wordt gevraagd naar de lengte in cm zonder schoenen en naar het lichaamsgewicht in kg zonder kleren. Bij zwangere vrouwen wordt gevraagd naar het lichaamsgewicht voorafgaand aan de zwangerschap.
- Onder- en overgewicht, 4 jaar of ouder
- De maat voor onder- of overgewicht is de Body Mass Index (BMI). De BMI is het quotiënt van het lichaamsgewicht in kilogrammen en het kwadraat van de lengte in meters [kg/m2]. Voor volwassenen van 20 jaar of ouder zijn de criteria:
1. Ondergewicht: BMI < 18,5
2. Normaal gewicht: BMI >= 18,5 en < 25,0
3. Overgewicht: BMI >= 25,0
a. Matig overgewicht: BMI >= 25,0 en < 30,0
b. Ernstig overgewicht: BMI >= 30,0
Voor personen jonger dan 20 jaar gelden andere grenswaarden. Deze waarden hangen af van de leeftijd en het geslacht. In de tabellen zijn niet betrokken de respondenten met onbekende lengte en /of gewicht en de respondenten met een onwaarschijnlijk gewicht in relatie tot de opgegeven lengte. In dit laatste geval betreft het personen 20 jaar of ouder met een BMI van kleiner dan 14 of groter dan 50 en personen jonger dan 20 jaar met een BMI van kleiner dan 10 of groter dan 50. Vanaf 2018 wordt er geen bovengrens meer gehanteerd, de ondergrens voor de BMI verandert niet.- Overgewicht
- Percentage personen met een BMI van 25,0 kg/m2 en hoger.
Voor personen jonger dan 18 jaar gelden andere grenswaarden. Deze waarden corresponderen met een BMI-waarde van 25,0 kg/m2 voor volwassenen.
- Mate van overgewicht
- Matig overgewicht
- Percentage personen met een BMI vanaf 25,0 kg/m2 tot 30,0 kg/m2.
Voor personen jonger dan 18 jaar gelden andere grenswaarden. Deze waarden corresponderen met de BMI-waarden van 25,0 kg/m2 en 30,0 kg/m2 voor volwassenen.
- Ernstig overgewicht
- Percentage personen met een BMI van 30,0 kg/m2 en hoger.
Voor personen jonger dan 18 jaar gelden andere grenswaarden. Deze waarden corresponderen met een BMI-waarde van 30,0 kg/m2 voor volwassenen.
- Bewegen, 4 jaar of ouder
- De vragen over lichamelijke activiteit zijn gebaseerd op de zogeheten short questionnaire to assess health enhancing physical activity (SQUASH). Deze vragenlijst beoogt een volledig beeld te leveren van de lichamelijke activiteit. Gevraagd wordt naar frequentie en duur van de volgende deelvormen van lichamelijke activiteit:
1. Fietsen en lopen in woon-werk of woon-school verkeer
2. Activiteiten op het werk of op school
3. Activiteiten in het huishouden
4. Wandelen, fietsen, buiten spelen, tuinieren en klussen in de vrije tijd
5. Sporten
Vanaf 2017 publiceert het CBS over de nieuwe beweegrichtlijnen (opgesteld door de Gezondheidsraad) voor personen van 4 jaar en ouder.
Vanaf 2019 zijn vragen over beweegonderwijs op school aan de vragenlijst toegevoegd om een beter beeld te krijgen van het beweeggedrag van jongeren vanaf 12 jaar. Dit wil zeggen dat aan jongeren vanaf 12 jaar die basisonderwijs, praktijkonderwijs, VMBO, HAVO, VWO of MBO volgen, vragen zijn toegevoegd over gymlessen op school en beweeg- en sportactiviteiten die zijn geregeld vanuit school. Voor jongeren van 4 tot 12 jaar waren deze vragen al opgenomen in de vragenlijst.
Hierdoor zijn de cijfers over de beweegrichtlijnen, met name die over jongeren vanaf 12 jaar, vanaf 2019 minder goed vergelijkbaar met de cijfers van voor 2019.- Beweegrichtlijn
- De beweegrichtlijn is eind 2017 opgesteld door de Gezondheidsraad. Deze nieuwe richtlijn vervangt de Nederlandse Norm Gezond Bewegen, de fitnorm en de combinorm. Personen vanaf 18 jaar dienen minstens 2,5 uur per week matig intensieve inspanning te verrichten verspreid over diverse dagen, zoals wandelen en fietsen, en minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten te verrichten. Jongeren van 4 tot en met 17 jaar dienen minstens elke dag een uur matig intensieve inspanning te verrichten en minstens driemaal per week spier- en botversterkende activiteiten te verrichten.
Over de 2020-cijfers over dit onderwerp is een toelichtende nota verschenen, zie tabeltoelichting.- Voldoet aan beweegrichtlijn
- Percentage personen van 4 jaar en ouder dat voldoet aan de beweegrichtlijn. Personen vanaf 18 jaar dienen minstens 2,5 uur per week matig intensieve inspanning te verrichten verspreid over diverse dagen, zoals wandelen en fietsen, en minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten te verrichten. Jongeren van 4 tot en met 17 jaar dienen minstens elke dag een uur matig intensieve inspanning te verrichten en minstens driemaal per week spier- en botversterkende activiteiten te verrichten.
Vanaf 2019 zijn vragen over beweegonderwijs op school aan de vragenlijst toegevoegd om een beter beeld te krijgen van het beweeggedrag van jongeren vanaf 12 jaar. Dit wil zeggen dat aan jongeren vanaf 12 jaar die basisonderwijs, praktijkonderwijs, VMBO, HAVO, VWO of MBO volgen, vragen zijn toegevoegd over gymlessen op school en beweeg- en sportactiviteiten die zijn geregeld vanuit school. Voor jongeren van 4 tot 12 jaar waren deze vragen al opgenomen in de vragenlijst.
Hierdoor zijn de cijfers over de beweegrichtlijnen, met name die over jongeren vanaf 12 jaar, vanaf 2019 minder goed vergelijkbaar met de cijfers van voor 2019.
- Voldoende matig intensieve inspanning
- Percentage personen van 4 jaar en ouder dat voldoende matig intensieve inspanning verricht, zoals wandelen en fietsen. Personen vanaf 18 jaar dienen minstens 2,5 uur per week matig intensieve inspanning te verrichten verspreid over diverse dagen. Jongeren van 4 tot en met 17 jaar dienen minstens elke dag een uur matig intensieve inspanning te verrichten.
- Voldoende bot/spierversterk. activiteit
- Percentage personen van 4 jaar en ouder dat voldoende spier- en botversterkende activiteiten verricht. Personen vanaf 18 jaar dienen minstens tweemaal per week spier- en botversterkende activiteiten te verrichten. Jongeren van 4 tot en met 17 jaar dienen minstens driemaal per week spier- en botversterkende activiteiten te verrichten.
- Wekelijkse sporters
- Percentage personen van 4 jaar of ouder dat minimaal 1 keer per week sport. Met ingang van 2016 worden de percentages wekelijkse sporters van 4 jaar of ouder gepubliceerd.
Over de 2020-cijfers over dit onderwerp is een toelichtende nota verschenen, zie tabeltoelichting.