Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken

Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken

Persoonskenmerken Marges Perioden Mental Health Inventory (MHI-5),12 plus Psychische klachten, afgelopen 4 weken (%) Langdurige aandoeningen Op enquêtedatum/in afgelopen 12 maanden Aandoening van de nek of schouder (%) Acute ziekten Verkoudheid (%) Acute ziekten Corona (%) Acute ziekten Bronchitis of longontsteking (%) Acute ziekten Oorontsteking (%) Acute ziekten Infectie of ontsteking nieren of blaas (%) Acute ziekten Diarree, minimaal 3 maal in 24 uur (%) Acute ziekten Braken, minimaal 3 maal in 24 uur (%) Beperkingen Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder Personen met minstens 1 beperking (%) Beperkingen Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder Personen met minstens 1 beperking (%) Beperkingen Beperkingen IADL, 55 jaar of ouder Personen met minstens 1 beperking (%) Medische contacten Contact met mondhygiënist, 12 of ouder (%) Medische contacten Contact met orthodontist, 8 of ouder (%) Medische contacten Personen beh. door alternatief genezer (%)
Herkomstland: Buiten-Europa Waarde 2023 18,7 9,1 44,0 5,8 2,5 4,3 3,3 11,4 5,3 16,4 19,7 26,4 47,8 11,2 5,0
Herkomstland: Buiten-Europa Ondergrens 95%-interval 2023 16,4 7,6 41,3 4,6 1,7 3,3 2,4 9,8 4,2 14,3 15,3 21,5 44,8 9,6 3,9
Herkomstland: Buiten-Europa Bovengrens 95%-interval 2023 21,2 10,9 46,7 7,2 3,5 5,6 4,6 13,3 6,7 18,8 25,0 31,9 50,8 13,1 6,4
Herkomst: geb. in NL, ouder(s) buiten NL Waarde 2023 13,7 5,3 48,3 5,3 1,7 5,5 2,1 12,5 6,7 9,2 7,9 19,0 48,8 11,8 5,3
Herkomst: geb. in NL, ouder(s) buiten NL Ondergrens 95%-interval 2023 11,4 4,1 45,2 4,1 1,1 4,3 1,4 10,6 5,3 7,3 5,0 14,4 45,3 9,9 4,1
Herkomst: geb. in NL, ouder(s) buiten NL Bovengrens 95%-interval 2023 16,4 6,9 51,4 6,9 2,7 7,1 3,2 14,8 8,5 11,4 12,3 24,6 52,3 14,1 6,9
Herkomst: geboren buiten Nederland Waarde 2023 22,2 12,3 39,2 6,8 3,0 3,3 4,8 11,6 3,9 20,4 23,0 30,8 46,3 10,4 4,7
Herkomst: geboren buiten Nederland Ondergrens 95%-interval 2023 19,5 10,3 36,2 5,3 2,1 2,3 3,5 9,7 2,9 17,8 18,3 25,7 43,1 8,6 3,5
Herkomst: geboren buiten Nederland Bovengrens 95%-interval 2023 25,2 14,6 42,4 8,6 4,4 4,7 6,5 13,9 5,4 23,3 28,5 36,5 49,6 12,6 6,3
Herkomst: geboren buiten Europa Waarde 2023 22,5 13,1 39,4 6,3 3,2 3,4 5,1 10,7 4,2 22,6 26,4 32,9 46,1 10,5 4,5
Herkomst: geboren buiten Europa Ondergrens 95%-interval 2023 19,2 10,6 35,7 4,6 2,0 2,2 3,6 8,5 2,8 19,3 20,5 26,6 42,1 8,3 3,1
Herkomst: geboren buiten Europa Bovengrens 95%-interval 2023 26,2 16,0 43,3 8,5 4,9 5,3 7,3 13,5 6,1 26,3 33,2 39,9 50,1 13,2 6,5
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de ervaren gezondheid en medische contacten van de Nederlandse bevolking vanaf 0 jaar in particuliere huishoudens. De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar diverse persoonskenmerken.
Voor enkele onderwerpen geldt een afwijkende leeftijdsafbakening. Deze leeftijden worden bij de betreffende onderwerpen vermeld.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2014

Status van de cijfers: definitief

Wijzigingen per 10 september 2024
De onderwerpmap ‘Mental Health Inventory (MHI-5), 12 plus’ werd toegevoegd. Binnen deze map staan twee onderwerpen. Ten eerste het nieuwe onderwerp ‘angst- of depressiegevoelens, afg 4 wk’. Ten tweede het onderwerp ‘psychische klachten, afgelopen 4 weken’. Dit laatste onderwerp was eerder in deze tabel te vinden onder de naam ‘psychische klachten (MHI-5<60), 12 plus’.
Verder werd onder de map ‘beperkingen’ de submap ‘personen met GALI-beperking, 4 jaar of ouder’ toegevoegd. In die submap zijn drie onderwerpen te vinden. Ten eerste het onderwerp ‘GALI-beperking’. Dit betreft de cijfers die eerder rechtstreeks onder de map ‘beperkingen’ waren te vinden onder de naam ‘Personen met GALI beperking, 4 of ouder’. Ten tweede het nieuwe onderwerp ‘GALI beperking, ernstig’. En ten derde het nieuwe onderwerp ‘GALI beperking, niet ernstig’.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In maart 2025 verschijnen de cijfers over verslagjaar 2024.

Toelichting onderwerpen

Mental Health Inventory (MHI-5),12 plus
‘Mental Health Inventory 5' ofwel 'MHI-5'. Dit is een internationale standaard voor een specifieke meting van de psychische gezondheid, bestaande uit 5 vragen. De MHI-5 is feitelijk een deelschaal van de Short Format 36 ofwel SF-36, een uitvoerige internationale standaard voor de meting van gezondheid. De MHI-5 betreft vragen die steeds betrekking hebben op hoe men zich in de afgelopen 4 weken voelde. De vragen zijn gesteld aan respondenten van 12 jaar of ouder
Gevraagd is:
1. Voelde u zich erg zenuwachtig?
2. Zat u zo erg in de put dat niets u kon opvrolijken?
3. Voelde u zich kalm en rustig?
4. Voelde u zich neerslachtig en somber?
5. Voelde u zich gelukkig?

Iedere vraag heeft de volgende 6 antwoordcategorieën: voortdurend-meestal-vaak-soms-zelden-nooit. Bij de positief geformuleerde vragen van de MHI vragenlijst (vraag 3 en 5) zijn voor de antwoordcategorieën in volgorde de waarden 5, 4, 3, 2, 1, en 0 toegekend. Bij de negatief geformuleerde vragen (vraag 1, 2 en 4) zijn precies de omgekeerde waarden toegekend. Vervolgens zijn per persoon de somscores berekend en zijn deze vermenigvuldigd met 4, zodat de minimale somscore van een persoon 0 en de maximale score 100 kan bedragen, waarbij een lagere score meer gevoelens van angst of depressie aangeeft.

De somscore bepaalt of iemand als ‘zonder psychische klachten’ (score 60 of hoger) of ‘met psychische klachten’ (score lager dan 60) wordt ingedeeld. Tot 2022 werden hiervoor de termen ‘psychisch gezond’ en ‘psychisch ongezond’ gebruikt.

Onderzoekers van het Trimbos-instituut hebben echter in 2024 vastgesteld dat het afkappunt van 60 zoals eerder gebruikt, om een aantal redenen niet langer voldeed. De eerdere bepaling van de afkapwaarde van de MHI-5 gebruikte een methode die afhankelijk is van de prevalentie van psychische aandoeningen. Omdat de prevalentie veranderlijk is gebleken, voldeed deze afkapwaarde niet meer. Verder is de classificatie van psychische aandoeningen sinds de eerdere afkapwaardebepaling veranderd: momenteel wordt de DSM-5 gebruikt terwijl de oude afkapwaarde gebaseerd was op de criteria van DSM-III-R. Meer informatie over herijking van de MHI is te vinden in de factsheet van het Trimbos-Instituut (zie tabeltoelichting).

De variabele ‘Psychische klachten, afgelopen 4 weken’ zal daarom niet meer worden aangevuld vanaf 2024 en het CBS zal vanaf september 2024 alleen de reeks over de variabele Angst- of depressiegevoelens, afg. 4 wk (afgelopen 4 weken) aanvullen.

Psychische klachten, afgelopen 4 weken
Percentage personen van 12 jaar of ouder dat minder dan 60 scoort op de Mental Health Inventory (MHI-5) voor adolescenten vanaf 12 jaar en volwassenen. Deze mensen hebben psychische klachten in de afgelopen 4 weken.
Langdurige aandoeningen
Aan alle respondenten wordt gevraagd: Heeft u / uw kind één of meer langdurige ziekten of aandoeningen? Langdurig is (naar verwachting) 6 maanden of langer. Vervolgens worden 23 aandoeningen en een restcategorie 'overige aandoeningen' voorgelegd en gevraagd of mensen deze aandoening in de afgelopen 12 maanden hebben gehad. Van drie van die aandoeningen wordt ook gevraagd of men die ooit heeft gehad. Daarnaast wordt (uitgebreider) gevraagd naar suikerziekte (diabetes). De meeste vragen naar specifieke langdurige aandoeningen worden aan personen van alle leeftijden gesteld. Aandoeningen die niet vaak voorkomen bij jongeren worden gesteld aan personen van 12 jaar of ouder.
Op enquêtedatum/in afgelopen 12 maanden
Langdurige ziektes en aandoeningen in de afgelopen 12 maanden. Respondenten kunnen aangeven of ze de ziekte of aandoening hebben of afgelopen 12 maanden hebben gehad.
Aandoening van de nek of schouder
Percentage personen met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag: Heeft of had u / uw kind in de afgelopen 12 maanden een ernstige of hardnekkige aandoening van de nek of schouder?
Acute ziekten
Er is gevraagd naar verschillende acute ziekten of klachten. De respondent kan met 'ja' of 'nee' aangeven of hij die klachten heeft of in de afgelopen 2 maanden heeft gehad. De vragen worden aan respondenten van alle leeftijden gesteld.
In 2019 en 2020 waren de vragen over acute ziekten of klachten niet opgenomen in het onderzoek.
Verkoudheid
Percentage personen met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag 'Heeft of heeft u / uw kind in de afgelopen 2 maanden een verkoudheid, griep, keelontsteking of voorhoofdsholteontsteking gehad?' In de jaren 2021 tot en met 2023 werd naast deze vraag ook (in verschillende vormen) gevraagd naar corona. Die vragen naar corona kunnen de antwoorden op de vraag naar verkoudheid, griep, etc. beïnvloed hebben. Vanaf maart 2023 verviel het overheidsadvies om een (zelf)test te doen als er sprake was van symptomen die mogelijk duidden op corona. Daardoor was het voor mensen wellicht moeilijker onderscheid te maken tussen enerzijds verkoudheid/griep/keelontsteking/voorhoofdsholteontsteking en anderzijds corona. Vanaf 2024 worden de vraagstellingen gecombineerd tot 'Heeft of heeft u / uw kind in de afgelopen 2 maanden een verkoudheid, griep, corona, keelontsteking of voorhoofdsholteontsteking gehad?’
Corona
Percentage personen met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag 'Heeft of heeft u / uw kind in de afgelopen 2 maanden corona gehad?' Deze vraag werd gesteld in de jaren 2022 en 2023. In maart 2023 verviel het overheidsadvies om een (zelf)test te doen als er sprake was van symptomen die mogelijk duidden op corona. Daardoor was het voor mensen wellicht moeilijker onderscheid te maken tussen enerzijds corona en anderzijds verkoudheid/griep/keelontsteking/voorhoofdsholteontsteking. Vanaf 2024 wordt niet meer apart naar corona gevraagd, maar wordt deze aandoening opgenomen in de vraag naar andere luchtweginfecties. Die vraag luidt dan 'Heeft of heeft u / uw kind in de afgelopen 2 maanden een verkoudheid, griep, corona, keelontsteking of voorhoofdsholteontsteking gehad?’
Bronchitis of longontsteking
Percentage personen de antwoordcategorie 'ja' op de vraag 'Heeft of heeft u / uw kind in de afgelopen 2 maanden een acute bronchitis of longontsteking gehad, hier wordt niet bedoeld chronische bronchitis?'
Oorontsteking
Percentage personen met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag 'Heeft of heeft u / uw kind in de afgelopen 2 maanden een oorontsteking gehad?'
Infectie of ontsteking nieren of blaas
Percentage personen met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag 'Heeft of heeft u / uw kind in de afgelopen 2 maanden een infectie of ontsteking van de nieren, blaas of urinewegen gehad?'
Diarree, minimaal 3 maal in 24 uur
Percentage personen met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag 'Heeft of heeft u / uw kind in de afgelopen 2 maanden diarree gehad, hiermee wordt bedoeld tenminste 3 maal dunne ontlasting binnen 24 uur?'
Braken, minimaal 3 maal in 24 uur
Percentage personen met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag 'Heeft of heeft u / uw kind in de afgelopen 2 maanden moeten braken, hiermee wordt bedoeld tenminste 3 maal braken binnen 24 uur?'
Beperkingen
Beperkingen
Er worden 3 indicatoren voor lichamelijke beperkingen berekend:
a De OESO-indicator voor personen van 12 jaar of ouder en
b De ADL-indicator voor personen vanaf 55 jaar en.
c de iADL-indicator voor personen vanaf 55 jaar.
Daarnaast wordt een globale vraag over beperkingen gesteld (GALI-indicator).
Beperkingen OESO, 12 jaar of ouder
De OESO-indicator (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) is gebaseerd op de volgende 7 vragen over vaardigheden die mensen normaal kunnen doen, zo nodig met hulpmiddelen zoals een bril of hoorapparaat. Het gaat niet om tijdelijke problemen.
1. Een gesprek volgen in een groep van drie of meer personen (zo nodig met hoorapparaat)
2. Met één andere persoon een gesprek voeren (zo nodig met hoorapparaat)
3. Kleine letters in de krant lezen (zo nodig met bril of contactlenzen)
4. Op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen)
5. Een voorwerp van 5 kilo, bijv. een volle boodschappentas 10 meter dragen
6. Rechtop staand kunnen bukken en iets van de grond oppakken
7. 400 meter aan een stuk lopen zonder stil te staan (zo nodig met stok)
Antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; kan niet. Deze vragen worden gesteld aan personen van 12 jaar of ouder.
Personen met minstens 1 beperking
Percentage personen met minstens 1 OESO-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' antwoordt.
Beperkingen ADL, 55 jaar of ouder
De ADL-indicator (Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen) is gebaseerd op vragen over de volgende 11 verrichtingen:
1. Gaan zitten en opstaan uit een stoel
2. In- en uit bed stappen
3. De trap op- en aflopen
4. Eten en drinken
5. Aan- en uitkleden
6. Het gezicht en de handen wassen
7. In bad gaan of douchen
8. Van het toilet gebruik maken
9. Zich verplaatsen naar een andere kamer op dezelfde verdieping
10. De woning verlaten en binnengaan
11. Zich verplaatsen buitenshuis
De 4 antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; alleen met hulp van anderen. De eerste drie vragen kennen een 5e antwoordcategorie: zelfs niet met hulp van anderen. Deze vragen worden gesteld aan personen van 55 jaar of ouder.
Personen met minstens 1 beperking
Percentage personen van 55 jaar of ouder met minstens 1 ADL-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 11 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' of ‘zelfs niet met hulp van anderen’ antwoordt.
Beperkingen IADL, 55 jaar of ouder
De IADL (instrumentele algemene dagelijkse levensverrichtingen) vraagt naar huishoudelijke activiteiten waar sommige mensen moeite mee kunnen hebben als gevolg van gezondheidsproblemen. De IADL-indicator is gebaseerd op vragen over de volgende 7 verrichtingen:
1. Maaltijden bereiden
2. Telefoneren
3. Boodschappen doen
4. Op tijd de juiste medicijnen innemen
5. Licht huishoudelijk werk
6. Zwaar huishoudelijk werk
7. Het bijhouden van geldzaken en dagelijkse administratie
De 5 antwoordcategorieën op deze vragen zijn: zonder moeite; met enige moeite; met grote moeite; kan ik niet; niet van toepassing / heb ik nooit gedaan of hoeven doen. Deze vragen worden gesteld aan personen van 55 jaar of ouder.
Personen met minstens 1 beperking
Percentage personen van 55 jaar of ouder met minstens 1 IADL-beperking. Een respondent heeft een beperking als hij of zij op minstens één van de 7 vragen met 'kan niet' of 'met grote moeite' antwoordt.
Medische contacten
Aan personen wordt gevraagd of zij contact hebben gehad met de huisarts, de specialist, de tandarts, de mondhygiënist, de orthodontist , de fysio- en oefentherapeut, de psycholoog, psychotherapeut of psychiater, en of zij behandeld zijn door een alternatief genezer. Ook wordt gevraagd naar ziekenhuisopnamen of dagopnamen, of mensen thuiszorg hebben ontvangen. De meeste vragen naar medische contacten worden aan personen van alle leeftijden gesteld. Voor kinderen tot 12 jaar worden deze vragen door de ouder/verzorger beantwoord. Contacten die niet vaak voorkomen bij kinderen worden gesteld vanaf een hogere leeftijd.
Contact met mondhygiënist, 12 of ouder
Percentage personen van 12 jaar of ouder in de bevolking dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum contact heeft gehad met de mondhygiënist.
Contact met orthodontist, 8 of ouder
Percentage personen van 8 jaar of ouder in de bevolking dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum contact heeft gehad met de orthodontist.
Personen beh. door alternatief genezer
Percentage personen in de bevolking dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum onder behandeling zegt te zijn geweest bij een alternatieve genezer.