Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken

Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken

Persoonskenmerken Marges Perioden Mental Health Inventory (MHI-5),12 plus Angst- of depressiegevoelens, afg 4 wk (%) Langdurige aandoeningen Op enquêtedatum/in afgelopen 12 maanden Autismespectrumstoornis, 4 jaar of ouder (%)
Totaal personen Waarde 2022 44,0 2,4
Totaal personen Waarde 2023 42,4 2,4
Totaal personen Waarde 2024 43,7 2,8
Geslacht: Mannen Waarde 2022 38,4 3,4
Geslacht: Mannen Waarde 2023 36,5 3,1
Geslacht: Mannen Waarde 2024 38,3 3,6
Geslacht: Vrouwen Waarde 2022 49,6 1,4
Geslacht: Vrouwen Waarde 2023 48,2 1,6
Geslacht: Vrouwen Waarde 2024 49,0 2,0
Leeftijd: 0 tot 4 jaar Waarde 2022 . .
Leeftijd: 0 tot 4 jaar Waarde 2023 . .
Leeftijd: 0 tot 4 jaar Waarde 2024 . .
Leeftijd: 4 tot 12 jaar Waarde 2022 . 2,2
Leeftijd: 4 tot 12 jaar Waarde 2023 . 3,2
Leeftijd: 4 tot 12 jaar Waarde 2024 . 3,5
Leeftijd: 12 tot 16 jaar Waarde 2022 37,0 6,0
Leeftijd: 12 tot 16 jaar Waarde 2023 32,7 4,4
Leeftijd: 12 tot 16 jaar Waarde 2024 31,6 4,1
Leeftijd: 16 tot 20 jaar Waarde 2022 50,3 6,8
Leeftijd: 16 tot 20 jaar Waarde 2023 43,3 4,9
Leeftijd: 16 tot 20 jaar Waarde 2024 51,6 6,9
Leeftijd: 20 tot 30 jaar Waarde 2022 55,0 4,4
Leeftijd: 20 tot 30 jaar Waarde 2023 54,4 4,8
Leeftijd: 20 tot 30 jaar Waarde 2024 51,9 5,8
Leeftijd: 30 tot 40 jaar Waarde 2022 47,2 2,9
Leeftijd: 30 tot 40 jaar Waarde 2023 45,3 3,3
Leeftijd: 30 tot 40 jaar Waarde 2024 47,5 2,7
Leeftijd: 40 tot 50 jaar Waarde 2022 44,6 2,5
Leeftijd: 40 tot 50 jaar Waarde 2023 41,7 1,5
Leeftijd: 40 tot 50 jaar Waarde 2024 44,5 2,8
Leeftijd: 50 tot 55 jaar Waarde 2022 40,9 1,8
Leeftijd: 50 tot 55 jaar Waarde 2023 44,1 0,7
Leeftijd: 50 tot 55 jaar Waarde 2024 43,7 2,3
Leeftijd: 55 tot 65 jaar Waarde 2022 40,9 1,0
Leeftijd: 55 tot 65 jaar Waarde 2023 38,2 1,2
Leeftijd: 55 tot 65 jaar Waarde 2024 39,4 1,2
Leeftijd: 65 tot 75 jaar Waarde 2022 34,3 0,3
Leeftijd: 65 tot 75 jaar Waarde 2023 34,1 0,8
Leeftijd: 65 tot 75 jaar Waarde 2024 36,1 0,5
Leeftijd: 75 jaar of ouder Waarde 2022 42,8 0,3
Leeftijd: 75 jaar of ouder Waarde 2023 41,3 0,6
Leeftijd: 75 jaar of ouder Waarde 2024 43,0 0,5
Basisonderwijs, vmbo, mbo1 Waarde 2022 48,5 1,1
Basisonderwijs, vmbo, mbo1 Waarde 2023 47,3 1,8
Basisonderwijs, vmbo, mbo1 Waarde 2024 48,6 2,1
Havo, vwo, mbo2-4 Waarde 2022 40,0 2,5
Havo, vwo, mbo2-4 Waarde 2023 39,2 2,1
Havo, vwo, mbo2-4 Waarde 2024 40,4 2,2
Hbo, wo Waarde 2022 41,3 1,2
Hbo, wo Waarde 2023 40,1 1,3
Hbo, wo Waarde 2024 41,8 1,8
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de ervaren gezondheid en medische contacten van de Nederlandse bevolking vanaf 0 jaar in particuliere huishoudens. De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar diverse persoonskenmerken.
Voor enkele onderwerpen geldt een afwijkende leeftijdsafbakening. Deze leeftijden worden bij de betreffende onderwerpen vermeld.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2014

Status van de cijfers: definitief

Wijzigingen per 19 maart 2025
Cijfers over de periode 2024 werden toegevoegd.
De tabel werd uitgebreid met een aantal nieuwe variabelen.
Naast het percentage mensen met een (zeer) goede ervaren gezondheid wordt nu ook het percentage mensen dat "gaat wel" en (zeer) slecht antwoordt op de vraag naar ervaren gezondheid weergegeven.
Ook voor ervaren mondgezondheid is het percentage mensen dat "gaat wel" en (zeer) slecht antwoordt op de vraag naar ervaren mondgezondheid toegevoegd. Daarnaast is informatie over mondklachten (tand- of kiespijn en bloedend tandvlees) voor personen van 12 jaar of ouder toegevoegd. Voor mensen van 65 jaar of ouder is informatie over functionele klachten toegevoegd (kauwen van voedsel en doorslikken van voedsel).
Informatie over het poetsen van tanden/kiezen en informatie over flossen, stoken, ragen voor personen van 1 jaar of ouder is toegevoegd. Tenslotte is er een variabele “Contact tandarts en/of mondhygiënist ” toegevoegd en wordt ‘Contact mondhygiënist’ weergegeven voor de hele bevolking en niet meer vanaf 12 jaar of ouder.
Cijfers over het gemiddeld aantal ‘OESO-beperkingen per persoon in de bevolking’ en over het gemiddeld aantal ‘OESO- beperkingen per persoon met minstens 1 beperking’ voor onderwijsniveau, inkomen en vermogen in 2014 werden verbeterd.

Wijzigingen per 10 september 2024
De onderwerpmap ‘Mental Health Inventory (MHI-5), 12 plus’ werd toegevoegd. Binnen deze map staan twee onderwerpen. Ten eerste het nieuwe onderwerp ‘angst- of depressiegevoelens, afg 4 wk’. Ten tweede het onderwerp ‘psychische klachten, afgelopen 4 weken’. Dit laatste onderwerp was eerder in deze tabel te vinden onder de naam ‘psychische klachten (MHI-5<60), 12 plus’.
Verder werd onder de map ‘beperkingen’ de submap ‘personen met GALI-beperking, 4 jaar of ouder’ toegevoegd. In die submap zijn drie onderwerpen te vinden. Ten eerste het onderwerp ‘GALI-beperking’. Dit betreft de cijfers die eerder rechtstreeks onder de map ‘beperkingen’ waren te vinden onder de naam ‘Personen met GALI beperking, 4 of ouder’. Ten tweede het nieuwe onderwerp ‘GALI beperking, ernstig’. En ten derde het nieuwe onderwerp ‘GALI beperking, niet ernstig’.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In maart 2026 verschijnen de cijfers over verslagjaar 2025.

Toelichting onderwerpen

Mental Health Inventory (MHI-5),12 plus
‘Mental Health Inventory 5' ofwel 'MHI-5'. Dit is een internationale standaard voor een specifieke meting van de psychische gezondheid, bestaande uit 5 vragen. De MHI-5 is feitelijk een deelschaal van de Short Format 36 ofwel SF-36, een uitvoerige internationale standaard voor de meting van gezondheid. De MHI-5 betreft vragen die steeds betrekking hebben op hoe men zich in de afgelopen 4 weken voelde. De vragen zijn gesteld aan respondenten van 12 jaar of ouder
Gevraagd is:
1. Voelde u zich erg zenuwachtig?
2. Zat u zo erg in de put dat niets u kon opvrolijken?
3. Voelde u zich kalm en rustig?
4. Voelde u zich neerslachtig en somber?
5. Voelde u zich gelukkig?

Iedere vraag heeft de volgende 6 antwoordcategorieën: voortdurend-meestal-vaak-soms-zelden-nooit. Bij de positief geformuleerde vragen van de MHI vragenlijst (vraag 3 en 5) zijn voor de antwoordcategorieën in volgorde de waarden 5, 4, 3, 2, 1, en 0 toegekend. Bij de negatief geformuleerde vragen (vraag 1, 2 en 4) zijn precies de omgekeerde waarden toegekend. Vervolgens zijn per persoon de somscores berekend en zijn deze vermenigvuldigd met 4, zodat de minimale somscore van een persoon 0 en de maximale score 100 kan bedragen, waarbij een lagere score meer gevoelens van angst of depressie aangeeft.

De somscore bepaalt of iemand als ‘zonder psychische klachten’ (score 60 of hoger) of ‘met psychische klachten’ (score lager dan 60) wordt ingedeeld. Tot 2022 werden hiervoor de termen ‘psychisch gezond’ en ‘psychisch ongezond’ gebruikt.

Onderzoekers van het Trimbos-instituut hebben echter in 2024 vastgesteld dat het afkappunt van 60 zoals eerder gebruikt, om een aantal redenen niet langer voldeed. De eerdere bepaling van de afkapwaarde van de MHI-5 gebruikte een methode die afhankelijk is van de prevalentie van psychische aandoeningen. Omdat de prevalentie veranderlijk is gebleken, voldeed deze afkapwaarde niet meer. Verder is de classificatie van psychische aandoeningen sinds de eerdere afkapwaardebepaling veranderd: momenteel wordt de DSM-5 gebruikt terwijl de oude afkapwaarde gebaseerd was op de criteria van DSM-III-R. Meer informatie over herijking van de MHI is te vinden in de factsheet van het Trimbos-Instituut (zie tabeltoelichting).

De variabele ‘Psychische klachten, afgelopen 4 weken’ zal daarom niet meer worden aangevuld vanaf 2024 en het CBS zal vanaf september 2024 alleen de reeks over de variabele Angst- of depressiegevoelens, afg. 4 wk (afgelopen 4 weken) aanvullen.

Angst- of depressiegevoelens, afg 4 wk
Het percentage mensen van 12 jaar of ouder dat 76 of lager scoort op de Mental Health Inventory (MHI-5) voor adolescenten vanaf 12 jaar en volwassenen. Deze mensen hebben angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken.
Langdurige aandoeningen
Aan alle respondenten wordt gevraagd: Heeft u / uw kind één of meer langdurige ziekten of aandoeningen? Langdurig is (naar verwachting) 6 maanden of langer. Vervolgens worden verschillende aandoeningen en een restcategorie 'overige aandoeningen' voorgelegd en gevraagd of mensen deze aandoening in de afgelopen 12 maanden hebben gehad. Van drie van die aandoeningen wordt ook gevraagd of men die ooit heeft gehad. Daarnaast wordt (uitgebreider) gevraagd naar suikerziekte (diabetes). De meeste vragen naar specifieke langdurige aandoeningen worden aan personen van alle leeftijden gesteld. Aandoeningen die niet vaak voorkomen bij jongeren worden gesteld aan personen van 12 jaar of ouder.
Op enquêtedatum/in afgelopen 12 maanden
Autismespectrumstoornis, 4 jaar of ouder
Het percentage mensen dat ‘ja’ antwoordt op de vraag: ‘Heeft u/uw kind een Autisme Spectrum Stoornis, ofwel ASS?’.
Tot en met 2023 was de vraag: ‘Heeft u/uw kind een Autismespectrumstoornis, ofwel ASS, zoals het syndroom van Asperger of PDD-NOS?