Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken

Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken

Persoonskenmerken Marges Perioden Hulpmiddelen Hulpmiddel voor horen, 4 jaar of ouder (%) Hulpmiddelen Hulpmiddel voor zien, 4 jaar of ouder (%)
Totaal personen Waarde 2022 6,2 65,0
Geslacht: Mannen Waarde 2022 6,8 60,5
Geslacht: Vrouwen Waarde 2022 5,5 69,5
Leeftijd: 0 tot 4 jaar Waarde 2022 . .
Leeftijd: 4 tot 12 jaar Waarde 2022 0,9 14,5
Leeftijd: 12 tot 16 jaar Waarde 2022 4,3 28,3
Leeftijd: 16 tot 20 jaar Waarde 2022 3,5 37,5
Leeftijd: 20 tot 30 jaar Waarde 2022 1,9 43,1
Leeftijd: 30 tot 40 jaar Waarde 2022 2,0 47,6
Leeftijd: 40 tot 50 jaar Waarde 2022 1,5 64,0
Leeftijd: 50 tot 55 jaar Waarde 2022 2,0 88,2
Leeftijd: 55 tot 65 jaar Waarde 2022 4,9 95,8
Leeftijd: 65 tot 75 jaar Waarde 2022 13,3 97,5
Leeftijd: 75 jaar of ouder Waarde 2022 29,7 97,3
Laag onderwijsniveau Waarde 2022 11,7 83,0
Middelbaar onderwijsniveau Waarde 2022 7,3 76,3
Hoog onderwijsniveau Waarde 2022 4,4 74,2
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de ervaren gezondheid en medische contacten van de Nederlandse bevolking vanaf 0 jaar in particuliere huishoudens. De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar diverse persoonskenmerken.
Voor enkele onderwerpen geldt een afwijkende leeftijdsafbakening. Deze leeftijden worden bij de betreffende onderwerpen vermeld.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2014

Status van de cijfers: definitief

Wijzigingen per 12 maart 2024:
De jaarcijfers 2023 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In maart 2025 verschijnen de cijfers over verslagjaar 2024.

Toelichting onderwerpen

Hulpmiddelen
Aan alle personen van 4 jaar of ouder wordt gevraagd of zij een hoorapparaat of een speciaal apparaat voor geluidsversterking hebben, of zij een bril of contactlenzen dragen, en of zij een ander hulpmiddel voor zien of lezen hebben. Voor kinderen jonger dan 12 jaar worden deze vragen beantwoord door de ouder/verzorger.
Aan alle personen van 12 jaar of ouder wordt gevraagd of zij hulpmiddelen voor bewegen, anatomie, en/of incontinentie gebruiken.
Vanaf 2019 worden de vragen over hulpmiddel voor bewegen, hulpmiddel voor anatomie en hulpmiddel voor incontinentie niet meer gesteld aan respondenten in de gezondheidsenquête.
Hulpmiddel voor horen, 4 jaar of ouder
Het percentage personen van 4 jaar of ouder met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag: 'heeft u / uw kind een hoorapparaat?' of 'ja' op de vraag: 'heeft u / uw kind een speciaal apparaat voor geluidsversterking, bijvoorbeeld voor telefoon of televisie?' Vanaf 2018 is de vraagstelling gewijzigd en is dit het percentage personen van 4 jaar of ouder met ‘ja’ op de vraag: ‘Gebruikt u /uw kind) wel eens een hoorapparaat?’ of ‘ja’ op de vraag: ‘Gebruikt u/ uw kind wel eens een speciaal apparaat voor geluidsversterking, bijvoorbeeld voor telefoon of televisie?’
Hulpmiddel voor zien, 4 jaar of ouder
Percentage personen van 4 jaar of ouder met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag: 'draagt u / uw kind wel eens een bril' of 'ja' op de vraag: 'draagt u / uw kind wel eens contactlenzen?' of 'ja' op de vraag: 'heeft u / uw kind (nog) een ander hulpmiddel voor zien of lezen?'