Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken

Gezondheid en zorggebruik; persoonskenmerken

Persoonskenmerken Marges Perioden Ervaren gezondheid: goed of zeer goed (%) Mental Health Inventory (MHI-5),12 plus Angst- of depressiegevoelens, afg 4 wk (%) Mondgezondheid Mondgezondheid (zeer) goed, 12 of ouder (%) Pijn, 12 jaar of ouder Pijn (%) Beperkingen Personen met GALI beperking, 4 of ouder GALI beperking (%) Beperkingen Personen met GALI beperking, 4 of ouder GALI beperking, ernstig (%) Beperkingen Personen met GALI beperking, 4 of ouder GALI beperking, niet ernstig (%) Medische contacten Contact met huisarts Personen met minimaal 1 contact (%)
Totaal personen Waarde 2023 77,5 42,4 72,3 24,7 30,4 5,6 24,8 66,6
Geslacht: Mannen Waarde 2023 79,9 36,5 70,3 19,5 26,5 4,7 21,8 61,3
Geslacht: Vrouwen Waarde 2023 75,1 48,2 74,2 29,8 34,2 6,5 27,7 71,9
Leeftijd: 0 tot 4 jaar Waarde 2023 96,8 . . . . . . 71,4
Leeftijd: 4 tot 12 jaar Waarde 2023 97,3 . . . 8,7 0,9 7,7 55,3
Leeftijd: 12 tot 16 jaar Waarde 2023 93,2 32,7 87,9 15,0 9,4 1,4 8,0 47,4
Leeftijd: 16 tot 20 jaar Waarde 2023 86,7 43,3 81,4 15,3 15,4 1,6 13,9 59,6
Leeftijd: 20 tot 30 jaar Waarde 2023 82,2 54,4 75,7 18,8 18,7 1,5 17,2 64,9
Leeftijd: 30 tot 40 jaar Waarde 2023 81,9 45,3 75,5 20,9 21,8 3,5 18,3 63,4
Leeftijd: 40 tot 50 jaar Waarde 2023 76,9 41,7 71,8 26,3 30,1 4,9 25,2 65,6
Leeftijd: 50 tot 55 jaar Waarde 2023 70,5 44,1 70,0 30,7 34,6 8,2 26,4 69,8
Leeftijd: 55 tot 65 jaar Waarde 2023 67,6 38,2 68,2 29,4 41,5 9,6 31,9 70,5
Leeftijd: 65 tot 75 jaar Waarde 2023 67,5 34,1 66,2 28,4 48,6 8,3 40,3 73,1
Leeftijd: 75 jaar of ouder Waarde 2023 58,9 41,3 66,3 29,6 55,8 12,6 43,2 80,6
Laag onderwijsniveau Waarde 2023 58,2 47,3 63,6 35,3 50,4 13,2 37,2 74,1
Middelbaar onderwijsniveau Waarde 2023 73,3 39,2 69,3 27,1 35,1 6,1 29,0 70,4
Hoog onderwijsniveau Waarde 2023 80,7 40,1 75,9 20,0 28,1 3,8 24,3 65,7
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de ervaren gezondheid en medische contacten van de Nederlandse bevolking vanaf 0 jaar in particuliere huishoudens. De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar diverse persoonskenmerken.
Voor enkele onderwerpen geldt een afwijkende leeftijdsafbakening. Deze leeftijden worden bij de betreffende onderwerpen vermeld.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2014

Status van de cijfers: definitief

Wijzigingen per 10 september 2024
De onderwerpmap ‘Mental Health Inventory (MHI-5), 12 plus’ werd toegevoegd. Binnen deze map staan twee onderwerpen. Ten eerste het nieuwe onderwerp ‘angst- of depressiegevoelens, afg 4 wk’. Ten tweede het onderwerp ‘psychische klachten, afgelopen 4 weken’. Dit laatste onderwerp was eerder in deze tabel te vinden onder de naam ‘psychische klachten (MHI-5<60), 12 plus’.
Verder werd onder de map ‘beperkingen’ de submap ‘personen met GALI-beperking, 4 jaar of ouder’ toegevoegd. In die submap zijn drie onderwerpen te vinden. Ten eerste het onderwerp ‘GALI-beperking’. Dit betreft de cijfers die eerder rechtstreeks onder de map ‘beperkingen’ waren te vinden onder de naam ‘Personen met GALI beperking, 4 of ouder’. Ten tweede het nieuwe onderwerp ‘GALI beperking, ernstig’. En ten derde het nieuwe onderwerp ‘GALI beperking, niet ernstig’.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In maart 2025 verschijnen de cijfers over verslagjaar 2024.

Toelichting onderwerpen

Ervaren gezondheid: goed of zeer goed
Percentage personen met antwoordcategorie 'goed' of 'zeer goed' op de vraag 'Hoe is over het algemeen uw gezondheid / de gezondheid van uw kind?' Voor kinderen tot 12 jaar wordt deze vraag beantwoord door een van de ouders of verzorgers.
Mental Health Inventory (MHI-5),12 plus
‘Mental Health Inventory 5' ofwel 'MHI-5'. Dit is een internationale standaard voor een specifieke meting van de psychische gezondheid, bestaande uit 5 vragen. De MHI-5 is feitelijk een deelschaal van de Short Format 36 ofwel SF-36, een uitvoerige internationale standaard voor de meting van gezondheid. De MHI-5 betreft vragen die steeds betrekking hebben op hoe men zich in de afgelopen 4 weken voelde. De vragen zijn gesteld aan respondenten van 12 jaar of ouder
Gevraagd is:
1. Voelde u zich erg zenuwachtig?
2. Zat u zo erg in de put dat niets u kon opvrolijken?
3. Voelde u zich kalm en rustig?
4. Voelde u zich neerslachtig en somber?
5. Voelde u zich gelukkig?

Iedere vraag heeft de volgende 6 antwoordcategorieën: voortdurend-meestal-vaak-soms-zelden-nooit. Bij de positief geformuleerde vragen van de MHI vragenlijst (vraag 3 en 5) zijn voor de antwoordcategorieën in volgorde de waarden 5, 4, 3, 2, 1, en 0 toegekend. Bij de negatief geformuleerde vragen (vraag 1, 2 en 4) zijn precies de omgekeerde waarden toegekend. Vervolgens zijn per persoon de somscores berekend en zijn deze vermenigvuldigd met 4, zodat de minimale somscore van een persoon 0 en de maximale score 100 kan bedragen, waarbij een lagere score meer gevoelens van angst of depressie aangeeft.

De somscore bepaalt of iemand als ‘zonder psychische klachten’ (score 60 of hoger) of ‘met psychische klachten’ (score lager dan 60) wordt ingedeeld. Tot 2022 werden hiervoor de termen ‘psychisch gezond’ en ‘psychisch ongezond’ gebruikt.

Onderzoekers van het Trimbos-instituut hebben echter in 2024 vastgesteld dat het afkappunt van 60 zoals eerder gebruikt, om een aantal redenen niet langer voldeed. De eerdere bepaling van de afkapwaarde van de MHI-5 gebruikte een methode die afhankelijk is van de prevalentie van psychische aandoeningen. Omdat de prevalentie veranderlijk is gebleken, voldeed deze afkapwaarde niet meer. Verder is de classificatie van psychische aandoeningen sinds de eerdere afkapwaardebepaling veranderd: momenteel wordt de DSM-5 gebruikt terwijl de oude afkapwaarde gebaseerd was op de criteria van DSM-III-R. Meer informatie over herijking van de MHI is te vinden in de factsheet van het Trimbos-Instituut (zie tabeltoelichting).

De variabele ‘Psychische klachten, afgelopen 4 weken’ zal daarom niet meer worden aangevuld vanaf 2024 en het CBS zal vanaf september 2024 alleen de reeks over de variabele Angst- of depressiegevoelens, afg. 4 wk (afgelopen 4 weken) aanvullen.

Angst- of depressiegevoelens, afg 4 wk
Het percentage mensen van 12 jaar of ouder dat 76 of lager scoort op de Mental Health Inventory (MHI-5) voor adolescenten vanaf 12 jaar en volwassenen. Deze mensen hebben angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken.
Mondgezondheid
Mondgezondheid (zeer) goed, 12 of ouder
Percentage personen van 12 jaar en ouder dat “goed” of “zeer goed” antwoordt op de vraag: Hoe zou u in het algemeen de gezondheid van uw tanden en tandvlees omschrijven?
1. Zeer goed
2. Goed
3. Gaat wel
4. Slecht
5. Zeer slecht
Voor de jaren 2019 t/m 2021 hebben de cijfers betrekking op personen van 15 jaar of ouder. Hierdoor zijn de cijfers van vóór 2022 dus niet één op één te vergelijken met de cijfers vanaf 2022.


Pijn, 12 jaar of ouder
Pijn
Percentage personen van 12 jaar of ouder met de antwoordcategorie ‘niet veel maar ook niet weinig’, ‘veel’ of ‘heel veel’ op de vraag ‘Hoeveel pijn heeft u de afgelopen 4 weken gehad? Is dat ‘geen’, ‘heel weinig’, ‘weinig’, ‘niet veel maar ook niet weinig’, ‘veel’, ‘heel veel’.
Beperkingen
Beperkingen
Er worden 3 indicatoren voor lichamelijke beperkingen berekend:
a De OESO-indicator voor personen van 12 jaar of ouder en
b De ADL-indicator voor personen vanaf 55 jaar en.
c de iADL-indicator voor personen vanaf 55 jaar.
Daarnaast wordt een globale vraag over beperkingen gesteld (GALI-indicator).
Personen met GALI beperking, 4 of ouder
Percentage personen dat vanwege problemen met de gezondheid sinds 6 maanden of langer beperkt is in activiteiten die mensen / kinderen gewoonlijk doen. Hieronder vallen zowel de mensen die aangeven dat ze ‘ernstig beperkt’ zijn als de mensen die aangeven dat ze ‘wel beperkt maar niet ernstig’ zijn.
Deze internationaal gebruikte en afgestemde indicator voor gezondheidsbeperking wordt de GALI-indicator genoemd. GALI staat voor Global Activity Limitation Indicator. Deze indicator wordt bepaald voor personen van 4 jaar of ouder.
In 2014 en vanaf 2019 wordt deze indicator bepaald aan de hand van 2 vragen, in de periode 2015 tot en met 2018 zijn beide vragen in 1 vraag gecombineerd. Dit lijkt de uitkomst echter niet of nauwelijks te hebben beïnvloed.

GALI beperking
Percentage personen van 4 jaar of ouder met een GALI beperking
GALI beperking, ernstig
Percentage personen van 4 jaar of ouder met een ernstige beperking volgens de GALI indicator. Deze mensen hebben aangegeven ernstig beperkt te zijn in activiteiten die mensen/kinderen gewoonlijk doen.
GALI beperking, niet ernstig
Percentage personen van 4 jaar of ouder met een GALI beperking maar aangeven dat deze beperking niet ernstig is.
Medische contacten
Aan personen wordt gevraagd of zij contact hebben gehad met de huisarts, de specialist, de tandarts, de mondhygiënist, de orthodontist , de fysio- en oefentherapeut, de psycholoog, psychotherapeut of psychiater, en of zij behandeld zijn door een alternatief genezer. Ook wordt gevraagd naar ziekenhuisopnamen of dagopnamen, of mensen thuiszorg hebben ontvangen. De meeste vragen naar medische contacten worden aan personen van alle leeftijden gesteld. Voor kinderen tot 12 jaar worden deze vragen door de ouder/verzorger beantwoord. Contacten die niet vaak voorkomen bij kinderen worden gesteld vanaf een hogere leeftijd.
Contact met huisarts
Vanaf 2021 is de inleidende tekst voor de vraag over huisartscontacten gewijzigd in: Nu iets over contacten met de huisarts. Denkt u hierbij aan bezoeken aan de huisartspraktijk, huisbezoeken, telefonische consulten, beeldbellen , contacten via e-mail of andere e-consulten. Contacten met een vervangende huisarts of met de huisartsenpost moet u ook meetellen. Contacten met de praktijkondersteuner en de praktijkverpleegkundige moet u niet meetellen.
Tot 2021 was de inleidende tekst‘ Contacten met de huisarts zijn bezoeken aan de huisartspraktijk, huisbezoeken en telefonische consulten. Contacten met een vervangende huisarts of met de huisartsenpost tellen hierbij ook mee. Contacten met de praktijkondersteuner en de praktijkverpleegkundige tellen niet mee'. Gevraagd wordt naar contacten in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum. De vragen worden aan respondenten van alle leeftijden gesteld.
Personen met minimaal 1 contact
Percentage personen in de bevolking dat minimaal 1 keer in de 12 maanden voorafgaand aan de enquêtedatum contact heeft gehad.