Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw)

Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw)

Status cijfer Regio's Perioden Inwoners Uitwonende studenten (aantal) Inwoners Minderheden (aantal) Particuliere huishoudens Eenpersoonshuishoudens (aantal) Particuliere huishoudens Eenouderhuishoudens (aantal) Particuliere huishoudens Huishoudens met relatief laag inkomen (aantal) Sociale zekerheid Bijstandsuitkeringen Elders verzorgden (aantal)
Voorlopig Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2024 18.550
Voorlopig Midden-Noord-Brabant (CR) 2024 14.340
Voorlopig Midden-Limburg (CR) 2024 1.250
Voorlopig Alphen aan den Rijn 2024 820
Voorlopig Capelle aan den IJssel 2024 920
Voorlopig Coevorden 2024 170
Voorlopig Eijsden-Margraten 2024 180
Voorlopig Geertruidenberg 2024 100
Voorlopig Hardenberg 2024 340
Voorlopig Den Helder 2024 340
Voorlopig 's-Hertogenbosch 2024 3.260
Voorlopig Heusden 2024 210
Voorlopig Krimpen aan den IJssel 2024 170
Voorlopig Leeuwarden 2024 7.310
Voorlopig Leiden 2024 15.860
Voorlopig Leusden 2024 210
Voorlopig Midden-Delfland 2024 170
Voorlopig Midden-Drenthe 2024 200
Voorlopig Midden-Groningen 2024 440
Voorlopig Molenlanden 2024 180
Voorlopig Noordenveld 2024 200
Voorlopig Oldenzaal 2024 200
Voorlopig Reusel-De Mierden 2024 50
Voorlopig Rheden 2024 730
Voorlopig Vijfheerenlanden 2024 360
Voorlopig Wierden 2024 120
Voorlopig Woerden 2024 420
Voorlopig De Wolden 2024 120
Voorlopig Woudenberg 2024 100
Definitief Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2024 23.765 88.941 13.253
Definitief Midden-Noord-Brabant (CR) 2024 35.565 92.548 16.574
Definitief Midden-Limburg (CR) 2024 11.725 40.092 7.439
Definitief Alphen aan den Rijn 2024 8.360 17.177 3.750
Definitief Capelle aan den IJssel 2024 10.980 12.891 3.503
Definitief Coevorden 2024 725 5.141 1.037
Definitief Eijsden-Margraten 2024 370 3.341 574
Definitief Geertruidenberg 2024 555 3.123 764
Definitief Hardenberg 2024 965 7.534 1.558
Definitief Den Helder 2024 3.260 11.606 2.463
Definitief 's-Hertogenbosch 2024 12.565 32.263 5.491
Definitief Heusden 2024 2.040 6.193 1.322
Definitief Krimpen aan den IJssel 2024 1.850 3.989 1.125
Definitief Leeuwarden 2024 6.395 32.551 4.915
Definitief Leiden 2024 12.075 41.683 3.935
Definitief Leusden 2024 990 4.531 869
Definitief Midden-Delfland 2024 790 2.249 489
Definitief Midden-Drenthe 2024 405 4.516 897
Definitief Midden-Groningen 2024 4.070 10.469 2.266
Definitief Molenlanden 2024 810 4.760 981
Definitief Noordenveld 2024 485 4.725 864
Definitief Oldenzaal 2024 1.625 5.119 999
Definitief Reusel-De Mierden 2024 140 1.734 290
Definitief Rheden 2024 2.175 9.095 1.592
Definitief Vijfheerenlanden 2024 5.275 7.572 1.739
Definitief Wierden 2024 405 2.689 532
Definitief Woerden 2024 3.065 7.590 1.575
Definitief De Wolden 2024 270 2.991 530
Definitief Woudenberg 2024 390 1.571 337
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens die (mede) als grondslag dienen bij het bepalen van de hoogte van de Algemene Uitkeringen aan gemeenten en provincies. Daarnaast zijn er enkele gegevens ten behoeve van de Decentralisatie Uitkering beschikbaar.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bepaalt deze uitkeringen aan de hand van verdeelmodellen. De hiervoor gebruikte eenheden die het CBS levert worden beschreven in de 'Toelichting op de berekeningen van de uitkeringen uit het gemeentefonds 1997 e.v. jaren', zie paragraaf 3. Dit verdeelstelsel is op 1 januari 1998 in werking getreden (Staatsblad, 1997, 526).

Gegevens beschikbaar vanaf: 2023.

Status van de cijfers:
Er worden zowel voorlopige als definitieve cijfers gepubliceerd.

De onderwerpen: Belastingcapaciteit woningen, belastingcapaciteit niet-woningen en Amendement De Pater kunnen door nagekomen berichten ondanks de status definitief alsnog worden aangepast.

Wijzigingen per juli 2024
Definitieve cijfers 2024
- Inwoners totaal
- Inwoners naar leeftijdsgroep
- Inwoners in zorginstellingen
- Minderheden
- Inwoners met een migratie achtergrond
- Eenpersoonshuishoudens
- Eenouderhuishoudens
- Personen in doelgroepregister
- Achterstandsscore
- Centrumfunctie
Definitieve cijfers 2023
- Uitwonende studenten
- Personen met loonkostensubsidie
Voorlopige cijfers 2024
- Uitwonende studenten
- Personen met loonkostensubsidie
Voorlopige cijfers 2023
- Uitwonende studenten, opnieuw toegevoegd afgerond op tienvoud.
- Personen met loonkostensubsidie, opnieuw toegevoegd afgerond op tienvoud.


Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden onregelmatig gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Inwoners
Inwoners op 1 januari.
Dit betreft alle personen die in de Basisregistratie Personen (BRP) zijn opgenomen.
Uitwonende studenten
Uitwonende studenten (WO en HBO)
Voor deze indicator wordt naar de positie in het huishouden volgens de Basisregistratie personen (BRP) gekeken om te bepalen of iemand thuis- of uitwonend is. Personen die op hun ouderlijk adres staan ingeschreven in de BRP krijgen de positie van kind in het huishouden toegewezen. Personen die niet op hun ouderlijk adres staan ingeschreven krijgen een andere positie in het huishouden, dit geldt dan als uitwonend. Vervolgens wordt gekeken of de persoon een inschrijving in het hoger onderwijs (bestaande uit WO en HBO) heeft om te bepalen of hij of zij een student is.
Aantallen zijn afgeronde (gehele) cijfers op tienvoud.
Minderheden
Gegevens over minderheden hebben vanaf 2006 betrekking op:
- Alle personen die actueel in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) zijn opgenomen en van wie minstens één ouder geboren is in Suriname, de Nederlandse Antillen, Aruba, Turkije of Marokko
- Het aantal personen (vluchtelingen) die in de gemeente zijn geregistreerd onder de codes 26 en 27 van de GBA per 1 januari van het betreffende jaar ongeacht het land van herkomst.
Vreemdelingen die rechtmatig verblijf hebben op grond van de tijdelijke vergunning bedoeld in artikel 8 punt c van de vreemdelingenwet 2000, zijn geregistreerd onder code 26.
Vreemdelingen met een permanente vergunning bedoeld in artikel 8 punt d van de vreemdelingenwet 2000, zijn geregistreerd onder code 27. Alle personen die bedoeld worden in de bovengenoemde definities worden per gemeente bijeen geteld.

Van dit onderdeel worden alleen definitieve cijfers gebruikt. De totalen worden afgerond op veelvouden van 5 en indien kleiner dan 25 op 0 gesteld.
Particuliere huishoudens
Een particulier huishouden is een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en zichzelf daar particulier, d.w.z. niet bedrijfsmatig voorziet in huisvesting en dergelijke levensbehoeften.

Een particulier huishouden wordt afgeleid uit de Basis Registratie Personen en belastingdienstgegevens over samenwonende paren met waar nodig gebruikmaking van de Enquête Beroepsbevolking.
Eenpersoonshuishoudens
Een eenpersoonshuishouden is een particulier huishouden bestaande uit één persoon.

Van dit onderdeel worden alleen definitieve cijfers gebruikt
Eenouderhuishoudens
Het totaal aantal eenouderhuishoudens

Een eenouderhuishouden is een particulier huishouden bestaande uit één ouder met kind(eren) en eventuele overige leden van het huishouden. Kinderen betreffen thuiswonende kinderen ongeacht leeftijd van het kind.

Van dit onderdeel worden alleen definitieve cijfers gebruikt.
Huishoudens met relatief laag inkomen
Het aantal particuliere huishoudens exclusief studentenhuishoudens in een regio in het 2e, 3e en 4e deciel van de landelijke inkomensverdeling van het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens exclusief studentenhuishoudens.

Het huishoudensinkomen bestaat uit de som van de inkomens van de afzonderlijke leden van de huishoudens.

Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze is het welvaartsniveau van verschillende typen huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt.

In tabellen met inkomensverdelingen zijn de huishoudens in tien inkomensklassen verdeeld. De klassengrenzen van de verdeling zijn als volgt bepaald. De huishoudens worden gerangschikt naar hoogte van besteedbaar inkomen. Daarna worden de eenheden in tien, qua aantal gelijke groepen (zogenaamde decielgroepen) verdeeld en wordt het hoogste inkomen in elke groep bepaald. Deze inkomens vormen de klassengrenzen of decielen. Voor de maatstaf geldt het totaal aantal huishoudens met een inkomen in het 2e, 3e en 4e deciel.

Het betreft cijfers over het voorgaande jaar.

Sociale zekerheid
Bijstandsuitkeringen
Aantal huishoudens - voor zover alle personen die deel uitmaken van het huishouden thuiswonend en beneden de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a van de Algemene Ouderdomswet, zijn - dat in een gemeente een periodieke algemene uitkering ontvangt op grond van:

1. Algemene bijstand.
2. BBZ
3. IOAW.
4. IOAZ.
5. Adreslozen
6. Overig adreslozen.
7. Elders verzorgden.

Indien een huishouden zowel een periodieke uitkering ontvangt op grond van de Participatiewet als een periodieke uitkering op grond van de IOAW of IOAZ, dan telt dat huishouden twee keer mee.

Procedure vaststelling
Bepalend bij vaststelling is het aantal uitkeringen aan thuiswonende personen beneden de pensioengerechtigde leeftijd met een periodieke algemene uitkering op 31 december. Buiten beschouwing blijven uitkeringen die gedurende december zijn beëindigd (inclusief incidentele uitkeringen), uitkeringen aan elders verzorgden en uitkeringen aan personen vanaf de pensioengerechtigde leeftijd. Wordt aan meerdere personen in een huishouden een uitkering verstrekt dan telt dit in de maatstaf als één uitkering.

Aan dit bestand worden door het CBS zelfstandig gegevens toegevoegd over uitkeringen die door de gemeente, op het moment van aanmaak van het bestand voor het CBS, nog niet in de uitkeringsadministratie waren verwerkt. Deze informatie wordt opgespoord door het bestand van december te vergelijken met die van de daaropvolgende maanden. Is een bestand van een gemeente statistisch in orde dan worden de aantallen voor deze maatstaf door het CBS vastgesteld en schriftelijk aan de gemeente doorgegeven. De gemeente heeft na ontvangst van de brief één maand de tijd om te reageren.

Naar de gemeentelijke indeling op peildatum wordt het aantal huishoudens met een uitkering gehanteerd op 31 december in ieder van de drie voorgaande jaren.
Elders verzorgden
De aanvrager verblijft (voltijd of deeltijd) in een inrichting ter verpleging of verzorging zoals bedoeld in artikel 1. lid f Participatiewet.