Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw)

Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw)

Status cijfer Perioden Regio's Vastgoed Belastingcapaciteit woningen (mln euro) Vastgoed Belastingcapaciteit niet-woningen (mln euro) Vastgoed Amendement De Pater (mln euro)
Voorlopig 2023 Nederland 2.991.380 474.629 17.628
Voorlopig 2024 Nederland 3.122.847 520.992 19.133
Voorlopig 2023 Utrecht (PV) 270.903 36.772 953
Voorlopig 2024 Utrecht (PV) 275.799 37.902 1.112
Voorlopig 2023 Ameland 1.549 200 20
Voorlopig 2024 Ameland 1.659 204 21
Voorlopig 2023 Beek (L.) 2.204 477 10
Voorlopig 2024 Beek (L.) 2.230 505 10
Voorlopig 2023 Castricum 7.928 482 13
Voorlopig 2024 Castricum 8.174 528 14
Voorlopig 2023 Elburg 3.385 508 30
Voorlopig 2024 Elburg 3.581 523 29
Voorlopig 2023 Gilze en Rijen 3.810 599 11
Voorlopig 2024 Gilze en Rijen 4.137 899 44
Voorlopig 2023 Goeree-Overflakkee 8.820 1.246 59
Voorlopig 2024 Goeree-Overflakkee 9.437 1.296 59
Voorlopig 2023 Hof van Twente 4.730 860 140
Voorlopig 2024 Hof van Twente 5.266 980 162
Voorlopig 2023 Hoogeveen 6.402 1.242 80
Voorlopig 2024 Hoogeveen 6.870 1.316 103
Voorlopig 2023 Leiden 24.187 2.615 29
Voorlopig 2024 Leiden 25.472 3.593 55
Voorlopig 2023 Middelburg (Z.) 6.502 1.136 58
Voorlopig 2024 Middelburg (Z.) 7.344 1.160 68
Voorlopig 2023 Pekela 1.065 127 14
Voorlopig 2024 Pekela 1.119 132 14
Voorlopig 2023 Utrechtse Heuvelrug 10.709 904 37
Voorlopig 2024 Utrechtse Heuvelrug 11.121 949 61
Voorlopig 2023 Voorne aan Zee 12.415 1.170 51
Voorlopig 2024 Voorne aan Zee 13.307 1.259 55
Voorlopig 2023 Zeewolde 3.751 1.285 85
Voorlopig 2024 Zeewolde 4.237 1.310 90
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens die (mede) als grondslag dienen bij het bepalen van de hoogte van de Algemene Uitkeringen aan gemeenten en provincies. Daarnaast zijn er enkele gegevens ten behoeve van de Decentralisatie Uitkering beschikbaar.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bepaalt deze uitkeringen aan de hand van verdeelmodellen. De hiervoor gebruikte eenheden die het CBS levert worden beschreven in de 'Toelichting op de berekeningen van de uitkeringen uit het gemeentefonds 1997 e.v. jaren', zie paragraaf 3. Dit verdeelstelsel is op 1 januari 1998 in werking getreden (Staatsblad, 1997, 526).

Gegevens beschikbaar vanaf: 2023.

Status van de cijfers:
Er worden zowel voorlopige als definitieve cijfers gepubliceerd.

De onderwerpen: Belastingcapaciteit woningen, belastingcapaciteit niet-woningen en Amendement De Pater kunnen door nagekomen berichten ondanks de status definitief alsnog worden aangepast.

Wijzigingen per september 2024
Definitieve cijfers 2023
- Personen in doelgroepregister, opnieuw toegevoegd afgerond op tienvoud
Voorlopige cijfers 2024
- Belastingcapaciteit woningen
- Belastingcapaciteit niet-woningen
- Amendement De Pater


Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden onregelmatig gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Vastgoed
De volgende cijfers zijn opgenomen;
- De belastingcapaciteit van WOZ-objecten woningen en niet-woningen en de waardevermindering op de niet-woningen. Door nagekomen berichten van gemeenten kunnen deze cijfers ondanks de status definitief alsnog worden aangepast.
- De voorraadcijfers uit de BAG, uitgesplitst naar woningen, woningen met logies en utiliteit (niet-woningen) met logies.



Belastingcapaciteit woningen
De belastingcapaciteit wordt bepaald aan de hand van de som van de in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) vastgestelde waarden van de objecten waarover door de gemeente onroerendezaakbelasting (OZB) kan worden geheven. Woningen betreffen de onroerende zaken die tot woning dienen, bedoeld in artikel 220, onderdeel b, van de Gemeentewet.
In de belastingcapaciteit worden ook meegenomen de waarden van de objecten waarvan de gemeenten op vrijwillige basis vrijstelling van OZB verlenen.
Met ingang van 2008 worden onroerende goederen getaxeerd naar de waarde per 1 januari van het voorgaande jaar.

Belastingcapaciteit niet-woningen
De belastingcapaciteit wordt bepaald aan de hand van de som van de in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) vastgestelde waarden van de objecten waarover door de gemeente onroerendezaakbelasting (OZB) kan worden geheven. Niet-woningen zijn de overige onroerende goederen waarin in hoofdzaak bedrijfsmatige activiteiten worden uitgevoerd. In de belastingcapaciteit worden ook meegenomen de waarden van de objecten waarvan de gemeenten op vrijwillige basis vrijstelling van OZB verlenen.
Met ingang van 2008 worden onroerende goederen getaxeerd naar de waarde per 1 januari van het voorgaande jaar.
Amendement De Pater
Het bedrag waarmee de belastingcapaciteit voor niet-woningen verminderd moet worden in verband met het buiten aanmerking laten van het woondeel bij gemengde panden.
Het amendement De Pater-van der Meer beoogt huishoudens met een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, te laten profiteren van de afschaffing van het gebruikersdeel op woningen, in het kader van de Wet 'Afschaffing gebruikersdeel OZB op woningen'.