Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw)

Maatstaven Financiële-verhoudingswet (Fvw)

Status cijfer Perioden Regio's Inwoners stedelijk en landelijk gebied Totaal landelijk gebied (aantal) Sociale zekerheid Wajong uitkeringen (aantal) Vastgoed Woonruimten Woning: totaal (aantal) Vastgoed Woonruimten Woning met functie: logies (aantal) Vastgoed Woonruimten Niet-woning met functie: logies (aantal) Woonkernen Totaal (aantal) Woonkernen Woonkernen met minimaal 500 adressen (aantal) Omgevingsadressendichtheid (per km²) Regionaal klantenpotentieel (aantal)
Definitief 2024 Nederland 5.924.920 244.529 8.204.049 9.944 140.435 3.375 1.167 2.070
Definitief 2024 Utrecht (PV) 330.970 15.559 614.559 265 4.754 180 65 2.087
Definitief 2024 Utrecht (CR) 330.970 15.559 614.559 265 4.754 180 65 2.087
Definitief 2024 Ameland 3.840 25 1.891 51 1.954 4 4 269 240
Definitief 2024 Beek (L.) 8.480 192 7.550 6 188 3 2 887 5.130
Definitief 2024 Castricum 15.210 364 16.558 57 158 7 3 1.362 8.080
Definitief 2024 Elburg 18.020 337 9.794 28 456 6 3 683 8.890
Definitief 2024 Gilze en Rijen 12.210 233 11.728 2 289 8 3 1.104 5.180
Definitief 2024 Goeree-Overflakkee 40.000 723 22.916 93 4.629 27 14 650 6.000
Definitief 2024 Hof van Twente 28.550 432 15.547 39 563 10 5 605 13.040
Definitief 2024 Hoogeveen 25.180 1.110 25.791 86 50 17 4 1.218 68.920
Definitief 2024 Leiden 160 1.562 63.853 22 113 1 1 3.914 166.630
Definitief 2024 Middelburg (Z.) 12.580 708 24.703 51 268 6 2 1.798 70.900
Definitief 2024 Pekela 12.520 344 5.797 2 0 4 1 535 7.970
Definitief 2024 Utrechtse Heuvelrug 38.260 862 22.405 6 1.579 16 6 805 15.970
Definitief 2024 Voorne aan Zee 32.810 829 33.668 32 1.053 14 7 1.186 30.800
Definitief 2024 Zeewolde 11.330 224 9.712 1 1.364 7 3 842 10.300
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens die (mede) als grondslag dienen bij het bepalen van de hoogte van de Algemene Uitkeringen aan gemeenten en provincies. Daarnaast zijn er enkele gegevens ten behoeve van de Decentralisatie Uitkering beschikbaar.
Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bepaalt deze uitkeringen aan de hand van verdeelmodellen. De hiervoor gebruikte eenheden die het CBS levert worden beschreven in de 'Toelichting op de berekeningen van de uitkeringen uit het gemeentefonds 1997 e.v. jaren', zie paragraaf 3. Dit verdeelstelsel is op 1 januari 1998 in werking getreden (Staatsblad, 1997, 526).

Gegevens beschikbaar vanaf: 2023.

Status van de cijfers:
Er worden zowel voorlopige als definitieve cijfers gepubliceerd.

De onderwerpen: Belastingcapaciteit woningen, belastingcapaciteit niet-woningen en Amendement De Pater kunnen door nagekomen berichten ondanks de status definitief alsnog worden aangepast.

Het onderwerp “Wajong uitkeringen” is toegevoegd.

Wijzigingen per juni 2024
Definitieve cijfers 2024
- Inwoner stedelijk en landelijk gebied
- Wajong uitkeringen
- Woning: totaal
- Woning met functie: logies
- Niet-woning met functie: logies
- Woonkernen
- Omgevingsadressendichtheid
- Regionaal klantenpotentieel
Voorlopige cijfers 2024
- Bedrijfsvestigingen


Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden onregelmatig gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Inwoners stedelijk en landelijk gebied
Het aantal inwoners per regio ingedeeld naar vijf stedelijkheidsklassen.
De indeling naar stedelijkheidsklasse wordt afgeleid van de Omgevingsadressendichtheid (OAD) die wordt weergegeven in adressen per km².
De volgende klassen worden onderscheiden:
- Zeer sterk stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 2 500 of meer)
- Sterk stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 1 500 tot 2 500)
- Matig stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 1 000 tot 1 500)
- Weinig stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 500 tot 1 000)
- Niet-stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van minder dan 500).

Inwoners landelijk gebied is de som van het aantal inwoners in de klassen weinig stedelijk en niet stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van minder dan 1 000).

Het aantal inwoners in het stedelijk gebied is met ingang van 2012 geen onderdeel meer van de uitkeringen uit het Provinciefonds. Inwoners stedelijk gebied is de som van het aantal inwoners in de klassen zeer sterk stedelijk en sterk stedelijk (Omgevingsadressendichtheid van 1 500 of meer).
Inwoners in de klasse matig stedelijk worden niet tot landelijk of stedelijk gebied gerekend.


Definitieve cijfers
Met ingang van de cijfers over 2015 wordt de OAD per vierkant van 500 meter bij 500 meter berekend naar de BAG van 1 januari, waarbij aan alle in gebruik zijnde verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen een vierkant van 500 meter bij 500 meter is toegekend.
Inwoners per rastervierkant zijn afkomstig door alle personen van de Basis Registratie Personen per 1 januari van het peiljaar aan vierkanten toe te delen.

Voorlopige cijfers
Berekening wordt uitgevoerd in november van het voorgaand jaar.
De gemeentelijke indeling van het peiljaar is afgeleid van een herindeling en eventuele grootschalige opsplitsing van gemeenten van het voorgaande jaar. Kleinere grenscorrecties tussen gemeenten worden hierbij buiten beschouwing gelaten.
Met ingang van 2015 wordt berekening van voorlopige cijfers van een peiljaar gebruik gemaakt van de BAG van 1 september van het voorgaand jaar voor afleiding van de stedelijkheidsklasse van het vierkant. De toedeling van aantallen inwoners naar stedelijkheidsklasse vindt plaats door gebruik te maken van definitieve bevolkingsaantallen per rastervierkant van 1 januari van het voorgaand jaar.
Totaal landelijk gebied
Aantal inwoners in weinig stedelijk en niet stedelijk gebied (Omgevingsadressendichtheid van minder dan 1 000 adressen/km²).

Per regio op 1 januari (afgerond op 10-tallen).
Sociale zekerheid
Wajong uitkeringen
Het aantal lopende Wajong uitkeringen op 31 december van het voorgaand jaar.

De Wajong is een wettelijke voorziening tegen de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) / Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd.

Met ingang van 1998 is de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) in werking getreden, tegenwoordig bekend onder de naam oWajong/Wajong1998 (oude Wajong).
Op 1 januari 2010 werd de oWajong/Wajong1998 vervangen door de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong), tegenwoordig bekend onder de naam nWajong/Wajong2010 (nieuwe Wajong).
In 2015 kwam de Wajong2015 van kracht, die alleen nog open stond voor jonggehandicapten die duurzaam geen mogelijkheden hebben om deel te nemen aan het arbeidsproces.

Sinds 1 januari 2021 zijn deze regelingen vereenvoudigd en samengevoegd onder de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong). De reden hiervoor is dat de regelingen te verschillend en ingewikkeld werden.

De populatie bestaat uit alle arbeidsongeschiktheidsuitkeringen die eind december T-1 lopend waren of waarvoor na het einde van het recht op uitkering nog een nabetaling is gedaan.
Vastgoed
De volgende cijfers zijn opgenomen;
- De belastingcapaciteit van WOZ-objecten woningen en niet-woningen en de waardevermindering op de niet-woningen. Door nagekomen berichten van gemeenten kunnen deze cijfers ondanks de status definitief alsnog worden aangepast.
- De voorraadcijfers uit de BAG, uitgesplitst naar woningen, woningen met logies en utiliteit (niet-woningen) met logies.



Woonruimten
Bevat voorraadcijfers gebaseerd op de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG). De cijfers zijn uitgesplitst naar woningen, woningen met logies en utiliteit (niet-woningen) met logies.
Woning: totaal
De kleinste binnen één of meer panden gelegen en voor woondoeleinden geschikte eenheid van gebruik, ontsloten via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte.

Voorbeelden zijn vrijstaande woningen, eengezinswoningen, flat- of portiekwoningen, studentenhuizen.
Alle verblijfsobjecten met minimaal een woonfunctie en eventueel een of meer andere gebruiksfuncties worden als woning aangemerkt.

Woning met functie: logies
Een woning met een logiesfunctie.

Het gaat om alle verblijfsobjecten met een woonfunctie en een logiesfunctie.
Verblijfsobjecten met eventueel een of meer andere gebruiksfuncties naast deze twee worden niet meegeteld.

Niet-woning met functie: logies
Verblijfsobject voor het bieden van recreatief verblijf of tijdelijk onderdak aan personen die elders hun hoofdverblijf hebben.

Bijvoorbeeld: zomerhuisje, hotel, motel, kampeerboerderij, recreatiewoning, pension.
Het gaat om alle verblijfsobjecten met alleen een logiesfunctie.
Verblijfsobjecten met eventueel een of meer andere gebruiksfuncties worden niet meegeteld.
Woonkernen
Woonkernen zijn in de Financiële verhoudingswet (Fvw) omschreven als geïsoleerde rastervierkanten of aaneen gesloten gebieden van met zijden aan elkaar grenzende rastervierkanten van 500 meter bij 500 meter (volgens het Stelsel van Rijksdriehoeksmeting) van een gemeente.
Ieder rastervierkant van een woonkern bevat in totaal ten minste 25 verblijfplaatsen (verblijfsobject, standplaats of ligplaats) en wordt wanneer er meerdere gemeenten in een vierkant liggen aan de gemeente met het hoogste aantal verblijfplaatsen toegekend. Bij gelijke aantallen wordt een vierkant aan de gemeente met het hoogste aantal verblijfplaatsen toegekend.
Bron voor het aantal verblijfplaatsen is de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), waarbij aan ieder van in gebruik zijnde verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen per 1 januari van het peiljaar een vierkant wordt toegekend.
Totaal
Het totaal aantal woonkernen van een gemeente.
Woonkernen met minimaal 500 adressen
Het totaal aantal woonkernen van een gemeente met minimaal 500 verblijfplaatsen.
Omgevingsadressendichtheid
Omgevingsadressendichtheid (OAD) in adressen / km².

De OAD is gedefinieerd als het gemiddeld aantal hoofdadressen dat een hoofdadres in zijn omgeving heeft. Als omgeving van een adres wordt een cirkel aangehouden met een straal van één kilometer rondom dat adres. De OAD wordt berekend per afzonderlijk vierkant van 500 meter bij 500 meter waarbij aan alle adressen in dat vierkant dezelfde OAD wordt toegekend.
Bij gemeentelijke en bovengemeentelijke indelingen is de adres gewogen OAD bepaald.

Met ingang van cijfers over 2015 wordt het adres gedefinieerd als het hoofdadres van verblijfplaatsen, de verzameling van verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen, volgens de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG).

Voor meer informatie over de OAD en zijn rol in de bepaling van de stedelijkheid van een gebied wordt verwezen naar het artikel: 'Een nieuwe maatstaf voor stedelijkheid: de omgevingsadressendichtheid' in de Maandstatistiek van de bevolking, jaargang 40, juli 1992, 14-27, CBS.

Definitieve cijfers
De OAD wordt berekend op basis van in gebruik zijnde verblijfplaatsen op 1 januari van het peiljaar.

Voorlopige cijfers
Deze worden afgeleid van in gebruik zijnde verblijfplaatsen in de BAG per 1 september van het jaar voorafgaand aan het peiljaar.
De gemeentelijke indeling van het peiljaar is afgeleid van een herindeling en, indien van toepassing, opsplitsing van gemeenten van het voorgaande jaar. Grenscorrecties tussen gemeenten worden hierbij buiten beschouwing gelaten.
Regionaal klantenpotentieel
Cijfers over het aantal regionale klanten van de woonkernen van een gemeente volgens de methodiek in de periode 2001-2022. Deze cijfers worden afgeleid ten behoeve van de Decentralisatie Uitkering.

Bij de berekeningen van het regionaal klantenpotentieel wordt uitgegaan van de woonkernen zoals in maatstaf 37 gedefinieerd, met dien verstande dat een kernvierkant dat op het grondgebied van twee of meer gemeenten ligt als behorend tot een woonkern voor ieder van deze gemeenten wordt beschouwd.
Voorafgaand aan de bepaling van het klantenpotentieel wordt eerst het zwaartepunt van ieder van de betrokken woonkernen bepaald. Het zwaartepunt van iedere woonkern wordt vastgelegd als een X- en een Y-coördinaat (in eenheden van 500 meter).

Deze coördinaten van de zwaartepunten worden in de berekening gebruikt om de onderlinge afstanden van woonkernen te bepalen. De afstanden tussen woonkernen is de loodrechte afstand in eenheden van 500 meter. De afstand van een woonkern(Fvw-Gf) tot zichzelf en de afstand tussen van twee woonkernen(Fvw-Gf) minder dan een kilometer wordt op één kilometer gesteld.
Vervolgens wordt het inwonertal van iedere woonkern binnen een gemeente bepaald. Inwoners van een gemeente die niet in een woonkern wonen, worden aan de woonkernen van een gemeente toegedeeld naar rato van hun inwonertal.

Als eerste stap in de berekening wordt voor iedere woonkern in Nederland het aantal inwoners volgens een formule opgesplitst in aantallen potentiële klanten voor alle woonkernen binnen een zoekstraal. Verondersteld is dat de regionale aantrekkingskracht van een kern recht evenredig toeneemt met het kwadraat van het aantal inwoners en afneemt met het kwadraat van de afstand tot die kern. Dit wordt berekend voor alle woonkernen binnen 60 kilometer van de woonkern.
Als tweede stap wordt per woonkern de aldus toegekende potentiële regionale klanten opgeteld. Het klantenpotentieel van een gemeente wordt verkregen door het aantal potentiële klanten van alle woonkernen binnen de gemeente te sommeren.
Het totaal aantal potentiële klanten in Nederland is gelijk aan het totaal aantal inwoners.

Deze berekeningen komen overeen met die voor de regionale Centrumfunctie maar verschilt in de bepaling van de locatie van het zwaartepunt en de berekening van de afstand.

Definitieve cijfers
Deze zijn afgeleid van het Basisregister Adressen en gebouwen (BAG) en Basis Register Personen van 1 januari van het peiljaar. Aan alle personen, verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen is een vierkant van 500 bij 500 meter toegekend.

Voorlopige cijfers
Deze worden berekend in november van het voorgaand jaar en is gebaseerd op het aantal actieve verblijfplaatsen in de BAG per 1 september van het kalenderjaar voorafgaand aan het peiljaar en het aantal inwoners per 1 januari van het kalenderjaar voorafgaand van het peiljaar. Gemeentelijke herindelingen die per 1 januari van het peiljaar ingaan worden toegepast. Grenscorrecties van gemeenten zijn op dat tijdstip nog niet verwerkt.