Maatstaven gemeentefonds; diverse indicatoren; regio-indeling 2022
Regio's | Inwoners, 1-1-2022 Inwoners van 15 tot 65 jaar (aantal) | Personen met loonkostensubs., 31-12-2021 (aantal) |
---|---|---|
Aalten | 16.640 | 50 |
Altena | 35.700 | 80 |
Asten | 10.630 | 20 |
Bunschoten | 14.330 | 20 |
Dronten | 27.910 | 60 |
Druten | 12.350 | 30 |
Eijsden-Margraten | 15.420 | 10 |
Etten-Leur | 27.540 | 40 |
Hof van Twente | 21.150 | 50 |
Houten | 32.730 | 30 |
Land van Cuijk | 57.130 | 210 |
Nuenen, Gerwen en Nederwetten | 13.960 | 40 |
Putten | 15.110 | 50 |
Rijssen-Holten | 23.480 | 60 |
Voorschoten | 15.170 | 10 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Gemeenten ontvangen geld van de Rijksoverheid uit het gemeentefonds. Hiermee betalen zij een deel van hun uitgaven. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) stelt CBS cijfers samen waarmee deze verdeelmodellen doorgerekend kunnen worden. Deze tabel bevat gegevens die onder andere als grondslag dienen bij het bepalen van de verdeling van het landelijk budget over de gemeenten ten behoeve van de algemene uitkeringen, Jeugdwet en de Participatiewet.
Gegevens beschikbaar voor 2022
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief, maar samengesteld op basis van gegevens uit verschillende bronnen, en berekend op verschillende basisjaren. Dit wil zeggen dat de cijfers niet zondermeer vergelijkbaar zijn met reeds gepubliceerde cijfers op StatLine. In de toelichting bij de onderwerpen wordt dit nader verklaard.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden onregelmatig gepubliceerd.
Wijzigingen per 02-08-2022
Cijfers over het aantal ouders (van kinderen tot 18 jaar) met langdurig psychisch medicijngebruik in 2021 zijn toegevoegd.
Toelichting onderwerpen
- Inwoners, 1-1-2022
- Inwoners van 15 tot 65 jaar
- Het aantal inwoners van 15 tot 65 jaar op 1 januari 2022 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022.
- Personen met loonkostensubs., 31-12-2021
- Aantal personen met een loonkostensubsidie participatiewet en forfaitaire loonkostensubsidie in het kader van re-integratie, zonder algemene bijstand, op 31 december 2021 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2022.
Loonkostensubsidie (Participatiewet)
Deze vorm van loonkostensubsidie is een voorziening om een werkgever te compenseren bij langdurig verminderde productiviteit van een werknemer. De schatting van het arbeidsvermogen langdurig onder WML gebeurt door de gemeente via één van de landelijk goedgekeurde methoden. Nadat is vastgesteld dat de cliënt waar het om gaat behoort tot de doelgroep voor de loonkostensubsidie kan dit instrument worden ingezet. De werknemer ontvangt het reguliere wettelijk minimumloon (WML) of cao-loon van de werkgever en bouwt hierover pensioen op. De loonkostensubsidie die de werkgever ontvangt is het verschil tussen het wettelijk minimumloon en de loonwaarde, vermeerderd met een vergoeding voor de werkgeverslasten. Als het cao-loon hoger is dan het WML zijn die meerkosten voor rekening van de werkgever. De loonkostensubsidie kan nooit meer zijn dan 70% van het WML. Het doel van dit instrument is het verstevigen van de arbeidsmarktpositie van de doelgroep.
Forfaitaire Loonkostensubsidie
Deze voorziening kan worden ingezet als er sprake is van het voornemen om een voorziening loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet in te zetten, maar de loonwaarde van de persoon nog niet is vastgesteld. De loonwaarde wordt hierbij standaard vastgelegd op 50% voor een periode van 6 maanden. Tijdens deze periode wordt de werkelijk van toepassing zijnde loonwaarde van de persoon vastgesteld. Na 6 maanden moet de gemeente de forfaitaire loonkostensubsidie beëindigen en start de ‘loonkostensubsidie op grond van de Participatiewet’.