Sociaal-economische status; scores per wijk en buurt, regio-indeling 2021

Sociaal-economische status; scores per wijk en buurt, regio-indeling 2021

Wijken en buurten Perioden Particuliere huishoudens (Aantal) Gestandaardiseerd inkomen 1e tot en met 40e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen 41e tot en met 80e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen 81e tot en met 100e percentielgroep (%) Gestandaardiseerd inkomen Gemiddelde percentielgroep (Getal) Arbeidsverleden Afgelopen 4 jaar voortdurend werkzaam (%) Arbeidsverleden Afgelopen 4 jr niet voortdurend werkzaam (%) Arbeidsverleden Afgelopen 4 jaar niet werkzaam (%) Arbeidsverleden Gepensioneerd (%) SES-WOA Deelscore arbeidsverleden Gemiddelde score (Getal) Spreiding Spreiding arbeidsverleden Waarde (Getal)
Bovenlanden 2019 400 27,7 36,8 35,6 61,5 62,3 9,3 1,9 26,5 0,087 0,242
Staatsliedenbuurt 2019 700 51,3 40,1 8,6 41,1 55,3 16,2 10,7 17,7 -0,035 0,400
Kijvelanden 2019 0 . . . . . . . . . .
De Eilanden 2019 1.300 25,0 39,3 35,7 62,7 64,9 8,2 3,7 23,2 0,084 0,260
Staatsliedenkwartier en Landstraten 2019 1.100 45,4 36,7 17,9 47,2 47,9 14,4 10,8 27,0 -0,051 0,388
Oudorperpolder-Midden 2019 200 24,0 58,7 17,3 57,4 47,1 9,8 3,1 40,0 0,021 0,269
Bornsestraat Midden-Riet Noord 2019 500 61,8 32,3 5,8 36,3 44,5 16,4 12,6 26,5 -0,091 0,420
Rumerslanden 2019 400 66,8 29,3 3,9 32,7 42,5 21,8 17,9 17,9 -0,153 0,479
Wester Sluitersveldlanden 2019 900 77,9 19,2 2,9 26,7 29,5 27,5 19,6 23,4 -0,234 0,477
Wierdense Hoek 2019 3.100 60,3 32,8 6,9 37,4 36,6 14,3 14,5 34,6 -0,129 0,420
Wierdensebrug en omgeving 2019 0 . . . . . . . . . .
Kerkelanden 2019 600 77,1 19,5 3,4 26,3 26,7 26,1 28,5 18,7 -0,321 0,516
Achterlanden en omgeving 2019 300 75,2 22,4 2,4 29,4 36,4 17,6 17,9 28,1 -0,167 0,461
Ossenkoppelerhoek Midden Noord 2019 500 59,9 35,7 4,5 35,2 45,5 25,6 14,3 14,5 -0,119 0,455
Ossenkoppelerhoek Midden Zuid 2019 500 75,1 23,1 1,7 28,2 34,9 24,0 21,0 20,1 -0,215 0,494
Veenelanden 2019 0 . . . . . . . . . .
De Grienden 2019 1.000 40,4 44,8 14,8 50,0 48,3 10,8 6,7 34,3 -0,005 0,321
De Wierden 2019 1.700 62,7 30,8 6,5 36,4 36,8 21,5 15,5 26,2 -0,157 0,451
De Velden 2019 600 9,7 37,1 53,2 75,2 64,6 5,3 1,0 29,1 0,113 0,204
Staatsliedenwijk 2019 1.200 64,4 29,9 5,7 34,6 43,5 29,8 17,5 9,2 -0,173 0,497
Kruidenwijk 2019 3.400 41,7 43,3 15,0 48,4 55,8 16,2 8,5 19,5 -0,008 0,365
Stedenwijk 2019 4.600 52,9 38,1 9,0 41,1 46,3 21,1 10,5 22,1 -0,072 0,405
Eilandenbuurt 2019 2.300 31,5 43,7 24,8 56,0 67,9 17,6 5,0 9,5 0,069 0,296
Stripheldenbuurt 2019 2.500 27,0 48,7 24,3 57,7 70,3 13,2 4,9 11,6 0,085 0,277
Sieradenbuurt 2019 400 13,8 47,2 39,0 68,9 70,5 6,4 1,0 22,1 0,134 0,192
Middenkant 2019 0 . . . . . . . . . .
Alphen aan den Rijn 2019 48.100 32,1 44,5 23,4 55,7 58,7 9,7 4,0 27,6 0,057 0,277
Zeeheldenbuurt 2019 1.000 45,2 39,9 14,9 46,8 56,0 13,9 7,3 22,8 0,011 0,339
Koudekerk aan den Rijn 2019 1.800 29,8 44,0 26,2 58,1 51,5 6,4 2,2 40,0 0,051 0,244
Buitengebied Koudekerk aan den Rijn 2019 200 20,1 36,9 43,0 67,5 53,6 2,8 0,6 43,0 0,082 0,201
Koudekerk aan den Rijn-Noord 2019 700 25,5 45,8 28,7 60,4 52,9 5,7 2,2 39,2 0,056 0,245
Koudekerk aan den Rijn-Zuid 2019 800 36,8 43,5 19,7 53,4 48,6 8,0 2,6 40,8 0,034 0,256
Den Brabander 2019 200 22,0 47,8 30,2 61,8 71,7 7,8 0,5 20,0 0,138 0,189
Oudendijk 2019 100 14,7 47,8 37,5 67,8 67,6 5,1 0,0 27,2 0,127 0,192
Sterrenbeeldenbuurt 2019 700 57,2 31,4 11,3 40,3 51,2 20,6 14,1 14,2 -0,089 0,448
Kruiskamp-Midden 2019 1.000 55,8 35,6 8,5 40,5 46,7 15,8 10,1 27,4 -0,052 0,381
Schuilenburg-Midden 2019 700 47,1 39,9 13,0 45,4 44,8 12,7 7,6 35,0 -0,035 0,344
Randenbroek 2019 3.600 43,9 38,8 17,4 48,1 51,9 16,7 7,9 23,5 -0,018 0,360
Componistenbuurt-Midden 2019 700 61,5 32,0 6,4 37,5 37,9 18,4 9,9 33,8 -0,095 0,382
Staatsliedenbuurt-Oost 2019 200 8,8 22,2 69,0 81,6 62,5 6,9 0,5 30,1 0,114 0,192
Staatsliedenbuurt-West 2019 500 14,3 28,8 56,9 74,9 58,9 8,8 1,8 30,5 0,082 0,234
Donken en zanden 2019 700 38,3 41,7 20,0 51,4 61,5 13,1 8,9 16,5 0,019 0,351
Paddenstoelenbuurt 2019 300 45,5 33,2 21,3 51,0 44,2 5,6 4,0 46,2 0,010 0,267
Kruidenbuurt 2019 1.100 17,5 46,1 36,5 65,8 78,3 7,5 3,5 10,7 0,139 0,208
Vathorst-De Velden 2019 2.300 20,6 41,4 38,0 64,9 77,6 11,0 3,3 8,0 0,135 0,212
Park van de Tijden-West 2019 700 19,0 44,2 36,9 64,5 77,2 11,8 2,3 8,6 0,143 0,198
Park van de Tijden-Oost 2019 700 27,6 38,5 33,8 60,8 74,9 10,8 6,1 8,2 0,100 0,267
Eilandengroepenbuurt 2019 200 20,3 40,5 39,2 65,5 72,8 11,6 2,6 12,9 0,123 0,220
Waddeneilandenbuurt 2019 0 . . . . . . . . . .
Zuiderzeestedenbuurt-Oost 2019 1.000 25,8 40,9 33,3 61,6 71,2 12,2 4,8 11,8 0,090 0,272
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de sociaal-economische status (SES-WOA) van gemeenten, wijken en buurten in Nederland. Deze status wordt beschreven in termen van de financiële welvaart, het opleidingsniveau en het recente arbeidsverleden van particuliere huishoudens op 1 januari van het verslagjaar. Voor alle gegevens, ongeacht verslagjaar, geldt dat de gemeente/wijk/buurt-indeling van 2021 is toegepast.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2014

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 7 april 2022:
Geen, dit is een nieuwe tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Onregelmatig.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens
Aantal particuliere huishoudens
Gestandaardiseerd inkomen
Gestandaardiseerd inkomen
Het besteedbare inkomen van een huishouden bestaat uit het bruto-inkomen (inkomen uit arbeid, eigen onderneming en vermogen, uitkeringen en ontvangen overdrachten) verminderd met betaalde overdrachten (bijv. partneralimentatie), premies en belasting op inkomen en vermogen. Het besteedbaar inkomen wordt gestandaardiseerd door te corrigeren voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Dit gebeurt door het huishoudensinkomen te delen door een equivalentiefactor die uitdrukt hoe groot het schaalvoordeel is bij het voeren van een gemeenschappelijke huishouding, gebaseerd op de uitgaven voor levensonderhoud (bestedingen). Hierbij is het eenpersoonshuishouden als norm gekozen.
1e tot en met 40e percentielgroep
1e tot en met 40e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 1e t/m 40e percentielgroep geldt dus dat deze behoren tot de 40% huishoudens met het laagste inkomen. Nb. Studentenhuishoudens worden per definitie bij deze groep ingedeeld.

41e tot en met 80e percentielgroep
41e tot en met 80e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 41e t/m 80e percentielgroep geldt dus dat 40% van de huishoudens een lager inkomen heeft en 20% van de huishoudens een hoger inkomen.
81e tot en met 100e percentielgroep
81 tot en met 100e percentielgroep
De toekenning aan percentielgroepen is gebaseerd op alle particuliere huishoudens in Nederland. Deze worden van laag naar hoog gerangschikt op inkomen en vervolgens ingedeeld in honderd opeenvolgende groepen van gelijke omvang: de percentielgroepen. Voor huishoudens in de 81e t/m 100e percentielgroep geldt dus dat deze behoren tot de 20% huishoudens met het hoogste inkomen.

Gemiddelde percentielgroep
Gemiddelde percentielgroep
De gemiddelde percentielgroep wordt berekend door de percentielgroepen waartoe de huishoudens in de regio behoren op te tellen en vervolgens te delen door het totaal aantal huishoudens in de regio.
Arbeidsverleden
Arbeidsverleden
Het recente arbeidsverleden geeft aan of een persoon in de afgelopen 4 jaren heeft gewerkt en wordt onderverdeeld in de gehele periode van 4 jaren gewerkt, een deel van deze periode gewerkt, niet gewerkt in de afgelopen 4 jaren en gepensioneerd. Het recente arbeidsverleden van een huishouden wordt bepaald op basis van het hoogste arbeidsverleden van de hoofdkostwinner en de eventuele partner op 31 december van het voorgaande verslagjaar. Een uitzondering wordt gevormd door de situatie waarin de hoofdkostwinner in het verslagjaar pensioen heeft als voornaamste persoonlijke inkomensbron. In dat geval wordt het huishouden getypeerd als “gepensioneerd”.
Afgelopen 4 jaar voortdurend werkzaam
Afgelopen 4 jaar voortdurend werkzaam
De afgelopen vier jaar ononderbroken werkzaam.
Afgelopen 4 jr niet voortdurend werkzaam
Afgelopen 4 jr niet voortdurend werkzaam
De afgelopen vier jaar werkzaam maar niet voortdurend.

Afgelopen 4 jaar niet werkzaam
Afgelopen 4 jaar niet werkzaam
Niet werkzaam geweest in de afgelopen 4 jaar.
Gepensioneerd
Gepensioneerd
Hoofdkostwinner heeft pensioen als voornaamste persoonlijke inkomensbron.
SES-WOA
SES-WOA
Numerieke indicator voor de sociaaleconomische status van een regio op basis van welvaart, opleidingsniveau en arbeidsverleden van huishoudens.
Deelscore arbeidsverleden
Deelscore recente arbeidsverleden
Numerieke indicator van de arbeidsmarktparticipatie van huishoudens in een regio.
Gemiddelde score
Spreiding
Spreiding
Numerieke maat voor de ongelijkheid in een regio. Het betreft het gemiddelde absolute verschil tussen twee willekeurige huishoudens in een regio: de mean absolute difference. Voor ieder huishouden in een regio wordt het verschil tussen de score van dat huishouden en de scores van alle andere huishoudens in die regio berekend. Hiervan wordt het gemiddelde bepaald. Zo ontstaat voor elk huishouden een gemiddeld verschil met de andere huishoudens. Tot slot wordt daarvan weer het gemiddelde bepaald over alle huishoudens in de regio.
Spreiding arbeidsverleden
Spreiding arbeidsverleden  
De mean absolute difference van de deelscores recent arbeidsverleden in de regio.
Waarde