Energieverbruik woningen; woningtype, oppervlakte, bouwjaar en bewoning
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat cijfers over het gemiddelde energieverbruik per woning (aardgas en elektriciteit) onderverdeeld naar woningtype, bouwjaarklasse, oppervlakteklasse, de aanwezigheid van zonnestroominstallaties en het aantal bewoners voor alle particuliere woningen in Nederland en voor de aardgaswoningen (individuele CV en blokgas) daarbinnen.
Voor elektriciteit is het niet mogelijk blokaansluitingen voor bijvoorbeeld liften en portiekverlichting in flatgebouwen toe te delen aan de bijbehorende woningen. Dergelijke elektriciteitsleveringen zijn daarom niet opgenomen in de getoonde cijfers.
Het aardgasverbruik is gecorrigeerd voor temperatuur volgens de methode in de Klimaat- en EnergieVerkenning (KEV). De correctiefactoren op basis van graaddagen in De Bilt, zijn verkregen via het Planbureau voor de Leefomgeving. In 2024 zijn deze correctiefactoren op basis van een nieuwe methode van de KEV berekend. De nieuw berekende correctiefactoren zijn teruggelegd tot 2019, waardoor de cijfers voor 2019–2022 zijn aangepast. Voor 2023 zijn nieuwe cijfers beschikbaar die eveneens met de nieuwe temperatuurcorrectie zijn verrekend. Het temperatuur-gecorrigeerde gasverbruik in 2019 (een relatief warm jaar) is volgens deze methode 7 procent hoger dan de daadwerkelijke gaslevering, in 2020 (ook een relatief warm jaar) ruim 11 procent hoger, in 2021 (een relatief koud jaar) ongeveer anderhalf procent lager, in 2022 (wederom een warm jaar) bijna 13 procent hoger, en in 2023 ruim 9 procent hoger.
De elektriciteitslevering betreft de levering van elektriciteit aan de woning waarbij geen rekening is gehouden met eventuele teruglevering. De netto elektriciteitslevering is wel gesaldeerd met de teruglevering van elektriciteit.
Behalve de totale gemiddelde aardgas- en elektriciteitslevering per woning wordt voor aardgas ook de aardgaslevering per vierkante meter woonoppervlak weergegeven en voor elektriciteit de levering per bewoner.
Naast de gemiddelde aardgas- of elektriciteitslevering per woning worden ook de percentielen 10, 20, 30, 40, 50, 60, 70, 80 en 90 weergegeven. Percentiel 10 geeft de grens weer hoeveel aardgas of elektriciteit geleverd wordt aan de woningen met de laagste 10 procent aardgasleveringen; 10 procent van de woningen (met bepaalde kenmerken) heeft dus een levering die hooguit deze waarde heeft. Percentiel 50 komt overeen met de mediane waarneming. De helft van de woningen (met bepaalde kenmerken) gebruikt meer, de andere helft minder.
Alle cijfers zijn beschikbaar voor de totale woningvoorraad en voor de woningen die als hoofdverwarmingstype 'individuele gas of blokverwarming' hebben. Daarbinnen wordt nog onderscheid gemaakt tussen woningen met en woningen zonder zonnestroominstallatie.
Indien een verblijfsobject naast wonen ook andere gebruiksfuncties heeft en de energielevering te hoog is voor huishoudelijk gebruik wordt een deel van de levering toegekend aan wonen/huishoudens en een deel aan de andere gebruiksfuncties. De tabel gaat alleen over de energieleveringen voor de woonfunctie.
Naast de aardgas- en elektriciteitsleveringen geeft de tabel voor elke combinatie van woningtype, bouwjaarklasse, oppervlakteklasse en aantal bewoners informatie over het aandeel woningen met stadsverwarming en het aandeel woningen waar een zonnestroominstallatie is geregistreerd op dat adres tussen 1-1 en 31-12 van het rapportjaar. Het aandeel woningen met zonnestroom op het adres geregistreerd helpt bij de interpretatie van de gemiddelde elektriciteitslevering. Een hoger aandeel woningen met zonnestroom zal ceteris paribus door het directe gebruik van de zelf opgewekte elektriciteit leiden tot een lagere gemiddelde elektriciteitslevering. Daarnaast zal de netto elektriciteitslevering, waarbij de teruglevering in mindering is gebracht op de levering, voor woningen met zonnestroom lager zijn dan de levering. Het aandeel woningen met stadswarmte helpt bij de interpretatie van de gemiddelde aardgasleveringen omdat een hoog aandeel woningen met stadswarmte leidt tot een gemiddeld lagere aardgaslevering. Het aandeel stadsverwarming is alleen beschikbaar voor de totale woningvoorraad. Voor de populatie woningen met 'individuele gas of blokverwarming' is dit aandeel immers niet relevant.
Gegevens beschikbaar voor 2019, 2020, 2021, 2022 en 2023*.
Status van de cijfers:
De cijfers over 2019 tm 2022 zijn definitief, cijfers over 2023 zijn voorlopig.
Wijzigingen per augustus 2024:
Voorlopige cijfers over 2023 zijn toegevoegd. Verslagjaar 2022 is geactualiseerd. Er is op basis van nieuwe bronnen (waaronder maanddata van elektriciteit- en gasverbruik) een nieuwe methode ontwikkeld om het type hoofdverwarming per woning te identificeren. Deze nieuwe methode is toegepast op de verslagjaren 2022 en 2023; voor eerdere jaren is gebruik gemaakt van de oude methode omdat de vereiste bronnen niet voor die jaren beschikbaar zijn.
De temperatuurgecorrigeerde aardgasleveringen zijn in deze publicatie voor alle verslagjaren berekend op basis van een nieuwe methode die recent ontwikkeld is vanuit de Klimaat- en Energieverkenning in 2024. De temperatuurgecorrigeerde aardgasleveringen vallen daardoor hoger uit in de jaren 2019-2021 en met name ook in 2022 ten opzichte van wat eerder gerapporteerd was. Over deze methodewijziging volgt eind 2024 een toelichting.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In augustus 2025 worden de definitieve cijfers voor 2023 gepubliceerd en wordt de tabel uitgebreid met de cijfers voor 2024.
Toelichting onderwerpen
- Aandeel woningen met stadsverwarming
- Het percentage woningen dat is aangesloten op stadsverwarming.
- Aandeel woningen zonnestroom op adres
- Het percentage woningen waarbij tussen 1-1 en 31-12 van het rapportagejaar een of meerdere zonnestroominstallaties op het adres staat geregistreerd.
- Aardgaslevering (temp gecorrigeerd)
- Gemiddelde aardgaslevering (temp gecorr)
- Het gemiddeld jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen, zoals berekend uit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven. Het jaarverbruik is gecorrigeerd voor temperatuur volgens de methode in de Klimaat- en EnergieVerkenning (KEV).
Bij de berekening van het gemiddeld aardgasverbruik zijn woningen met een zeer laag of zelfs nulverbruik meegeteld indien er sprake is van stadsverwarming. Hierdoor valt in gebieden waar stadsverwarming aanwezig is het gemiddeld aardgasverbruik van woningen laag uit.
De cijfers zijn afgerond op tientallen en vermeld bij 50 of meer woningen per combinatie van kenmerken.
- Aardgas (temp gecorr), percentiel 10
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen van het eerste deciel, ofwel de 10 procent woningen met het laagste aardgasverbruik (per vierkante meter woonoppervlakte) per combinatie van kenmerken. Verder als bij ‘Gemiddelde aardgaslevering’.
- Aardgas (temp gecorr), percentiel 20
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen in het tweede deciel. Verder als bij ‘Aardgaslevering, percentiel 10’.
- Aardgas (temp gecorr), percentiel 30
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen in het derde deciel. Verder als bij ‘Aardgaslevering, percentiel 10’.
- Aardgas (temp gecorr), percentiel 40
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen in het vierde deciel. Verder als bij ‘Aardgaslevering, percentiel 10’.
- Aardgas (temp gecorr), percentiel 50
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen in het vijfde deciel. Verder als bij ‘Aardgaslevering, percentiel 10’.
- Aardgas (temp gecorr), percentiel 60
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen in het zesde deciel. Verder als bij ‘Aardgaslevering, percentiel 10’.
- Aardgas (temp gecorr), percentiel 70
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen in het zevende deciel. Verder als bij ‘Aardgaslevering, percentiel 10’.
- Aardgas (temp gecorr), percentiel 80
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen in het achtste deciel. Verder als bij ‘Aardgaslevering, percentiel 10’.
- Aardgas (temp gecorr), percentiel 90
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen in het nergende deciel. Verder als bij ‘Aardgaslevering, percentiel 10’.
- Aardgas (temp gec) per woonoppervlakte
- Gemiddelde aardgas (temp gec) per opp
- Het gemiddeld jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen, zoals berekend uit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven, gedeeld door het bekende woonoppervlak van de woning. Verder als bij ‘Gemiddeld aardgasverbruik’.
- Aardgas (temp gec) per woonopp perc. 10
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas (per vierkante meter woonoppervlakte) van particuliere woningen van het eerste deciel, ofwel de 10 procent woningen met het laagste aardgasverbruik (per vierkante meter woonoppervlakte) per combinatie van kenmerken. Verder als bij ‘Gemiddeld aardgasverbruik’.
- Aardgas (temp gec) per woonopp perc. 20
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas (per vierkante meter woonoppervlakte) van particuliere woningen in het tweede deciel. Verder als bij ‘Aardgasverbruik, percentiel 10’.
- Aardgas (temp gec) per woonopp perc. 30
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas (per vierkante meter woonoppervlakte) van particuliere woningen in het derde deciel. Verder als bij ‘Aardgasverbruik, percentiel 10’.
- Aardgas (temp gec) per woonopp perc. 40
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas (per vierkante meter woonoppervlakte) van particuliere woningen in het vierde deciel. Verder als bij ‘Aardgasverbruik, percentiel 10’.
- Aardgas (temp gec) per woonopp perc. 50
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas (per vierkante meter woonoppervlakte) van particuliere woningen in het vijfde deciel. Het 50e percentiel wordt ook de mediaan genoemd. Verder als bij ‘Aardgasverbruik, percentiel 10’.
- Aardgas (temp gec) per woonopp perc. 60
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas (per vierkante meter woonoppervlakte) van particuliere woningen in het zesde deciel. Verder als bij ‘Aardgasverbruik, percentiel 10’.
- Aardgas (temp gec) per woonopp perc. 70
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas (per vierkante meter woonoppervlakte) van particuliere woningen in het zevende deciel. Verder als bij ‘Aardgasverbruik, percentiel 10’.
- Aardgas (temp gec) per woonopp perc. 80
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas (per vierkante meter woonoppervlakte) van particuliere woningen in het achtste deciel. Verder als bij ‘Aardgasverbruik, percentiel 10’.
- Aardgas (temp gec) per woonopp perc. 90
- Het temperatuur gecorrigeerd jaarverbruik voor aardgas (per vierkante meter woonoppervlakte) van particuliere woningen in het negende deciel, ofwel de hoogste 10 procent aardgasverbruikers (per vierkante meter woonoppervlakte) per combinatie van kenmerken. Verder als bij ‘Aardgasverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteitslevering
- Gemiddelde elektriciteitslevering
- Het gemiddeld jaarverbruik voor elektriciteit op individuele aansluitingen van particuliere woningen, zoals berekend vanuit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven. De eigen opwekking van elektriciteit, bijvoorbeeld met zonnepanelen, is niet bekend en dus ook niet inbegrepen in het gemiddelde jaarverbruik. Ook collectieve verbruiken van bijvoorbeeld liftinstallaties of hal-/galerijverlichting zijn niet meegeteld bij de berekening.
De cijfers zijn afgerond op tientallen en vermeld bij 50 of meer woningen per combinatie van kenmerken.
- Elektriciteitslevering, percentiel 10
- Het jaarverbruik voor elektriciteit van particuliere woningen van het eerste deciel, ofwel de 10 procent woningen met het laagste elektriciteitsverbruik (per bewoner) per combinatie van kenmerken. Verder als bij ‘Gemiddeld elektriciteitslevering’.
- Elektriciteitslevering, percentiel 20
- Het jaarverbruik voor elektriciteit van particuliere woningen in het tweede deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteitslevering, percentiel 30
- Het jaarverbruik voor elektriciteit van particuliere woningen in het derde deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteitslevering, percentiel 40
- Het jaarverbruik voor elektriciteit van particuliere woningen in het vierde deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteitslevering, percentiel 50
- Het jaarverbruik voor elektriciteit van particuliere woningen in het vijfde deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteitslevering, percentiel 60
- Het jaarverbruik voor elektriciteit van particuliere woningen in het zesde deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteitslevering, percentiel 70
- Het jaarverbruik voor elektriciteit van particuliere woningen in het zevende deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteitslevering, percentiel 80
- Het jaarverbruik voor elektriciteit van particuliere woningen in het achtste deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteitslevering, percentiel 90
- Het jaarverbruik voor elektriciteit van particuliere woningen in het negende deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteitslevering per bewoner
- Gem. elektriciteitslevering per bewoner
- Het gemiddeld jaarverbruik voor elektriciteit op individuele aansluitingen van particuliere woningen, zoals berekend vanuit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven, gedeeld door het aantal ingeschreven personen op het adres van de woning. Verder als bij ‘Gemiddeld elektriciteitsverbruik’.
- Elektriciteit per bewoner, percentiel 10
- Het jaarverbruik (per bewoner) voor elektriciteit van particuliere woningen van het eerste deciel, ofwel de 10 procent woningen met het laagste elektriciteitsverbruik (per bewoner) per combinatie van kenmerken. Verder als bij ‘Gemiddeld elektriciteitsverbruik’.
- Elektriciteit per bewoner, percentiel 20
- Het jaarverbruik voor elektriciteit (per bewoner) van particuliere woningen in het tweede deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteit per bewoner, percentiel 30
- Het jaarverbruik voor elektriciteit (per bewoner) van particuliere woningen in het derde deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteit per bewoner, percentiel 40
- Het jaarverbruik voor elektriciteit (per bewoner) van particuliere woningen in het vierde deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteit per bewoner, percentiel 50
- Het jaarverbruik voor elektriciteit (per bewoner) van particuliere woningen in het vijfde deciel. Het 50e percentiel wordt ook de mediaan genoemd. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteit per bewoner, percentiel 60
- Het jaarverbruik voor elektriciteit (per bewoner) van particuliere woningen in het zesde deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteit per bewoner, percentiel 70
- Het jaarverbruik voor elektriciteit (per bewoner) van particuliere woningen in het zevende deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteit per bewoner, percentiel 80
- Het jaarverbruik voor elektriciteit (per bewoner) van particuliere woningen in het achtste deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Elektriciteit per bewoner, percentiel 90
- Het jaarverbruik voor elektriciteit (per bewoner) van particuliere woningen in het negende deciel, ofwel de hoogste 10 procent elekctriciteitsverbruikers (per bewoner) per combinatie van kenmerken. Verder als bij ‘Elektriciteitsverbruik, percentiel 10’.
- Netto elektriciteitslevering
- Netto elektriciteitslevering, gemiddelde
- De netto elektriciteitslevering is de elektriciteitslevering gesaldeerd met de eventuele teruglevering op de elektriciteitsaansluiting door opwek met (voornamelijk) zonnepanelen. Indien het saldo van levering en teruglevering negatief is, is een minimale netto-elektriciteitslevering van 0 kWh aangehouden.
- Netto elektriciteitslever, percentiel 10
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het eerste deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elektriciteitslever, percentiel 20
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het tweede deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elektriciteitslever, percentiel 30
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het derde deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elektriciteitslever, percentiel 40
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het vierde deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elektriciteitslever, percentiel 50
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het vijfde deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elektriciteitslever, percentiel 60
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het zesde deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elektriciteitslever, percentiel 70
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het zevende deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elektriciteitslever, percentiel 80
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het achtste deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elektriciteitslever, percentiel 90
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het negende deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elektriciteitslevering per bewoner
- Netto elek per bewoner, gemiddelde
- De netto elektriciteitslevering is de elektriciteitslevering gesaldeerd met de eventuele teruglevering op de elektriciteitsaansluiting door opwek met (voornamelijk) zonnepanelen. Indien het saldo van levering en teruglevering negatief is, is een minimale netto-elektriciteitslevering van 0 kWh aangehouden.
- Netto elek per bewoner, percentiel 10
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het eerste deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elek per bewoner, percentiel 20
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het tweede deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elek per bewoner, percentiel 30
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het derde deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elek per bewoner, percentiel 40
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het vierde deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elek per bewoner, percentiel 50
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het vijfde deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elek per bewoner, percentiel 60
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het zesde deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elek per bewoner, percentiel 70
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het zevende deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elek per bewoner, percentiel 80
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het achtste deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.
- Netto elek per bewoner, percentiel 90
- De maximale netto elektriciteitslevering van particuliere woningen in het negende deciel. Verder als bij ‘Elektriciteitslevering, percentiel 10’.