Indicatoren jeugdzorg in natura; gemeenten

Indicatoren jeugdzorg in natura; gemeenten

Regio's Perioden Jongeren met jeugdhulp in natura (% (zie toelichting)) Jongeren met jeugdh. met verbl. in nat. (% (zie toelichting)) Jongeren met jeugdbescherming (% (zie toelichting)) Jeugdbesch. en jeugdh. met verbl. in nat (% (zie toelichting)) Jongeren met jeugdreclassering (% (zie toelichting))
Nederland 1e halfjaar 2023 11,7 8,7 1,0 48,5 0,3
Nederland 2e halfjaar 2023 11,7 8,9 0,9 48,9 0,3
Nederland 2023 13,9 8,3 1,1 48,4 0,3
Noord-Nederland (LD) 1e halfjaar 2023 12,4 11,2 1,2 51,6 0,3
Noord-Nederland (LD) 2e halfjaar 2023 12,3 11,4 1,2 51,9 0,3
Noord-Nederland (LD) 2023 14,5 10,8 1,3 52,3 0,4
Oost-Nederland (LD) 1e halfjaar 2023 11,5 10,1 1,1 50,3 0,3
Oost-Nederland (LD) 2e halfjaar 2023 11,7 9,9 1,1 50,7 0,3
Oost-Nederland (LD) 2023 13,7 9,4 1,2 50,2 0,3
West-Nederland (LD) 1e halfjaar 2023 11,5 7,8 0,9 47,9 0,3
West-Nederland (LD) 2e halfjaar 2023 11,5 8,1 0,8 48,6 0,3
West-Nederland (LD) 2023 13,7 7,5 1,0 47,8 0,4
Zuid-Nederland (LD) 1e halfjaar 2023 11,9 8,3 1,0 45,4 0,2
Zuid-Nederland (LD) 2e halfjaar 2023 12,1 8,3 0,9 45,6 0,2
Zuid-Nederland (LD) 2023 14,3 7,8 1,1 45,0 0,3
Groningen (PV) 1e halfjaar 2023 13,3 11,7 1,2 54,1 0,3
Groningen (PV) 2e halfjaar 2023 13,3 11,8 1,2 53,0 0,3
Groningen (PV) 2023 15,5 11,3 1,4 54,8 0,4
Fryslân (PV) 1e halfjaar 2023 12,0 10,9 1,4 47,9 0,3
Fryslân (PV) 2e halfjaar 2023 11,8 11,2 1,3 48,3 0,3
Fryslân (PV) 2023 14,1 10,4 1,5 48,3 0,3
Drenthe (PV) 1e halfjaar 2023 12,0 10,9 1,0 55,6 0,3
Drenthe (PV) 2e halfjaar 2023 11,8 11,3 1,0 57,2 0,3
Drenthe (PV) 2023 14,0 10,8 1,1 56,6 0,4
Overijssel (PV) 1e halfjaar 2023 10,7 12,7 1,2 55,9 0,3
Overijssel (PV) 2e halfjaar 2023 10,8 12,4 1,2 55,4 0,3
Overijssel (PV) 2023 12,5 11,9 1,3 56,0 0,3
Flevoland (PV) 1e halfjaar 2023 10,3 10,0 1,2 45,2 0,4
Flevoland (PV) 2e halfjaar 2023 10,5 9,9 1,2 45,2 0,4
Flevoland (PV) 2023 12,5 9,1 1,4 44,5 0,5
Gelderland (PV) 1e halfjaar 2023 12,3 8,7 1,0 47,9 0,2
Gelderland (PV) 2e halfjaar 2023 12,6 8,7 1,0 49,0 0,2
Gelderland (PV) 2023 14,6 8,3 1,1 48,0 0,3
Utrecht (PV) 1e halfjaar 2023 12,1 6,1 0,8 44,8 0,2
Utrecht (PV) 2e halfjaar 2023 12,0 6,4 0,8 45,0 0,2
Utrecht (PV) 2023 14,3 5,8 0,9 43,8 0,2
Noord-Holland (PV) 1e halfjaar 2023 11,5 7,4 0,7 48,4 0,3
Noord-Holland (PV) 2e halfjaar 2023 11,5 7,9 0,7 49,2 0,3
Noord-Holland (PV) 2023 13,6 7,1 0,8 48,1 0,3
Zuid-Holland (PV) 1e halfjaar 2023 11,1 8,5 0,9 48,8 0,4
Zuid-Holland (PV) 2e halfjaar 2023 11,1 8,8 0,9 49,8 0,4
Zuid-Holland (PV) 2023 13,2 8,2 1,1 48,9 0,4
Zeeland (PV) 1e halfjaar 2023 13,7 9,6 1,2 46,9 0,3
Zeeland (PV) 2e halfjaar 2023 13,7 9,9 1,3 46,7 0,3
Zeeland (PV) 2023 16,1 9,4 1,4 47,1 0,3
Noord-Brabant (PV) 1e halfjaar 2023 11,4 7,4 0,9 43,6 0,2
Noord-Brabant (PV) 2e halfjaar 2023 11,7 7,3 0,8 43,7 0,2
Noord-Brabant (PV) 2023 13,9 6,9 1,0 42,8 0,3
Limburg (PV) 1e halfjaar 2023 13,1 10,6 1,3 48,7 0,3
Limburg (PV) 2e halfjaar 2023 13,2 10,7 1,3 49,0 0,3
Limburg (PV) 2023 15,5 10,1 1,4 48,8 0,4
Aa en Hunze 1e halfjaar 2023 12,1 11,9 1,1 45,7 .
Aa en Hunze 2e halfjaar 2023 11,5 12,7 0,9 53,8 .
Aa en Hunze 2023 13,9 11,7 1,0 51,1 .
Aalsmeer 1e halfjaar 2023 12,6 4,8 0,5 57,6 0,2
Aalsmeer 2e halfjaar 2023 13,0 4,9 0,7 46,7 0,2
Aalsmeer 2023 15,3 4,3 0,7 47,8 0,2
Aalten 1e halfjaar 2023 10,9 11,4 0,8 58,5 .
Aalten 2e halfjaar 2023 11,1 9,9 0,7 58,8 .
Aalten 2023 13,0 9,5 0,8 59,0 .
Achtkarspelen 1e halfjaar 2023 10,9 11,3 1,0 63,8 .
Achtkarspelen 2e halfjaar 2023 11,1 12,8 1,0 76,7 .
Achtkarspelen 2023 13,0 11,6 1,1 70,3 .
Alblasserdam 1e halfjaar 2023 12,2 6,9 0,8 44,7 .
Alblasserdam 2e halfjaar 2023 11,5 7,3 0,9 48,7 .
Alblasserdam 2023 14,2 6,8 1,0 48,9 .
Albrandswaard 1e halfjaar 2023 8,9 6,4 0,4 44,0 .
Albrandswaard 2e halfjaar 2023 8,8 5,7 0,4 40,9 0,2
Albrandswaard 2023 10,5 5,6 0,5 46,2 0,2
Alkmaar 1e halfjaar 2023 13,9 8,0 1,2 45,3 0,3
Alkmaar 2e halfjaar 2023 13,9 8,1 1,2 42,9 0,3
Alkmaar 2023 16,3 7,6 1,3 42,9 0,3
Almelo 1e halfjaar 2023 13,1 17,7 2,0 59,1 0,5
Almelo 2e halfjaar 2023 13,6 17,0 1,8 62,2 0,4
Almelo 2023 15,3 16,4 2,1 59,8 0,5
Almere 1e halfjaar 2023 11,3 8,2 1,2 40,6 0,5
Almere 2e halfjaar 2023 11,6 8,1 1,2 41,0 0,5
Almere 2023 13,7 7,5 1,4 40,8 0,6
Alphen aan den Rijn 1e halfjaar 2023 11,8 8,5 0,9 54,1 0,2
Alphen aan den Rijn 2e halfjaar 2023 11,8 9,2 0,9 58,2 0,2
Alphen aan den Rijn 2023 13,8 8,5 1,0 57,2 0,3
Alphen-Chaam 1e halfjaar 2023 10,2 . . . .
Alphen-Chaam 2e halfjaar 2023 9,8 4,4 . . .
Alphen-Chaam 2023 12,0 3,6 . . .
Altena 1e halfjaar 2023 10,5 7,3 0,8 51,6 .
Altena 2e halfjaar 2023 10,2 7,5 0,7 48,7 0,1
Altena 2023 12,6 6,8 0,8 45,8 0,1
Ameland 1e halfjaar 2023 5,6 . . . .
Ameland 2e halfjaar 2023 4,5 . . . .
Ameland 2023 6,9 . . . .
Amersfoort 1e halfjaar 2023 13,3 6,2 0,9 50,3 0,2
Amersfoort 2e halfjaar 2023 13,5 6,5 0,8 48,9 0,2
Amersfoort 2023 15,8 6,0 0,9 48,7 0,3
Amstelveen 1e halfjaar 2023 9,4 4,2 0,5 34,0 0,2
Amstelveen 2e halfjaar 2023 9,6 3,8 0,5 30,0 0,2
Amstelveen 2023 11,4 3,6 0,5 30,5 0,2
Amsterdam 1e halfjaar 2023 11,8 7,8 0,7 54,1 0,4
Amsterdam 2e halfjaar 2023 11,8 8,2 0,6 55,3 0,4
Amsterdam 2023 14,2 7,3 0,7 53,1 0,5
Apeldoorn 1e halfjaar 2023 13,1 9,0 1,4 43,7 0,2
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel beschrijft een aantal indicatoren over jeugdzorggebruik per gemeente volgens het woonplaatsbeginsel Jeugd. Door clustering van de gemeenten naar inwonersaantal kunnen gemeenten van dezelfde omvang met elkaar worden vergeleken.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2015
Deze tabel bevat de cijfers vanaf 2021. De cijfers over 2015-2020 staan vanwege een trendbreuk in een aparte tabel die te vinden is via de link 'Tabellen Jeugdzorg' in paragraaf 3.

In paragraaf 4 staat meer informatie over zaken die invloed hebben op de vergelijkbaarheid in de tijd van de cijfers in deze tabel.

Status van de cijfers:
De cijfers over het eerste halfjaar van 2024 zijn voorlopig. De overige cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 31 oktober 2024:
- De voorlopige cijfers over het eerste halfjaar van 2024 zijn toegevoegd.
- De (nader) voorlopige cijfers over 2023 zijn vervangen door definitieve cijfers.
- De eerder gepubliceerde definitieve uitkomsten over 2021 en 2022 zijn bijgesteld. Hier zijn twee redenen voor.
Enerzijds zijn er twee fouten ontdekt en hersteld in de verwerking van de aangeleverde gegevens:
In gevallen waarbij er meerdere trajecten in de verslagperiode waren gestart bij dezelfde jongere, werden sommige trajecten ten onrechte niet als herhaald beroep aangemerkt bij zowel jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering.
Een relatief groot aantal trajecten jeugdhulp die hoogstwaarschijnlijk wel beëindigd waren, waren ten onrechte niet meegeteld in het aantal beëindigde trajecten jeugdhulp. Dit betrof trajecten die zonder einddatum zijn aangeleverd bij het CBS, maar een half jaar later toch niet meer voorkwamen in de erop volgende levering aan het CBS.
Anderzijds zijn er enkele verbeteringen doorgevoerd in de verwerking van de aangeleverde gegevens:
De duur van jeugdhulptrajecten (zowel de gemiddelde duur als de duur in categorieën), wordt voortaan alleen berekend op basis van de trajecten die mét een einddatum zijn aangeleverd. De trajecten die zónder einddatum zijn aangeleverd, maar vermoedelijk toch zijn beëindigd omdat ze een half jaar later niet meer voorkomen in de erop volgende levering, worden niet langer meegeteld bij berekeningen van duur van trajecten. Immers, er is alleen bekend dát het traject vermoedelijk is beëindigd, maar de exacte einddatum is niet bekend.
Bij het samenvoegen van jeugdhulptrajecten van dezelfde jongere, bij dezelfde jeugdhulpaanbieder en met dezelfde hulpvorm worden wat meer trajecten samengevoegd dan voorheen. Voorheen werden trajecten samengevoegd als ze overlappen in de tijd of als er maximaal 1 dag tussen einddatum van het ene traject en begindatum van het andere traject zat. De grens van maximaal 1 dag is vergroot tot maximaal 30 dagen.
Daarnaast zijn in diverse stappen van de verwerking nog kleine verbeteringen doorgevoerd, die leiden tot beperkte wijzigingen in het aantal unieke jongeren met jeugdhulp.
Deze correcties en verbeteringen zijn niet doorgevoerd voor oudere jaren (2015 t/m 2020), vanwege de al bestaande trendbreuk in de cijfers tussen 2020 en 2021.
- In de regionale indeling van deze tabel waren per abuis ook de Corop-regio's opgenomen, terwijl de cijfers in de tabel niet beschikbaar zijn voor Corop-regio's. De Corop-regio's zijn nu verwijderd uit de regionale indeling van de tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De voorlopige cijfers over het tweede halfjaar van 2024 worden eind april 2025 gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Jongeren met jeugdhulp in natura
in % van alle jongeren tot 18 jaar, per 1 januari

Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet, en in natura door de zorgaanbieder is geleverd. PGB gefinancierde hulp en zorg valt hier dus buiten. Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders. De hulp is bedoeld voor kinderen en jongeren tot 18 jaar en kan verlengd worden tot 23 jaar. Als de jongere overnacht bij de jeugdhulpinstelling, het pleeggezin of het gezinshuis, is er sprake van jeugdhulp met verblijf.

Zorg in Natura wordt direct vergoed aan de zorgverlener zonder tussenkomst van de zorggebruiker. In het kader van de jeugdzorg betekent dit dat de hulp rechtstreeks door de gemeente wordt vergoed.

Persoonsgebonden budget (PGB) is een geldbedrag waarmee de zorggebruiker zelf zorg, begeleiding, hulp, hulpmiddelen of voorzieningen in kan kopen. Deze wordt verstrekt via de Sociale verzekeringsbank (SVB) maar is ook afkomstig van de gemeente.
Jongeren met jeugdh. met verbl. in nat.
in % van alle jongeren met jeugdhulp tot 18 jaar, per 1 januari

Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet. Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders.

De jongere verblijft in een pleeggezin, gezinshuis, leef- of behandelgroep, gesloten afdeling, GGZ-instelling of soortgelijke locaties waar jeugdhulp geleverd wordt. Of anders gezegd, de jongere slaapt formeel niet thuis in het eigen gezin. Dit betekent dat het hier alleen om de verblijfsvormen gaat waarbij er sprake is van een overnachting. Ook verblijf in logeerhuizen, alleen tijdens weekenden of juist door de week, vallen onder jeugdhulp met verblijf.
Jongeren met jeugdbescherming
in % van alle jongeren tot 18 jaar, per 1 januari

Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt door de rechter dwingend opgelegd. Het doel van de jeugdbeschermingsmaatregel is het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of 'onder voogdij geplaatst'.
Jeugdbesch. en jeugdh. met verbl. in nat
in % van alle jongeren met jeugdbescherming tot 18 jaar

Jongeren met zowel jeugdbescherming als jeugdhulp met verblijf.

Jeugdbescherming:
Een jeugdbeschermingsmaatregel wordt door de rechter dwingend opgelegd. Het doel van de jeugdbeschermingsmaatregel is het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of 'onder voogdij geplaatst'.

Jeugdhulp met verblijf:
Hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet. Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders.

De jongere verblijft in een pleeggezin, gezinshuis, leef- of behandelgroep, gesloten afdeling, GGZ-instelling of soortgelijke locaties waar jeugdhulp geleverd wordt. Of anders gezegd, de jongere slaapt formeel niet thuis in het eigen gezin. Dit betekent dat het hier alleen om de verblijfsvormen gaat waarbij er sprake is van een overnachting. Ook verblijf in logeerhuizen, alleen tijdens weekenden of juist door de week, vallen onder jeugdhulp met verblijf.
Jongeren met jeugdreclassering
in % van alle jongeren in de leeftijd van 12 tot 23 jaar, per 1 januari

Jeugdreclassering is een combinatie van toezicht en begeleiding voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie of leerplichtambtenaar in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Bij jongvolwassenen in de leeftijd van 18 tot en met 22 jaar kan ook het jeugdstrafrecht toegepast worden op grond van het adolescentenstrafrecht, indien het ontwikkelingsniveau van de dader daartoe aanleiding geeft. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of het openbaar ministerie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart.