Inkomen van huishoudens; huishoudenskenmerken, regio (indeling 2021)

Inkomen van huishoudens; huishoudenskenmerken, regio (indeling 2021)

Populatie Kenmerken van huishoudens Regio's Perioden Particuliere huishoudens (x 1 000) Particuliere huishoudens relatief (%) Inkomen Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Inkomen Mediaan gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Inkomen Gemiddeld besteedbaar inkomen (1 000 euro) Inkomen Mediaan besteedbaar inkomen (1 000 euro)
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Nederland 2020* 7.892,4 100 32,4 28,6 46,8 38,0
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Noord-Nederland (LD) 2020* 798,9 100 29,2 26,8 41,8 35,2
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Oost-Nederland (LD) 2020* 1.601,4 100 31,6 28,5 46,5 39,0
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens West-Nederland (LD) 2020* 3.824,3 100 33,5 29,1 48,1 38,0
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Zuid-Nederland (LD) 2020* 1.667,9 100 32,2 28,7 46,7 38,4
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Groningen (PV) 2020* 287,8 100 27,4 25,1 38,2 31,9
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Fryslân (PV) 2020* 292,6 100 29,7 27,1 42,9 36,1
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Drenthe (PV) 2020* 218,5 100 30,9 28,3 44,9 38,5
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Overijssel (PV) 2020* 503,8 100 30,9 28,0 45,6 38,3
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Flevoland (PV) 2020* 175,4 100 31,5 29,0 47,0 41,2
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Gelderland (PV) 2020* 922,2 100 32,0 28,7 46,8 39,0
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Utrecht (PV) 2020* 603,9 100 34,9 30,7 51,0 41,3
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Noord-Holland (PV) 2020* 1.354,8 100 34,4 29,1 48,9 37,7
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Zuid-Holland (PV) 2020* 1.691,2 100 32,5 28,5 46,8 37,3
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Zeeland (PV) 2020* 174,4 100 31,6 28,6 45,4 38,2
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Noord-Brabant (PV) 2020* 1.146,8 100 33,0 29,3 48,1 39,6
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Limburg (PV) 2020* 521,1 100 30,5 27,5 43,4 36,0
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Oost-Groningen (CR) 2020* 61,9 100 27,9 25,5 39,9 34,0
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Delfzijl en omgeving (CR) 2020* 21,3 100 28,3 26,0 39,9 34,1
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Overig Groningen (CR) 2020* 204,6 100 27,2 24,9 37,6 30,7
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Noord-Friesland (CR) 2020* 147,7 100 28,6 26,4 41,0 34,6
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Zuidwest-Friesland (CR) 2020* 62,0 100 31,2 28,2 45,6 38,4
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Zuidoost-Friesland (CR) 2020* 82,9 100 30,5 27,5 44,3 37,2
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Noord-Drenthe (CR) 2020* 85,0 100 32,1 29,5 46,6 40,5
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Zuidoost-Drenthe (CR) 2020* 75,1 100 29,5 26,9 42,9 36,5
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Zuidwest-Drenthe (CR) 2020* 58,4 100 31,0 28,2 45,2 38,4
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Noord-Overijssel (CR) 2020* 159,1 100 31,5 28,7 46,7 40,1
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Zuidwest-Overijssel (CR) 2020* 69,4 100 31,2 28,5 45,4 38,7
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Twente (CR) 2020* 275,4 100 30,5 27,4 45,1 37,2
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Veluwe (CR) 2020* 293,7 100 32,9 29,4 49,0 41,2
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Achterhoek (CR) 2020* 175,1 100 32,4 28,9 47,5 39,9
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Arnhem/Nijmegen (CR) 2020* 351,2 100 30,5 27,5 43,4 35,6
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Zuidwest-Gelderland (CR) 2020* 102,2 100 34,0 30,1 51,4 43,3
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Utrecht (CR) 2020* 603,9 100 34,9 30,7 51,0 41,3
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Kop van Noord-Holland (CR) 2020* 166,9 100 32,4 29,2 47,5 39,5
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Alkmaar en omgeving (CR) 2020* 111,8 100 34,1 30,4 49,4 41,0
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens IJmond (CR) 2020* 88,6 100 33,6 30,6 49,0 41,5
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Agglomeratie Haarlem (CR) 2020* 107,5 100 37,7 31,0 54,3 40,0
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Zaanstreek (CR) 2020* 76,9 100 31,1 28,5 45,3 38,2
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Groot-Amsterdam (CR) 2020* 687,2 100 34,0 28,0 47,1 35,1
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2020* 116,0 100 39,8 31,5 58,3 41,7
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2020* 196,7 100 34,3 30,2 49,8 40,1
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2020* 410,1 100 32,7 28,0 46,4 35,8
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Delft en Westland (CR) 2020* 109,0 100 31,9 28,0 46,4 36,1
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Oost-Zuid-Holland (CR) 2020* 143,8 100 34,6 30,8 51,0 43,1
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Groot-Rijnmond (CR) 2020* 671,6 100 31,4 27,6 44,9 35,8
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2020* 160,0 100 32,8 29,2 48,5 40,0
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2020* 49,2 100 31,0 28,4 44,1 37,2
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Overig Zeeland (CR) 2020* 125,2 100 31,8 28,7 45,9 38,6
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens West-Noord-Brabant (CR) 2020* 286,3 100 32,5 29,1 47,2 39,2
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Midden-Noord-Brabant (CR) 2020* 220,9 100 31,6 28,4 46,0 38,0
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2020* 286,1 100 34,3 30,1 50,7 41,6
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2020* 353,5 100 33,1 29,3 48,1 39,2
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Noord-Limburg (CR) 2020* 124,7 100 31,4 28,5 46,0 39,0
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Midden-Limburg (CR) 2020* 107,4 100 32,2 28,9 46,6 38,8
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Zuid-Limburg (CR) 2020* 288,9 100 29,4 26,5 41,2 33,9
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Flevoland (CR) 2020* 175,4 100 31,5 29,0 47,0 41,2
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Aa en Hunze 2020* 11,1 100 33,6 30,7 49,3 43,3
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Aalsmeer 2020* 13,1 100 39,5 32,5 59,7 47,5
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Aalten 2020* 11,5 100 31,2 28,6 46,3 40,3
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Achtkarspelen 2020* 11,7 100 28,3 26,2 42,2 36,7
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Alblasserdam 2020* 8,2 100 31,8 28,7 48,3 41,0
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Albrandswaard 2020* 10,5 100 38,2 34,3 58,1 50,1
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Alkmaar 2020* 51,9 100 31,7 29,0 44,7 37,7
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Almelo 2020* 32,6 100 28,7 25,7 41,6 34,5
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Almere 2020* 88,6 100 31,8 29,5 47,2 41,6
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Alphen aan den Rijn 2020* 48,5 100 34,6 31,1 50,8 43,4
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Alphen-Chaam 2020* 4,2 100 37,4 32,5 56,9 47,3
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Altena 2020* 22,3 100 34,1 30,3 52,4 44,8
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Ameland 2020* 1,7 100 . 27,2 . 37,2
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Amersfoort 2020* 69,0 100 34,3 31,0 50,1 42,3
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Amstelveen 2020* 42,3 100 37,2 30,3 54,2 39,1
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Amsterdam 2020* 461,1 100 33,2 26,1 44,2 31,5
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Apeldoorn 2020* 73,0 100 32,3 29,2 46,8 39,4
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Arnhem 2020* 80,0 100 28,4 25,4 39,2 31,4
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Assen 2020* 31,2 100 29,9 27,9 42,3 36,7
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Asten 2020* 7,1 100 33,4 29,5 50,2 41,4
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Baarle-Nassau 2020* 3,1 100 33,2 29,0 48,8 38,6
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Baarn 2020* 11,1 100 38,3 31,5 55,5 41,6
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Barendrecht 2020* 19,2 100 37,4 33,9 57,7 50,4
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Barneveld 2020* 22,3 100 34,6 30,3 54,2 45,4
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Beek (L.) 2020* 7,3 100 32,6 29,8 47,1 40,0
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Beekdaelen 2020* 16,1 100 32,8 29,7 47,8 40,9
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Beemster 2020* 4,0 100 38,9 34,1 59,7 49,7
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Beesel 2020* 5,9 100 30,8 28,2 45,5 39,3
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Berg en Dal 2020* 15,7 100 32,1 28,7 46,7 38,6
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Bergeijk 2020* 7,8 100 36,0 31,6 54,5 45,1
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Bergen (L.) 2020* 5,6 100 31,8 29,0 47,3 41,2
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Bergen (NH.) 2020* 13,8 100 42,5 32,3 61,0 42,9
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Bergen op Zoom 2020* 30,3 100 31,3 28,5 45,2 38,1
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Berkelland 2020* 18,8 100 31,7 29,1 47,1 40,9
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Bernheze 2020* 12,6 100 35,8 31,3 55,2 45,9
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Best 2020* 12,8 100 36,2 31,8 54,1 45,7
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Beuningen 2020* 11,2 100 34,4 31,0 51,4 44,0
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Beverwijk 2020* 19,0 100 31,0 28,9 44,4 37,9
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens De Bilt 2020* 19,1 100 40,8 32,9 60,5 44,0
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Bladel 2020* 8,6 100 34,9 31,2 52,3 44,3
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Blaricum 2020* 4,9 100 61,7 35,8 93,1 50,5
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Bloemendaal 2020* 9,7 100 58,7 38,7 91,2 55,2
Particuliere huishoudens incl. studenten Particuliere huishoudens Bodegraven-Reeuwijk 2020* 14,3 100 38,1 32,5 57,4 47,5
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het inkomen van huishoudens, uitgesplitst naar regio en diverse achtergrondkenmerken van het huishouden en van de hoofdkostwinner. De populatie bestaat uit alle particuliere huishoudens met bekend inkomen, waarbij studentenhuishoudens naar keuze kunnen worden uitgesloten. Peildatum voor de populatie is 1 januari van het verslagjaar, en peildatum voor de gemeentelijke indeling is 1 januari 2021.

Gegevens beschikbaar van 2011 tot en met 2020.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel voor 2011 t/m 2019 zijn definitief. De cijfers voor 2020 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 15 november 2022:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Inkomen van huishoudens; huishoudenskenmerken, regio (indeling 2022). Zie paragaaf 3.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.
Particuliere huishoudens relatief
Het percentage van de huishoudens met het geselecteerde kenmerk. De percentages tellen op tot 100% per regio.
Inkomen
Het inkomen van particuliere huishoudens.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze is het welvaartsniveau van verschillende typen huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gestandaardiseerd inkomen is een maat voor de welvaart van (de leden van) een huishouden.
Mediaan gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze is het welvaartsniveau van verschillende typen huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gestandaardiseerd inkomen is een maat voor de welvaart van (de leden van) een huishouden. Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste bedrag wanneer de inkomens van alle huishoudens van laag naar hoog worden gerangschikt.
Gemiddeld besteedbaar inkomen
Het besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies inkomensverzekeringen, premies ziektekostenverzekeringen en belastingen op inkomen en vermogen.
Mediaan besteedbaar inkomen
Het besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies inkomensverzekeringen, premies ziektekostenverzekeringen en belastingen op inkomen en vermogen. Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste bedrag wanneer de inkomens van alle huishoudens van laag naar hoog worden gerangschikt.