Research en development; uitgaven en financiering per sector van uitvoering
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens over de uitgaven aan en financiering van Research en Development (R&D) activiteiten die worden uitgevoerd met eigen en/of ingeleend personeel. Daarnaast zijn er cijfers beschikbaar over uitgaven aan R&D activiteiten die worden uitbesteed aan het buitenland.
De cijfers worden gegeven voor de volgende sectoren:
- bedrijven
- instellingen
- hoger onderwijsinstellingen.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2013.
Status van de cijfers:
De gegevens over 2013-2021 zijn definitief en de gegevens over 2022 zijn nader voorlopig.
Wijzigingen per 30 augustus 2024:
De cijfers over 2020 en 2021 zijn bijgesteld en zijn nu definitief. Daarnaast zijn de nader voorlopige cijfers over 2022 toegevoegd.
Met ingang van statistiekjaar 2022 wordt bij deze statistiek gebruik gemaakt van een nieuw steekproefontwerp en een nieuwe wegingsmethode. Hierdoor zijn de gepubliceerde gegevens nauwkeuriger, alleen heeft deze verandering wel tot gevolg dat de cijfers over het aantal R&D ondernemingen pas in 2025 kunnen worden gepubliceerd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het vierde kwartaal van 2024 worden voorlopige cijfers over 2023 gepubliceerd.
Toelichting onderwerpen
- Uitgaven voor eigen R&D activiteiten
- Totaal
- De totale uitgaven voor eigen R&D activiteiten, uitgedrukt in miljoenen euro's.
- Financieringsbron
- Bedrijven
- De feitelijke transactor in het productieproces gekenmerkt door zelfstandigheid ten aanzien van de beslissingen over dat proces en door het aanbieden van zijn producten aan derden.
Uit deze definitie en met name uit het element zelfstandigheid volgt dat een bedrijf meer dan één vestiging kan omvatten, maar ook meer dan één juridische eenheid. Dit is het geval wanneer de afzonderlijke vestigingen of juridische eenheden niet zelfstandig opereren. Andersom komt het voor dat binnen een juridische eenheid verschillende onderdelen te onderscheiden zijn die wat betreft de productie zelfstandig opereren. Deze vormen dan op grond van de definitie evenzoveel bedrijven. Dit laatste doet zich vooral voor bij grotere concerns met uiteenlopende activiteiten. Wanneer een aldus gedefinieerde eenheid zich uitstrekt over verschillende landen wordt omwille van de nationale statistiek het Nederlandse deel als een geheel bedrijf beschouwd.
In de officiële CBS-terminologie wordt het bedrijf zoals hier gedefinieerd bedrijfseenheid (BE) genoemd, zodat geen verwarring kan ontstaan met de term bedrijf uit het - in dit opzicht weinig precieze - spraakgebruik.
De statistische eenheid bedrijf is een benadering van de kind-of-activity unit, zoals gedefinieerd door Eurostat. Deze definitie combineert twee eisen die strijdig kunnen zijn: bijdragen aan één activiteit versus het overeenkomen met één of meer operationele eenheden. Nederland geeft bij het operationaliseren naar de statistische eenheid bedrijf prioriteit aan de tweede eis.
- Overheid
- De financiering van R&D door de overheid bestaat uit de volgende componenten:
- middelen verkregen van de publieke researchinstellingen;
- middelen verkregen van het Rijk en lagere overheden bijvoorbeeld in het kader van contractonderzoek;
- middelen verkregen van de Nederlandse raad voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) (bijvoorbeeld tweede geldstroomonderzoek Hoger onderwijs);
- lumpsum financiering van de overheid (bijvoorbeeld rijksbijdrage van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan het Hoger onderwijs).
- Hoger onderwijsinstellingen
- Het onderwijs zoals opgenomen in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW).
Het hoger onderwijs omvat het hoger beroepsonderwijs (hbo) en het wetenschappelijk onderwijs (wo).
- Private non-profit organisaties
- De financiering van R&D door private non-profit organisaties bestaat uit middelen verkregen van organisaties in de private sector zonder winstoogmerk. Overwegend charitatieve instellingen, gevestigd in Nederland, die fondsen werven en voornamelijk optreden als financier van onderzoek. Inclusief schenkingen en legaten.
- Buitenland
- Totaal buitenland
- In het buitenland gevestigde bedrijven, internationale organisaties, researchinstellingen, hoger onderwijsinstellingen en andere organisaties. Dit kunnen ook in het buitenland gevestigde dochterondernemingen van een multinational zijn. De Europese Unie wordt ook tot het buitenland gerekend.
- Bedrijven buitenland
- In het buitenland gevestigde bedrijven. Dit kunnen ook in het buitenland gevestigde dochterondernemingen van een multinational zijn.
- Overige buitenland
- In het buitenland gevestigde internationale organisaties, publieke researchinstellingen, hoger onderwijsinstellingen en andere organisaties. De Europese Unie wordt ook tot de categorie overige buitenland gerekend.
- Kostensoort
- Lopende kosten
- Dit zijn loonkosten inclusief pensioenbijdragen, sociale premies en eventuele extra uitkeringen. Daarnaast zijn dit kosten voor klein gereedschap, huurkosten, onderhoud laboratoria, wetenschappelijke literatuur, huur computertijd, verzekeringen, energie, water en eventuele reiskosten.
- R&D investeringen
- Investeringen in gebouwen, laboratoria, grond, apparatuur en andere vaste activa voor R&D.