Gezonde levensverwachting; geslacht, leeftijd en onderwijsniveau

Gezonde levensverwachting; geslacht, leeftijd en onderwijsniveau

Geslacht Leeftijd (op 31 december) Onderwijsniveau Marges Perioden Levensverwachting (jaren) Gezonde levensverwachting LV in als goed ervaren gezondheid (jaren) Gezonde levensverwachting LV zonder lichamelijke beperkingen (jaren) Gezonde levensverwachting LV zonder psychische klachten (MHI-5) (jaren) Gezonde levensverwachting LV zonder GALI-beperkingen (jaren)
Totaal mannen en vrouwen 0 jaar Laag onderwijsniveau Waarde 2019/2022 79,0 56,6 65,5 66,6 51,9
Totaal mannen en vrouwen 0 jaar Laag onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 78,8 55,8 . 65,8 .
Totaal mannen en vrouwen 0 jaar Laag onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 79,2 57,5 . 67,4 .
Totaal mannen en vrouwen 0 jaar Middelbaar onderwijsniveau Waarde 2019/2022 81,8 65,0 73,5 72,8 57,7
Totaal mannen en vrouwen 0 jaar Middelbaar onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 81,7 64,4 . 72,2 .
Totaal mannen en vrouwen 0 jaar Middelbaar onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 81,9 65,6 . 73,4 .
Totaal mannen en vrouwen 0 jaar Hoog onderwijsniveau Waarde 2019/2022 83,8 70,3 77,7 74,2 63,2
Totaal mannen en vrouwen 0 jaar Hoog onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 83,7 69,7 . 73,7 .
Totaal mannen en vrouwen 0 jaar Hoog onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 83,8 70,9 . 74,8 .
Totaal mannen en vrouwen 1 jaar Laag onderwijsniveau Waarde 2019/2022 79,0 56,5 65,3 66,5 51,7
Totaal mannen en vrouwen 1 jaar Laag onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 78,9 55,6 . 65,7 .
Totaal mannen en vrouwen 1 jaar Laag onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 79,1 57,4 . 67,3 .
Totaal mannen en vrouwen 1 jaar Middelbaar onderwijsniveau Waarde 2019/2022 81,6 64,7 73,2 72,6 57,4
Totaal mannen en vrouwen 1 jaar Middelbaar onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 81,5 64,2 . 72,0 .
Totaal mannen en vrouwen 1 jaar Middelbaar onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 81,6 65,3 . 73,2 .
Totaal mannen en vrouwen 1 jaar Hoog onderwijsniveau Waarde 2019/2022 83,5 70,0 77,4 74,0 62,8
Totaal mannen en vrouwen 1 jaar Hoog onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 83,4 69,4 . 73,4 .
Totaal mannen en vrouwen 1 jaar Hoog onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 83,5 70,6 . 74,6 .
Totaal mannen en vrouwen 5 jaar Laag onderwijsniveau Waarde 2019/2022 75,1 52,8 61,4 62,8 47,9
Totaal mannen en vrouwen 5 jaar Laag onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 75,1 51,9 . 62,1 47,0
Totaal mannen en vrouwen 5 jaar Laag onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 75,2 53,6 . 63,6 48,8
Totaal mannen en vrouwen 5 jaar Middelbaar onderwijsniveau Waarde 2019/2022 77,7 61,0 69,3 68,8 53,6
Totaal mannen en vrouwen 5 jaar Middelbaar onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 77,6 60,4 . 68,2 53,0
Totaal mannen en vrouwen 5 jaar Middelbaar onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 77,7 61,5 . 69,4 54,2
Totaal mannen en vrouwen 5 jaar Hoog onderwijsniveau Waarde 2019/2022 79,5 66,2 73,4 70,6 59,0
Totaal mannen en vrouwen 5 jaar Hoog onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 79,5 65,6 . 70,1 58,3
Totaal mannen en vrouwen 5 jaar Hoog onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 79,6 66,8 . 71,1 59,6
Totaal mannen en vrouwen 10 jaar Laag onderwijsniveau Waarde 2019/2022 70,2 48,0 56,5 58,2 43,4
Totaal mannen en vrouwen 10 jaar Laag onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 70,1 47,2 . 57,4 42,5
Totaal mannen en vrouwen 10 jaar Laag onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 70,2 48,9 . 58,9 44,3
Totaal mannen en vrouwen 10 jaar Middelbaar onderwijsniveau Waarde 2019/2022 72,7 56,2 64,3 64,0 49,0
Totaal mannen en vrouwen 10 jaar Middelbaar onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 72,6 55,6 . 63,5 48,4
Totaal mannen en vrouwen 10 jaar Middelbaar onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 72,7 56,7 . 64,5 49,6
Totaal mannen en vrouwen 10 jaar Hoog onderwijsniveau Waarde 2019/2022 74,6 61,3 68,5 66,3 54,3
Totaal mannen en vrouwen 10 jaar Hoog onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 74,5 60,7 . 65,8 53,6
Totaal mannen en vrouwen 10 jaar Hoog onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 74,6 61,9 . 66,8 54,9
Totaal mannen en vrouwen 15 jaar Laag onderwijsniveau Waarde 2019/2022 65,2 43,3 51,6 53,5 38,9
Totaal mannen en vrouwen 15 jaar Laag onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 65,1 42,5 50,9 52,7 38,0
Totaal mannen en vrouwen 15 jaar Laag onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 65,2 44,2 52,3 54,2 39,8
Totaal mannen en vrouwen 15 jaar Middelbaar onderwijsniveau Waarde 2019/2022 67,7 51,4 59,4 59,3 44,6
Totaal mannen en vrouwen 15 jaar Middelbaar onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 67,7 50,8 58,9 58,8 44,0
Totaal mannen en vrouwen 15 jaar Middelbaar onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 67,8 51,9 59,8 59,7 45,2
Totaal mannen en vrouwen 15 jaar Hoog onderwijsniveau Waarde 2019/2022 69,6 56,5 63,5 62,1 49,7
Totaal mannen en vrouwen 15 jaar Hoog onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 69,5 55,9 63,0 61,6 49,1
Totaal mannen en vrouwen 15 jaar Hoog onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 69,7 57,1 64,0 62,5 50,4
Totaal mannen en vrouwen 20 jaar Laag onderwijsniveau Waarde 2019/2022 60,3 39,0 47,0 49,0 34,8
Totaal mannen en vrouwen 20 jaar Laag onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 60,2 38,2 46,3 48,2 33,9
Totaal mannen en vrouwen 20 jaar Laag onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 60,3 39,9 47,6 49,8 35,7
Totaal mannen en vrouwen 20 jaar Middelbaar onderwijsniveau Waarde 2019/2022 62,8 47,0 54,6 55,1 40,4
Totaal mannen en vrouwen 20 jaar Middelbaar onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 62,7 46,5 54,1 54,7 39,8
Totaal mannen en vrouwen 20 jaar Middelbaar onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 62,8 47,6 55,0 55,6 40,9
Totaal mannen en vrouwen 20 jaar Hoog onderwijsniveau Waarde 2019/2022 64,7 52,0 58,6 57,8 45,3
Totaal mannen en vrouwen 20 jaar Hoog onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 64,6 51,4 58,1 57,4 44,7
Totaal mannen en vrouwen 20 jaar Hoog onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 64,7 52,6 59,1 58,2 45,9
Totaal mannen en vrouwen 25 jaar Laag onderwijsniveau Waarde 2019/2022 55,5 35,2 42,8 45,1 31,2
Totaal mannen en vrouwen 25 jaar Laag onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 55,4 34,5 42,2 44,4 30,4
Totaal mannen en vrouwen 25 jaar Laag onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 55,5 36,0 43,3 45,8 32,0
Totaal mannen en vrouwen 25 jaar Middelbaar onderwijsniveau Waarde 2019/2022 57,9 43,0 49,8 51,1 36,3
Totaal mannen en vrouwen 25 jaar Middelbaar onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 57,8 42,5 49,4 50,7 35,7
Totaal mannen en vrouwen 25 jaar Middelbaar onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 57,9 43,5 50,2 51,5 36,8
Totaal mannen en vrouwen 25 jaar Hoog onderwijsniveau Waarde 2019/2022 59,7 47,7 53,7 53,7 41,0
Totaal mannen en vrouwen 25 jaar Hoog onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 59,7 47,1 53,3 53,3 40,4
Totaal mannen en vrouwen 25 jaar Hoog onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 59,8 48,3 54,2 54,1 41,6
Totaal mannen en vrouwen 30 jaar Laag onderwijsniveau Waarde 2019/2022 50,7 31,5 38,4 41,6 27,7
Totaal mannen en vrouwen 30 jaar Laag onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 50,7 30,9 37,9 41,0 27,0
Totaal mannen en vrouwen 30 jaar Laag onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 50,8 32,2 39,0 42,2 28,4
Totaal mannen en vrouwen 30 jaar Middelbaar onderwijsniveau Waarde 2019/2022 53,0 38,9 45,1 47,0 32,4
Totaal mannen en vrouwen 30 jaar Middelbaar onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 52,9 38,4 44,7 46,6 31,9
Totaal mannen en vrouwen 30 jaar Middelbaar onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 53,0 39,4 45,5 47,4 33,0
Totaal mannen en vrouwen 30 jaar Hoog onderwijsniveau Waarde 2019/2022 54,8 43,2 48,9 49,5 36,8
Totaal mannen en vrouwen 30 jaar Hoog onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 54,7 42,7 48,4 49,1 36,2
Totaal mannen en vrouwen 30 jaar Hoog onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 54,8 43,8 49,3 49,9 37,4
Totaal mannen en vrouwen 35 jaar Laag onderwijsniveau Waarde 2019/2022 46,0 28,0 34,2 37,9 24,4
Totaal mannen en vrouwen 35 jaar Laag onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 45,9 27,4 33,7 37,4 23,8
Totaal mannen en vrouwen 35 jaar Laag onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 46,0 28,6 34,7 38,4 25,0
Totaal mannen en vrouwen 35 jaar Middelbaar onderwijsniveau Waarde 2019/2022 48,1 35,0 40,4 42,9 28,8
Totaal mannen en vrouwen 35 jaar Middelbaar onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 48,0 34,5 40,0 42,6 28,3
Totaal mannen en vrouwen 35 jaar Middelbaar onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 48,1 35,5 40,8 43,3 29,3
Totaal mannen en vrouwen 35 jaar Hoog onderwijsniveau Waarde 2019/2022 49,8 38,8 44,1 45,2 32,6
Totaal mannen en vrouwen 35 jaar Hoog onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 49,8 38,3 43,6 44,8 32,0
Totaal mannen en vrouwen 35 jaar Hoog onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 49,9 39,4 44,5 45,6 33,2
Totaal mannen en vrouwen 40 jaar Laag onderwijsniveau Waarde 2019/2022 41,2 24,5 30,0 34,0 21,0
Totaal mannen en vrouwen 40 jaar Laag onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 41,2 23,9 29,6 33,5 20,4
Totaal mannen en vrouwen 40 jaar Laag onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 41,3 25,0 30,5 34,4 21,6
Totaal mannen en vrouwen 40 jaar Middelbaar onderwijsniveau Waarde 2019/2022 43,2 31,1 35,8 38,7 25,1
Totaal mannen en vrouwen 40 jaar Middelbaar onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 43,2 30,6 35,4 38,4 24,6
Totaal mannen en vrouwen 40 jaar Middelbaar onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 43,3 31,6 36,2 39,0 25,6
Totaal mannen en vrouwen 40 jaar Hoog onderwijsniveau Waarde 2019/2022 44,9 34,5 39,3 40,8 28,5
Totaal mannen en vrouwen 40 jaar Hoog onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 44,9 34,0 38,8 40,4 27,9
Totaal mannen en vrouwen 40 jaar Hoog onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 45,0 35,1 39,7 41,1 29,1
Totaal mannen en vrouwen 45 jaar Laag onderwijsniveau Waarde 2019/2022 36,5 21,5 25,8 30,4 18,0
Totaal mannen en vrouwen 45 jaar Laag onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 36,5 21,0 25,4 30,0 17,6
Totaal mannen en vrouwen 45 jaar Laag onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 36,6 21,9 26,3 30,8 18,5
Totaal mannen en vrouwen 45 jaar Middelbaar onderwijsniveau Waarde 2019/2022 38,4 27,3 31,4 34,6 21,7
Totaal mannen en vrouwen 45 jaar Middelbaar onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 38,4 26,9 31,0 34,3 21,2
Totaal mannen en vrouwen 45 jaar Middelbaar onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 38,5 27,8 31,8 34,9 22,1
Totaal mannen en vrouwen 45 jaar Hoog onderwijsniveau Waarde 2019/2022 40,0 30,3 34,5 36,3 24,6
Totaal mannen en vrouwen 45 jaar Hoog onderwijsniveau Ondergrens 95%-interval 2019/2022 40,0 29,7 34,1 36,0 24,0
Totaal mannen en vrouwen 45 jaar Hoog onderwijsniveau Bovengrens 95%-interval 2019/2022 40,1 30,8 35,0 36,7 25,1
Totaal mannen en vrouwen 50 jaar Laag onderwijsniveau Waarde 2019/2022 32,0 18,5 22,2 26,7 15,3
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over levensverwachting en gezonde levensverwachting uitgesplitst naar geslacht, leeftijd en onderwijsniveau. De gezonde levensverwachting is het aantal jaren dat mensen van een bepaalde leeftijd nog kunnen verwachten te leven in goede gezondheid, onder de aanname dat de kansen op sterfte en ongezondheid in de toekomst gelijk blijven.

In de tabel worden vier varianten van gezonde levensverwachting gegeven:
- de levensverwachting in als goed ervaren gezondheid
- de levensverwachting zonder lichamelijke beperkingen volgens de OESO-beperkingen
- de levensverwachting zonder beperkingen volgens de Global Acitivity Limitations Indicator
- de levensverwachting zonder psychische klachten (tot en met 2019/2022)

De cijfers hebben betrekking op vierjaarsperioden (bv 2015/2018). De reden daarvoor is dat voor de gezondheidskenmerken gebruik gemaakt wordt van de CBS-Gezondheidsenquête. Die enquête is te klein van omvang om op jaarbasis de cijfers te kunnen bepalen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2007/2010

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 13 oktober 2023:
De cijfers over de periode 2019/2022 zijn toegevoegd

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De cijfers over de periode 2021/2024 verschijnen in 2025.

Toelichting onderwerpen

Levensverwachting
De levensverwachting is het aantal jaren aan dat een persoon van een bepaalde leeftijd naar verwachting (nog) zal leven, onder de aanname van gelijkblijvende leeftijdsspecifieke sterftekansen.
Gezonde levensverwachting
Gezonde levensverwachting is het aantal jaren dat een persoon van een bepaalde leeftijd naar verwachting (nog) in goede gezondheid zal leven, onder de aanname dat de huidige kansen op sterfte en ongezondheid gelijk blijven.
Goede gezondheid wordt hier gedefinieerd als de afwezigheid van lichamelijke beperkingen of als goede ervaren gezondheid danwel de afwezigheid van psychische klachten.
LV in als goed ervaren gezondheid
De levensverwachting in als goed ervaren gezondheid is het aantal jaren dat een persoon van een bepaalde leeftijd naar verwachting (nog) zal leven in goed ervaren gezondheid. Voor het berekenen van levensverwachting in goed ervaren gezondheid is het aantal 'gezonde' jaren bepaald op basis van de vraag 'Hoe is over het algemeen uw gezondheidstoestand?'. Mensen die deze vraag beantwoorden met 'goed' of 'zeer goed' worden gezond genoemd. De vraag over ervaren gezondheid is opgenomen in de CBS Gezondheidsenquête.
LV zonder lichamelijke beperkingen
De levensverwachting zonder lichamelijke beperkingen is het aantal jaren dat een persoon van een bepaalde leeftijd naar verwachting (nog) zal leven zonder lichamelijke beperkingen. Voor het berekenen van levensverwachting zonder lichamelijke beperkingen zijn gegevens gebruikt over langdurige beperkingen in horen, zien en bewegen. Mensen die op alle onderstaande vragen het antwoord 'ja, zonder moeite' of 'ja, met enige moeite' geven worden gezien als niet lichamelijk beperkt.
-Kunt u een gesprek volgen in een groep van 3 of meer personen (zo nodig met hoorapparaat)?
-Kunt u met één andere persoon een gesprek voeren (zo nodig met hoorapparaat)?
-Zijn uw ogen goed genoeg om de kleine letters in de krant te kunnen lezen (zo nodig met bril of contactlenzen)?
-Kunt u op een afstand van 4 meter het gezicht van iemand herkennen (zo nodig met bril of contactlenzen)?
-Kunt u een voorwerp van 5 kilo, bijvoorbeeld een volle boodschappentas, 10 meter dragen?
-Kunt u als u staat, bukken en iets van de grond oppakken?
-Kunt u 400 meter aan een stuk lopen zonder stil te staan (zo nodig met stok)?
Deze vragen maken deel uit van de CBS Gezondheidsenquête. De vragen over beperkingen zijn alleen gesteld aan personen van 12 jaar of ouder. In de berekening van levensverwachting zonder lichamelijke beperkingen is aangenomen dat deze beperkingen niet voorkomen bij personen jonger dan 12 jaar.
LV zonder psychische klachten (MHI-5)
De levensverwachting zonder psychische klachten is het aantal jaren dat een persoon van een bepaalde leeftijd naar verwachting (nog) zal leven zonder psychische klachten. Cijfers over deze variant van gezonde levensverwachting worden vanaf statistiekjaar 2024 niet meer gegeven.

Als maat voor het hebben van psychische klachten is tot en met 2023 gebruik gemaakt van de Mental Health Inventory (MHI-5). De MHI-5 meet de algemene psychische gezondheidstoestand in een bevolking. Dit wordt bepaald door de balans tussen de mate van positieve en negatieve gevoelens. De MHI-5 bevat de volgende vragen:
1. Voelde u zich erg zenuwachtig?
2. Zat u zo erg in de put dat niets u kon opvrolijken?
3. Voelde u zich kalm en rustig?
4. Voelde u zich neerslachtig en somber?
5. Voelde u zich gelukkig?

Bij deze vragen wordt een referentieperiode van 4 weken gehanteerd
De antwoordmogelijkheden bevatten de categorieën 'voortdurend',
'meestal', 'vaak', 'soms', 'zelden' en 'nooit'. Bij de positief geformuleerde vragen (vraag 3 en 5) zijn voor de categorieën in volgorde de waarden 5, 4, 3, 2, 1, en 0 toegekend. Bij de negatief geformuleerde vragen (vraag 1, 2 en 4) zijn precies de omgekeerde waarden toegekend.

Vervolgens zijn per persoon de somscores berekend en zijn deze vermenigvuldigd met 4, zodat de minimale somscore van een persoon 0 (zeer ongezond)en de maximale score 100 (perfect gezond) kan bedragen.

Een score van 60 of meer betekent dat een respondent geen psychische klachten heeft. Een score van minder dan 60 betekent dat iemand wel psychische klachten heeft.
Deze vragen maken deel uit van de Gezondheidsenquête van het CBS.

De vragen over psychische klachten zijn alleen gesteld aan personen van 12 jaar of ouder. In de berekening van de levensverwachting zonder psychische klachten is aangenomen dat de prevalentie van psychische klachten van personen jonger dan 12 jaar gelijk is aan die van de aangrenzende leeftijdscategorie.

Tot 2023 werd, in plaats van ‘levensverwachting zonder psychische klachten’, de term ‘levensverwachting in goede geestelijke gezondheid’ gebruikt.

Onderzoekers van het Trimbos-instituut hebben in 2024 een herijking van de MHI uitgevoerd en daarbij vastgesteld dat het afkappunt van 60 zoals eerder gebruikt, om een aantal redenen niet langer voldeed. Ook is vastgesteld dat de indicator ‘psychische klachten’ beter plaats kan maken voor de indicator ‘angst- of depressiegevoelens’, waarbij een MHI-somscore van 76 of lager bepalend is voor het hebben van die gevoelens. Met ingang van 10 september 2024 vervangt de indicator “angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken” daarom de indicator “psychische klachten in de afgelopen 4 weken”. Meer informatie over herijking van de MHI is te vinden in een factsheet van het Trimbos-Instituut (zie tabeltoelichting). De variabele ‘Psychische klachten, afgelopen 4 weken’ zal daarom niet meer worden aangevuld vanaf 2024. Daardoor zal ook de indicator over levensverwachting zonder psychische klachten vanaf de periode 2021/2024 niet meer worden aangevuld. Het CBS zal op basis van de variabele “Angst- of depressiegevoelens in de afgelopen 4 weken’’ geen gezonde levensverwachting berekenen.






LV zonder GALI-beperkingen
GALI staat voor Global Activity Limitations Indicator. De levensverwachting zonder GALI-beperkingen is de variant van gezonde levensverwachting die Eurostat bestempelt als ‘Healthy Life Years’. Dat officiële Europese cijfer over Healthy Life Years is gebaseerd op data uit de European Survey on Income and Living Conditions (EU-SILC) en kan daardoor afwijken van de cijfers over levensverwachting zonder GALI-beperkingen, zoals die in deze tabel gepresenteerd worden. De cijfers in deze tabel zijn gebaseerd op de Gezondheidsenquête.
Voor het berekenen van levensverwachting zonder GALI-beperkingen zijn de antwoorden op de volgende vragen uit de Gezondheidsenquête 2014 gebruikt:
-In welke mate bent u (is uw kind) vanwege problemen met uw (zijn of haar) gezondheid beperkt in activiteiten die mensen gewoonlijk doen?
-Duurt deze beperking reeds een half jaar of langer.
Met ingang van de Gezondheidsenquête 2015 wordt de volgende vraag gebruikt:
-In welke mate bent u (is uw kind) vanwege problemen met uw (zijn of haar) gezondheid sinds 6 maanden of langer beperkt in activiteiten die mensen (kinderen) gewoonlijk doen?
Met als antwoordcategorieën:
-Ernstig beperkt
-Wel beperkt, maar niet ernstig
-Helemaal niet beperkt
Voor de levensverwachting zonder GALI beperkingen geldt dat respondenten die antwoorden met ‘ernstig beperkt’ of met ‘wel beperkt, maar niet ernstig’ worden gezien als beperkt.
De vragen over GALI-beperkingen zijn alleen gesteld aan personen van 2 jaar of ouder. In de berekening van levensverwachting zonder GALI-beperkingen is daarom aangenomen dat deze beperkingen niet voorkomen bij kinderen van 0 en 1 jaar.