Medisch geschoolden; werknemers, arbeidsduur; specialisme, sector, leeftijd
Geslacht | Leeftijd | Beroepen en specialismen | Sector | Perioden | Gemiddeld aantal werkuren per week (SEC) (uur per week) | Medisch geschoolden; werknemers (SEC) (aantal) | Aandeel in arbeidsduur Minder dan 25 uur per week Minder dan 25 uur per week (%) | Aandeel in arbeidsduur 25 tot 35 uur per week 25 tot 35 uur per week (%) | Aandeel in arbeidsduur 35 tot 55 uur per week 35 tot 55 uur per week (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal mannen en vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2013 | 28,2 | 1.195 | 34,1 | 47,1 | 18,8 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2014 | 28,1 | 1.185 | 33,9 | 48,8 | 17,3 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2015 | 28,3 | 1.220 | 31,9 | 50,2 | 17,9 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2016 | 28,4 | 1.200 | 30,0 | 52,3 | 17,7 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2017 | 28,2 | 1.195 | 31,6 | 52,1 | 16,4 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2018 | 28,3 | 1.105 | 29,1 | 54,8 | 16,1 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2019 | 28,5 | 1.100 | 27,1 | 58,4 | 14,5 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2020 | 28,6 | 1.115 | 25,8 | 59,6 | 14,6 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2021 | 28,6 | 1.205 | 26,7 | 59,1 | 14,2 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2022* | 28,5 | 1.205 | 26,1 | 58,9 | 15,0 |
Mannen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2013 | 34,4 | 225 | 11,3 | 34,7 | 54,1 |
Mannen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2014 | 34,2 | 200 | 11,1 | 35,7 | 53,3 |
Mannen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2015 | 34,2 | 210 | 10,6 | 37,7 | 51,7 |
Mannen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2016 | 34,1 | 215 | 10,6 | 38,9 | 50,5 |
Mannen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2017 | 33,5 | 205 | 13,2 | 40,5 | 46,3 |
Mannen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2018 | 33,3 | 185 | 10,9 | 43,2 | 45,9 |
Mannen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2019 | 33,9 | 180 | 8,4 | 46,6 | 44,9 |
Mannen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2020 | 33,8 | 170 | 7,0 | 46,5 | 46,5 |
Mannen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2021 | 33,9 | 165 | 8,4 | 44,3 | 47,3 |
Mannen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2022* | 33,8 | 155 | 7,7 | 45,8 | 46,5 |
Vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2013 | 26,7 | 975 | 39,4 | 50,0 | 10,6 |
Vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2014 | 26,8 | 985 | 38,6 | 51,5 | 9,9 |
Vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2015 | 27,0 | 1.010 | 36,3 | 52,8 | 10,8 |
Vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2016 | 27,2 | 990 | 34,1 | 55,1 | 10,7 |
Vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2017 | 27,2 | 990 | 35,4 | 54,5 | 10,1 |
Vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2018 | 27,4 | 925 | 32,7 | 57,1 | 10,1 |
Vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2019 | 27,5 | 925 | 30,7 | 60,6 | 8,7 |
Vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2020 | 27,7 | 945 | 29,2 | 62,0 | 8,8 |
Vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2021 | 27,7 | 1.040 | 29,6 | 61,5 | 8,9 |
Vrouwen | Totaal leeftijd | Arts; huisartsgeneeskunde | Praktijken (muv GGZ en MSZ) | 2022* | 27,7 | 1.050 | 28,8 | 60,9 | 10,3 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel toont het gemiddeld aantal gewerkte uren per week voor medisch geschoolden in loondienst naar sector in een verslagjaar.
De medisch geschoolden zijn onderverdeeld in een aantal beroepen, inclusief de specialismen per beroep, aan de hand van het BIG-register.
In deze tabel worden alleen cijfers gegeven voor sociaaleconomische categorie 'werknemer', dit zijn personen met als voornaamste inkomensbron loondienst.
De cijfers zijn uitgesplitst naar leeftijd en geslacht.
Medisch geschoolden kunnen meerdere bevoegdheden hebben. Hierdoor kan de som van de detailgegevens afwijken van het totaal.
In 2014 is een sterke daling te zien van het aantal geregistreerde verpleegkundigen, verloskundigen en fysiotherapeuten in het BIG-register. Dit is het gevolg van een verplichte herregistratie en strengere werkervaringseisen.
In 2017 is een daling te zien in het aantal geregistreerde tandartsen, apothekers, gezondheidszorg psychologen en psychotherapeuten als gevolg van verplichte herregistratie.
In 2018 is een daling te zien van basisartsen als gevolg van verplichte herregistratie.
In 2019 is opnieuw een daling te zien in het aantal geregistreerde verpleegkundigen, verloskundigen en fysiotherapeuten als gevolg van de 5 jaarlijkse herregistratie die in 2014 is ingevoerd.
In 2021 is de indeling van verpleegkundig specialisten aangepast. Alle verpleegkundig specialisten die in 2020 geregistreerd staan in de specialismen acute zorg of intensieve zorg zijn per 2021 in het BIG-register omgezet naar het nieuwe specialisme algemene gezondheidszorg (AGZ). Daarnaast is een groot deel van de verpleegkundige chronische zorg ook per 2021 overgezet naar verpleegkundige AGZ.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2013
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief, met uitzondering van het meest recente jaar; deze zijn voorlopig.
Het gebruikte peilmoment in een verslagjaar is de laatste vrijdag voor kerst.
Wijzigingen per 29 maart 2024:
- Cijfers voor verslagjaar 2022 zijn toegevoegd en verslagjaar 2021 is definitief gemaakt.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het eerste kwartaal 2025 zullen cijfers voor verslagjaar 2023 worden toegevoegd en 2022 definitief worden.
Toelichting onderwerpen
- Gemiddeld aantal werkuren per week (SEC)
- Gemiddeld aantal werkuren per week van werknemers (Sociaal Economische Categorie).
Het gemiddeld aantal werkuren per week (op jaarbasis) bij medisch geschoolden waarvan sociaaleconomische categorie (SEC) 'werknemer' is, dat wil zeggen dat het inkomen uit loondienst de voornaamste inkomensbron is.
Wordt alleen weergegeven indien de groep groter is dan 100 personen.
Let op: Een deel van medisch geschoolden is zelfstandig, maar in deze tabel zijn zelfstandigen niet meegenomen omdat het aantal werkuren per week van zelfstandigen niet beschikbaar is.
Bovengrens is gemiddeld 55 werkuren per week in loondienst overeenkomstig het maximaal aantal werkuren per week (op jaarbasis) in de CAO’s van Universitaire medische centra en algemene ziekenhuizen.
Het gemiddeld aantal werkuren per week is gebaseerd op het aantal verloonde uren. Verloonde uren zijn overeengekomen uren (contracturen), vermeerderd met uitbetaalde extra uren zonder toeslag en overwerkuren (mits niet gecompenseerd in tijd). Verlof, ziekte en werkonderbrekingen hebben geen effect op het aantal verloonde uren zolang geen korting op het loon plaatsvindt. Overwerk en meeruren worden vaak gecompenseerd met minuren of worden omgezet in verlof en zijn op deze manier niet zichtbaar in de gemiddelde werkuren per week. - Medisch geschoolden; werknemers (SEC)
- Het aantal medisch geschoolden waarvan de sociaaleconomische categorie (SEC) 'werknemer' is. Dit zijn personen waarvoor het inkomen uit arbeid in loondienst de voornaamste inkomensbron is.
Medisch geschoolden: Gediplomeerde zorgverleners (medici en paramedici) die staan ingeschreven in het BIG-register (Beroepen in de Gezondheidszorg). Beroepen of functies die niet in het BIG-register zijn opgenomen, zijn ook in deze tabel niet opgenomen.
SEC: De voornaamste sociaaleconomische activiteit van een persoon is vastgesteld op basis van inkomensbronnen en het volgen van onderwijs.
Bij het bepalen van de sociaaleconomische categorie wordt groter gewicht toegekend aan inkomen uit eigen onderneming, omdat het resultaat uit onderneming laag of zelfs negatief kan zijn, ofschoon de persoon hiervoor vele uren per week actief is. Ook aan inschrijving in voltijdonderwijs is bij de vaststelling van de sociaaleconomische categorie eerder prioriteit toegekend. - Aandeel in arbeidsduur
- Aantal medisch geschoolden met een bepaalde arbeidsduur in percentage van alle medische geschoolden in loondienst.
Deze definitie heeft betrekking op medisch geschoolden waarvan de sociaaleconomische categorie 'werknemer' is, dat wil zeggen dat het inkomen uit loondienst de voornaamste inkomensbron is.
Let op: Een deel van medisch geschoolden is zelfstandig, maar in deze tabel zijn zelfstandigen niet meegenomen omdat het aantal werkuren per week van zelfstandigen niet beschikbaar is.
Bovengrens is gemiddeld 55 werkuren per week in loondienst overeenkomstig het maximaal aantal werkuren per week (op jaarbasis) in de CAO’s van universitaire medische centra en algemene ziekenhuizen.
Wordt alleen weergegeven indien de groep groter is dan 100 personen.- Minder dan 25 uur per week
- Minder dan 25 uur per week
- Het percentage van de medisch geschoolden in loondienst dat minder dan 25 uur per week gemiddeld werkzaam is.
Wordt alleen weergegeven indien de groep groter is dan 100 personen.
- 25 tot 35 uur per week
- 25 tot 35 uur per week
- Het percentage van de medisch geschoolden in loondienst dat 25 uur of meer en minder dan 35 uur per week gemiddeld werkzaam is.
Wordt alleen weergegeven indien de groep groter is dan 100 personen.
- 35 tot 55 uur per week
- 35 tot 55 uur per week
- Het percentage van de medisch geschoolden in loondienst dat 35 uur tot en met 55 uur per week gemiddeld werkzaam is.
Wordt alleen weergegeven indien de groep groter is dan 100 personen.