Gemeentelijke uitgaven Wmo-maatwerkvoorzieningen; type voorziening, regio

Gemeentelijke uitgaven Wmo-maatwerkvoorzieningen; type voorziening, regio

Maatwerkvoorzieningen: type Regio's Perioden Begrote uitgaven (1 000 euro) Begrote uitgaven per 1000 inwoners (1 000 euro) Gerealiseerde uitgaven (1 000 euro) Gerealiseerde uitgaven per 1000 inwoners (1 000 euro)
Totaal Nederland 2017 . . 4.597.228 269
Totaal Nederland 2020 . . 5.598.423 322
Totaal Nederland 2021 . . 5.105.237 292
Totaal Nederland 2022 . . 5.114.957 291
Totaal Nederland 2023* . . 5.483.969 308
Totaal Amsterdam 2017
Totaal Amsterdam 2020 415.836 476 443.498 508
Totaal Amsterdam 2021 352.702 404 336.318 385
Totaal Amsterdam 2022 343.528 389 326.818 370
Totaal Amsterdam 2023* 356.892 389 345.486 376
Totaal exclusief verblijf en opvang Nederland 2017 2.860.316 168 2.869.498 168
Totaal exclusief verblijf en opvang Nederland 2020 3.634.217 209 3.673.574 211
Totaal exclusief verblijf en opvang Nederland 2021 3.840.827 220 3.773.167 216
Totaal exclusief verblijf en opvang Nederland 2022 3.930.371 224 3.835.819 218
Totaal exclusief verblijf en opvang Nederland 2023* 4.172.173 234 4.112.287 231
Totaal exclusief verblijf en opvang Amsterdam 2017
Totaal exclusief verblijf en opvang Amsterdam 2020 190.370 218 204.490 234
Totaal exclusief verblijf en opvang Amsterdam 2021 193.804 222 187.793 215
Totaal exclusief verblijf en opvang Amsterdam 2022 180.031 204 172.606 196
Totaal exclusief verblijf en opvang Amsterdam 2023* 178.553 194 171.449 187
Ondersteuning thuis, totaal Nederland 2017 1.322.641 77 1.389.135 81
Ondersteuning thuis, totaal Nederland 2020 1.675.941 96 1.659.427 95
Ondersteuning thuis, totaal Nederland 2021 1.721.776 99 1.690.088 97
Ondersteuning thuis, totaal Nederland 2022 1.711.645 97 1.665.535 95
Ondersteuning thuis, totaal Nederland 2023* 1.766.879 99 1.718.801 97
Ondersteuning thuis, totaal Amsterdam 2017
Ondersteuning thuis, totaal Amsterdam 2020 94.762 109 98.077 112
Ondersteuning thuis, totaal Amsterdam 2021 87.808 101 84.769 97
Ondersteuning thuis, totaal Amsterdam 2022 71.068 81 68.213 77
Ondersteuning thuis, totaal Amsterdam 2023* 65.699 72 63.293 69
Hulp bij het huishouden Nederland 2017 980.074 57 938.409 55
Hulp bij het huishouden Nederland 2020 1.262.736 73 1.314.542 76
Hulp bij het huishouden Nederland 2021 1.392.379 80 1.398.843 80
Hulp bij het huishouden Nederland 2022 1.472.236 84 1.455.956 83
Hulp bij het huishouden Nederland 2023* 1.604.533 90 1.590.382 89
Hulp bij het huishouden Amsterdam 2017
Hulp bij het huishouden Amsterdam 2020 47.994 55 53.662 61
Hulp bij het huishouden Amsterdam 2021 55.063 63 54.886 63
Hulp bij het huishouden Amsterdam 2022 56.519 64 53.330 60
Hulp bij het huishouden Amsterdam 2023* 56.641 62 55.561 61
Verblijf en opvang, totaal Nederland 2017 . . 1.727.730 101
Verblijf en opvang, totaal Nederland 2020 . . 1.924.849 111
Verblijf en opvang, totaal Nederland 2021 . . 1.332.069 76
Verblijf en opvang, totaal Nederland 2022 . . 1.279.138 73
Verblijf en opvang, totaal Nederland 2023* . . 1.371.682 77
Verblijf en opvang, totaal Amsterdam 2017
Verblijf en opvang, totaal Amsterdam 2020 225.466 258 239.008 274
Verblijf en opvang, totaal Amsterdam 2021 158.898 182 148.525 170
Verblijf en opvang, totaal Amsterdam 2022 163.496 185 154.212 175
Verblijf en opvang, totaal Amsterdam 2023* 178.339 194 174.037 190
Hulpmiddelen en diensten, totaal Nederland 2017 557.601 33 541.954 32
Hulpmiddelen en diensten, totaal Nederland 2020 671.560 39 676.889 39
Hulpmiddelen en diensten, totaal Nederland 2021 698.001 40 661.529 38
Hulpmiddelen en diensten, totaal Nederland 2022 722.920 41 694.324 39
Hulpmiddelen en diensten, totaal Nederland 2023* 777.592 44 784.059 44
Hulpmiddelen en diensten, totaal Amsterdam 2017
Hulpmiddelen en diensten, totaal Amsterdam 2020 47.614 55 52.326 60
Hulpmiddelen en diensten, totaal Amsterdam 2021 50.933 58 48.139 55
Hulpmiddelen en diensten, totaal Amsterdam 2022 52.444 59 51.063 58
Hulpmiddelen en diensten, totaal Amsterdam 2023* 56.213 61 52.596 57
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat de begrote en gerealiseerde gemeentelijke uitgaven (exclusief uitvoeringskosten) voor maatwerkvoorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar type maatwerkvoorziening en zijn zowel uitgedrukt in duizenden euro’s als in duizenden euro’s per 1000 inwoners.
Deze tabel is samengesteld op basis van gegevens die gemeenten aan het CBS hebben geleverd in het kader van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein.
De eerste uitvraag betreft een nul-meting, welke het jaar 2017 en 2018 bevat. Bij de nulmeting werd toestemming gevraagd voor publicatie, welke niet door alle gemeenten gegeven is. Vanaf de uitvraag in 2020 (zorgjaar 2018 en 2019) betreft dit een wettelijk verplichte uitvraag en worden alle aangeleverde cijfers gepubliceerd.

Vanaf 2018 is een extra uitsplitsing aan de dimensie type maatwerkvoorziening toegevoegd: Overig PGB. Deze uitsplitsing bevat uitgaven aan maatwerkvoorzieningen gefinancierd vanuit Persoonsgebonden Budget (PGB) die niet onder te brengen zijn bij een specifieke post. Gemeenten hebben in beperkte mate gebruik gemaakt van deze extra post. Daarom is deze post niet afzonderlijk weergegeven in de tabel. De kosten bij Overig Persoonsgebonden Budget zijn wel meegenomen in het totaal. Hierdoor kan het voorkomen, dat de som over type maatwerkvoorziening afwijkt van het totaal.
De maatwerkvoorzieningen Verblijf en Opvang worden doorgaans op regionaal niveau georganiseerd door de 44 centrumgemeenten en zijn daarom alleen bij deze centrumgemeenten en dus niet bij de regiogemeenten vermeld in de tabel; een uitzondering vormt de nulmeting in 2017. Vooruitlopend op het woonplaatsbeginsel wordt in een aantal regiogemeenten de toegang voor Beschermd wonen en/of Maatschappelijk opvang al lokaal georganiseerd. Bij deze tabel worden alle uitgaven binnen deze categorie bij de centrumgemeente vermeld (ook als ze door een regiogemeente zijn aangeleverd). Hierdoor zijn de bedragen niet voor elke centrumgemeente representatief voor de door hun gemaakte zorgkosten.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2017

Status van de cijfers:
De cijfers over 2023 zijn voorlopig, de overige cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 16 augustus 2024:
- Voorlopige cijfers over 2023 zijn toegevoegd en de cijfers over 2022 zijn definitief gemaakt.
- De landelijke cijfers voor uitgaven aan 'Overig Persoonsgebonden Budget' werden ten onrechte weergegeven in de tabel voor de jaren 2020 tot en met 2022. Hiernaast bevatten de cijfers over de verslagjaren 2020 en 2021 enkele onjuistheden wat betreft deze post. Door twee gemeenten waren voor deze post te hoge uitgaven aangeleverd. Dit is in deze versie hersteld.

Wijzigingen per 8 februari 2024:
Ten behoeve van uniformiteit is de term 'maatwerkarrangement(en)' vervangen door 'maatwerkvoorziening(en)'. Dit betreft alleen een tekstuele aanpassing, de onderliggende definitie blijft hetzelfde. De aanpassing heeft geen gevolgen voor de cijfers.
Het productlabel 'Overige maatwerkarrangementen' blijft ongewijzigd conform de iWmo-standaard productcode.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe jaarcijfers worden uiterlijk 12 maanden na afloop van het verslagjaar gepubliceerd. Bij de publicatie van nieuwe jaarcijfers worden de cijfers van voorafgaande jaren waar nodig bijgesteld en definitief.

Toelichting onderwerpen

Begrote uitgaven
Begrote uitgaven: budget dat is gereserveerd op grond van de voorzieningen die in de gegeven periode zijn toegekend of voorzien. De uitvraag van begrotingscijfers voor de GMSD betreft niet de budgetten die door het Rijk ter beschikking zijn gesteld, maar de door de Raad vastgestelde begroting.
Begrote uitgaven per 1000 inwoners
Begrote uitgaven per 1 000 inwoners: budget per 1 000 inwoners dat is gereserveerd op grond van de voorzieningen die in de gegeven periode zijn toegekend of voorzien. De uitvraag van begrotingscijfers voor de GMSD betreft niet de budgetten die door het Rijk ter beschikking zijn gesteld, maar de door de Raad vastgestelde begroting.
Gerealiseerde uitgaven
Gerealiseerde uitgaven: kosten die betaald zijn of kosten van voorzieningen die in de periode zijn afgesloten waarvan de betaling later kan plaatsvinden.
Gerealiseerde uitgaven per 1000 inwoners
Gerealiseerde uitgaven per 1 000 inwoners: kosten per 1 000 inwoners die betaald zijn of kosten per 1 000 inwoners van voorzieningen die in de periode zijn afgesloten waarvan de betaling later kan plaatsvinden.