Trend van broedvogels: indexcijfers
Broedvogels | Perioden | Broedvogelindex (index basisjaar=100) |
---|---|---|
Soortgroeptrend broedvogels | 2023 | 128 |
Aalscholver | 2023 | 99 |
Appelvink | 2023 | 235 |
Baardman | 2023 | 126 |
Bergeend | 2023 | 106 |
Blauwborst | 2023 | 412 |
Blauwe Kiekendief | 2023 | 7 |
Blauwe Reiger | 2023 | 77 |
Boerenzwaluw | 2023 | 96 |
Bontbekplevier | 2023 | 99 |
Bonte Vliegenvanger | 2023 | 261 |
Boomklever | 2023 | 195 |
Boomkruiper | 2023 | 178 |
Boomleeuwerik | 2023 | 238 |
Boompieper | 2023 | 164 |
Boomvalk | 2023 | 43 |
Bosrietzanger | 2023 | 100 |
Bosuil | 2023 | 130 |
Braamsluiper | 2023 | 108 |
Brandgans | 2023 | 100 |
Brilduiker | 2023 | 50 |
Bruine Kiekendief | 2023 | 71 |
Buidelmees | 2023 | 4 |
Buizerd | 2023 | 252 |
Bijeneter | 2023 | 233 |
Cetti's Zanger | 2023 | 100 |
Dodaars | 2023 | 168 |
Draaihals | 2023 | 120 |
Duinpieper | 2023 | 0 |
Dwergstern | 2023 | 238 |
Eider | 2023 | 45 |
Ekster | 2023 | 68 |
Europese Kanarie | 2023 | 1 |
Fazant | 2023 | 55 |
Fitis | 2023 | 45 |
Fluiter | 2023 | 31 |
Fuut | 2023 | 59 |
Gaai | 2023 | 120 |
Geelgors | 2023 | 129 |
Gekraagde Roodstaart | 2023 | 158 |
Gele Kwikstaart | 2023 | 111 |
Geoorde Fuut | 2023 | 109 |
Gierzwaluw | 2023 | 94 |
Glanskop | 2023 | 100 |
Goudhaan | 2023 | 57 |
Grasmus | 2023 | 193 |
Graspieper | 2023 | 86 |
Graszanger | 2023 | 100 |
Grauwe Gans | 2023 | 100 |
Grauwe Gors | 2023 | 0 |
Grauwe Kiekendief | 2023 | 413 |
Grauwe Klauwier | 2023 | 658 |
Grauwe Vliegenvanger | 2023 | 63 |
Groene Specht | 2023 | 338 |
Groenling | 2023 | 145 |
Grote Bonte Specht | 2023 | 213 |
Grote Gele Kwikstaart | 2023 | 97 |
Grote Karekiet | 2023 | 22 |
Grote Lijster | 2023 | 64 |
Grote Mantelmeeuw | 2023 | 100 |
Grote Stern | 2023 | 98 |
Grote Zilverreiger | 2023 | 100 |
Grutto | 2023 | 30 |
Havik | 2023 | 85 |
Heggenmus | 2023 | 85 |
Holenduif | 2023 | 204 |
Houtduif | 2023 | 93 |
Houtsnip | 2023 | 124 |
Huismus | 2023 | 81 |
Huiszwaluw | 2023 | 125 |
IJsvogel | 2023 | 338 |
Kauw | 2023 | 91 |
Kemphaan | 2023 | 1 |
Kerkuil | 2023 | 250 |
Kievit | 2023 | 48 |
Klapekster | 2023 | 0 |
Kleine barmsijs | 2023 | 4 |
Kleine Bonte Specht | 2023 | 329 |
Kleine Karekiet | 2023 | 100 |
Kleine Mantelmeeuw | 2023 | 263 |
Kleine Plevier | 2023 | 162 |
Kleine Zilverreiger | 2023 | 100 |
Kleinst Waterhoen | 2023 | 67 |
Kluut | 2023 | 58 |
Kneu | 2023 | 51 |
Knobbelzwaan | 2023 | 174 |
Koekoek | 2023 | 93 |
Kokmeeuw | 2023 | 39 |
Kolgans | 2023 | 25 |
Koolmees | 2023 | 133 |
Korhoen | 2023 | 0 |
Kraanvogel | 2023 | 100 |
Krakeend | 2023 | 531 |
Kramsvogel | 2023 | 2 |
Krooneend | 2023 | 100 |
Kruisbek | 2023 | 36 |
Kuifeend | 2023 | 100 |
Kuifleeuwerik | 2023 | 0 |
Kuifmees | 2023 | 52 |
Kwak | 2023 | 100 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
In deze tabel wordt een overzicht gegeven van de trends van alle inheemse regelmatig in Nederland broedende vogelsoorten waarvoor een betrouwbare landelijke trend kan worden berekend. Tevens bevat deze tabel de (meetkundig) gemiddelde trend van alle in deze tabel genoemde soorten. Trends van soorten zijn weergegeven vanaf 1990 of vanaf het eerste jaar ná 1990 waarvan betrouwbare tellingen van de betreffende soort beschikbaar zijn. Het jaar 1990 is in de meeste gevallen het basisjaar met index=100. Een ander basisjaar komt, zoals aangegeven, voor bij soorten waarvan het tellen na 1990 is begonnen. Ook bij soorten die zeer sterk in aantal zijn toegenomen wordt kan gewerkt worden met een ander basisjaar dan het jaar waarin het tellen begonnen is. Bij die soorten wordt in sommige gevallen juist het laatste teljaar gekozen als basisjaar met index=100.De landelijke trend van broedvogels is gebaseerd op verschillende typen steekproef-tellingen waarvan de gegevens gecombineerd worden. De basis van de tellingen wordt gevormd door territoriumkarteringen in meetpunten van circa 50-200 ha, waarbij territoria van broedparen worden bepaald door herhaalde bezoeken van de meetpunten in het broedseizoen. Het aantal territoria wordt geteld. Er zijn echter ook aanvullende methoden voor soorten waarvoor deze methode minder of niet geschikt is, bijvoorbeeld punttellingen voor stadsvogels.
De trends worden in deze tabel weergegeven in indexcijfers per jaar. Indexcijfers per jaar hebben echter een brede betrouwbaarheidsmarge, waardoor op grond van de vergelijking van indexcijfers niet zonder meer geconcludeerd kan worden of de populatie van een soort significant in aantal is toe- of afgenomen. Of er van toe- of afname sprake is, wordt daarom apart berekend over de hele reeks van jaren en de meest recente periode van 12 jaar. De toe- of afname wordt vervolgens geclassificeerd als sterk, indien de gemiddelde jaarlijkse verandering méér dan 5% bedraagt of matig als de verandering ook kleiner kan zijn dan 5%. Indien geen toe- of afname kan worden aangetoond maar de gemiddelde jaarlijkse verandering kleiner of gelijk is aan 5%, dan wordt deze beoordeeld als stabiel. Dat niet kunnen aantonen van een toe- of afname speelt wanneer rekening houdend met de betrouwbaarheidsmarge er zowel een toe- of afname kan zijn en het verschil tussen de uiterste waarden waartussen de gemiddelde jaarlijkse verandering zich, rekening houdend met de betrouwbaarheidsmarge, kleiner of gelijk is aan 10%. Wanneer geen toe- of afname kan worden aangetoond en de trend ook niet als stabiel kan worden beschouwd, dan wordt deze beoordeeld als onzeker. Vanwege beperkingen in StatLine kunnen deze trendbeoordelingen niet in dezelfde tabel worden weergegeven als de indexcijfers. Ze zijn daarom in een afzonderlijke tabel weergegeven (zie paragraaf 3. Koppelingen naar relevante tabellen en artikelen).
Status van de cijfers:
Ieder jaar komen nieuwe telgegevens beschikbaar die worden verwerkt bij de (her-)berekening van trends. Door deze toegevoegde jaarcijfers en eventuele nalevering van telgegevens in combinatie met de gebruikte analysemethode kunnen de cijfers bij herberekening enigszins variëren, waardoor met name de cijfers van de laatste 3 jaar kunnen veranderen.
Door het uitbreken van mond- en klauwzeer in 2001 zijn in dat jaar te weinig broedvogelgegevens verzameld om betrouwbare indexcijfers te kunnen berekenen. Voor het jaar 2001 zijn daarom de gemiddelden van 2000 en 2002 weergegeven.
Wijzigingen per 21 augustus 2024:
Indexwaarden van het jaar 2023 zijn toegevoegd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De tabel wordt jaarlijks geactualiseerd. De eerstvolgende update verschijnt in augustus 2025.
Toelichting onderwerpen
- Broedvogelindex
- De veranderingen in de populaties worden beschreven met behulp van indexcijfers. De index is een jaarlijks verloop van de populatie uitgedrukt in een relatieve waarde ten opzichte van een basisjaar. Dit basisjaar (voor de meeste soorten het jaar 1990) heeft het indexcijfer 100. Bij soorten die in 1990 nog niet of nauwelijks in Nederland als broedvogel aanwezig waren, is het basisjaar het laatste jaar. Bij soorten die in 1990 wél als broedvogel aanwezig waren, maar die niet of niet goed geteld konden worden, is het basisjaar het eerste jaar met betrouwbare tellingen.