Ongelijkheid in inkomen en vermogen; huishoudens

Ongelijkheid in inkomen en vermogen; huishoudens

Inkomens- en vermogensbegrippen Kenmerken van huishoudens Perioden Maatstaven voor ongelijkheid Ginicoëfficiënt (waarde) Kengetallen Gemiddeld bedrag (1 000 euro) Kengetallen Mediaan (1 000 euro) Kengetallen Totaal bedrag (mld euro)
Gestandaardiseerd inkomen Particuliere huishoudens 2011 0,286 25,6 22,8 188,0
Gestandaardiseerd inkomen Particuliere huishoudens 2012 0,288 25,8 23,0 191,0
Gestandaardiseerd inkomen Particuliere huishoudens 2013 0,288 25,9 23,2 193,7
Gestandaardiseerd inkomen Particuliere huishoudens 2014 0,302 27,3 23,9 204,8
Gestandaardiseerd inkomen Particuliere huishoudens 2015 0,288 27,1 24,3 205,4
Gestandaardiseerd inkomen Particuliere huishoudens 2016 0,289 28,2 25,2 215,0
Gestandaardiseerd inkomen Particuliere huishoudens 2017 0,296 29,2 25,8 224,5
Gestandaardiseerd inkomen Particuliere huishoudens 2018 0,290 29,5 26,3 228,7
Gestandaardiseerd inkomen Particuliere huishoudens 2019 0,306 31,6 27,6 247,6
Gestandaardiseerd inkomen Particuliere huishoudens 2020 0,292 32,1 28,7 253,7
Gestandaardiseerd inkomen Particuliere huishoudens 2021 0,292 33,6 30,0 267,5
Gestandaardiseerd inkomen Particuliere huishoudens 2022 0,288 35,6 31,7 286,3
Gestandaardiseerd inkomen Particuliere huishoudens 2023* 0,288 38,3 34,0 312,1
Vermogen Particuliere huishoudens 2011 0,777 168,8 31,8 1.240,3
Vermogen Particuliere huishoudens 2012 0,791 158,5 25,1 1.174,6
Vermogen Particuliere huishoudens 2013 0,818 150,4 17,2 1.123,0
Vermogen Particuliere huishoudens 2014 0,818 150,9 17,3 1.131,2
Vermogen Particuliere huishoudens 2015 0,814 160,4 20,9 1.214,3
Vermogen Particuliere huishoudens 2016 0,808 166,8 23,5 1.271,5
Vermogen Particuliere huishoudens 2017 0,800 182,6 30,2 1.404,9
Vermogen Particuliere huishoudens 2018 0,789 199,9 39,4 1.551,6
Vermogen Particuliere huishoudens 2019 0,774 216,8 52,4 1.697,3
Vermogen Particuliere huishoudens 2020 0,766 239,2 65,3 1.888,0
Vermogen Particuliere huishoudens 2021 0,740 259,5 88,4 2.063,5
Vermogen Particuliere huishoudens 2022 0,719 319,8 135,3 2.571,6
Vermogen Particuliere huishoudens 2023* 0,723 322,9 133,3 2.634,2
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de inkomens- en vermogensongelijkheid van huishoudens in Nederland. Er worden verschillende maten van ongelijkheid gegeven. Daarbij worden drie inkomensbegrippen (gestandaardiseerd primair inkomen, gestandaardiseerd bruto inkomen, gestandaardiseerd besteedbaar inkomen) onderscheiden en diverse achtergrondkenmerken van het huishouden.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2011.

Status van de cijfers:
De cijfers voor 2011 t/m 2022 zijn definitief. De cijfers voor 2023 zijn voorlopig.

Wijzigingen per november 2024:
Cijfers over 2022 zijn definitief en voorlopige cijfers over 2023 zijn toegevoegd.

De cijfers over top 10%, top 1% en top 0,1% van het gestandaardiseerd inkomen in 2021 zijn aangepast. Dit is het gevolg van een foutje in de verwerking.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Definitieve cijfers over 2023 en voorlopige cijfers over 2024 komen in het najaar van 2025 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Maatstaven voor ongelijkheid
Ginicoëfficiënt
De Ginicoëfficiënt is een maatstaf voor ongelijkheid. De Ginicoëfficiënt wordt berekend door de helft van het gemiddelde absolute verschil in inkomen/vermogen tussen huishoudens te normaliseren. In een verdeling zonder negatieve waarden wordt daarbij gedeeld door het gemiddelde. In een verdeling met negatieve waarden is dat het gemiddelde van alle absolute waarden. De waarde van de Ginicoëfficiënt ligt zodoende altijd tussen 0 (volkomen gelijke verdeling) en 1 (volkomen ongelijke verdeling).
Kengetallen
Gemiddeld bedrag
Gemiddeld bedrag aan inkomen/vermogen van particuliere huishoudens.
Mediaan
Mediaan bedrag aan inkomen/vermogen van particuliere huishoudens.
De mediaan is het middelste bedrag wanneer alle huishoudens van laag naar hoog worden gesorteerd.
Totaal bedrag
Totale bedrag aan inkomen/vermogen van particuliere huishoudens.