Productieproces; bedrijfstak en regio, nationale rekeningen

Productieproces; bedrijfstak en regio, nationale rekeningen

Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Regio's Perioden Toegevoegde waarde vanuit productie Productie basisprijzen (mln euro) Toegevoegde waarde vanuit productie Intermediair verbruik (mln euro) Toegevoegde waarde vanuit productie Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (mln euro) Toegevoegde waarde uit inkomensvorming Beloning van werknemers (mln euro)
A Landbouw, bosbouw en visserij Nederland 2021* 34.871 21.665 13.206 3.959
A Landbouw, bosbouw en visserij Noord-Nederland (LD) 2021* 4.503 3.218 1.286 270
A Landbouw, bosbouw en visserij Oost-Nederland (LD) 2021* 8.573 5.915 2.659 739
A Landbouw, bosbouw en visserij West-Nederland (LD) 2021* 12.211 6.293 5.918 1.906
A Landbouw, bosbouw en visserij Zuid-Nederland (LD) 2021* 9.583 6.240 3.343 1.044
A Landbouw, bosbouw en visserij Flevoland (PV) 2021* 1.161 645 516 107
A Landbouw, bosbouw en visserij Gelderland (PV) 2021* 4.830 3.281 1.549 456
A Landbouw, bosbouw en visserij Noord-Holland (PV) 2021* 3.057 1.602 1.455 613
A Landbouw, bosbouw en visserij Zuid-Holland (PV) 2021* 6.858 3.302 3.556 1.055
A Landbouw, bosbouw en visserij Zeeland (PV) 2021* 1.279 685 593 119
A Landbouw, bosbouw en visserij Noord-Friesland (CR) 2021* 852 618 235 58
A Landbouw, bosbouw en visserij Zuidwest-Friesland (CR) 2021* 523 416 107 24
A Landbouw, bosbouw en visserij Zuidoost-Friesland (CR) 2021* 526 421 105 26
A Landbouw, bosbouw en visserij Zuidwest-Gelderland (CR) 2021* 1.410 788 623 153
A Landbouw, bosbouw en visserij Kop van Noord-Holland (CR) 2021* 1.777 923 854 364
A Landbouw, bosbouw en visserij Delft en Westland (CR) 2021* 2.592 1.171 1.421 414
A Landbouw, bosbouw en visserij Oost-Zuid-Holland (CR) 2021* 986 513 473 126
A Landbouw, bosbouw en visserij Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2021* 197 140 57 31
A Landbouw, bosbouw en visserij Overig Zeeland (CR) 2021* 889 470 419 101
A Landbouw, bosbouw en visserij Flevoland (CR) 2021* 1.161 645 516 107
A Landbouw, bosbouw en visserij Overig Zuidoost-Zuid-Holland (CP) 2021* 166 121 45 26
A Landbouw, bosbouw en visserij Flevoland-Midden (CP) 2021* 461 285 176 39
L Verhuur en handel van onroerend goed Nederland 2021* 105.324 45.335 59.989 4.139
L Verhuur en handel van onroerend goed Noord-Nederland (LD) 2021* 7.699 3.336 4.363 284
L Verhuur en handel van onroerend goed Oost-Nederland (LD) 2021* 19.051 8.234 10.817 652
L Verhuur en handel van onroerend goed West-Nederland (LD) 2021* 57.779 24.829 32.950 2.523
L Verhuur en handel van onroerend goed Zuid-Nederland (LD) 2021* 20.795 8.936 11.859 681
L Verhuur en handel van onroerend goed Flevoland (PV) 2021* 1.991 863 1.128 51
L Verhuur en handel van onroerend goed Gelderland (PV) 2021* 11.296 4.893 6.403 383
L Verhuur en handel van onroerend goed Noord-Holland (PV) 2021* 24.354 10.405 13.949 1.200
L Verhuur en handel van onroerend goed Zuid-Holland (PV) 2021* 21.971 9.494 12.477 886
L Verhuur en handel van onroerend goed Zeeland (PV) 2021* 2.040 881 1.159 57
L Verhuur en handel van onroerend goed Noord-Friesland (CR) 2021* 1.334 581 753 47
L Verhuur en handel van onroerend goed Zuidwest-Friesland (CR) 2021* 679 296 384 12
L Verhuur en handel van onroerend goed Zuidoost-Friesland (CR) 2021* 912 390 522 45
L Verhuur en handel van onroerend goed Zuidwest-Gelderland (CR) 2021* 1.329 569 761 49
L Verhuur en handel van onroerend goed Kop van Noord-Holland (CR) 2021* 1.895 828 1.068 70
L Verhuur en handel van onroerend goed Delft en Westland (CR) 2021* 1.467 628 838 68
L Verhuur en handel van onroerend goed Oost-Zuid-Holland (CR) 2021* 1.846 804 1.042 65
L Verhuur en handel van onroerend goed Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2021* 1.900 814 1.085 77
L Verhuur en handel van onroerend goed Overig Zeeland (CR) 2021* 1.466 635 831 43
L Verhuur en handel van onroerend goed Flevoland (CR) 2021* 1.991 863 1.128 51
L Verhuur en handel van onroerend goed Overig Zuidoost-Zuid-Holland (CP) 2021* 709 305 404 23
L Verhuur en handel van onroerend goed Flevoland-Midden (CP) 2021* 660 285 375 21
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het macro-economisch productieproces per regio. Hier worden van verschillende bedrijfseenheden de productie, het verbruik, de toegevoegde waarde, de componenten van de toegevoegde waarde en het arbeidsvolume weergegeven.

De gegevens in deze tabel zijn geclassificeerd naar regio en volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI 2008). Bij de regionale indeling kan gekozen worden uit de verschillende landsdelen (Noord-, Oost-, West- en Zuid-Nederland), provincies en (uitgesplitste) COROP-gebieden.

De cijfers zijn afkomstig uit de regionale rekeningen, de kwantitatieve beschrijving van de economische ontwikkeling van de verschillende regio's binnen een land. Doordat de cijfers aansluiten op de nationale rekeningen geven zij een gecoördineerde beschrijving van de regionale economie en zijn ze bij uitstek geschikt voor de vergelijking van de resultaten van de verscheidene regio's.

De bedragen in deze tabel zijn uitsluitend in lopende prijzen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995

Status van de cijfers:
De cijfers van de jaren 1995 tot en met 2020 zijn definitief. Gegevens van het jaar 2021 zijn ook definitief met uitzondering van de variabelen arbeidsvolume werkzame personen en arbeidsvolume werknemers in arbeidsjaren. Door de late beschikbaarheid van de jaargegevens over zelfstandigen wordt daarvoor een uitzondering gemaakt. Deze gegevens worden pas een jaar later definitief gepubliceerd.

Wijzigingen per 22 december 2023.
De cijfers gepubliceerd op 25 oktober 2023 bevatten onjuiste cijfers voor de COROP-regio Zuidoost-Noord-Brabant en de COROP-plusregio Amsterdam, alsmede de gebieden waar deze regio's onderdeel van uitmaken. Verder zijn voor enkele bedrijfstakken cijfers gepubliceerd terwijl dat niet de bedoeling was. In de publicatie van 22 december 2023 zijn deze fouten gecorrigeerd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In december 2024 komt het verslagjaar 2022 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Toegevoegde waarde vanuit productie
Productie basisprijzen
De waarde van alle voor de verkoop bestemde goederen (ook de nog niet verkochte) en de ontvangsten voor bewezen diensten. Verder omvat de productie producten met een marktequivalent die voor eigen gebruik zijn geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer, eigen woningdiensten en landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers. De productiewaarde hiervan wordt berekend door de geproduceerde hoeveelheid te waarderen tegen de prijs die de producent bij verkoop zou hebben ontvangen. De productie is gewaardeerd tegen basisprijzen. De basisprijs is de prijs die de producent daadwerkelijk overhoudt, dus exclusief de handels- en vervoersmarges van derden en exclusief het saldo van productgebonden belastingen (waaronder belasting over de toegevoegde waarde (btw)) en productgebonden subsidies.
Intermediair verbruik
Alle producten die in de verslagperiode zijn verbruikt in het productieproces. Dit kunnen al of niet in de verslagperiode aangekochte grondstoffen, halffabricaten en brandstoffen zijn maar ook diensten zoals communicatiediensten, schoonmaakdiensten en diensten van externe accountants. Het intermediair verbruik is gewaardeerd tegen aankoopprijzen, exclusief aftrekbare belasting over de toegevoegde waarde (btw).
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De toegevoegde waarde is gelijk aan het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen) van een bedrijfseenheid. De som van de toegevoegde waarde van alle bedrijfseenheden is een belangrijke component van het bruto binnenlands product (bbp). De toegevoegde waarde wordt gewaardeerd tegen basisprijzen. Bruto is inclusief afschrijvingen.
Toegevoegde waarde uit inkomensvorming
Beloning van werknemers
De beloning voor geleverde arbeid door werknemers. Werknemers zijn alle ingezeten en niet-ingezeten personen die in Nederland in dienstbetrekking werkzaam zijn. Ook directeuren van nv's en bv's behoren tot de werknemers, dus hun salarissen zijn ook in de beloning van werknemers begrepen. Hetzelfde geldt voor medewerkers van sociale werkplaatsen. De beloning van werknemers heeft twee componenten: lonen enerzijds en sociale premies ten laste van werkgevers anderzijds. De lonen zijn inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemers. Verder omvatten de lonen naast het periodiek, direct aan werknemers betaalde loon ook de aanvullingen hierop (zoals bonussen, overwerkvergoeding, fooien en provisie), het loon in natura (zoals vrij wonen, vrije voeding, 'auto van de zaak', korting op kinderopvang, rentevoordeel, voordelig reizen) en het vakantiegeld. Ook bepaalde vergoedingen voor kosten die door werknemers zijn gemaakt in verband met de dienstbetrekking, zoals vergoeding voor de kosten van het woon-werkverkeer, zijn tot de lonen gerekend. De sociale premies zijn de premies wettelijke sociale verzekering, pensioenpremies, overige particuliere sociale premies en toegerekende sociale premies. Deze premies komen ten laste van werkgevers, werknemers, zelfstandigen of niet-werkenden.