Economische groei; bedrijfstak en regio, nationale rekeningen, 1996-2023

Economische groei; bedrijfstak en regio, nationale rekeningen, 1996-2023

Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Regio's Perioden Bbp, volumemutaties (%) Bruto toegevoegde waarde, volumemutaties (%)
A-U Alle economische activiteiten Nederland 1996 3,5 3,2
A-U Alle economische activiteiten Nederland 2005 2,1 2,1
A-U Alle economische activiteiten Nederland 2010 1,3 1,5
A-U Alle economische activiteiten Nederland 2015 2,0 1,7
A-U Alle economische activiteiten Nederland 2020 -3,9 -4,1
A-U Alle economische activiteiten Nederland 2021 6,2 6,6
A-U Alle economische activiteiten Nederland 2022* 4,3 4,8
A-U Alle economische activiteiten Nederland 2023* 0,1 0,1
A-U Alle economische activiteiten Groningen (PV) 1996 6,7 6,4
A-U Alle economische activiteiten Groningen (PV) 2005 -0,8 -0,8
A-U Alle economische activiteiten Groningen (PV) 2010 4,3 4,5
A-U Alle economische activiteiten Groningen (PV) 2015 -5,3 -5,5
A-U Alle economische activiteiten Groningen (PV) 2020 -7,6 -7,8
A-U Alle economische activiteiten Groningen (PV) 2021 6,0 6,4
A-U Alle economische activiteiten Groningen (PV) 2022* 1,7 2,1
A-U Alle economische activiteiten Groningen (PV) 2023* -8,8 -8,8
A-U Alle economische activiteiten Fryslân (PV) 1996 3,6 3,3
A-U Alle economische activiteiten Fryslân (PV) 2005 2,3 2,4
A-U Alle economische activiteiten Fryslân (PV) 2010 0,8 0,9
A-U Alle economische activiteiten Fryslân (PV) 2015 -1,4 -1,7
A-U Alle economische activiteiten Fryslân (PV) 2020 -2,1 -2,3
A-U Alle economische activiteiten Fryslân (PV) 2021 4,5 4,9
A-U Alle economische activiteiten Fryslân (PV) 2022* 3,5 4,0
A-U Alle economische activiteiten Fryslân (PV) 2023* 0,4 0,5
A-U Alle economische activiteiten Drenthe (PV) 1996 3,6 3,3
A-U Alle economische activiteiten Drenthe (PV) 2005 1,2 1,2
A-U Alle economische activiteiten Drenthe (PV) 2010 -0,2 -0,1
A-U Alle economische activiteiten Drenthe (PV) 2015 -1,7 -2,0
A-U Alle economische activiteiten Drenthe (PV) 2020 -3,2 -3,4
A-U Alle economische activiteiten Drenthe (PV) 2021 4,9 5,3
A-U Alle economische activiteiten Drenthe (PV) 2022* 2,8 3,2
A-U Alle economische activiteiten Drenthe (PV) 2023* -0,2 -0,1
A-U Alle economische activiteiten Overijssel (PV) 1996 3,0 2,7
A-U Alle economische activiteiten Overijssel (PV) 2005 2,3 2,3
A-U Alle economische activiteiten Overijssel (PV) 2010 -0,4 -0,3
A-U Alle economische activiteiten Overijssel (PV) 2015 1,4 1,1
A-U Alle economische activiteiten Overijssel (PV) 2020 -3,6 -3,7
A-U Alle economische activiteiten Overijssel (PV) 2021 7,3 7,7
A-U Alle economische activiteiten Overijssel (PV) 2022* 3,8 4,2
A-U Alle economische activiteiten Overijssel (PV) 2023* 0,1 0,2
A-U Alle economische activiteiten Flevoland (PV) 1996 3,3 3,0
A-U Alle economische activiteiten Flevoland (PV) 2005 3,5 3,6
A-U Alle economische activiteiten Flevoland (PV) 2010 3,7 3,8
A-U Alle economische activiteiten Flevoland (PV) 2015 2,0 1,8
A-U Alle economische activiteiten Flevoland (PV) 2020 -2,3 -2,5
A-U Alle economische activiteiten Flevoland (PV) 2021 7,2 7,6
A-U Alle economische activiteiten Flevoland (PV) 2022* 4,3 4,8
A-U Alle economische activiteiten Flevoland (PV) 2023* 1,0 1,0
A-U Alle economische activiteiten Gelderland (PV) 1996 2,7 2,4
A-U Alle economische activiteiten Gelderland (PV) 2005 1,6 1,6
A-U Alle economische activiteiten Gelderland (PV) 2010 -0,3 -0,1
A-U Alle economische activiteiten Gelderland (PV) 2015 1,4 1,1
A-U Alle economische activiteiten Gelderland (PV) 2020 -2,7 -2,9
A-U Alle economische activiteiten Gelderland (PV) 2021 5,9 6,3
A-U Alle economische activiteiten Gelderland (PV) 2022* 3,8 4,3
A-U Alle economische activiteiten Gelderland (PV) 2023* 0,5 0,5
A-U Alle economische activiteiten Utrecht (PV) 1996 5,3 5,0
A-U Alle economische activiteiten Utrecht (PV) 2005 2,2 2,2
A-U Alle economische activiteiten Utrecht (PV) 2010 -1,1 -0,9
A-U Alle economische activiteiten Utrecht (PV) 2015 1,6 1,3
A-U Alle economische activiteiten Utrecht (PV) 2020 -1,9 -2,0
A-U Alle economische activiteiten Utrecht (PV) 2021 6,3 6,7
A-U Alle economische activiteiten Utrecht (PV) 2022* 4,0 4,5
A-U Alle economische activiteiten Utrecht (PV) 2023* 1,0 1,0
A-U Alle economische activiteiten Noord-Holland (PV) 1996 3,1 2,8
A-U Alle economische activiteiten Noord-Holland (PV) 2005 1,9 1,9
A-U Alle economische activiteiten Noord-Holland (PV) 2010 2,1 2,3
A-U Alle economische activiteiten Noord-Holland (PV) 2015 3,3 3,1
A-U Alle economische activiteiten Noord-Holland (PV) 2020 -7,5 -7,6
A-U Alle economische activiteiten Noord-Holland (PV) 2021 7,2 7,6
A-U Alle economische activiteiten Noord-Holland (PV) 2022* 6,7 7,2
A-U Alle economische activiteiten Noord-Holland (PV) 2023* 1,0 1,0
A-U Alle economische activiteiten Zuid-Holland (PV) 1996 3,0 2,7
A-U Alle economische activiteiten Zuid-Holland (PV) 2005 3,1 3,1
A-U Alle economische activiteiten Zuid-Holland (PV) 2010 0,9 1,1
A-U Alle economische activiteiten Zuid-Holland (PV) 2015 2,6 2,4
A-U Alle economische activiteiten Zuid-Holland (PV) 2020 -2,7 -2,8
A-U Alle economische activiteiten Zuid-Holland (PV) 2021 4,7 5,1
A-U Alle economische activiteiten Zuid-Holland (PV) 2022* 3,5 4,0
A-U Alle economische activiteiten Zuid-Holland (PV) 2023* 0,4 0,4
A-U Alle economische activiteiten Zeeland (PV) 1996 -0,6 -0,9
A-U Alle economische activiteiten Zeeland (PV) 2005 0,8 0,8
A-U Alle economische activiteiten Zeeland (PV) 2010 6,2 6,4
A-U Alle economische activiteiten Zeeland (PV) 2015 2,6 2,3
A-U Alle economische activiteiten Zeeland (PV) 2020 -0,1 -0,3
A-U Alle economische activiteiten Zeeland (PV) 2021 3,6 3,9
A-U Alle economische activiteiten Zeeland (PV) 2022* 4,7 5,2
A-U Alle economische activiteiten Zeeland (PV) 2023* 0,1 0,1
A-U Alle economische activiteiten Noord-Brabant (PV) 1996 4,1 3,8
A-U Alle economische activiteiten Noord-Brabant (PV) 2005 2,9 2,9
A-U Alle economische activiteiten Noord-Brabant (PV) 2010 2,3 2,5
A-U Alle economische activiteiten Noord-Brabant (PV) 2015 3,4 3,2
A-U Alle economische activiteiten Noord-Brabant (PV) 2020 -2,6 -2,8
A-U Alle economische activiteiten Noord-Brabant (PV) 2021 7,5 7,9
A-U Alle economische activiteiten Noord-Brabant (PV) 2022* 4,4 4,9
A-U Alle economische activiteiten Noord-Brabant (PV) 2023* 1,2 1,2
A-U Alle economische activiteiten Limburg (PV) 1996 2,7 2,4
A-U Alle economische activiteiten Limburg (PV) 2005 0,3 0,4
A-U Alle economische activiteiten Limburg (PV) 2010 2,1 2,3
A-U Alle economische activiteiten Limburg (PV) 2015 3,4 3,1
A-U Alle economische activiteiten Limburg (PV) 2020 -3,9 -4,0
A-U Alle economische activiteiten Limburg (PV) 2021 6,0 6,4
A-U Alle economische activiteiten Limburg (PV) 2022* 2,9 3,4
A-U Alle economische activiteiten Limburg (PV) 2023* -0,8 -0,8
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Regionale rekeningen geven een op de nationale rekeningen aansluitende kwantitatieve beschrijving van het economisch proces van regio's binnen een land. Als onderdelen van het economisch proces worden in de nationale rekeningen productie, inkomensverdeling, bestedingen en financiering onderscheiden. Bij de regionale rekeningen ligt de nadruk echter op de beschrijving van de productieprocessen in de verscheidene regio's.
Deze tabel bevat jaargegevens over de productiecomponenten van het bruto binnenlands product. Het is in de regionale rekeningen gebruikelijk om het bruto binnenlands product vanuit twee gezichtspunten te benaderen, vanuit de productie en vanuit de het inkomen. De volume ontwikkeling van het bruto binnenlands product is de maatstaf voor de economische groei van een land.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1996

Frequentie: 2 maal per jaar.

Status van de cijfers:
De jaren 1996 tot en met 2021 zijn definitief, de jaren 2022 en 2023 zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 9 december 2024:
Geen, deze tabel is stopgezet.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek heeft onlangs de nationale rekeningen gereviseerd. Daarbij worden nieuwe bronnen, methoden en concepten doorgevoerd in de nationale rekeningen, zodat het beeld van de Nederlandse economie weer optimaal aansluit bij alle onderliggende statistieken, bronnen en internationale richtlijnen voor het samenstellen van de nationale rekeningen. Voor meer informatie zie paragraaf 3.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Bbp, volumemutaties
Volumegroei van het bruto binnenlands product (bbp). Het bruto binnenlands product (bbp) is een maat voor de omvang van de economie. De verandering van het volume van het bbp in een bepaalde tijdsperiode is een maat voor de groei (of krimp) van de economie. Het bruto binnenlands product tegen marktprijzen is het eindresultaat van de productieve activiteiten van ingezeten productie-eenheden. Het kan op twee manieren worden gedefinieerd:
- vanuit het oogpunt van de productie: het bbp is de som van de bruto toegevoegde waarde van alle institutionele sectoren of bedrijfstakken en het saldo van productgebonden belastingen en subsidies (die niet aan sectoren en bedrijfstakken worden toegerekend). Het is eveneens de sluitpost van de productierekening van de totale economie;
- vanuit het oogpunt van het inkomen: het bbp is de som van de bestedingen in de inkomensvormingsrekening van de totale economie (beloning van werknemers, belastingen op productie en invoer exclusief subsidies, bruto-exploitatieoverschot en gemengd inkomen van de totale economie).
Door het bbp te verminderen met het verbruik van vaste activa, wordt het netto binnenlands product (nbp) tegen marktprijzen verkregen.
Bruto toegevoegde waarde, volumemutaties
Volumegroei van de toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) naar SBI 2008.
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik). De toegevoegde waarde is daarbij uitgedrukt in basisprijzen, de prijzen zijn die door producenten zijn ervaren. Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.
In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.