Landbouw; kerncijfers van de EU-lidstaten, nationale rekeningen

Landbouw; kerncijfers van de EU-lidstaten, nationale rekeningen

Landen Perioden Productie en verbruik Output basisprijzen Totaal (mln euro) Productie en verbruik Output basisprijzen Plantaardige producten (mln euro) Productie en verbruik Output basisprijzen Veeteelt Totaal (mln euro) Productie en verbruik Output basisprijzen Veeteelt Dieren (mln euro) Productie en verbruik Output basisprijzen Veeteelt Dierlijke producten (mln euro) Productie en verbruik Output basisprijzen Landbouwdiensten (mln euro) Productie en verbruik Output basisprijzen Niet tot de landbouw behorende nevena... (mln euro) Productie en verbruik Bruto toegevoegde waarde basisprijzen (mln euro) Arbeidsvolume (x 1 000 arbeidsjaren) Landbouwinkomen per arbeidsjaar Mutatie t.o.v. voorafgaand jaar (%)
Europese Unie: EU-15 (1995-2004) 2022* . . . . . . . . . .
Europese Unie: EU-25 (2004-2007) 2022* . . . . . . . . . .
Europese Unie: EU-27 (2007-2013) 2022* . . . . . . . . . .
Europese Unie: EU-28 (2013-2020) 2022* . . . . . . . . . .
België 2022* 12.199 5.370 6.592 3.926 2.666 199 37 2.774 52 2,2
Bulgarije 2022* 6.577 4.924 1.199 571 628 315 140 3.056 153 15,0
Cyprus 2022* 814 316 479 214 265 0 19 326 19 -1,4
Denemarken 2022* 14.532 6.137 7.617 4.247 3.370 649 129 4.094 49 28,8
Duitsland 2022* 74.535 35.382 35.256 16.779 18.476 2.943 954 30.242 465 46,3
Estland 2022* 1.595 826 651 242 409 81 36 449 17 24,6
Finland 2022* 5.794 2.272 2.574 1.123 1.451 203 745 1.665 64 11,6
Frankrijk 2022* 96.575 56.853 31.396 17.680 13.717 5.397 2.929 43.511 697 24,5
Griekenland 2022* 14.322 10.064 2.855 1.243 1.612 333 1.071 7.347 329 10,0
Hongarije 2022* 10.218 5.832 3.778 2.565 1.213 487 121 3.134 312 -1,8
Ierland 2022* 12.576 2.417 9.649 4.596 5.053 510 0 4.865 157 10,4
Italië 2022* 71.158 39.250 20.188 11.693 8.495 5.336 6.384 37.165 1.019 10,7
Kroatië 2022* 3.121 1.854 1.108 831 277 96 63 1.549 172 -0,6
Letland 2022* 2.421 1.458 771 232 539 37 155 795 63 7,9
Litouwen 2022* 5.310 3.342 1.395 559 835 54 519 1.695 120 -8,0
Luxemburg 2022* 596 221 336 100 235 2 37 184 4 29,9
Malta 2022* 133 48 77 41 36 0 8 49 5 -8,7
Nederland 2022* 36.076 16.162 14.823 6.222 8.601 3.118 1.973 12.186 157 -0,5
Noorwegen 2022* 5.723 2.423 3.207 1.812 1.395 0 92 2.059 41 15,3
Oostenrijk 2022* 10.427 5.138 4.440 2.098 2.343 300 549 4.328 121 19,6
Polen 2022* 39.961 19.806 19.306 10.444 8.862 717 132 14.012 1.428 26,5
Portugal 2022* 10.764 6.427 3.805 2.524 1.281 252 280 3.249 223 -11,7
Roemenië 2022* 22.776 15.187 5.209 2.342 2.867 448 1.933 11.007 1.015 -26,0
Slovenië 2022* 1.670 886 747 414 333 37 0 539 73 20,5
Slowakije 2022* 3.012 1.778 887 421 466 177 170 884 39 -3,8
Spanje 2022* 63.172 36.276 25.090 18.973 6.117 784 1.022 28.300 850 -3,5
Tsjechië 2022* 8.098 4.915 2.690 1.046 1.643 243 250 2.720 95 -1,8
Verenigd Koninkrijk 2022* . . . . . . . . . .
Zweden 2022* 8.135 3.936 3.538 1.758 1.780 381 280 2.276 57 8,1
Zwitserland 2022* 11.616 4.163 5.927 2.818 3.109 733 793 4.245 73 -4,4
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens uit de landbouwrekeningen van de EU-lidstaten. De cijfers hebben betrekking op de output, het intermediair verbruik, de toegevoegde waarde, het arbeidsvolume en het landbouwinkomen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995

Status van de cijfers:
Voor de cijfers van Nederland geldt dat de jaren in de periode 1995-2020 definitief zijn. Gegevens van de jaren 2021 en 2022 hebben de status voorlopig. Voor de andere lidstaten zijn de cijfers integraal overgenomen uit de database van Eurostat. Omdat deze gegevens doorlopend kunnen wijzigen, is het mogelijk dat ze verschillen met de cijfers op StatLine.

Wijzigingen per 29 september 2023:
Gegevens van de voorlopige raming van 2022 zijn toegevoegd aan deze tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Na afloop van het verslagjaar worden na ongeveer 6 maanden de voorlopige cijfers gepubliceerd. Na 18 maanden worden de definitieve cijfers gepubliceerd, tegelijkertijd met het verschijnen van de nationale rekeningen. In december komen de zeer voorlopige cijfers van het actuele jaar beschikbaar. Deze gegevens worden door het Landbouw Economisch Instituut in samenspraak met het CBS vastgesteld. Een update van de zeer voorlopige cijfers vindt in januari plaats.
Met ingang van medio 2016 is het publicatie- en revisiebeleid van de nationale rekeningen herzien. In paragraaf 3 wordt verwezen naar aanvullende informatie over deze veranderingen.

Toelichting onderwerpen

Productie en verbruik
Productie (basisprijzen); het totaal van goederen en diensten dat is geproduceerd, ook wel output genoemd.
Intermediair verbruik (aankoopprijzen); goederen en diensten die als input in het productieproces worden gebruikt, met uitzondering van vaste activa (investeringsgoederen).
Output basisprijzen
Het totaal aan goederen en diensten dat is geproduceerd, ook wel productie genoemd. Hiervan bestaan drie soorten:
- marktoutput: goederen en diensten die op de markt zijn afgezet of waarvoor dit in de toekomst de bedoeling is
- output voor eigen finaal gebruik: goederen en diensten voor eigen consumptie of voor investeringen door dezelfde bedrijfseenheid als die welke die goederen en diensten heeft geproduceerd
- niet-marktoutput: goederen en diensten die gratis of tegen economisch niet-significante prijzen aan andere eenheden zijn geleverd.

De output wordt gewaardeerd tegen basisprijzen. Dit zijn de prijzen die door producenten zelf worden ervaren: per bedrijfstak zijn de productgebonden belastingen er vanaf getrokken en de productgebonden subsidies erbij opgeteld. Door de producent afzonderlijk in rekening gebrachte vervoerskosten zijn niet inbegrepen. Ook de waardeverandering van financiële en niet-financiële activa (productiemiddelen) tijdens de verslagperiode zijn niet inbegrepen.

Inbegrepen is de output van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.
Totaal
Omvat de output van plantaardige producten, de output van de veeteelt, de output van landbouwdiensten en de output van niet tot de landbouw behorende nevenactiviteiten (niet‑scheidbaar), totaal.
Plantaardige producten
Omvat de output van granen, handelsgewassen, voedergewassen, groenten en tuinbouwproducten, aardappelen, fruit, wijn, olijfolie en andere plantaardige producten.
Veeteelt
Omvat de output van dieren en dierlijke producten, totaal.
Totaal
Omvat de output van dieren en dierlijke producten, totaal.
Dieren
Omvat de output van boerderij- en hobbydieren (paarden honden, katten etc.).
Dierlijke producten
Omvat vooral de output van rauwe melk en consumptie eieren.
Landbouwdiensten
Omvat het loonwerk in de landbouw en de verhuur van melkquota. Activiteiten zoals de exploitatie van irrigatiesystemen en de verhuur van machines zonder personeel zijn hier niet inbegrepen.
Niet tot de landbouw behorende nevena...
Niet tot de landbouw behorende nevenactiviteiten (niet‑scheidbaar)
.

Omvat hoofdzakelijk de verkopen van de aan het net terug geleverde zelfgeproduceerde elektriciteit door wkk (warmtekrachtkoppeling) en de output m.b.t. de activiteiten agrotoerisme, boerderijzorg en verhuur van loodsen en gebouwen.
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik). De toegevoegde waarde is daarbij uitgedrukt in basisprijzen, de prijzen die door producenten zelf zijn ervaren. Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degenen die in buitenlandse handen zijn. Ook overheidsinstanties en andere niet-commerciële instanties behoren hiertoe.

In de nationale rekeningen en landbouwrekeningen betekent ‘bruto’ vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en ‘netto’ na aftrek van het verbruik van vaste activa.
Arbeidsvolume
Een maatstaf voor het arbeidsvolume, die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten (vte) genoemd.

Zo leveren twee halve banen (elk 0,5 vte) samen een arbeidsvolume van één arbeidsjaar op.
Landbouwinkomen per arbeidsjaar
Het reële landbouwinkomen in de bedrijfstak landbouw per arbeidsjaareenheid (FTE). De toevoeging reële betekent dat de index van het 'nominaal' landbouwinkomen is gecorrigeerd voor de inflatie met de prijsindex van het BBP tegen marktprijzen.
Mutatie t.o.v. voorafgaand jaar
De jaarlijkse procentuele veranderingen van het reële landbouwinkomen per arbeidsjaar.