Kerncijfers wijken en buurten 2018

Kerncijfers wijken en buurten 2018

Wijken en buurten Regioaanduiding Gemeentenaam (naam) Regioaanduiding Soort regio (omschrijving) Regioaanduiding Codering (code) Regioaanduiding Indelingswijziging wijken en buurten (code) Bevolking Aantal inwoners (aantal) Energie Gemiddeld elektriciteitsverbruik Naar woningtype Vrijstaande woning (kWh) Energie Gemiddeld aardgasverbruik Naar woningtype Vrijstaande woning (m³) Inkomen Inkomen van personen Aantal inkomensontvangers   (aantal) Inkomen Inkomen van huishoudens Mediaan vermogen van particuliere huish. (x 1 000 euro) Zorg Jongeren met jeugdzorg in natura (aantal) Zorg Percentage jongeren met jeugdzorg (%) Zorg Wmo-cliënten (aantal) Zorg Wmo-cliënten relatief (per 1 000 inwoners)
Boelenslaan Achtkarspelen Buurt BU00590203 1 725 3.540 1.950 500 43,5 15 7,7 30 41
Verspreide huizen Boelenslaan Achtkarspelen Buurt BU00590209 1 440 3.420 1.900 400 207,1 . . 15 34
Alphen aan den Rijn Alphen aan den Rijn Gemeente GM0484 . 109.682 4.210 2.290 86.600 53,2 3.675 12,6 3.720 34
Emmalaan Alphen aan den Rijn Buurt BU04840501 1 2.675 4.100 2.970 2.100 14,3 95 12,9 80 30
Paradijslaan Alphen aan den Rijn Buurt BU04840503 1 890 3.110 2.950 800 16,7 15 10,3 75 84
Lijsterlaan Alphen aan den Rijn Buurt BU04840602 1 2.095 . . 1.800 18,8 40 10,1 95 45
Hoogendoornlaan Alphen aan den Rijn Buurt BU04840702 1 80 5.140 . 100 . . . . .
Koudekerk aan den Rijn Alphen aan den Rijn Wijk WK048496 1 4.125 4.090 2.460 3.300 108,8 110 11,3 150 36
Buitengebied Koudekerk aan den Rijn Alphen aan den Rijn Buurt BU04849601 1 450 4.380 2.790 400 417,8 . . . .
Koudekerk aan den Rijn-Noord Alphen aan den Rijn Buurt BU04849602 1 1.775 4.200 2.290 1.400 118,9 50 10,7 50 28
Koudekerk aan den Rijn-Zuid Alphen aan den Rijn Buurt BU04849603 1 1.780 3.630 2.400 1.400 61,0 45 12,0 90 51
Snouckaertlaan Amersfoort Buurt BU03070202 1 475 . . 400 2,2 . . 65 137
Piet Mondriaanlaan Amersfoort Buurt BU03070307 1 245 . . 200 61,2 . . 10 42
Meridiaan Amersfoort Buurt BU03070601 1 1.445 . . 1.100 3,8 55 11,7 140 97
Vinkenbaan Amersfoort Buurt BU03071001 1 1.610 . . 1.300 6,5 50 11,5 145 90
Stoutenburgerlaan Amersfoort Buurt BU03071202 1 145 5.160 3.070 100 . . . . .
Huygenslaan Amersfoort Buurt BU03071702 1 480 5.100 4.000 400 684,3 10 6,3 10 21
Curacaolaan Amersfoort Buurt BU03071706 1 755 . . 600 9,4 25 15,9 75 99
Regentesselaan Amersfoort Buurt BU03071800 1 805 5.590 3.690 600 651,3 20 8,7 20 25
Mr. Th. Heemskerklaan Amersfoort Buurt BU03071803 1 1.110 5.080 3.110 900 389,8 30 9,8 25 22
Oranjelaan Amersfoort Buurt BU03071804 1 875 6.040 3.350 700 704,4 20 7,2 15 17
Startbaanbuurt Amstelveen Buurt BU03620806 1 515 . . 300 189,7 . . . .
Groenelaan Amstelveen Wijk WK036209 1 7.845 4.850 3.850 6.100 16,0 110 7,2 . .
Nes aan de Amstel Amstelveen Buurt BU03621301 1 985 4.410 2.520 800 259,1 15 5,8 . .
Jordaan Amsterdam Wijk WK036306 1 19.440 . . 16.700 14,7 180 6,3 1.320 68
Bedrijvengebied Veelaan Amsterdam Buurt BU03633308 1 40 . . 0 . . . . .
Laan van Spartaan Amsterdam Buurt BU03633901 1 2.100 . . 1.500 1,1 35 5,4 195 93
IJsbaanpad e.o. Amsterdam Buurt BU03634804 1 405 . . 300 238,2 10 7,6 15 37
Tuindorp Oostzaan Amsterdam Wijk WK036365 1 11.525 4.170 2.720 8.900 8,0 380 13,0 1.410 122
Tuindorp Oostzaan West Amsterdam Buurt BU03636500 1 1.180 . . 900 8,0 30 12,9 265 225
Tuindorp Oostzaan Oost Amsterdam Buurt BU03636501 1 4.220 . . 3.400 7,0 170 16,7 465 110
Baanakkerspark Noord Amsterdam Buurt BU03636800 1 580 . . 500 109,9 . . 55 95
Baanakkerspark Zuid Amsterdam Buurt BU03636801 1 455 . . 400 159,6 . . 50 110
Calandlaan/Lelylaan Amsterdam Buurt BU03638103 1 1.245 . . 1.000 8,0 20 8,0 180 145
Loolaan-Noord Apeldoorn Buurt BU02000803 1 2.070 3.460 2.540 1.700 134,5 40 8,0 85 41
Middelgraaflaan e.o. Arnhem Buurt BU02021885 3 1.295 . . 1.000 1,8 10 4,9 420 326
Houtlaan Assen Buurt BU01060302 1 345 4.210 1.930 300 442,3 10 12,5 . .
BT Vaanpark 1 Barendrecht Buurt BU04895081 1 0 . . 0 . . . . .
BT Vaanpark 2 Barendrecht Buurt BU04895082 1 0 . . 0 . . . . .
BT Vaanpark 3 Barendrecht Buurt BU04895083 1 0 . . 0 . . . . .
BT Vaanpark 4 Barendrecht Buurt BU04895084 1 20 . . 0 . . . . .
Millingen aan de Rijn Berg en Dal Wijk WK194509 1 5.865 3.690 2.140 4.800 35,5 95 6,9 295 50
Millingen aan de Rijn-Oost Berg en Dal Buurt BU19450900 1 2.760 3.560 2.040 2.300 22,3 50 7,9 120 44
Millingen aan de Rijn-West Berg en Dal Buurt BU19450901 1 2.980 3.740 2.180 2.400 49,2 40 5,6 175 59
Tiliaans-Weegbree e.o. Bergeijk Buurt BU17240201 3 465 5.000 1.750 400 159,9 . . . .
Industrieterrein 'Loonsebaan' Bergeijk Buurt BU17240209 3 15 . . 0 . . . . .
Beukenlaan e.o. Bergeijk Buurt BU17240405 3 315 3.880 1.970 300 91,3 . . 20 62
Aan de Heerstraat e.o. Bergeijk Buurt BU17240408 3 325 4.810 1.960 200 77,4 10 10,2 20 62
Wijk 02 Bergen aan Zee Bergen (NH.) Wijk WK037302 1 370 3.700 2.510 300 627,6 . . 10 27
Bergen aan Zee Bergen (NH.) Buurt BU03730200 1 365 3.700 2.510 300 627,6 . . 10 27
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar over: 2018.

Status van de cijfers:
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per juni 2023
Binnen het thema bevolking zijn gecorrigeerde cijfers toegevoegd. De correctie is het gevolg van een wijziging in de methode van afronden. Deze afronding hoort aselect te zijn, wat onafhankelijk en willekeurig gebeurt. Dit was niet geheel het geval, omdat door een fout in de toepassing van de methode de cijfers vaker naar beneden dan naar boven werden afgerond. Bij het maken van tellingen over afgeronde aantallen gaf dit in sommige gevallen een vertekend beeld. Er zijn tevens hier en daar zeer kleine verschuivingen in de cijfers van wijken en buurten door de ‘kennis van nu’: daar waar aanvankelijk geen waarnemingen waren en op het moment van correctie wel.
De cijfers, met uitzondering van relatieve cijfers, zijn voor wijken en buurten gecorrigeerd. De correctie heeft geen gevolgen voor de landelijke of gemeentelijke aantallen met betrekking tot de genoemde onderwerpen. De correctie heeft ook geen gevolgen voor aantallen van andere onderwerpen in de tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Voor deze tabel zijn geen nadere updates meer te verwachten.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente, bestaande uit één of meerdere buurten. Vaak komt een wijk overeen met een woonplaats of een deel van een grotere woonplaats.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.

Gemeentenaam
De naam van de bestuurlijke gemeente. Deze naam volgt de officiële schrijfwijze.
Soort regio
De gekozen regioaanduiding betreft: Gemeente, Wijk of Buurt.
Codering
Gemeentecode heeft 4 posities, voorafgegaan door ‘GM’.
Wijkcode heeft 6 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2), voorafgegaan door ‘WK’.
Buurtcode heeft 8 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2) + buurtcode (2), voorafgegaan door ‘BU’.
Indelingswijziging wijken en buurten
Deze indicator geeft per wijk en buurt aan of de cijfers uit deze tabel zonder problemen kunnen worden gekoppeld aan en vergeleken met de cijfers van een jaar eerder, of dat er wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling zijn waardoor dit niet kan. Detailinformatie over wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling kan worden verkregen door de wijk- en buurtkaart van twee opeenvolgende jaren met elkaar te vergelijken.

De indicator kent drie mogelijke waarden:
1: De codering en afbakening van deze wijk/buurt is ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Het is wel mogelijk dat een naamswijziging heeft plaatsgevonden. De cijfers kunnen worden gekoppeld en vergeleken met die van het voorgaande jaar.
2: De codering van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. De afbakening is ongewijzigd. Om te kunnen koppelen met cijfers van het voorgaande jaar zal eerst moeten worden achterhaald wat de codering van het voorgaande jaar was. Is de koppeling eenmaal geslaagd dan kunnen de cijfers alsnog met elkaar worden vergeleken.
3: De afbakening van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit kan gepaard zijn gegaan met een gewijzigde codering. De cijfers kunnen niet zonder meer worden vergeleken met die van het voorgaande jaar. Verschillen kunnen immers samenhangen met de verandering in de afbakening van de wijk of buurt.

Voor een wijk of buurt wordt alleen een wijziging in de afbakening geconstateerd wanneer een grens circa 5 meter of meer is verlegd. Kleinere grenswijzigingen worden niet als significant beschouwd.
Bevolking
De bevolking van Nederland op 1 januari.

Bevolking:
De inwoners van Nederland.
In de bevolkingsaantallen zijn uitsluitend personen begrepen die zijn opgenomen in het bevolkingsregister van een Nederlandse gemeente.
In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woont, opgenomen in het bevolkingsregister van de woongemeente. Personen die tot de bevolking van Nederland behoren, maar voor wie geen vaste woonplaats valt aan te wijzen, zijn opgenomen in het bevolkingsregister van de gemeente 's-Gravenhage.
In de bevolkingsregisters zijn niet opgenomen de in Nederland wonende personen waarvoor uitzonderingsregels gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (bijvoorbeeld diplomaten en NAVO militairen) en personen die niet legaal in Nederland verblijven.

Om redenen van statistische geheimhouding zijn de aantallen op wijk- en buurtniveau aselect afgerond op veelvouden van 5.
Bij aselect afronden wordt door loten bepaald of een getal naar boven of naar beneden wordt afgerond. De daarbij gehanteerde kansen zijn omgekeerd evenredig met de afrondverschillen. Gemiddeld wordt een getal hierdoor op zichzelf afgerond. Het gemiddelde afrondverschil per getal is evenwel groter dan het geval is bij afronding op het dichtstbijzijnde veelvoud van 5. Door afrondverschillen is de som van afgeronde getallen niet altijd gelijk aan de afgeronde som. Hierdoor kan het voorkomen dat wanneer een wijk uit één buurt bestaat of een gemeente uit één wijk, dit afgerond niet overeenkomt.

Het komt voor dat van inwoners wel bekend is binnen welke gemeente ze geregistreerd zijn, maar niet exact waar ze verblijven. Deze inwoners zijn daarom wel meegeteld in de gemeentecijfers, maar niet in de cijfers per wijk en buurt. De cijfers per gemeente kunnen daardoor afwijken van de onderliggende wijken of buurten, zelfs wanneer een gemeente slechts uit één wijk bestaat.
Aantal inwoners
Energie
Gemiddeld elektriciteitsverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor elektriciteit op individuele aansluitingen van particuliere woningen, zoals berekend vanuit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven. De eigen opwekking van elektriciteit, bijvoorbeeld met zonnepanelen, is niet bekend en dus ook niet inbegrepen in het gemiddelde jaarverbruik. Ook collectieve verbruiken van bijvoorbeeld liftinstallaties of hal-/galerijverlichting zijn niet meegeteld bij de berekening.

De cijfers zijn afgerond op tientallen en vermeld bij zes of meer (bewoonde) woningen per woningtype of type eigendom. Het betreft voorlopige cijfers.
Naar woningtype
De volgende typen worden onderscheiden: appartement, tussenwoning, hoekwoning, twee-onder-één-kap-woning en vrijstaande woning.
De typering wordt bepaald door het Kadaster.
Vrijstaande woning
Gemiddeld aardgasverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen, zoals berekend uit de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven.
Bij de berekening van het gemiddeld aardgasverbruik zijn woningen met een zeer laag of zelfs nulverbruik meegeteld indien er sprake is van stadsverwarming. Hierdoor valt in gebieden waar stadsverwarming aanwezig is het gemiddeld aardgasverbruik van woningen laag uit.

De cijfers zijn afgerond op tientallen en vermeld bij zes of meer (bewoonde) woningen per woningtype of type eigendom. Het betreft voorlopige cijfers.

Naar woningtype
De volgende typen worden onderscheiden: appartement, tussenwoning, hoekwoning, twee-onder-één-kap-woning en vrijstaande woning. De typering wordt bepaald door het Kadaster.
Vrijstaande woning
Inkomen
Deze variabelen geven informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Aantal inkomensontvangers  
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens.
De cijfers zijn afgerond op honderdtallen.

Inkomen van huishoudens
De doelpopulatie bestaat uit particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.
Mediaan vermogen van particuliere huish.
De mediaan is het middelste getal wanneer alle getalen van laag naar hoog worden gesorteerd. Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. Bezittingen worden gevormd door bank- en spaartegoeden, effecten, de eigen woning, overig onroerend goed, ondernemingsvermogen, aanmerkelijk belang en de overige bezittingen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Zorg
Deze variabelen geven per gemeente, wijk en buurt inzicht in het aantal personen dat gebruik maakte van jeugdzorg in natura en/of een maatwerkarrangement in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning.

De cijfers zijn afgerond op vijftallen. Om het risico op onthulling van individuen te voorkomen zijn de waarden 0 tot en met 7 weergegeven als geheim. Hierdoor kan het voorkomen, dat de som van de detailgegevens afwijkt van het totaal.
Jongeren met jeugdzorg in natura
Personen tot 23 jaar die op enig moment in de verslagperiode gebruik gemaakt hebben van jeugdhulp in natura, jeugdbescherming of jeugdreclassering.

Jeugdhulp in natura wordt direct vergoed aan de zorgverlener zonder tussenkomst van de zorggebruiker. In het kader van de jeugdzorg betekent dit dat de hulp rechtstreeks door de gemeente wordt vergoed. Jeugdhulp bekostigd via PGB is hier dus van uitgesloten.

Persoonsgebonden budget (PGB) is een geldbedrag waarmee de zorggebruiker zelf zorg, begeleiding, hulp, hulpmiddelen of voorzieningen in kan kopen. Deze wordt verstrekt via de Sociale verzekeringsbank (SVB) maar is ook afkomstig van de gemeente.

Jeugdhulp is hulp en zorg zoals deze bedoeld en beschreven is in de Jeugdwet (2014). Het betreft hulp en zorg aan jongeren en hun ouders bij psychische, psychosociale en of gedragsproblemen, een verstandelijke beperking van de jongere, of opvoedingsproblemen van de ouders.
Jeugdhulp omvat zowel lichte jeugd- en opvoedhulp, jeugd geestelijke gezondheidszorg en zorg voor licht verstandelijk beperkte jongeren. Er zijn ambulante vormen van jeugdhulp (die door het wijkteam of door een jeugdhulpaanbieder kunnen worden geleverd) en vormen van jeugdhulp met verblijf (zoals pleegzorg, gesloten plaatsing en residentiële jeugdhulp). Jeugdhulp kan zowel gericht zijn op behandelen als op begeleiden.

Jeugdbescherming is een maatregel die de rechter dwingend oplegt. Het doel van de kinderbeschermingsmaatregelen is het opheffen van de bedreiging voor de veiligheid en ontwikkeling van het kind. Een kind of jongere wordt dan 'onder toezicht gesteld' of ‘onder voogdij geplaatst’.

Jeugdreclassering is een combinatie van begeleiding en controle voor jongeren vanaf 12 jaar, die voor hun 18e verjaardag met de politie of leerplichtambtenaar in aanraking zijn geweest en een proces-verbaal hebben gekregen. Indien de persoonlijkheid van de dader of de omstandigheden waaronder de overtreding of het misdrijf is begaan daartoe aanleiding geven, bijvoorbeeld bij jongvolwassenen met een verstandelijke beperking, kan het jeugdstrafrecht eveneens worden toegepast op jongvolwassenen in de leeftijd 18 tot en met 22 jaar. De jongere krijgt op maat gesneden begeleiding van een jeugdreclasseringswerker om te voorkomen dat hij of zij opnieuw de fout ingaat. Jeugdreclassering kan worden opgelegd door de kinderrechter of de officier van Justitie. Jeugdreclassering kan ook op initiatief van de Raad voor de Kinderbescherming in het vrijwillige kader worden opgestart.

Indeling naar gemeente, wijk en buurt
De indeling naar gemeente en wijk is gebaseerd op het adres van de gezagsdrager van de jongere. Er is uitgegaan van het woonplaatsbeginsel zoals dat is toegepast in de Jeugdwet die vanaf 2015 in werking is getreden. Wanneer het adres gedurende de verslagperiode is gewijzigd krijgt de jongere in deze tabel het meest recente adres toegewezen.
Voor sommige jongeren is alleen de gemeente volgens woonplaatsbeginsel bekend, maar niet het specifieke adres. In deze gevallen wordt de jongere wel meegeteld in het totaal voor de gemeente, maar niet in één van de onderliggende wijken. Hierdoor kan het voorkomen dat de cijfers van de wijken binnen een gemeente niet optellen tot het totaal van de gemeente.
Percentage jongeren met jeugdzorg
Percentage van personen tot 23 jaar die op enig moment in de verslagperiode gebruik gemaakt hebben van jeugdhulp, jeugdbescherming of jeugdreclassering.
Wmo-cliënten
Aantal personen dat ten minste één maatwerkarrangement in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) heeft gehad. Deze cijfers zijn samengesteld op basis van gegevens die gemeenten aan CBS hebben geleverd in het kader van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein.

Maatwerkarrangement
Ondersteuning binnen het kader van de Wmo2015 geleverd in de vorm van een product of dienst die is afgestemd op de wensen, persoonskenmerken, mogelijkheden en behoeften van een individu.

Wmo2015
Wet maatschappelijke ondersteuning zoals ingegaan op 1 januari 2015. Deze wet stelt gemeenten verantwoordelijk voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen.

Regio
Alleen de gegevens van gemeenten die aangeleverd hebben en die toestemming hebben gegeven voor publicatie worden gepubliceerd. Gemeenten kunnen daarbij apart toestemming geven voor de basisvariabelen Wmo en de facultatieve variabelen Wmo. Als gemeenten herlevering doen over eerdere verslagperioden, is de toestemming voor publicatie zoals die bij de herlevering is gegeven, leidend.

De cijfers over het totaal aantal cliënten in Nederland zijn geschat met een regressiemodel op de data van de deelnemende gemeenten. Voor meer informatie over deze methode wordt verwezen naar de onderzoeksbeschrijving Gemeentelijke monitor sociaal domein, Wmo.
Wmo-cliënten relatief
Het aantal Wmo-cliënten per 1000 inwoners dat ten minste één maatwerkarrangement in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) heeft gehad. De relatieve cijfers zijn berekend na het afronden van de absolute cijfers.