Overheid; sociale uitkeringen 1995-2021

Overheid; sociale uitkeringen 1995-2021

Uitkeringen Perioden Sociale uitkeringen (mln euro)
Algemene Ouderdomswet (AOW) 2006 24.169
Algemene Ouderdomswet (AOW) 2007 25.198
Algemene Ouderdomswet (AOW) 2008 26.446
Algemene Ouderdomswet (AOW) 2009 27.580
Algemene Ouderdomswet (AOW) 2010 28.618
Algemene Ouderdomswet (AOW) 2011 29.996
Algemene Ouderdomswet (AOW) 2012 31.415
Algemene Ouderdomswet (AOW) 2013 32.719
Algemene Ouderdomswet (AOW) 2014 34.120
Algemene Ouderdomswet (AOW) 2015 35.814
Algemene Ouderdomswet (AOW) 2016 36.941
Algemene Ouderdomswet (AOW) 2017 37.412
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over de sociale uitkeringen door de overheid. De gebruikte begrippen voor de totalen sluiten aan bij de Nationale rekeningen. De Nationale rekeningen zijn gebaseerd op de internationale definities van het Europees Systeem van Rekeningen (ESR 2010). De gepresenteerde gegevens sluiten aan bij de publicaties over de Nationale rekeningen. Er kunnen kleine tijdelijke verschillen met de publicaties van de Nationale rekeningen optreden doordat de gepubliceerde cijfers van de overheidsrekeningen soms actueler zijn. De naamgeving van de individuele uitkeringen is gebaseerd op nationale wetgeving. De uitkeringen die werkgevers moeten betalen in het kader van overige werkgerelateerde socialeverzekeringsregelingen zijn niet inbegrepen in deze tabel.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Jaargegevens van 1995 tot en met 2021.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel hebben voor de periode 1995-2020 de status definitief. De cijfers van 2021 hebben de status voorlopig.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 11 juli 2023:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Overheid; sociale uitkeringen. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Sociale uitkeringen
Sociale uitkeringen worden aan huishoudens toegekend om financiële zekerheid te bieden tegen een aantal risico's (zoals ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, ouderdom, het overlijden van naasten en werkloosheid) of om in bepaalde behoeften te voorzien (zoals huisvesting en onderwijs). Hieronder vallen de wettelijke sociale uitkeringen en sociale voorzieningen.