Inkomensverdeling van huishoudens; nationale rekeningen
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft een beschrijving van de inkomensverdeling van de sector huishoudens in de nationale rekeningen naar verschillende huishoudensgroepen. De huishoudens worden onderscheiden naar de voornaamste bron van inkomen, woonsituatie, samenstelling van het huishouden, leeftijdsklasse van de hoofdkostwinner, 20%-inkomensgroepen en 20%-vermogensgroepen.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2015.
Status van de cijfers:
Alle gegevens zijn voorlopig.
Wijzigingen per 19 oktober 2023:
De cijfers voor 2015-2020 zijn bijgesteld, als gevolg van de bijstellingenbeleid van het CBS. De uitkomsten voor 2021 zijn toegevoegd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De nieuwe cijfers komen in oktober 2024.
Toelichting onderwerpen
- Totaal bedrag
- Middelen
- Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
- Beloning van werknemers
- De totale vergoeding, in geld of in natura, die door een werkgever aan een werknemer verschuldigd is voor de arbeid die deze tijdens een verslagperiode heeft verricht. De beloning van werknemers is gelijk aan het totaal van lonen en sociale premies ten laste van werkgevers.
- Totaal
- Lonen
- De vergoedingen voor de werknemer, die in een bepaalde periode arbeid verricht, en die ten laste komen van de werkgever, inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemer. De belangrijkste vorm van loon is 'loon in geld' (inclusief de ingehouden loonbelasting en werknemerspremies). Dit loon omvat het basis bruto loon, premies, provisies, toeslagen, overwerkloon, gevarengeld, bijzondere beloningen en fooien, maar ook onkostenvergoedingen in verband met de dienstbetrekking (zoals een vergoeding of tegemoetkoming voor de kosten van woon-werkverkeer). Bijzondere beloningen omvatten vakantiegeld, tantième, gratificaties, winstuitkeringen en een dertiende of veertiende maand. Doorbetaald loon bij ziekte behoort niet tot de lonen, maar wordt toegerekend aan de sociale premies t.l.v. werkgevers. Naast 'loon in geld' kan 'loon in natura' onderdeel van het loon uitmaken, als dit voor de werknemer een voordeel uit dienstbetrekking is. Voorbeelden van loon in natura zijn het privégebruik van de auto van de zaak, dienstwoningen, het rentevoordeel van geldleningen, tegen korting of gratis verkregen producten van de zaak en werkgeversbijdragen aan kinderopvang.
- Sociale premies t.l.v. werkgevers
- De sociale premies ten laste van de werkgever hebben betrekking op de werkgeversbijdragen in het kader van de sociale zekerheid. De sociale premies ten laste van werkgevers kunnen onderverdeeld worden in werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers en toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers. De werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers omvatten alle premies voor de wettelijke sociale verzekering en de particuliere sociale premies (waaronder pensioenpremies t.l.v. werkgevers). De toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers zijn rechtstreekse sociale uitkeringen door werkgevers aan (voormalige) werknemers zonder tussenkomst van andere institutionele eenheden of fondsen. Het merendeel bestaat uit doorbetaalde lonen bij ziekte.
- Gemiddeld bedrag
- Bedrag per huishouden.
- Middelen
- Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
- Beloning van werknemers
- De totale vergoeding, in geld of in natura, die door een werkgever aan een werknemer verschuldigd is voor de arbeid die deze tijdens een verslagperiode heeft verricht. De beloning van werknemers is gelijk aan het totaal van lonen en sociale premies ten laste van werkgevers.
- Totaal
- Lonen
- De vergoedingen voor de werknemer, die in een bepaalde periode arbeid verricht, en die ten laste komen van de werkgever, inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemer. De belangrijkste vorm van loon is 'loon in geld' (inclusief de ingehouden loonbelasting en werknemerspremies). Dit loon omvat het basis bruto loon, premies, provisies, toeslagen, overwerkloon, gevarengeld, bijzondere beloningen en fooien, maar ook onkostenvergoedingen in verband met de dienstbetrekking (zoals een vergoeding of tegemoetkoming voor de kosten van woon-werkverkeer). Bijzondere beloningen omvatten vakantiegeld, tantième, gratificaties, winstuitkeringen en een dertiende of veertiende maand. Doorbetaald loon bij ziekte behoort niet tot de lonen, maar wordt toegerekend aan de sociale premies t.l.v. werkgevers. Naast 'loon in geld' kan 'loon in natura' onderdeel van het loon uitmaken, als dit voor de werknemer een voordeel uit dienstbetrekking is. Voorbeelden van loon in natura zijn het privégebruik van de auto van de zaak, dienstwoningen, het rentevoordeel van geldleningen, tegen korting of gratis verkregen producten van de zaak en werkgeversbijdragen aan kinderopvang.
- Sociale premies t.l.v. werkgevers
- De sociale premies ten laste van de werkgever hebben betrekking op de werkgeversbijdragen in het kader van de sociale zekerheid. De sociale premies ten laste van werkgevers kunnen onderverdeeld worden in werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers en toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers. De werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers omvatten alle premies voor de wettelijke sociale verzekering en de particuliere sociale premies (waaronder pensioenpremies t.l.v. werkgevers). De toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers zijn rechtstreekse sociale uitkeringen door werkgevers aan (voormalige) werknemers zonder tussenkomst van andere institutionele eenheden of fondsen. Het merendeel bestaat uit doorbetaalde lonen bij ziekte.
- Gestandaardiseerd bedrag
- Bedrag per huishouden omgerekend naar eenpersoonshuishouden.
- Middelen
- Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
- Beloning van werknemers
- De totale vergoeding, in geld of in natura, die door een werkgever aan een werknemer verschuldigd is voor de arbeid die deze tijdens een verslagperiode heeft verricht. De beloning van werknemers is gelijk aan het totaal van lonen en sociale premies ten laste van werkgevers.
- Totaal
- Lonen
- De vergoedingen voor de werknemer, die in een bepaalde periode arbeid verricht, en die ten laste komen van de werkgever, inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemer. De belangrijkste vorm van loon is 'loon in geld' (inclusief de ingehouden loonbelasting en werknemerspremies). Dit loon omvat het basis bruto loon, premies, provisies, toeslagen, overwerkloon, gevarengeld, bijzondere beloningen en fooien, maar ook onkostenvergoedingen in verband met de dienstbetrekking (zoals een vergoeding of tegemoetkoming voor de kosten van woon-werkverkeer). Bijzondere beloningen omvatten vakantiegeld, tantième, gratificaties, winstuitkeringen en een dertiende of veertiende maand. Doorbetaald loon bij ziekte behoort niet tot de lonen, maar wordt toegerekend aan de sociale premies t.l.v. werkgevers. Naast 'loon in geld' kan 'loon in natura' onderdeel van het loon uitmaken, als dit voor de werknemer een voordeel uit dienstbetrekking is. Voorbeelden van loon in natura zijn het privégebruik van de auto van de zaak, dienstwoningen, het rentevoordeel van geldleningen, tegen korting of gratis verkregen producten van de zaak en werkgeversbijdragen aan kinderopvang.
- Sociale premies t.l.v. werkgevers
- De sociale premies ten laste van de werkgever hebben betrekking op de werkgeversbijdragen in het kader van de sociale zekerheid. De sociale premies ten laste van werkgevers kunnen onderverdeeld worden in werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers en toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers. De werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers omvatten alle premies voor de wettelijke sociale verzekering en de particuliere sociale premies (waaronder pensioenpremies t.l.v. werkgevers). De toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers zijn rechtstreekse sociale uitkeringen door werkgevers aan (voormalige) werknemers zonder tussenkomst van andere institutionele eenheden of fondsen. Het merendeel bestaat uit doorbetaalde lonen bij ziekte.
- Aandeel van het alt. beschikbaar inkomen
- Procentuele aandeel van het bruto alternatief beschikbaar inkomen.
- Bruto exploitatieoverschot
- Het exploitatieoverschot is het saldo dat resteert nadat de toegevoegde waarde tegen basisprijzen is verminderd met de beloning van werknemers en het saldo van belastingen en subsidies op productie en invoer. Bij zelfstandigen (die deel uitmaken van de sector huishoudens) wordt dit saldo gemengd inkomen genoemd omdat het ook de beloning voor de door hen geleverde arbeid bevat.
Bij huishoudens is het exploitatieoverschot gelijk aan inkomsten uit woondiensten vanwege eigen woningbezit.
In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van afschrijvingen (het verbruik van vaste activa) en 'netto' na aftrek van afschrijvingen.
- Bruto gemengd inkomen
- Het gemengd inkomen bestaat bij huishoudens voornamelijk uit het inkomen van zelfstandigen (ondernemingen zonder rechtspersoonlijkheid). Dit inkomen uit zelfstandige activiteit heeft kenmerken van loon en kenmerken van winst omdat werkzaamheden in de hoedanigheid van ondernemer zijn uitgevoerd. Ook valt onder het gemengd inkomen het inkomen uit verhuur van woningen en het inkomen dat verdiend wordt in de grijze en illegale economie.
In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van afschrijvingen (het verbruik van vaste activa) en 'netto' na aftrek van afschrijvingen.
- Bruto saldo primaire inkomens
- Het totaal van de door ingezeten institutionele eenheden ontvangen primaire inkomens: beloning van werknemers, netto-exploitatieoverschot / netto gemengd inkomen, het saldo van ontvangen en betaald inkomen uit vermogen en de belastingen op productie en invoer minus subsidies. Inkomens uit vermogen die van de ene binnenlandse sector naar de andere gaan, vallen in dit inkomensbegrip tegen elkaar weg. Het bruto nationaal inkomen (tegen marktprijzen) is gelijk aan het bbp minus het primaire inkomen dat ingezeten eenheden aan niet-ingezeten eenheden betalen plus het primaire inkomen dat ingezeten eenheden uit het buitenland ontvangen. De afdrachten van lidstaten aan de Europese Unie is voor een groot deel gebaseerd op het bruto nationaal inkomen.
Het begrip nationaal inkomen is geen productie-, maar een inkomensbegrip; het is daarom relevanter indien het netto wordt uitgedrukt, dat wil zeggen na aftrek van afschrijvingen (het verbruik van vaste activa).
Het primaire inkomen (nationaal inkomen) is het inkomen dat de sectoren ontvangen voor hun directe deelname aan het productieproces en het inkomen dat zij ontvangen in ruil voor het beschikbaar stellen van financiële middelen, grond e.d. Het nationaal inkomen is gelijk aan het bruto binnenlands product (bbp) plus het per saldo uit het buitenland ontvangen (primaire) inkomen. Het kan ook berekend worden als de som van de primaire inkomens van alle sectoren samen (totale economie). Bruto is inclusief verbruik van vaste activa.
- Bruto beschikbaar inkomen
- Het beschikbaar inkomen geeft aan over welk inkomen een sector kan beschikken na herverdeling van het primaire inkomen door al dan niet verplichte inkomensoverdrachten tussen de sectoren (belastingen op inkomen en vermogen, sociale premies en uitkeringen en overige inkomensoverdrachten).
In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van afschrijvingen (het verbruik van vaste activa) en 'netto' na aftrek van afschrijvingen.
- Bruto alternatief beschikbaar inkomen
- Het alternatief beschikbaar inkomen is het beschikbaar inkomen van huishoudens aangevuld met de bestedingen van overheid en de instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens aan sociale overdrachten in natura. Deze variabele vergemakkelijkt vergelijkingen in de tijd en in internationaal verband aangezien er sprake is van verschillen en wijzigingen in de economische en sociale omstandigheden.
In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van afschrijvingen (het verbruik van vaste activa) en 'netto' na aftrek van afschrijvingen.
- Bruto besparingen
- Het gedeelte van het beschikbaar inkomen dat niet voor consumptieve bestedingen is gebruikt.
- Middelen
- Middelen bestaan uit transacties die de economische waarde van sectoren verhogen (oftewel de inkomsten door sectoren).
- Beloning van werknemers
- De totale vergoeding, in geld of in natura, die door een werkgever aan een werknemer verschuldigd is voor de arbeid die deze tijdens een verslagperiode heeft verricht. De beloning van werknemers is gelijk aan het totaal van lonen en sociale premies ten laste van werkgevers.
- Totaal
- Lonen
- De vergoedingen voor de werknemer, die in een bepaalde periode arbeid verricht, en die ten laste komen van de werkgever, inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemer. De belangrijkste vorm van loon is 'loon in geld' (inclusief de ingehouden loonbelasting en werknemerspremies). Dit loon omvat het basis bruto loon, premies, provisies, toeslagen, overwerkloon, gevarengeld, bijzondere beloningen en fooien, maar ook onkostenvergoedingen in verband met de dienstbetrekking (zoals een vergoeding of tegemoetkoming voor de kosten van woon-werkverkeer). Bijzondere beloningen omvatten vakantiegeld, tantième, gratificaties, winstuitkeringen en een dertiende of veertiende maand. Doorbetaald loon bij ziekte behoort niet tot de lonen, maar wordt toegerekend aan de sociale premies t.l.v. werkgevers. Naast 'loon in geld' kan 'loon in natura' onderdeel van het loon uitmaken, als dit voor de werknemer een voordeel uit dienstbetrekking is. Voorbeelden van loon in natura zijn het privégebruik van de auto van de zaak, dienstwoningen, het rentevoordeel van geldleningen, tegen korting of gratis verkregen producten van de zaak en werkgeversbijdragen aan kinderopvang.
- Sociale premies t.l.v. werkgevers
- De sociale premies ten laste van de werkgever hebben betrekking op de werkgeversbijdragen in het kader van de sociale zekerheid. De sociale premies ten laste van werkgevers kunnen onderverdeeld worden in werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers en toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers. De werkelijke sociale premies t.l.v. werkgevers omvatten alle premies voor de wettelijke sociale verzekering en de particuliere sociale premies (waaronder pensioenpremies t.l.v. werkgevers). De toegerekende sociale premies t.l.v. werkgevers zijn rechtstreekse sociale uitkeringen door werkgevers aan (voormalige) werknemers zonder tussenkomst van andere institutionele eenheden of fondsen. Het merendeel bestaat uit doorbetaalde lonen bij ziekte.
- Correctie mutaties in pensioenrechten
- Deze correctie is bedoeld om de verandering in de pensioenrechten en collectieve levensverzekeringsrechten, in de besparingen van de huishoudens tot uitdrukking te kunnen brengen. Deze rechten worden in de financiële rekeningen en de balansen beschouwd als vorderingen van huishoudens op pensioenfondsen en levensverzekeraars.
De correctie is gelijk aan het verschil tussen netto pensioenpremies (incl. toegerekende premies) en de pensioenuitkeringen. Zo blijven de besparingen van huishoudens op hetzelfde niveau als wanneer de pensioenpremies en uitkeringen niet als inkomenstransacties zouden zijn opgenomen.