Dierlijke mest en mineralen; productie, transport en gebruik per regio
Perioden | Regio's | Mest- en mineralenproductie Stikstofuitscheiding (N) (1000 kg) | Mest- en mineralenproductie Stikstofverliezen in stal en opslag Totaal stikstofverliezen (N) (1000 kg) | Mest- en mineralenproductie Stikstof in opgeslagen mest en weidemest (1000 kg) | Mest- en mineralenproductie Fosfaatuitscheiding (P2O5) (1000 kg) | Mestaanvoer op landbouwbedrijven Stikstof in aangevoerde mest (N) (1000 kg) | Mestaanvoer op landbouwbedrijven Fosfaat in aangevoerde mest (P2O5) (1000 kg) | Mestafvoer van landbouwbedrijven Stikstof in afgevoerde mest (N) (1000 kg) | Mestafvoer van landbouwbedrijven Fosfaat in afgevoerde mest (P2O5) (1000 kg) | Mestgebruik door landbouwbedrijven Stikstof in gebruikte mest (N) (1000 kg) | Mestgebruik door landbouwbedrijven Fosfaat in gebruikte mest (P2O5) (1000 kg) | Gebruiksnormen dierlijke mest Plaatsingsruimte stikstof (N) (1000 kg) | Gebruiksnormen dierlijke mest Plaatsingsruimte fosfaat (P2O5) (1000 kg) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2000 | Nederland | 549.100 | 73.000 | 476.100 | 190.900 | 78.000 | 47.000 | 102.500 | 65.000 | 451.600 | 172.900 | 871.000 | 212.000 |
2010 | Nederland | 489.700 | 68.500 | 421.300 | 178.900 | 79.800 | 40.300 | 150.500 | 79.600 | 350.500 | 139.500 | 400.300 | 158.800 |
2015 | Nederland | 497.500 | 67.700 | 429.800 | 180.100 | 94.400 | 40.700 | 180.300 | 92.000 | 343.900 | 128.800 | 390.700 | 135.100 |
2016 | Nederland | 504.300 | 68.500 | 435.800 | 175.200 | 96.200 | 38.900 | 183.500 | 93.200 | 348.500 | 120.800 | 384.900 | 134.300 |
2017 | Nederland | 512.000 | 69.600 | 442.400 | 169.000 | 106.100 | 41.000 | 194.000 | 94.200 | 354.500 | 115.800 | 385.300 | 135.400 |
2018 | Nederland | 503.400 | 69.000 | 434.500 | 161.800 | 98.400 | 37.300 | 174.300 | 81.800 | 358.600 | 117.300 | 385.500 | 134.700 |
2019 | Nederland | 489.700 | 65.900 | 423.700 | 155.500 | 100.300 | 37.400 | 180.700 | 83.300 | 343.300 | 109.600 | 385.200 | 133.500 |
2020 | Nederland | 489.400 | 66.100 | 423.300 | 150.700 | 104.100 | 37.500 | 181.100 | 81.700 | 346.300 | 106.500 | 376.600 | 137.900 |
2021 | Nederland | 471.000 | 63.400 | 407.600 | 148.000 | 103.400 | 37.200 | 176.300 | 77.900 | 334.700 | 107.400 | 375.800 | 138.600 |
2022 | Nederland | 467.100 | 62.900 | 404.200 | 150.400 | 108.400 | 40.600 | 182.500 | 81.300 | 330.100 | 109.700 | 372.500 | 137.400 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
De tabel bevat cijfers over de productie, het transport en het gebruik van dierlijke mest en de daarin aanwezige mineralen stikstof en fosfaat door landbouwbedrijven. Het gebruik van dierlijke mest in de vorm van stikstof en fosfaat wordt vergeleken met de plaatsingsruimte voor beide mineralen.
In de tabel kunnen de gegevens worden bekeken voor verschillende regionale niveaus waaronder landsdelen, provincies en concentratiegebieden. Bij het gebruik van zowel regionaal als inhoudelijk gedetailleerde uitkomsten moet rekening worden gehouden met aanzienlijke onzekerheidsmarges. Bij meer geaggregeerde gebruikscijfers zoals het mineralengebruik per hectare per landsdeel of het absolute mineralengebruik per provincie of landsdeel zijn de foutenmarges kleiner.
Gegevens beschikbaar vanaf:1994
Status van de cijfers:
Cijfers zijn bij eerste publicatie definitief maar nieuwe inzichten in berekeningsmethoden kunnen aanleiding geven tot herberekening van de tijdreeks.
Wijzigingen per 15 maart 2024:
Cijfers over 2022 zijn toegevoegd. Mesttransporten van drijfmest en vaste mest met forfaitaire afvoer van stikstof en fosfaat zijn met terugwerkende kracht tot 2010 vervangen door afvoer op basis van geanalyseerde mest. Vóór 2010 is dit met de beschikbare data niet mogelijk. Indelingen van postcodes en gemeenten naar regionale indelingen zoals het Landelijk Meetnet Mestbeleid (LMM) en mestregio’s zijn bijgewerkt waardoor transporten van en naar landbouwbedrijven beter in beeld zijn. De verwerking van de Vervoersbewijzen Dierlijke Mest (VDM) is geharmoniseerd voor de periode 2010-2022. Dit heeft geleid tot veranderingen in de omvang van de mesttransporten tussen landbouwbedrijven. Ten slotte zijn door nieuwe inzichten in de omvang van gasvormige stikstofverliezen in stallen de cijfers over stikstof in de mest en cijfers over mesttransporten tussen landbouwbedrijven en het gebruik van mest in de gehele tijdreeks gewijzigd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het eerste kwartaal van 2025 worden de cijfers over 2023 toegevoegd.
Toelichting onderwerpen
- Mest- en mineralenproductie
- Stikstofuitscheiding (N)
- De totale hoeveelheid uitgescheiden stikstof (N) zonder aftrek van stikstof die vervluchtigt in de vorm van ammoniak (NH3) inclusief de afvoer via spuiwater van luchtwassers, lachgas (N2O), stikstofoxide (NO) en stikstofgas (N2).
- Stikstofverliezen in stal en opslag
- Het deel van de uitgescheiden stikstof in de stal dat bij mestopslag in de stal en bij opslag buiten de stal in de vorm van ammoniak, lachgas, stikstofoxide of moleculaire stikstof emitteert naar de buitenlucht, uitgedrukt in N. Ook de afvoer van stikstof via spuiwater van luchtwassers.
- Totaal stikstofverliezen (N)
- Stikstof in opgeslagen mest en weidemest
- De totale stikstofuitscheiding met aftrek van de stikstof die tijdens mestopslag in de stal en bij opslag buiten de stal is vervluchtigd in de vorm van ammoniak (NH3) inclusief de afvoer via spuiwater van luchtwassers, lachgas (N2O), stikstofoxide (NO) en stikstofgas (N2).
- Fosfaatuitscheiding (P2O5)
- De uitgescheiden hoeveelheid fosfaat uitgedrukt in P2O5. In tegenstelling tot stikstof treden bij fosfaat geen gasvormige verliezen op.
- Mestaanvoer op landbouwbedrijven
- Stikstof in aangevoerde mest (N)
- Tot en met 2004 volledig gebaseerd op vervoersbewijzen en vanaf 2005 gebaseerd op de hoeveelheid getransporteerde mest en de stikstof-fosfaatverhouding in geproduceerde mest. Voor fracties van gescheiden mest is de hoeveelheid stikstof vanaf 2009 berekend op basis van de hoeveelheid getransporteerde mest en de samenstelling op basis van praktijkproeven. Deze werkwijze is afgestemd met de uitgangspunten van het rekenmodel NEMA (National Emission Model for Agriculture).
- Fosfaat in aangevoerde mest (P2O5)
- Tot en met 2008 volledig gebaseerd op vervoersbewijzen. Vanaf 2009 is de hoeveelheid fosfaat in vaste mest berekend op basis van de hoeveelheid getransporteerde mest en het berekende fosfaatgehalte volgens de mest- en mineralenproductie. Voor fracties van gescheiden mest is de hoeveelheid fosfaat berekend op basis van de hoeveelheid getransporteerde mest en de samenstelling op basis van praktijkproeven. Deze werkwijze is afgestemd met de uitgangspunten van het rekenmodel NEMA (National Emission Model for Agriculture).
- Mestafvoer van landbouwbedrijven
- Stikstof in afgevoerde mest (N)
- Tot en met 2004 volledig gebaseerd op vervoersbewijzen en vanaf 2005 gebaseerd op de hoeveelheid getransporteerde mest en de stikstof-fosfaatverhouding in geproduceerde mest. Voor fracties van gescheiden mest is de hoeveelheid stikstof vanaf 2009 berekend op basis van de hoeveelheid getransporteerde mest en de samenstelling op basis van praktijkproeven. Deze werkwijze is afgestemd met de uitgangspunten van het rekenmodel NEMA (National Emission Model for Agriculture).
- Fosfaat in afgevoerde mest (P2O5)
- Tot en met 2008 volledig gebaseerd op vervoersbewijzen. Vanaf 2009 is de hoeveelheid fosfaat in vaste mest berekend op basis van de hoeveelheid getransporteerde mest en het berekende fosfaatgehalte volgens de mest- en mineralenproductie. Voor fracties van gescheiden mest is de hoeveelheid fosfaat berekend op basis van de hoeveelheid getransporteerde mest en de samenstelling op basis van praktijkproeven. Deze werkwijze is afgestemd met de uitgangspunten van het rekenmodel NEMA (National Emission Model for Agriculture).
- Mestgebruik door landbouwbedrijven
- Stikstof in gebruikte mest (N)
- De stikstof in opgeslagen mest en weidemest plus de stikstof in aangevoerde mest minus de stikstof in afgevoerde mest.
- Fosfaat in gebruikte mest (P2O5)
- De fosfaat in opgeslagen mest en weidemest plus de fosfaat in aangevoerde mest minus de fosfaat in afgevoerde mest.
- Gebruiksnormen dierlijke mest
- De oppervlakte bemestbare cultuurgrond (cultuurgrond exclusief grasland met hoofdfunctie natuur en glastuinbouw) vermenigvuldigd met de toegestane hoeveelheid mineraal per hectare (gebruiksnorm) voor dierlijke mest. Tot 1998 gold alleen een gebruiksnorm voor fosfaat in dierlijke mest. Van 1998 tot en met 2005 (periode van het mineralenaangiftesysteem Minas) is de gebruiksnorm dierlijke mest afgeleid uit de som van het toegestane verlies en de afvoer met het gewas. Voor stikstof is onder Minas geen afzonderlijke gebruiksnorm voor dierlijke mest af te leiden omdat in het aangiftesysteem de aanvoer van stikstof uit kunstmest is inbegrepen in het toegestane verlies. Met ingang van 2006 geldt een gebruiksnorm voor dierlijke mest van 170 kg N/ha. De Europese Commissie staat Nederland verruiming van deze norm toe (derogatie) tot een bemestingsniveau van 250 kg stikstof per hectare. De hogere bemestingsnorm geldt alleen bij het gebruik van graasdiermest. Daarnaast moet het bedrijfsareaal tot en met 2013 voor minstens 70 procent en vanaf 2014 voor minstens 80 procent bestaan uit grasland. De derogatie voor zand- en lösspercelen in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg is vanaf 2014 beperkt tot 230 kg N per hectare.
- Plaatsingsruimte stikstof (N)
- Tot 1998 gold alleen een gebruiksnorm voor fosfaat in dierlijke mest. Van 1998 tot en met 2005 (in die periode was het Mineralenaangiftesysteem Minas van kracht) is de gebruiksnorm dierlijke mest afgeleid uit de som van het toegestane verlies en de afvoer met het gewas. Voor stikstof is onder Minas geen afzonderlijke gebruiksnorm voor dierlijke mest af te leiden omdat in het aangiftesysteem de aanvoer van stikstof uit kunstmest is inbegrepen in het toegestane verlies. Met ingang van 2006 geldt een gebruiksnorm voor dierlijke mest van 170 kg N/ha. De Europese Commissie staat Nederland verruiming van deze norm toe (derogatie) tot een bemestingsniveau van 250 kg stikstof per hectare. De hogere bemestingsnorm geldt alleen bij het gebruik van graasdiermest. Daarnaast moet het bedrijfsareaal tot en met 2013 voor minstens 70 procent en vanaf 2014 voor minstens 80 procent bestaan uit grasland. De derogatie voor zand- en lösspercelen in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg is vanaf 2014 beperkt tot 230 kg N per hectare.
- Plaatsingsruimte fosfaat (P2O5)
- Van 1998 tot en met 2005 (de periode van het Mineralenaangiftesysteem Minas) is de gebruiksnorm dierlijke mest afgeleid uit de som van het toegestane verlies en de afvoer met het gewas. De gebruiksnorm voor fosfaat is geleidelijk aangescherpt. Met ingang van 2010 zijn de gebruiksnormen voor fosfaat gedifferentieerd naar fosfaattoestand van de bodem. Indien geen informatie beschikbaar is over de fosfaattoestand is gerekend met de laagste fosfaatgebruiksnorm (fosfaattoestand hoog).