Maatstaven gemeentefonds: Sociaal domein: diverse peildata; regio 2018
Regio's | Participatiewet Inwoners van 15 tot 65 jaar (aantal) | Participatiewet Inwoners doelpopulatie (aantal) | Participatiewet Beroepsbevolking vijfjaarsgemiddelde Totaal beroepsbevolking (x 1 000) | Participatiewet Beroepsbevolking vijfjaarsgemiddelde Lager opgeleiden (x 1 000) | Participatiewet Beroepsbevolking vijfjaarsgemiddelde Lager opgeleiden, percentage (%) | Participatiewet Sociale zekerheid Instroom werkregeling Wajong (aantal) | Participatiewet Sociale zekerheid Instroom wachtlijst WSW (aantal) | Participatiewet Sociale zekerheid Instroom werkregeling Wajong excl. WSW (aantal) | Participatiewet Sociale zekerheid Personen met bijstand tot AOW-leeftijd (aantal) | Jeugdwet Inwoners tot 18 jaar (aantal) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Mill en Sint Hubert | 6.999 | 900 | 7 | 1 | 22 | 20 | 40 | 20 | 130 | 2.035 |
Sint Anthonis | 7.515 | 990 | 9 | 1 | 14 | 10 | 20 | 10 | 110 | 2.244 |
Sint-Michielsgestel | 17.815 | 2.420 | 13 | 3 | 21 | 20 | 70 | 20 | 310 | 5.980 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Gemeenten ontvangen geld van de Rijksoverheid uit het gemeentefonds. Hiermee betalen zij een deel van hun uitgaven. Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdwet, Participatiewet en WMO (Sociaal domein). Voor de verdeling van het landelijke budget voor de uitvoering van deze drie wetten over de gemeenten zijn verdeelmodellen ontwikkeld. In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) stelt CBS cijfers samen waarmee deze verdeelmodellen doorgerekend kunnen worden. Deze tabel bevat gegevens die als grondslag dienen bij het bepalen van de verdeling van het landelijk budget over de gemeenten ten behoeve van de Jeugdwet, Participatiewet en Wmo.
Gegevens beschikbaar voor 2018
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief, maar samengesteld op basis van gegevens uit verschillende bronnen, en berekend op verschillende basisjaren. Dit wil zeggen dat de cijfers niet zondermeer vergelijkbaar zijn met reeds gepubliceerde cijfers op StatLine. In de toelichting bij de onderwerpen wordt dit nader verklaard.
Wijzigingen per 31 mei 2018:
Deze tabel is een update van de tabel Maatstaven gemeentefonds; regio 2017.
Ten opzichte van de vorige tabel is de indicator ‘Eenouderhuishoudens met minderjarige kinderen met bijstand’ komen te vervallen.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De nieuwe cijfers komen naar verwachting in mei 2019 beschikbaar.
Toelichting onderwerpen
- Participatiewet
- De wet regelt in Nederland de ondersteuning bij arbeidsinschakeling en het verlenen van bijstand door gemeenten voor mensen die weinig of geen ander inkomen (waaronder andere uitkeringen) hebben en ook weinig of geen vermogen.
Werk gaat voor inkomen: oogmerk is om mensen met of zonder arbeidsbeperking op de kortste weg naar betaald werk te kunnen zetten.
De gemeenten voeren de wet uit en bepalen, binnen de wettelijke grenzen, hun eigen beleid.
De participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).
Onder dit onderwerp zijn in deze tabel de gegevens terug te vinden die als grondslag dienen bij het bepalen van de verdeling van het landelijk budget over de gemeenten ten behoeve van de Participatiewet.- Inwoners van 15 tot 65 jaar
- Het aantal inwoners van 15 tot 65 jaar op 31 december 2016 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2018.
De cijfers over het aantal inwoners in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op StatLine over het aantal inwoners. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2018 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Participatiewet over 31 december 2016 gaan.
- Inwoners doelpopulatie
- Het aantal personen dat behoort tot de doelgroep van de Participatiewet voordat deze daadwerkelijk in werking treedt in 2015.
De doelgroep van de Participatiewet, weergegeven in deze tabel, bestaat uit:
- Werkenden met steun van de gemeente (WSW, Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw) en het Besluit in- en doorstroombanen (ID), Loonkostensubsidie);
- Niet-werkenden met een uitkering van de gemeente (Wet Werk en Bijstand (WWB));
- Niet-werkenden zonder uitkering (niet-uitkeringsgerechtigden en inactieven);
- Personen met een Wajong-uitkering.
Omdat het CBS geen registratie van niet-uitkeringsgerechtigden of inactieven heeft, is de totale bevolking in de leeftijd van 15 jaar tot aan de AOW-leeftijd 'afgepeld' om tot de omvang van deze subgroep te komen. Op basis van de BRP is de omvang van de bevolking in de leeftijd van 15 jaar tot aan de AOW-leeftijd op 31 december 2016 bepaald voor de gemeentelijke indeling van 1 januari 2018. De volgende groepen zijn vervolgens van deze bevolking afgepeld om tot de uiteindelijke doelgroep van de Participatiewet te komen:
- Personen met een baan in loondienst in Nederland ultimo 2016, ongeacht de omvang van de baan, met uitzondering van de werkenden met steun van de gemeente (WSW, Wet inschakeling werkzoekenden (Wiw) en het Besluit in- en doorstroombanen (ID), Loonkostensubsidie);
- Personen met inkomsten uit een baan in het buitenland in 2016;
- Personen met inkomsten uit overige arbeid in 2016;
- Personen met inkomsten als zelfstandige in 2016;
- Personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)/Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) of de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) ultimo 2016;
- Personen met een uitkering in het kader van de werkloosheidswet (WW) ultimo 2016;
- Personen van 15 tot 30 jaar die ultimo 2016 regulier onderwijs volgen.
- Beroepsbevolking vijfjaarsgemiddelde
- Tot de beroepsbevolking horen personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).
Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Het gaat hier om een vijfjaarsgemiddelde van de beroepsbevolking.- Totaal beroepsbevolking
- Vijfjaarsgemiddelde van het totaal aantal personen in de beroepsbevolking voor de jaren 2013 tot en met 2017 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2018.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).
Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
- Lager opgeleiden
- Vijfjaarsgemiddelde van het aantal lager opgeleiden in de beroepsbevolking voor de jaren 2013 tot en met 2017 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2018.
De lager opgeleiden in deze tabel wijken af van de standaard CBS-indeling van de laag opgeleiden. In deze tabel worden personen met de volgende hoogstbehaalde opleidingen volgens de Standaard Onderwijsindeling (SOI) tot de laag opgeleiden gerekend:
- 111 Basisonderwijs:
01001 geen onderwijs gevolgd
01002 onderwijs aan kleuters
01003 basisonderwijs groep 3-8
01004 (basis)educatie
- 121 VMBO-basisberoep/kaderberoeps, mbo1:
01006 praktijkonderwijs
01016 overige beroepsopleiding of cursus met lager niveau
01007 assistentenopleiding (web) bol
01008 assistentenopleiding (web) bbl (incl. geen aanduiding leerweg)
01005 gemeenschappelijke leerjaren avo
01013 vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
01015 lbo, vbo.
Ten opzichte van de standaard CBS-indeling van laag opgeleiden worden de personen met de volgende hoogstbehaalde opleidingen niet tot de lager opgeleiden gerekend:
- 122 VMBO-gemengd/theoretisch, avo onderbouw:
01009 havo, vwo leerjaar 1-3
01010 mms, hbs, gymnasium leerjaar 1-3
01011 voortgezet speciaal onderwijs
01012 mavo
01014 vmbo theoretische- of gemengde leerweg.
- Lager opgeleiden, percentage
- Vijfjaarsgemiddelde van het percentage lager opgeleiden in de beroepsbevolking voor de jaren 2013 tot en met 2017 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2018.
De lager opgeleiden in deze tabel wijken af van de standaard CBS-indeling van de laag opgeleiden. In deze tabel worden personen met de volgende hoogstbehaalde opleidingen tot de laag opgeleiden gerekend:
- 111 Basisonderwijs:
01001 geen onderwijs gevolgd
01002 onderwijs aan kleuters
01003 basisonderwijs groep 3-8
01004 (basis)educatie
- 121 VMBO-basisberoep/kaderberoeps, mbo1:
01006 praktijkonderwijs
01016 overige beroepsopleiding of cursus met lager niveau
01007 assistentenopleiding (web) bol
01008 assistentenopleiding (web) bbl (incl. geen aanduiding leerweg)
01005 gemeenschappelijke leerjaren avo
01013 vmbo basis- en kaderberoepsgerichte leerweg
01015 lbo, vbo.
Ten opzichte van de standaard CBS-indeling van laag opgeleiden worden de personen met de volgende hoogstbehaalde opleidingen niet tot de lager opgeleiden gerekend:
- 122 VMBO-gemengd/theoretisch, avo onderbouw:
01009 havo, vwo leerjaar 1-3
01010 mms, hbs, gymnasium leerjaar 1-3
01011 voortgezet speciaal onderwijs
01012 mavo
01014 vmbo theoretische- of gemengde leerweg.
- Sociale zekerheid
- Het publieke stelsel dat bedoeld is om inkomen en/of verzorging te garanderen voor natuurlijke personen ten tijde van pensioen, ziekte, arbeidsongeschiktheid, overlijden of werkloosheid.
Het bestaat uit werknemersverzekeringen, volksverzekeringen en sociale voorzieningen. De werknemersverzekeringen en de volksverzekeringen worden samen aangeduid als sociale verzekeringen.- Instroom werkregeling Wajong
- De cumulatieve omvang van de instroom in de werkregeling van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) in de jaren 2012 tot en met 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2018.
Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong):
Wettelijke voorziening in de financiële gevolgen van langdurige arbeidsongeschiktheid van mensen die geen aanspraak kunnen maken op de WAO/WIA omdat er geen arbeidsverleden is opgebouwd.
Dit zijn mensen die arbeidsongeschikt zijn voor de dag dat zij 17 jaar worden of na hun 17e jaar arbeidsongeschikt worden én een opleiding/studie volgen.
Met het van kracht worden van de Participatiewet m.i.v. januari 2015 kunnen alleen jonggehandicapten, die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn, nog instromen in de wet Wajong. Jonggehandicapten die nog kunnen werken, kunnen vanaf januari 2015 voor ondersteuning bij het zoeken naar werk terecht bij gemeenten.
Jongeren die vóór 2015 al een Wajong-uitkering hadden, houden deze uitkering.
Wet Werkregeling Wajong:
Om zoveel mogelijk Wajongers aan het werk te krijgen en te houden geldt vanaf 2010 de Wet Wajong voor nieuwe arbeidsongeschikte jongeren. Kort samengevat: vanaf het 18de jaar bekijkt men welke mogelijkheden er zijn om te werken. Die mogelijkheden worden vastgelegd in een participatieplan en de jongeren komen na school in de werkregeling Wajong. Op het 27ste jaar vindt een definitieve beoordeling plaats.
- Instroom wachtlijst WSW
- De cumulatieve omvang van de instroom op de wachtlijst van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) in de jaren 2012 tot en met 2014 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2018.
Wet sociale werkvoorziening (WSW)
Mensen met een lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap kunnen vaak moeilijk een baan vinden. Zij hebben een hoge mate van begeleiding nodig.
Met de WSW geeft de overheid deze mensen de kans om toch te werken en in hun eigen onderhoud te voorzien. Om in aanmerking te komen voor de WSW moet je een WSW-indicatie hebben.
Mensen met een WSW-indicatie kunnen in aanmerking komen voor een WSW-dienstbetrekking of een begeleid werken dienstbetrekking. Bij een WSW-dienstbetrekking zijn zij in dienst van een gemeente (sociale werkplaats).
Bij een begeleid werken dienstbetrekking is er sprake van een arbeidsovereenkomst bij een reguliere werkgever (WSW regulier dienstverband). Vaak kunnen mensen nadat zij een WSW-indicatie hebben gekregen niet direct aan de slag maar staan ze eerst een tijdje op de wachtlijst (WSW wachtlijst).
WSW-registratie.
De bron voor deze indicator is de WSW-registratie van Panteia. In de WSW-registratie zijn gegevens verzameld van alle personen die geïndiceerd zijn voor de WSW, op de wachtlijst staan, een dienstbetrekking hebben en werken onder begeleiding bij een reguliere werkgever. Deze registratie wordt door CBS niet gebruikt om reguliere statistieken mee te publiceren, maar alleen in maatwerkonderzoek gebruikt. CBS voert geen controles uit op de kwaliteit van de gegevens in deze registratie en kan dus ook niet instaan voor de kwaliteit van de gegevens in de registratie. Het CBS heeft toestemming gekregen van het ministerie van SZW om deze gegevens in dit maatwerkonderzoek te gebruiken.
- Instroom werkregeling Wajong excl. WSW
- De cumulatieve omvang van de instroom in de werkregeling Wajong gecorrigeerd voor de instroom De cumulatieve omvang van de instroom in de werkregeling Wajong gecorrigeerd voor de instroom op de wachtlijst van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) in de jaren 2012 tot en met 2014, per gemeente voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2018.
Als iemand zowel instroomt in de werkregeling Wajong als op de wachtlijst van de WSW dan wordt deze persoon niet meegeteld in dit cijfer.
- Personen met bijstand tot AOW-leeftijd
- Het aantal personen tot de pensioengerechtigde (AOW-)leeftijd met een bijstands(gerelateerde) uitkering op 31-12-2016 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2018.
Inbegrepen zijn uitkeringen in het kader van:
- de Wet werk en bijstand (WWB);
- de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW);
- de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ);
- het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) en
- Bijstand aan (overige) adreslozen.
De cijfers over het aantal personen met een bijstandsuitkering in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal personen met een bijstandsuitkering. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2018 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Participatiewet over 31 december 2016 gaan.
- Jeugdwet
- Wettelijke verplichting voor gemeenten om zorg aan jongeren te bieden.
De Jeugdwet wordt op 1 januari 2015 ingevoerd als samenvoeging van de Wet op de jeugdzorg (Wjz), de langdurige jeugd-gehandicaptenzorg en -geestelijke gezondheidszorg uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de jeugd-geestelijke gezondheidszorg uit de Zorgverzekeringswet (Zvw). De Jeugdwet regelt de ondersteuning, hulp en zorg voor jeugdigen met opvoed- en opgroeiproblemen, met psychische en psychiatrische problemen of met een lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke beperking. Daarnaast regelt de wet de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en de jeugdreclassering.
In de Jeugdwet is de leeftijdsgrens gesteld op 18 jaar voor jeugdhulp en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen. Jeugdhulp kan doorlopen tot maximaal het 23ste levensjaar, voor zover deze hulp niet onder een ander wettelijk kader valt. Voor jeugdhulp die verstrekt wordt in verband met een psychische stoornis of een verstandelijke beperking die voorheen viel onder zorg als bedoeld bij of krachtens de AWBZ of Zvw geldt echter de leeftijdsgrens van 18 jaar. Voor jeugdreclassering en jeugdhulp die voortvloeit uit een strafrechtelijke beslissing geldt op basis van het wetsvoorstel Jeugdwet geen leeftijdsgrens.
Onder dit onderwerp zijn in deze tabel de gegevens terug te vinden die als grondslag dienen bij het bepalen van de verdeling van het landelijk budget over de gemeenten ten behoeve van de Jeugdwet.- Inwoners tot 18 jaar
- Het aantal inwoners tot 18 jaar op 1 januari 2017 voor de gemeentelijke indeling van 1-1-2018.
De cijfers over het aantal inwoners in deze tabel kunnen afwijken van soortgelijke cijfers op Statline over het aantal inwoners. Dit komt doordat in deze tabel de gemeentelijke indeling van 2018 is toegepast maar de definitieve cijfers ten behoeve van de Participatiewet over 1 januari 2017 gaan.