Energiebalans; aanbod en verbruik, sector

Energiebalans; aanbod en verbruik, sector

Energiedragers Sectoren Perioden Opbouw vanuit aanbod Energie-aanvoer (PJ)
Warmte Totaal energiesector en eindgebruikers 2016 164,2
Warmte Totaal energiesector 2016 47,4
Warmte Winning van olie en gas 2016
Warmte Cokesfabrieken 2016 1,1
Warmte Hoogovens 2016
Warmte Olieraffinaderijen 2016 11,1
Warmte Energiebedrijven 2016 35,3
Warmte Totaal eindgebruikers van energie 2016 116,8
Warmte Nijverheid (geen energiesector) 2016 94,6
Warmte Delfstoffenwinning, incl dienstverlening 2016 1,8
Warmte 08 Delfstoffenwinning (geen olie en gas) 2016 1,8
Warmte 099 Dienstverlening delfstoffenwinning 2016
Warmte 10-12 Voedings-, genotmiddelenindustrie 2016 4,0
Warmte 10 Voedingsmiddelenindustrie 2016 4,0
Warmte 101 Slachterijen en vleeswarenindustrie 2016 0,7
Warmte 102 Visverwerkende industrie 2016 .
Warmte 103 Groente-, fruitverwerkende industrie 2016 0,9
Warmte 104 Spijsoliën- en -vettenindustrie e.d. 2016
Warmte 105 Zuivelindustrie 2016
Warmte 106 Meelindustrie 2016 2,4
Warmte 107 Brood- en deegwarenindustrie 2016 .
Warmte 108 Overige voedingsmiddelenindustrie 2016 .
Warmte 109 Diervoederindustrie 2016
Warmte 11 Drankenindustrie 2016
Warmte 12 Tabaksindustrie 2016 0,0
Warmte 13-15 Textiel-, kleding-, lederindustrie 2016 0,2
Warmte 13 Textielindustrie 2016 0,2
Warmte 14 Kledingindustrie 2016
Warmte 15 Leer- en schoenenindustrie 2016
Warmte 16 Houtindustrie 2016 0,0
Warmte 17-18 Papier- en grafische industrie 2016 1,9
Warmte 17 Papierindustrie 2016 1,8
Warmte 18 Grafische industrie 2016 0,1
Warmte 20-21 Chemie en farmaceutische industrie 2016 86,5
Warmte 20 Chemische industrie 2016 86,4
Warmte 201 Basischemie 2016 81,1
Warmte 2011 Industriële gassenindustrie 2016 0,1
Warmte 2012 Kleur- en verfstoffenindustrie 2016 0,5
Warmte 2013 Overige anorganische basischemie 2016 13,7
Warmte 2014 Organische basischemie 2016 54,1
Warmte 2015 Kunstmestindustrie 2016 4,2
Warmte Kunststof- en rubberindustrie 2016 8,5
Warmte 202-206 Overige chemische industrie 2016 5,3
Warmte 21 Farmaceutische industrie 2016 0,2
Warmte 22 Rubber- en kunststofproductindustrie 2016 0,0
Warmte 23 Bouwmaterialenindustrie 2016 0,0
Warmte 231 Glas- en glaswerkindustrie 2016
Warmte Vuurvaste, overige keramische industrie 2016
Warmte 233 Keramische bouwproductenindustrie 2016
Warmte 235 Cement-, kalk- en gipsindustrie 2016 .
Warmte 236 Beton-, gips-, cementwarenindustrie 2016
Warmte Natuursteen, overige minerale producten 2016 0,0
Warmte Totaal basismetaal, exclusief hoogovens 2016 0,0
Warmte IJzer en staalindustrie 2016 0,0
Warmte Non-ferrometaalindustrie, totaal 2016
Warmte w.o. 2441 edelmetaalindustrie 2016
Warmte w.o. 2442 aluminiumindustrie 2016
Warmte 25-28 Metaalproducten + machineindustrie 2016 0,1
Warmte 25 Metaalproductenindustrie 2016 0,0
Warmte 26 Elektrotechnische industrie 2016 0,0
Warmte 27 Elektrische apparatenindustrie 2016
Warmte 28 Machine-industrie 2016 0,0
Warmte 29-30 Transportmiddelenindustrie 2016 0,0
Warmte 29 Auto- en aanhangwagenindustrie 2016
Warmte 30 Overige transportmiddelenindustrie 2016 0,0
Warmte 31 Meubelindustrie 2016
Warmte 32 Overige industrie 2016 0,0
Warmte Industrie onbekend 2016
Warmte F Bouwnijverheid 2016
Warmte Totaal binnenlands vervoer 2016
Warmte Binnenlandse luchtvaart 2016
Warmte Wegverkeer 2016
Warmte Railverkeer 2016
Warmte Pijpleidingen 2016
Warmte Binnenlandse scheepvaart 2016
Warmte Vervoer onbekend 2016
Warmte Overige afnemers, totaal 2016 22,2
Warmte Diensten, afval, water en reparatie 2016 6,2
Warmte 33 Reparatie en installatie van machines 2016 0,0
Warmte E Waterbedrijven en afvalbeheer 2016 0,9
Warmte 36 Waterleidingbedrijven 2016 0,0
Warmte 37 Afvalwaterinzameling en -behandeling 2016 0,7
Warmte 38 Afvalbehandeling en recycling 2016 0,2
Warmte 39 Sanering en overig afvalbeheer 2016
Warmte Waterbedrijven en afvalbeheer onbekend 2016
Warmte G-S, U Dienstverlening 2016 5,3
Warmte G Handel 2016 .
Warmte H Vervoer en opslag 2016 .
Warmte I Horeca 2016 .
Warmte J Informatie en communicatie 2016 .
Warmte K Financiële dienstverlening 2016 .
Warmte L Verhuur en handel van onroerend goed 2016 .
Warmte M Specialistische zakelijke diensten 2016 .
Warmte N Verhuur en overige zakelijke diensten 2016 .
Warmte O Openbaar bestuur en overheidsdiensten 2016 .
Warmte P Onderwijs 2016 .
Warmte Q Gezondheids- en welzijnszorg 2016 .
Warmte R Cultuur, sport en recreatie 2016 .
Warmte S Overige dienstverlening 2016 .
Warmte U Extraterritoriale organisaties 2016 .
Warmte Dienstverlening onbekend 2016 5,1
Warmte Woningen 2016 12,3
Warmte A Landbouw, bosbouw en visserij 2016 3,7
Warmte 01 Landbouw 2016 3,7
Warmte Waarvan glastuinbouw 2016 .
Warmte Waarvan overige landbouw 2016 .
Warmte 02 Bosbouw 2016
Warmte 03 Visserij 2016
Warmte Overige afnemers onbekend 2016
Warmte Sector tbv statistisch verschil 2016
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over het aanbod en verbruik van energie per sector en per energiedrager. Het aanbod van energie is gelijk aan de winning van energie plus de aanvoer minus de aflevering plus de voorraadmutatie. Het verbruik van energie is gelijk aan som van het eigen verbruik, de verliezen bij distributie, het finaal energieverbruik, het niet-energetisch gebruik en het saldo van inzet en productie van energie. Voor iedere sector is het aanbod van energie gelijk aan het verbruik van energie.

Voor sommige energiedragers is het totaal van de waargenomen binnenlandse afleveringen niet precies gelijk aan de som van de waargenomen binnenlands aanvoer. Voor deze energiedragers ontstaat dan een statistisch verschil wat niet aan een sector kan worden toegerekend.

De indeling in sectoren volgt op hoofdlijnen de indeling zoals gebruikelijk is in internationale energiestatistieken. Deze indeling is gebaseerd op functies van diverse sectoren in de energiehuishouding en op elementen uit de internationale standaard bedrijfsindeling. Er zijn twee hoofdsectoren: de energiesector (bedrijven met hoofdactiviteit het winnen of omzetten van energie) en energieafnemers (overige bedrijven en huishoudens).

Naast een uitsplitsing naar sectoren is er ook een uitsplitsing naar energiedrager, zoals kolen, diverse olieproducten, aardgas, hernieuwbare energie, elektriciteit en warmte en overige energiedragers, zoals niet hernieuwbaar afval.

De gebruikte definities in deze tabel sluiten precies aan op de definities in de tabel Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik. Die tabel bevat geen uitsplitsing naar sector (uitgezonderd finaal energieverbruik), maar geeft wel informatie over invoer, uitvoer en bunkers en geeft ook wat meer detail over de energiedragers.

Gegevens beschikbaar:
Vanaf 1990.

Status van de cijfers:
Alle cijfers tot en met verslagjaar 2022 zijn definitief. Cijfers over 2023 zijn nader voorlopig.

Wijzigingen per 15 november 2024:
De structuur van de tabel is aangepast. De aanpassing betreft de indeling in sectoren waarbij binnen de sector non-ferro metaal nu de aluminiumindustrie apart wordt onderscheiden.
Deze tabel is tevens gereviseerd voor 2015 t/m 2021 als gevolg van nieuwe methoden die ook voor 2022 en 2023 zijn toegepast. Het gaat om de volgende onderdelen: finaal energieverbruik LPG, verdeling van finaal energieverbruik van motorbenzine, sectorindeling van gasolie/diesel binnen de diensten en verplaatsing van het energieverbruik van de nucleaire industrie van de nijverheid naar de energiesector. Tevens is het aardgasverbruik van de houtindustrie verbeterd zodat het beter volgtijdelijk vergelijkbaar is. Het gaat om wijzigingen van maximaal een paar PJ.

Wijzigingen per 7 juni 2024:
Nader voorlopige cijfers over 2023 zijn toegevoegd.

Wijzigingen per 26 april 2024:
De energiebalans is gereviseerd vanaf 2015 op een beperkt aantal punten. De belangrijkste zijn de volgende:
1. Voor vaste biomassa en huishoudelijk afval zijn de meest recente data meegenomen en is gewerkt aan een integratie met cijfers voor een nieuwe, nog te publiceren StatLine tabel over aanbod van vaste biomassa. Daardoor zijn er wat wijzigingen in aanvoer, aflevering en winning van biomassa van maximaal een paar PJ.
2. Bij aardgas is een verbetering doorgevoerd in de verwerking van data voor opgeslagen LNG wat zorgt voor een verschuiving tussen voorraadmutatie, aanvoer en aflevering van maximaal een paar PJ.

Wijzigingen per 25 maart 2024:
De energiebalans is gereviseerd en geherstructureerd. Het gaat vooral om het volgende:
1. Andere wijze van omgaan met biobrandstoffen die zijn bijgemengd in fossiele brandstoffen
2. Een uitsplitsing van de aardgasbalans van de landbouw in glastuinbouw en overige landbouw.
3. Hoger finaal energieverbruik van elektriciteit in diensten in 2021 en 2022.

1. Bijgemengde biobrandstoffen
Voorheen werden biobrandstoffen welke zijn gemengd met fossiele brandstoffen geteld bij aardoliegrondstoffen en -producten. In de nieuwe energiebalans tellen bijgemengde biobrandstoffen bij hernieuwbare energie en betreft aardoliegrondstoffen en -producten en de onderliggende producten (zoals benzine, diesel en kerosine) alleen het fossiele deel van mengsels van fossiele en biogene brandstoffen. Om dit duidelijk te maken zijn de namen van de energiedragers aangepast. Gevolg van deze aanpassing is dat een deel van de energie verplaatst is van aardolie naar hernieuwbaar. Voor totaal energiedragers blijft de energiebalans hetzelfde. Doel van deze aanpassing is om de toenemende rol van bijgemengde biobrandstoffen in de Energiebalans zichtbaar te maken en om beter aan te sluiten bij de Energiebalansen die Eurostat en het Internationaal Energieagentschap publiceren. Binnen hernieuwbare energie, biomassa is vloeibare biomassa nu een aparte energiedrager. Dit betreft zowel pure als bijgemengde biobrandstoffen.

2. Glastuinbouw apart
Het energieverbruik van de landbouw in Nederland vindt grotendeels plaats in de glastuinbouw. Er is daarom ook veel aandacht voor deze sector en behoefte aan aparte data over energieverbruik in de glastuinbouw. Om te voldoen aan deze behoefte is de sector landbouw uitgesplitst in twee deelsectoren: Glastuinbouw en overige landbouw. Vooralsnog publiceren we alleen aparte aardgascijfers over de glastuinbouw.

3. Hogere finaal energieverbruik van elektriciteit in diensten in 2021 en 2022.
De wijze van omgaan met elektrische wegvervoer is verbeterd waardoor de aanvoer en het finaal verbruik van elektriciteit in de diensten in 2021 en 2022 ruim 2 PJ hoger is geworden. Dit werkt ook door in de aanvoer van elektriciteit in de sector H (Vervoer en opslag).

Wijzigingen per 14 november 2023:
Voor de jaren 2021 en 2022 zijn de cijfers bijgesteld.
Cijfers voor de Energiebalans 2015 tot en met 2020 zijn gereviseerd. Het gaat om de volgende punten:
- Voor de jaren 2019 en 2020 is het finaal energieverbruik van warmte in de landbouw een paar PJ lager en dat van de diensten een paar PJ hoger als gevolg van een verbetering in de interpretatie van de beschikbare cijfers over aanvoer van warmte door de landbouw.
- Bij de winning van aardwarmte door de landbouw komt ook aardgas mee dat door de landbouwbedrijven zelf wordt verbruikt. Dit is nu meegenomen in de energiebalans. Het gaat om 0,2 PJ in 2015 oplopend tot 0,7 PJ in 2020.
- Er zijn enkele verbeteringen van data voor warmte in industrie doorgevoerd van ongeveer 1 PJ of kleiner.
- Er zijn enkele andere verbeteringen in data meegenomen, ook maximaal ongeveer 1PJ, meest kleiner.

Wijzigingen per 15 juni 2023:
Nader voorlopige cijfers over 2022 zijn toegevoegd.

Wijzigingen per 15 december 2022:
De cijfers vanaf 1990 tot en met 2019 zijn gereviseerd. De revisie betreft voornamelijk het verbruik van gas- dieselolie en licht stookolie en het werkt door in de bovenliggende energiedragers (totaal aardolieproducten en totaal aardoliegrondstoffen en –producten en totaal energiedragers).
De revisie is tweeledig:
- Nieuwe gegevens over het verbruik van diesel in mobiele werktuigen zijn verwerkt. Daardoor gaat het finaal energieverbruik van gas- dieselolie en licht stookolie bij de bouw, diensten en landbouw omhoog. De grootste wijziging zit bij de bouw (+10 PJ van 1990 t/m 2015, aflopend tot 1 PJ in 2019. Bij de landbouw gaat het om 0,5 tot 1,5 PJ vanaf ongeveer 2010 en bij de diensten om 0 tot 3 PJ in de hele periode.
- De methode voor omgaan met statistisch verschil is aangepast. Voorheen werd vanaf 2013 uitgegaan van statistisch verschil van -3 procent op jaarbasis, aansluitend bij oude data (t/m 2012) over verbruik diesel wegverkeer gebaseerd op het aparte accijnstarief enkel voor gebruik voor wegverkeer wat tot die tijd bestond. In de nieuwe methode wordt het statistisch verschil weggewerkt vanaf 2015. Het finaal energieverbruik van wegverkeer wordt berekend als restpost door de totale marktleveringen van diesel te verminderen met de leveringen aan overige afnemers.
Het eerste en het tweede punt werkt allebei door op finaal energieverbruik wegverkeer wat daardoor omlaag gaat met gemiddeld ruim 5 procent vanaf 2015.
Vóór de accijnsaanpassing van 2013 was er een positief statistisch verschil, dat wil zeggen meer aanbod dan verbruik. Door de verbeterde gegevens waarbij het verbruik is gestegen is dit statistisch verschil kleiner geworden en in een aantal jaren negatief.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nader voorlopige cijfers: juni/juli van het jaar volgend op het verslagjaar.
Definitieve cijfers: december van het tweede jaar volgend op het verslagjaar.

Toelichting onderwerpen

Opbouw vanuit aanbod
Opgebouwd vanuit aanbod is het energieverbruik de winning van energie plus de aanvoer van energie minus de aflevering van energie plus de voorraadmutatie plus het statistisch verschil.
Energie-aanvoer
Energie die geïmporteerd of in Nederland gekocht of ontvangen wordt.