Dierlijke mest; productie en mineralenuitscheiding; bedrijfstype, regio

Dierlijke mest; productie en mineralenuitscheiding; bedrijfstype, regio

Bedrijfstype Regio's Perioden Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven zonder overproductie mineralen Bedrijven zonder overproductie (%) Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven zonder overproductie mineralen Rest. plaatsingsruimte stikstof (N) (1 000 kg) Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven zonder overproductie mineralen Rest. plaatsingsruimte fosfaat (P205) (1 000 kg) Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven met overproductie mineralen Bedrijven met overproductie (%) Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven met overproductie mineralen Stikstofoverschot (N) (1 000 kg) Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven met overproductie mineralen Fosfaatoverschot (P205) (1 000 kg)
Totaal graasdierbedrijven Nederland 2023 37 21.500 10.100 63 87.400 27.500
Totaal graasdierbedrijven Noord-Nederland (LD) 2023 39 6.840 3.300 61 18.740 5.800
Totaal graasdierbedrijven Oost-Nederland (LD) 2023 37 6.620 3.260 63 32.900 10.360
Totaal graasdierbedrijven West-Nederland (LD) 2023 41 5.110 2.330 59 13.110 4.140
Totaal graasdierbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2023 30 2.960 1.220 70 22.610 7.180
Totaal graasdierbedrijven Groningen (PV) 2023 39 1.390 640 61 4.170 1.290
Totaal graasdierbedrijven Fryslân (PV) 2023 38 3.230 1.680 62 10.460 3.230
Totaal graasdierbedrijven Drenthe (PV) 2023 44 2.220 980 56 4.110 1.280
Totaal graasdierbedrijven Overijssel (PV) 2023 35 2.460 1.270 65 14.310 4.490
Totaal graasdierbedrijven Flevoland (PV) 2023 14 180 90 86 1.960 610
Totaal graasdierbedrijven Gelderland (PV) 2023 40 3.980 1.900 60 16.630 5.260
Totaal graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 37 1.370 640 63 4.580 1.470
Totaal graasdierbedrijven Noord-Holland (PV) 2023 47 1.660 810 53 3.460 1.090
Totaal graasdierbedrijven Zuid-Holland (PV) 2023 40 1.580 690 60 3.730 1.180
Totaal graasdierbedrijven Zeeland (PV) 2023 42 490 200 58 1.340 410
Totaal graasdierbedrijven Noord-Brabant (PV) 2023 28 1.950 800 72 18.910 6.000
Totaal graasdierbedrijven Limburg (PV) 2023 37 1.010 420 63 3.700 1.190
Totaal graasdierbedrijven Concentratiegebied Oost 2023 37 4.460 2.140 63 24.450 7.730
Totaal graasdierbedrijven Concentratiegebied Zuid 2023 28 2.120 810 72 19.970 6.360
Totaal graasdierbedrijven Niet-concentratiegebied 2023 39 14.950 7.170 61 42.950 13.400
Melkveebedrijven Nederland 2023 14 4.800 3.400 86 64.000 19.700
Melkveebedrijven Noord-Nederland (LD) 2023 19 2.010 1.410 81 16.470 5.060
Melkveebedrijven Oost-Nederland (LD) 2023 13 1.330 980 87 20.440 6.280
Melkveebedrijven West-Nederland (LD) 2023 16 1.090 740 84 10.880 3.370
Melkveebedrijven Zuid-Nederland (LD) 2023 7 390 230 93 16.180 4.960
Melkveebedrijven Groningen (PV) 2023 17 380 250 83 3.820 1.170
Melkveebedrijven Fryslân (PV) 2023 19 1.050 790 81 9.430 2.900
Melkveebedrijven Drenthe (PV) 2023 21 580 370 79 3.220 980
Melkveebedrijven Overijssel (PV) 2023 10 440 380 90 10.630 3.260
Melkveebedrijven Flevoland (PV) 2023 11 110 50 89 1.710 520
Melkveebedrijven Gelderland (PV) 2023 16 780 550 84 8.100 2.500
Melkveebedrijven Utrecht (PV) 2023 13 300 210 87 3.410 1.070
Melkveebedrijven Noord-Holland (PV) 2023 22 390 290 78 2.980 920
Melkveebedrijven Zuid-Holland (PV) 2023 15 360 210 85 3.260 1.010
Melkveebedrijven Zeeland (PV) 2023 14 40 30 86 1.220 370
Melkveebedrijven Noord-Brabant (PV) 2023 6 250 150 94 13.650 4.180
Melkveebedrijven Limburg (PV) 2023 12 140 90 88 2.530 770
Melkveebedrijven Concentratiegebied Oost 2023 11 780 560 89 14.380 4.440
Melkveebedrijven Concentratiegebied Zuid 2023 5 250 120 95 14.020 4.300
Melkveebedrijven Niet-concentratiegebied 2023 17 3.800 2.680 83 35.560 10.930
Vleeskalverenbedrijven Nederland 2023 15 300 100 85 12.200 3.900
Vleeskalverenbedrijven Noord-Nederland (LD) 2023 22 70 30 78 900 280
Vleeskalverenbedrijven Oost-Nederland (LD) 2023 14 190 70 86 8.000 2.530
Vleeskalverenbedrijven West-Nederland (LD) 2023 12 10 0 88 610 200
Vleeskalverenbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2023 16 50 20 84 2.700 870
Vleeskalverenbedrijven Groningen (PV) 2023 29 10 10 71 140 40
Vleeskalverenbedrijven Fryslân (PV) 2023 23 30 10 77 400 120
Vleeskalverenbedrijven Drenthe (PV) 2023 18 20 10 82 360 120
Vleeskalverenbedrijven Overijssel (PV) 2023 16 60 20 84 1.920 630
Vleeskalverenbedrijven Flevoland (PV) 2023 33 0 0 67 70 20
Vleeskalverenbedrijven Gelderland (PV) 2023 14 130 50 86 6.000 1.880
Vleeskalverenbedrijven Utrecht (PV) 2023 11 10 0 89 550 180
Vleeskalverenbedrijven Noord-Holland (PV) 2023 50 0 0 50 10 0
Vleeskalverenbedrijven Zuid-Holland (PV) 2023 0 0 0 100 60 20
Vleeskalverenbedrijven Zeeland (PV) 2023 0 0 0 100 0 0
Vleeskalverenbedrijven Noord-Brabant (PV) 2023 17 50 10 83 2.510 810
Vleeskalverenbedrijven Limburg (PV) 2023 11 10 0 89 200 60
Vleeskalverenbedrijven Concentratiegebied Oost 2023 14 130 50 86 6.940 2.200
Vleeskalverenbedrijven Concentratiegebied Zuid 2023 17 50 20 83 2.630 850
Vleeskalverenbedrijven Niet-concentratiegebied 2023 17 130 60 83 2.640 840
Overige rundveebedrijven Nederland 2023 77 8.800 3.800 23 2.700 800
Overige rundveebedrijven Noord-Nederland (LD) 2023 84 2.530 1.030 16 330 90
Overige rundveebedrijven Oost-Nederland (LD) 2023 77 3.120 1.480 23 1.250 360
Overige rundveebedrijven West-Nederland (LD) 2023 79 1.760 750 21 420 120
Overige rundveebedrijven Zuid-Nederland (LD) 2023 66 1.370 580 34 650 190
Overige rundveebedrijven Groningen (PV) 2023 84 510 190 16 40 10
Overige rundveebedrijven Fryslân (PV) 2023 84 910 410 16 170 50
Overige rundveebedrijven Drenthe (PV) 2023 83 1.120 430 17 120 30
Overige rundveebedrijven Overijssel (PV) 2023 76 1.240 600 24 610 180
Overige rundveebedrijven Flevoland (PV) 2023 41 40 20 59 40 10
Overige rundveebedrijven Gelderland (PV) 2023 79 1.840 850 21 590 170
Overige rundveebedrijven Utrecht (PV) 2023 80 510 230 20 180 50
Overige rundveebedrijven Noord-Holland (PV) 2023 80 500 220 20 70 20
Overige rundveebedrijven Zuid-Holland (PV) 2023 75 450 190 25 110 30
Overige rundveebedrijven Zeeland (PV) 2023 81 300 110 19 60 20
Overige rundveebedrijven Noord-Brabant (PV) 2023 66 870 380 34 450 130
Overige rundveebedrijven Limburg (PV) 2023 66 500 210 34 200 60
Overige rundveebedrijven Concentratiegebied Oost 2023 78 2.130 1.010 22 930 270
Overige rundveebedrijven Concentratiegebied Zuid 2023 64 980 400 36 520 150
Overige rundveebedrijven Niet-concentratiegebied 2023 79 5.680 2.430 21 1.210 350
Geiten- en andere graasdierbedrijven Nederland 2023 65 7.600 2.800 35 8.500 3.200
Geiten- en andere graasdierbedrijven Noord-Nederland (LD) 2023 75 2.220 820 25 1.030 370
Geiten- en andere graasdierbedrijven Oost-Nederland (LD) 2023 64 1.990 740 36 3.210 1.190
Geiten- en andere graasdierbedrijven West-Nederland (LD) 2023 70 2.250 840 30 1.200 440
Geiten- en andere graasdierbedrijven Zuid-Nederland (LD) 2023 49 1.150 390 51 3.080 1.160
Geiten- en andere graasdierbedrijven Groningen (PV) 2023 76 480 180 24 170 60
Geiten- en andere graasdierbedrijven Fryslân (PV) 2023 78 1.240 470 22 460 160
Geiten- en andere graasdierbedrijven Drenthe (PV) 2023 68 500 170 32 410 140
Geiten- en andere graasdierbedrijven Overijssel (PV) 2023 65 730 270 35 1.140 420
Geiten- en andere graasdierbedrijven Flevoland (PV) 2023 17 30 10 83 140 50
Geiten- en andere graasdierbedrijven Gelderland (PV) 2023 65 1.230 450 35 1.930 710
Geiten- en andere graasdierbedrijven Utrecht (PV) 2023 68 550 200 32 450 170
Geiten- en andere graasdierbedrijven Noord-Holland (PV) 2023 72 770 310 28 400 140
Geiten- en andere graasdierbedrijven Zuid-Holland (PV) 2023 70 780 290 30 300 110
Geiten- en andere graasdierbedrijven Zeeland (PV) 2023 60 150 50 40 60 20
Geiten- en andere graasdierbedrijven Noord-Brabant (PV) 2023 49 780 260 51 2.300 870
Geiten- en andere graasdierbedrijven Limburg (PV) 2023 51 360 130 49 780 290
Geiten- en andere graasdierbedrijven Concentratiegebied Oost 2023 65 1.420 520 35 2.200 820
Geiten- en andere graasdierbedrijven Concentratiegebied Zuid 2023 48 840 280 52 2.790 1.060
Geiten- en andere graasdierbedrijven Niet-concentratiegebied 2023 69 5.350 1.990 31 3.530 1.280
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat cijfers over de mestproductie en de daarmee uitgescheiden hoeveelheid stikstof en fosfaat. Daarnaast wordt de mestproductie vergeleken met de plaatsingsruimte volgens de geldende gebruiksnormen. De gegevens kunnen worden uitgesplitst naar type bedrijf volgens de standaard bedrijfstypering op basis van het brutostandaardsaldo (BSS) en standaardopbrengten (SO). Het totaal voor Nederland kan worden uitgesplitst naar landsdelen, provincies en concentratiegebieden.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1990.

Status van de cijfers:
Cijfers zijn bij eerste publicatie definitief maar nieuwe inzichten in berekeningsmethoden kunnen aanleiding geven tot herberekening van de tijdreeks.

Wijzigingen per 28 juni 2024:
De voorlopige cijfers over de productie van dierlijke mest in 2023 zijn vervangen door definitieve cijfers.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het eerste kwartaal van 2025 verschijnen de voorlopige cijfers over de mestproductie in 2024.

Toelichting onderwerpen

Productie en plaatsingruimte mest
Bedrijven zonder overproductie mineralen
Bedrijven waar de stikstof- en fosfaatproductie niet groter is dan de plaatsingsruimte voor dierlijke mest.

De stikstofproductie is berekend door de stikstofuitscheiding te verminderen met berekende stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen volgens de rekenmethodiek van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM). Deze verliezen zijn over het algemeen kleiner dan de forfaitaire verliezen op basis van de mestwetgeving. Bij het gebruik van berekende stikstofverliezen blijft er dus meer stikstof in de mest achter en zal er dus eerder sprake zijn van overproductie ten opzichte van de plaatsingsruimte. Wettelijk gezien is er pas sprake van overproductie als de mineralenuitscheiding gecorrigeerd voor forfaitaire verliezen hoger is dan de plaatsingsruimte.
Bedrijven zonder overproductie
Bedrijven zonder overproductie van stikstof en fosfaat, als percentage van het totale aantal landbouwbedrijven.
Rest. plaatsingsruimte stikstof (N)
Het verschil tussen plaatsingsruimte en stikstofproductie op bedrijven waar de stikstof- en fosfaatproductie binnen de plaatsingsruimte blijven. Er kan op deze bedrijven nog dierlijke mest worden aangevoerd.
Rest. plaatsingsruimte fosfaat (P205)
Het verschil tussen plaatsingsruimte en fosfaatproductie (P205) op bedrijven waar de fosfaat- en stikstofproductie binnen de plaatsingsruimte blijven. Er kan op deze bedrijven nog dierlijke mest worden aangevoerd.
Bedrijven met overproductie mineralen
Bedrijven waar de stikstof- of fosfaatproductie groter is dan de plaatsingsruimte op basis van de gebruiksnorm.

De stikstofproductie is berekend door de stikstofuitscheiding te verminderen met berekende stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen volgens de rekenmethodiek van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM), inclusief de afvoer via het spuiwater van luchtwassers. De gasvormige verliezen zijn over het algemeen kleiner dan de forfaitaire verliezen op basis van de mestwetgeving. Bij het gebruik van berekende stikstofverliezen blijft er dus meer stikstof in de mest achter en zal er dus eerder sprake zijn van overproductie ten opzichte van de plaatsingsruimte. Wettelijk gezien is er pas sprake van overproductie als de mineralenuitscheiding gecorrigeerd voor forfaitaire verliezen hoger is dan de plaatsingsruimte.
Bedrijven met overproductie
Bedrijven met overproductie van stikstof of fosfaat, als percentage van het totale aantal landbouwbedrijven.
Stikstofoverschot (N)
De stikstofproductie minus de plaatsingsruimte voor stikstof op bedrijven met overproductie van stikstof. Het kan voorkomen dat de plaatsingsruimte voor stikstof niet overschreden wordt, maar wel die van fosfaat. In dat geval moet toch mest worden afgevoerd en wordt het 'stikstofoverschot' bepaald door de verhouding tussen stikstof en fosfaat in de af te voeren mest.
Fosfaatoverschot (P205)
De fosfaatproductie minus de plaatsingsruimte voor fosfaat op bedrijven met overproductie van fosfaat. Het kan voorkomen dat de plaatsingsruimte voor fosfaat niet wordt overschreden, maar wel die van stikstof. In dat geval moet toch mest worden afgevoerd en wordt het 'fosfaatoverschot' bepaald door de verhouding tussen stikstof en fosfaat in de af te voeren mest.