Dierlijke mest; productie en mineralenuitscheiding; bedrijfstype, regio
Bedrijfstype | Perioden | Regio's | Stikstofuitscheiding (N) Totaal stikstofuitscheiding (1 000 kg) | Stikstofuitscheiding (N) Stikstofverliezen in stal en opslag Totaal stikstofverliezen (N) (1 000 kg) | Stikstofuitscheiding (N) Stikstof in opgeslagen mest en weidemest (1 000 kg) | Fosfaatuitscheiding (P205) Totaal fosfaatuitscheiding (1 000 kg) | Productie en plaatsingruimte mest Plaatsingsruimte stikstof (N) (1 000 kg) | Productie en plaatsingruimte mest Plaatsingsruimte fosfaat (P205) (1 000 kg) | Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven zonder overproductie mineralen Bedrijven zonder overproductie (%) | Productie en plaatsingruimte mest Bedrijven met overproductie mineralen Bedrijven met overproductie (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal alle bedrijfstypen | 2000 | Nederland | 549.100 | 73.000 | 476.100 | 190.900 | 212.000 | 75 | 25 | |
Totaal alle bedrijfstypen | 2010 | Nederland | 489.700 | 68.500 | 421.300 | 178.900 | 400.300 | 158.800 | 65 | 35 |
Totaal alle bedrijfstypen | 2015 | Nederland | 497.500 | 67.700 | 429.800 | 180.100 | 390.700 | 135.100 | 61 | 39 |
Totaal alle bedrijfstypen | 2016 | Nederland | 504.300 | 68.500 | 435.800 | 175.200 | 384.900 | 134.300 | 60 | 40 |
Totaal alle bedrijfstypen | 2017 | Nederland | 512.000 | 69.600 | 442.400 | 169.000 | 385.300 | 135.400 | 59 | 41 |
Totaal alle bedrijfstypen | 2018 | Nederland | 503.400 | 69.000 | 434.500 | 161.800 | 385.500 | 134.700 | 59 | 41 |
Totaal alle bedrijfstypen | 2019 | Nederland | 489.700 | 65.900 | 423.700 | 155.500 | 385.200 | 133.500 | 61 | 39 |
Totaal alle bedrijfstypen | 2020 | Nederland | 489.400 | 66.100 | 423.300 | 150.700 | 376.600 | 137.900 | 62 | 38 |
Totaal alle bedrijfstypen | 2021 | Nederland | 471.000 | 63.400 | 407.600 | 148.000 | 375.800 | 138.600 | 64 | 36 |
Totaal alle bedrijfstypen | 2022 | Nederland | 467.100 | 62.900 | 404.200 | 150.400 | 372.500 | 137.400 | 65 | 35 |
Totaal alle bedrijfstypen | 2023 | Nederland | 463.500 | 61.400 | 402.100 | 147.500 | 350.100 | 133.400 | 62 | 38 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat cijfers over de mestproductie en de daarmee uitgescheiden hoeveelheid stikstof en fosfaat. Daarnaast wordt de mestproductie vergeleken met de plaatsingsruimte volgens de geldende gebruiksnormen. De gegevens kunnen worden uitgesplitst naar type bedrijf volgens de standaard bedrijfstypering op basis van het brutostandaardsaldo (BSS) en standaardopbrengten (SO). Het totaal voor Nederland kan worden uitgesplitst naar landsdelen, provincies en concentratiegebieden.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1990.
Status van de cijfers:
Cijfers zijn bij eerste publicatie definitief maar nieuwe inzichten in berekeningsmethoden kunnen aanleiding geven tot herberekening van de tijdreeks.
Wijzigingen per 28 juni 2024:
De voorlopige cijfers over de productie van dierlijke mest in 2023 zijn vervangen door definitieve cijfers.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het eerste kwartaal van 2025 verschijnen de voorlopige cijfers over de mestproductie in 2024.
Toelichting onderwerpen
- Stikstofuitscheiding (N)
- Totaal stikstofuitscheiding
- De totale hoeveelheid uitgescheiden stikstof (N) zonder aftrek van stikstof die vervluchtigt in de vorm van ammoniak (NH3) inclusief de afvoer via spuiwater van luchtwassers, lachgas (N2O), stikstofoxide (NO) en stikstofgas (N2).
- Stikstofverliezen in stal en opslag
- Een deel van de uitgescheiden stikstof in de stal zal bij mestopslag in de stal en bij opslag buiten de stal emitteren in de vorm van ammoniak (NH3), lachgas N2O, stikstofoxide (NO) en stikstofgas (N2). Daarnaast wordt in stallen met een luchtwasser een deel van de ammoniak afgevoerd via het spuiwater van luchtwassers.
- Totaal stikstofverliezen (N)
- Stikstof in opgeslagen mest en weidemest
- De totale stikstofuitscheiding met aftrek van de stikstof die tijdens mestopslag in de stal en bij opslag buiten de stal is vervluchtigd in de vorm van ammoniak (NH3) inclusief de afvoer via spuiwater van luchtwassers, lachgas (N2O), stikstofoxide (NO) en stikstofgas (N2).
- Fosfaatuitscheiding (P205)
- Totaal fosfaatuitscheiding
- De uitgescheiden hoeveelheid fosfaat uitgedrukt in P2O5. In tegenstelling tot stikstof treden bij fosfaat geen gasvormige verliezen op.
- Productie en plaatsingruimte mest
- Plaatsingsruimte stikstof (N)
- De plaatsingsruimte voor stikstof geldt vanaf 2006 en wordt berekend door vermenigvuldiging van de gebruiksnorm voor dierlijke mest (170 kg N/ha) met het beschikbare areaal in hectare.
De Europese Commissie staat Nederland verruiming van deze norm toe (derogatie) tot een bemestingsniveau van 250 kg stikstof per hectare. De hogere bemestingsnorm geldt alleen bij het gebruik van graasdiermest. Daarnaast moet het bedrijfsareaal tot en met 2013 voor minstens 70 procent en vanaf 2014 voor minstens 80 procent bestaan uit grasland. De derogatie voor zand- en lösspercelen in de provincies Overijssel, Gelderland, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg is vanaf 2014 beperkt tot 230 kg N per hectare.
- Plaatsingsruimte fosfaat (P205)
- De plaatsingsruimte voor fosfaat wordt berekend door vermenigvuldiging van de vigerende gebruiksnorm in kg P2O5/ha met het beschikbare areaal in hectare.
Voor grasland en bouwland gelden verschillende gebruiksnormen die geleidelijk worden aangescherpt. Met ingang van 2010 zijn de gebruiksnormen voor fosfaat gedifferentieerd naar fosfaattoestand van de bodem. Indien geen informatie beschikbaar is over de fosfaattoestand is gerekend met de laagste fosfaatgebruiksnorm (fosfaattoestand hoog). Van 1998 tot en met 2005 (Mineralenaangiftesysteem Minas) is de gebruiksnorm dierlijke mest afgeleid uit de som van het toegestane fosfaatverlies en de fosfaatafvoer met het gewas.
- Bedrijven zonder overproductie mineralen
- Bedrijven waar de stikstof- en fosfaatproductie niet groter is dan de plaatsingsruimte voor dierlijke mest.
De stikstofproductie is berekend door de stikstofuitscheiding te verminderen met berekende stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen volgens de rekenmethodiek van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM). Deze verliezen zijn over het algemeen kleiner dan de forfaitaire verliezen op basis van de mestwetgeving. Bij het gebruik van berekende stikstofverliezen blijft er dus meer stikstof in de mest achter en zal er dus eerder sprake zijn van overproductie ten opzichte van de plaatsingsruimte. Wettelijk gezien is er pas sprake van overproductie als de mineralenuitscheiding gecorrigeerd voor forfaitaire verliezen hoger is dan de plaatsingsruimte.- Bedrijven zonder overproductie
- Bedrijven zonder overproductie van stikstof en fosfaat, als percentage van het totale aantal landbouwbedrijven.
- Bedrijven met overproductie mineralen
- Bedrijven waar de stikstof- of fosfaatproductie groter is dan de plaatsingsruimte op basis van de gebruiksnorm.
De stikstofproductie is berekend door de stikstofuitscheiding te verminderen met berekende stikstofverliezen uit stallen en mestopslagen volgens de rekenmethodiek van de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM), inclusief de afvoer via het spuiwater van luchtwassers. De gasvormige verliezen zijn over het algemeen kleiner dan de forfaitaire verliezen op basis van de mestwetgeving. Bij het gebruik van berekende stikstofverliezen blijft er dus meer stikstof in de mest achter en zal er dus eerder sprake zijn van overproductie ten opzichte van de plaatsingsruimte. Wettelijk gezien is er pas sprake van overproductie als de mineralenuitscheiding gecorrigeerd voor forfaitaire verliezen hoger is dan de plaatsingsruimte.- Bedrijven met overproductie
- Bedrijven met overproductie van stikstof of fosfaat, als percentage van het totale aantal landbouwbedrijven.