Zelfstandigen; inkomen, vermogen, kenmerken, 2007-2016

Zelfstandigen; inkomen, vermogen, kenmerken, 2007-2016

Type zelfstandige Geslacht Persoonskenmerken Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Perioden Zelfstandige, voornaamste inkomen Zelfstandigen (x 1 000) Zelfstandige, voornaamste inkomen Inkomen van zelfstandigen Gemiddeld persoonlijk inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Inkomen van zelfstandigen Mediaan persoonlijk inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Inkomen van zelfstandigen Gemiddeld inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Inkomen van zelfstandigen Mediaan inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Inkomen van zelfstandigen Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Inkomen van zelfstandigen Mediaan gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Zelfstandigen (x 1 000) Zelfstandige, alle inkomens Inkomen van zelfstandigen Gemiddeld persoonlijk inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Inkomen van zelfstandigen Mediaan persoonlijk inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Inkomen van zelfstandigen Gemiddeld inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Inkomen van zelfstandigen Mediaan inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Inkomen van zelfstandigen Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Inkomen van zelfstandigen Mediaan gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Inkomensbronnen (x 1 000)
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep A-U Alle economische activiteiten 2016* 78,1 1,9 5,1 1,7 4,0 1,4 5,8 106,3 3,6 6,3 0,4 2,2 2,5 6,4 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep B-E Nijverheid (geen bouw) en energie 2016* 2,3 1,7 4,6 1,9 3,8 1,3 5,4 2,6 2,3 5,2 0,2 2,7 1,3 5,7 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep B-F Nijverheid en energie 2016* 8,0 5,3 7,3 5,6 6,7 4,1 6,8 8,9 5,6 7,6 4,3 5,9 4,1 6,9 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep G-I Handel, vervoer en horeca 2016* 19,7 -0,9 3,1 -1,1 1,9 0,2 4,9 23,1 0,1 4,0 -2,4 0,9 0,6 5,3 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep G-N Commerciële dienstverlening 2016* 37,3 2,8 5,0 2,3 3,8 1,2 5,5 45,8 3,8 6,0 1,0 2,5 1,8 6,0 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep M-N Zakelijke dienstverlening 2016* 13,0 6,2 6,8 5,5 5,2 3,1 6,3 16,7 7,0 7,5 3,9 3,6 3,8 6,8 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep O-Q Overheid en zorg 2016* 7,1 6,5 6,8 5,6 5,0 5,1 7,1 12,9 7,9 7,9 3,5 2,4 6,3 7,7 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep O-U Niet-commerciële dienstverlening 2016* 18,3 5,8 6,6 4,7 4,9 5,3 7,2 27,2 7,0 7,5 3,3 3,0 6,2 7,6 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep R-U Cultuur, recreatie, overige diensten 2016* 11,2 5,3 6,6 4,1 4,8 5,5 7,2 14,3 6,3 7,1 3,1 3,6 6,0 7,5 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep A Landbouw, bosbouw en visserij 2016* 6,7 -21,2 -8,7 -18,6 -8,3 -13,8 -1,8 8,3 -18,6 -6,1 -20,6 -9,6 -12,9 -1,0 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep B Delfstoffenwinning 2016* 0,0 . . . . . . 0,0 . . . . . . .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep C Industrie 2016* 2,2 2,1 4,6 2,3 3,8 2,0 5,5 2,5 2,8 5,2 1,0 2,7 2,2 5,8 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep D Energievoorziening 2016* 0,0 . . . . . . 0,1 . . . . . . .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep E Waterbedrijven en afvalbeheer 2016* 0,0 . . . . . . 0,0 . . . . . . .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep F Bouwnijverheid 2016* 5,8 6,7 8,2 7,0 7,8 5,3 7,2 6,2 6,9 8,4 6,1 7,1 5,2 7,3 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep G Handel 2016* 13,4 -1,1 2,7 -1,3 1,5 0,0 4,7 15,7 0,0 3,6 -2,6 0,5 0,5 5,1 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep H Vervoer en opslag 2016* 1,8 1,0 6,4 1,5 5,3 1,5 6,5 2,2 2,0 7,2 -0,4 3,6 2,0 6,9 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep I Horeca 2016* 4,5 -0,9 2,9 -1,3 2,0 0,1 4,6 5,1 -0,4 3,5 -2,9 1,0 0,3 4,8 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep J Informatie en communicatie 2016* 2,9 6,0 6,8 5,3 5,0 4,3 6,8 4,1 7,0 7,5 4,2 3,6 5,3 7,4 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep K Financiële dienstverlening 2016* 1,0 19,2 13,5 17,5 12,0 -6,6 3,9 1,2 20,0 13,9 15,1 10,4 -7,2 4,3 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep L Verhuur en handel van onroerend goed 2016* 0,6 4,6 5,1 5,7 4,6 -6,6 4,1 0,7 4,9 5,8 1,8 2,1 -8,2 4,4 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep M Specialistische zakelijke diensten 2016* 10,2 6,3 6,6 5,5 5,0 2,6 6,1 13,1 7,1 7,4 3,9 3,5 3,3 6,6 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep N Verhuur en overige zakelijke diensten 2016* 2,8 5,9 7,0 5,2 5,7 4,9 6,7 3,6 6,8 7,8 3,7 3,9 5,7 7,2 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep O Openbaar bestuur en overheidsdiensten 2016* 0,0 . . . . . . 0,2 9,0 7,9 1,2 0,2 8,3 8,4 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep P Onderwijs 2016* 3,0 5,9 6,6 4,7 4,7 5,2 7,0 5,6 7,0 7,0 2,9 1,8 6,0 7,1 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep Q Gezondheids- en welzijnszorg 2016* 4,0 7,0 7,0 6,4 5,0 5,0 7,2 7,2 8,6 8,7 4,0 2,8 6,5 8,3 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep R Cultuur, sport en recreatie 2016* 6,1 5,5 6,9 4,1 5,0 5,8 7,6 8,5 6,5 7,5 2,9 3,4 6,3 7,9 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep S Overige dienstverlening 2016* 5,1 5,1 6,1 4,0 4,7 5,2 6,8 5,8 6,0 6,7 3,3 4,0 5,5 7,2 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep T Huishoudens 2016* 0,0 . . . . . . 0,0 . . . . . . .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep U Extraterritoriale organisaties 2016* 0,0 . . . . . . 0,0 . . . . . . .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep SBI-code onbekend 2016* 7,7 5,1 4,4 5,2 4,0 3,2 5,5 16,1 7,4 6,9 2,7 1,4 5,0 6,9 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep A-U Alle economische activiteiten 2016* 34,8 12,7 13,8 11,4 11,6 13,6 13,5 55,0 14,7 15,9 7,5 5,4 14,4 15,0 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep B-E Nijverheid (geen bouw) en energie 2016* 1,1 12,5 13,2 11,4 11,3 13,5 13,3 1,4 13,6 14,6 8,8 8,0 14,0 13,8 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep B-F Nijverheid en energie 2016* 4,7 14,4 15,7 13,8 15,0 13,9 13,9 5,5 15,0 16,2 12,0 13,2 14,1 14,7 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep G-I Handel, vervoer en horeca 2016* 8,4 10,9 11,5 9,6 9,8 12,8 12,5 11,1 12,5 13,8 7,1 6,2 13,4 13,2 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep G-N Commerciële dienstverlening 2016* 16,1 12,8 13,5 11,5 11,4 13,4 13,3 22,5 14,5 15,4 8,3 6,9 14,1 14,1 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep M-N Zakelijke dienstverlening 2016* 5,8 14,3 14,8 12,8 12,5 14,1 14,1 8,6 15,9 16,4 8,9 7,3 14,6 15,3 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep O-Q Overheid en zorg 2016* 3,8 13,3 14,2 11,5 11,2 14,3 14,7 8,1 15,9 16,6 6,3 3,6 15,2 15,7 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep O-U Niet-commerciële dienstverlening 2016* 9,1 12,8 13,9 11,0 11,3 14,3 14,7 15,8 15,1 16,1 7,0 5,0 15,0 15,5 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep R-U Cultuur, recreatie, overige diensten 2016* 5,4 12,5 13,8 10,8 11,3 14,2 14,7 7,7 14,2 15,4 7,8 7,0 14,8 15,3 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep A Landbouw, bosbouw en visserij 2016* 1,8 7,3 7,7 6,4 5,7 12,1 11,5 2,5 9,6 10,4 3,4 2,9 12,7 12,3 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep B Delfstoffenwinning 2016* 0,0 . . . . . . 0,0 . . . . . . .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep C Industrie 2016* 1,0 12,3 13,2 11,3 11,2 13,5 13,3 1,3 13,5 14,6 8,8 8,0 14,0 13,9 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep D Energievoorziening 2016* 0,0 . . . . . . 0,0 . . . . . . .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep E Waterbedrijven en afvalbeheer 2016* 0,0 . . . . . . 0,0 . . . . . . .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep F Bouwnijverheid 2016* 3,7 15,0 16,2 14,5 15,8 14,0 14,1 4,1 15,5 16,6 13,0 14,6 14,2 14,8 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep G Handel 2016* 5,4 10,1 10,3 8,7 8,6 12,6 12,3 7,3 12,1 13,2 6,1 4,8 13,3 13,0 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep H Vervoer en opslag 2016* 1,1 13,2 14,7 12,1 13,2 13,5 13,4 1,5 14,3 15,7 9,2 9,4 14,1 14,8 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep I Horeca 2016* 1,9 11,9 12,7 10,7 11,1 13,0 12,5 2,3 12,9 14,0 8,8 8,8 13,3 13,0 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep J Informatie en communicatie 2016* 1,2 14,8 15,7 13,4 14,0 14,7 15,2 2,0 16,3 16,9 9,0 6,9 15,2 15,8 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep K Financiële dienstverlening 2016* 0,5 25,2 20,9 23,9 20,0 13,8 13,9 0,6 24,4 20,7 20,3 18,0 14,1 14,4 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep L Verhuur en handel van onroerend goed 2016* 0,2 13,5 12,7 12,1 12,0 13,5 13,3 0,3 15,3 15,3 8,7 7,1 14,2 14,1 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep M Specialistische zakelijke diensten 2016* 4,3 14,6 15,0 13,2 12,7 14,2 14,7 6,3 16,3 16,5 9,2 7,6 14,7 15,3 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep N Verhuur en overige zakelijke diensten 2016* 1,5 13,2 14,0 11,9 12,0 13,7 13,8 2,3 15,0 16,0 8,1 6,5 14,5 15,1 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep O Openbaar bestuur en overheidsdiensten 2016* 0,0 . . . . . . 0,2 16,9 17,0 0,7 0,2 16,0 16,5 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep P Onderwijs 2016* 1,5 13,2 14,5 11,3 11,7 14,4 15,1 2,7 15,6 16,6 6,9 5,0 15,1 15,8 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep Q Gezondheids- en welzijnszorg 2016* 2,2 13,5 14,0 11,7 11,1 14,2 14,1 5,2 16,1 16,6 6,1 3,4 15,2 15,7 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep R Cultuur, sport en recreatie 2016* 2,8 13,3 14,8 11,4 12,4 14,8 15,5 4,2 14,9 16,1 7,8 7,0 15,3 15,8 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep S Overige dienstverlening 2016* 2,6 11,6 12,4 10,1 10,1 13,6 13,4 3,5 13,3 14,3 7,7 7,0 14,2 14,1 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep T Huishoudens 2016* 0,0 . . . . . . 0,0 . . . . . . .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep U Extraterritoriale organisaties 2016* 0,0 . . . . . . 0,0 . . . . . . .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep SBI-code onbekend 2016* 3,0 12,1 13,4 11,1 10,4 13,4 13,2 8,7 15,8 17,1 4,9 1,9 14,8 15,4 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep A-U Alle economische activiteiten 2016* 39,5 15,2 15,5 13,8 13,6 16,6 16,0 65,2 18,0 19,0 9,1 5,7 17,5 16,9 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep B-E Nijverheid (geen bouw) en energie 2016* 1,3 15,7 16,0 14,6 14,5 16,5 15,9 1,7 17,2 18,1 11,6 10,3 17,0 16,5 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep B-F Nijverheid en energie 2016* 6,2 17,9 19,8 17,2 19,1 17,0 16,6 7,3 18,8 20,4 14,9 16,4 17,3 16,8 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep G-I Handel, vervoer en horeca 2016* 9,9 13,3 12,9 12,0 11,4 15,7 15,3 13,3 15,5 16,0 9,1 7,6 16,4 15,9 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep G-N Commerciële dienstverlening 2016* 18,4 15,6 15,5 14,2 13,6 16,5 15,9 26,7 17,9 18,6 10,3 7,8 17,2 16,6 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep M-N Zakelijke dienstverlening 2016* 6,2 17,3 18,0 15,8 15,8 17,2 16,5 9,9 19,6 20,6 10,7 7,6 17,9 17,3 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep O-Q Overheid en zorg 2016* 4,1 14,8 15,1 13,1 12,5 17,1 16,4 9,7 19,3 20,3 6,8 3,2 18,3 19,5 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep O-U Niet-commerciële dienstverlening 2016* 9,6 14,5 15,3 12,8 12,7 17,1 16,4 18,0 18,3 19,4 7,8 4,3 18,1 17,5 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep R-U Cultuur, recreatie, overige diensten 2016* 5,5 14,3 15,4 12,5 13,0 17,1 16,4 8,3 17,1 18,5 8,9 6,9 17,8 17,2 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep A Landbouw, bosbouw en visserij 2016* 2,2 10,9 10,5 9,3 7,8 15,2 15,0 3,0 12,9 13,2 6,0 4,4 15,9 15,6 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep B Delfstoffenwinning 2016* 0,0 . . . . . . 0,0 . . . . . . .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep C Industrie 2016* 1,3 15,7 16,0 14,5 14,6 16,5 15,9 1,6 17,1 18,1 11,6 10,3 17,0 16,5 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep D Energievoorziening 2016* 0,0 . . . . . . 0,0 . . . . . . .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep E Waterbedrijven en afvalbeheer 2016* 0,0 . . . . . . 0,0 . . . . . . .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep F Bouwnijverheid 2016* 4,9 18,5 20,5 18,0 20,0 17,2 16,7 5,6 19,2 20,9 15,9 18,0 17,4 17,0 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep G Handel 2016* 6,2 12,5 11,7 10,9 9,9 15,5 15,2 8,5 15,0 15,3 8,1 5,9 16,3 15,8 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep H Vervoer en opslag 2016* 1,4 16,2 17,5 15,0 16,3 16,5 15,9 1,9 17,6 18,7 11,4 10,5 17,0 16,5 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep I Horeca 2016* 2,3 13,9 13,5 12,8 12,4 15,8 15,3 2,9 15,4 15,6 10,5 9,9 16,3 15,8 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep J Informatie en communicatie 2016* 1,4 16,9 19,1 15,8 16,8 17,7 17,1 2,3 19,3 20,8 10,7 7,1 18,2 19,6 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep K Financiële dienstverlening 2016* 0,7 30,7 27,8 28,9 25,5 17,6 16,9 0,9 29,8 26,7 23,6 20,0 18,0 17,5 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep L Verhuur en handel van onroerend goed 2016* 0,2 17,6 17,0 15,7 13,9 17,1 16,2 0,4 19,4 20,0 10,4 7,5 17,8 17,2 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep M Specialistische zakelijke diensten 2016* 4,5 17,8 18,6 16,4 16,3 17,3 16,7 7,0 20,2 21,1 11,3 8,1 18,1 19,5 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep N Verhuur en overige zakelijke diensten 2016* 1,7 15,8 16,6 14,3 14,1 16,7 16,2 2,8 18,3 19,2 9,4 6,1 17,5 16,9 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep O Openbaar bestuur en overheidsdiensten 2016* 0,0 . . . . . . 0,3 21,0 22,0 0,8 0,2 19,1 19,9 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep P Onderwijs 2016* 1,6 15,4 17,1 13,6 14,2 17,4 16,7 3,0 19,5 20,7 7,9 4,3 18,4 19,8 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep Q Gezondheids- en welzijnszorg 2016* 2,5 14,5 14,0 12,9 11,4 16,9 16,3 6,4 19,1 19,9 6,6 3,1 18,1 17,3 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep R Cultuur, sport en recreatie 2016* 2,7 15,2 17,3 13,4 14,7 17,7 17,1 4,3 18,3 19,9 9,0 6,9 18,4 19,7 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep S Overige dienstverlening 2016* 2,8 13,3 13,8 11,7 11,8 16,4 15,9 4,0 15,9 17,0 8,9 6,8 17,2 16,6 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep T Huishoudens 2016* 0,0 . . . . . . 0,0 . . . . . . .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep U Extraterritoriale organisaties 2016* 0,0 . . . . . . 0,0 . . . . . . .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep SBI-code onbekend 2016* 3,2 12,3 10,1 11,1 8,7 15,6 15,3 10,2 18,7 19,2 4,8 1,8 17,8 17,1 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep A-U Alle economische activiteiten 2016* 51,0 18,2 17,8 17,0 15,9 19,6 18,9 83,3 21,0 21,6 11,3 6,4 20,3 19,5 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep B-E Nijverheid (geen bouw) en energie 2016* 1,8 19,2 18,6 18,2 17,6 19,5 18,8 2,4 21,0 21,9 14,2 11,1 20,0 19,3 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep B-F Nijverheid en energie 2016* 8,5 21,9 24,3 21,3 23,7 20,2 19,4 10,2 22,6 24,7 18,3 20,0 20,4 19,5 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep G-I Handel, vervoer en horeca 2016* 12,5 16,8 15,3 15,4 14,1 18,8 18,4 16,7 18,7 18,4 11,9 9,4 19,2 18,8 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep G-N Commerciële dienstverlening 2016* 23,6 19,6 19,1 18,3 17,2 19,6 19,0 34,1 21,7 22,2 13,4 9,5 20,2 19,4 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep M-N Zakelijke dienstverlening 2016* 7,9 21,1 22,2 19,8 20,0 20,4 19,5 12,4 23,5 24,7 13,6 9,2 20,9 20,0 .
Zelfstandige Totaal mannen en vrouwen Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep O-Q Overheid en zorg 2016* 5,7 15,6 13,7 14,2 11,3 19,6 19,0 12,8 20,6 20,7 7,8 3,4 20,7 19,7 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het inkomen en vermogen van zelfstandigen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds de personen voor wie het voornaamste inkomen wordt gegenereerd uit werkzaamheden als zelfstandige, en anderzijds alle personen met inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige. Ook worden aantallen inkomensbronnen van zelfstandigen gerapporteerd. De cijfers in deze tabel zijn uitgesplitst naar type zelfstandige, bedrijfstak, geslacht, leeftijd, migratieachtergrond, positie in het huishouden, aantal personen met inkomen in het huishouden, en naar inkomens- en vermogensgroepen.

Alle statistieken in deze tabel zijn op persoonsniveau, ook de vermogens; (bedrijfs)vermogens zijn bepaald per huishouden, en worden toegekend aan alle personen in het huishouden als een maat voor de welvaart. Peildatum van doelpopulatie en vermogen is 1 januari van het verslagjaar. Voor de oudere jaargangen 2007 t/m 2010 is de peildatum van vermogen 1 januari van het jaar volgend op het verslagjaar.

Voor het bepalen van de SBI van zelfstandigen wordt gebruik gemaakt van het Algemeen Bedrijvenregister (ABR). Het ABR heeft in de periode 2007-2011 met diverse trendbreuken te maken gehad. Dit leidt in deze tabel tot een forse daling van het aantal zelfstandigen in de financiële dienstverlening (K) in 2010. Bij het vergelijken van de cijfers naar SBI is daarom voorzichtigheid geboden.

Gegevens beschikbaar van 2007 tot en met 2016.

Status van de cijfers:
De gegevens zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 1 maart 2019:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door de tabel Zelfstandigen; inkomen, vermogen, kenmerken. zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Zelfstandige, voornaamste inkomen
Alle personen waarbij het inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige de voornaamste inkomensbron is.
Zelfstandigen
Alle personen waarbij het inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige de voornaamste inkomensbron is.
Inkomen van zelfstandigen
Drie inkomensbegrippen worden gerapporteerd voor zelfstandigen; het inkomen als zelfstandige, het persoonlijke inkomen, en het gestandaardiseerde huishoudensinkomen. Het gestandaardiseerde inkomen is toegekend aan alle personen in het huishouden als maat van de welvaart.
Gemiddeld persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Mediaan persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag). Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Gemiddeld inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid.
Mediaan inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid. Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden toegekend.
Mediaan gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden toegekend.
Zelfstandige, alle inkomens
Alle personen met inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige.
Zelfstandigen
Alle personen die inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige hebben, ongeacht de hoogte van het inkomen. Zowel hoofdinkomen als neveninkomens worden hier meegerekend.
Inkomen van zelfstandigen
Drie inkomensbegrippen worden gerapporteerd voor zelfstandigen; het inkomen als zelfstandige, het persoonlijke inkomen, en het gestandaardiseerde huishoudensinkomen. Het gestandaardiseerde inkomen is toegekend aan alle personen in het huishouden als maat van de welvaart.
Gemiddeld persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Mediaan persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag). Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Gemiddeld inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid.
Mediaan inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid. Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden toegekend.
Mediaan gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden toegekend.
Inkomensbronnen
Het aantal soorten inkomensbronnen die personen hebben uit werkzaamheden als zelfstandige, ongeacht de hoogte van het inkomen. Wanneer er sprake is van meerdere soorten inkomensbronnen per persoon - iemand is bijvoorbeeld zowel zelfstandig ondernemer als dga - dan wordt deze persoon bij elke categorie één keer meegeteld. Elke persoon kan volgens deze definitie maximaal vier soorten inkomensbron als zelfstandige hebben. Wanneer iemand bijvoorbeeld een ondernemer is met twee eigen bedrijven, dan telt dit als één type inkomensbron als zelfstandige.