Laag en langdurig laag inkomen van personen; huishoudenskenmerken
Kenmerken van huishoudens | Inkomensgrens huishouden | Duur inkomenspositie | Perioden | Personen (x 1 000) | Personen, relatief (%) | Kinderen (x 1 000) | Kinderen, relatief (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Type: Alleenstaande vanaf AOW-lft | Inkomen tot lage-inkomensgrens | Ten minste 1 jaar | 2023* | 24,9 | 2,5 | ||
Type: Alleenstaande vanaf AOW-lft | Inkomen tot lage-inkomensgrens | Vier jaar of langer | 2023* | 7,2 | 0,7 | ||
Type: Alleenstaande vanaf AOW-lft | Inkomen tot 101% sociaal minimum | Ten minste 1 jaar | 2023* | 116,0 | 11,5 | ||
Type: Alleenstaande vanaf AOW-lft | Inkomen tot 101% sociaal minimum | Vier jaar of langer | 2023* | 73,7 | 7,4 | ||
Type: Alleenstaande vanaf AOW-lft | Inkomen tot 110% sociaal minimum | Ten minste 1 jaar | 2023* | 184,8 | 18,2 | ||
Type: Alleenstaande vanaf AOW-lft | Inkomen tot 110% sociaal minimum | Vier jaar of langer | 2023* | 130,0 | 13,0 | ||
Type: Alleenstaande vanaf AOW-lft | Inkomen tot 120% sociaal minimum | Ten minste 1 jaar | 2023* | 262,7 | 26,0 | ||
Type: Alleenstaande vanaf AOW-lft | Inkomen tot 120% sociaal minimum | Vier jaar of langer | 2023* | 198,3 | 19,9 | ||
Type: Paar, zonder kind, vanaf AOW-lft | Inkomen tot lage-inkomensgrens | Ten minste 1 jaar | 2023* | 24,4 | 1,3 | ||
Type: Paar, zonder kind, vanaf AOW-lft | Inkomen tot lage-inkomensgrens | Vier jaar of langer | 2023* | 9,4 | 0,5 | ||
Type: Paar, zonder kind, vanaf AOW-lft | Inkomen tot 101% sociaal minimum | Ten minste 1 jaar | 2023* | 60,4 | 3,1 | ||
Type: Paar, zonder kind, vanaf AOW-lft | Inkomen tot 101% sociaal minimum | Vier jaar of langer | 2023* | 32,7 | 1,7 | ||
Type: Paar, zonder kind, vanaf AOW-lft | Inkomen tot 110% sociaal minimum | Ten minste 1 jaar | 2023* | 101,9 | 5,3 | ||
Type: Paar, zonder kind, vanaf AOW-lft | Inkomen tot 110% sociaal minimum | Vier jaar of langer | 2023* | 63,8 | 3,3 | ||
Type: Paar, zonder kind, vanaf AOW-lft | Inkomen tot 120% sociaal minimum | Ten minste 1 jaar | 2023* | 147,7 | 7,6 | ||
Type: Paar, zonder kind, vanaf AOW-lft | Inkomen tot 120% sociaal minimum | Vier jaar of langer | 2023* | 97,4 | 5,0 | ||
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat uitkomsten over alle personen en over minderjarige kinderen in huishoudens met een relatief laag inkomen. De uitkomsten worden uitgesplitst naar huishoudenskenmerken als geslacht en leeftijd van de hoofdkostwinner, en de huishoudenssamenstelling en voornaamste inkomensbron van het huishouden. Voor de indeling naar hoogte van het inkomen worden twee inkomensgrenzen gehanteerd: de lage-inkomensgrens en het beleidsmatig minimum. Voor deze indelingen wordt het aantal personen gepubliceerd, zowel absoluut als in procenten van de totale populatie. De tabel bevat ook gegevens over het aantal personen in huishoudens dat langdurig (4 jaar en langer) van een inkomen onder de gebruikte inkomensgrens moest rondkomen. De uitkomsten worden onder meer gebruikt in rapportages over armoede.
De gegevens hebben betrekking op alle personen in particuliere huishoudens met inkomen, per 1 januari van het verslagjaar. Studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden zijn buiten beschouwing gebleven.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2011.
Status van de cijfers:
De cijfers over de jaren 2011 - 2022 zijn definitief.
De cijfers over 2023 zijn voorlopig.
Wijzigingen per 1 november 2024:
Actualisatie met definitieve cijfers voor 2022 en voorlopige cijfers voor 2023.
Wijzigingen per 10 maart 2023:
Voor de perioden 2011 t/m 2013 zijn de cijfers voor Duur inkomenspositie: 4 jaar of langer aangevuld.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De nieuwe cijfers komen in december 2025 beschikbaar.
Toelichting onderwerpen
- Personen
- Het aantal personen in particuliere huishoudens met inkomen, per 1 januari van het verslagjaar, waarbij studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden buiten beschouwing zijn gebleven.
- Personen, relatief
- Het % personen in particuliere huishoudens met inkomen, per 1 januari van het verslagjaar, waarbij studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden buiten beschouwing zijn gebleven.
- Kinderen
- Het aantal minderjarige kinderen in particuliere huishoudens met inkomen, per 1 januari van het verslagjaar, waarbij studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden buiten beschouwing zijn gebleven.
- Kinderen, relatief
- Het % minderjarige kinderen in particuliere huishoudens met inkomen, per 1 januari van het verslagjaar, waarbij studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden buiten beschouwing zijn gebleven.