Laag en langdurig laag inkomen van huishoudens; huishoudenskenmerken

Bewerk tabel Download volledige dataset Toon toelichting
Kenmerken van huishoudens Duur inkomenspositie Perioden Huishoudens (x 1 000) Huishoudens, relatief (%)
Particuliere huishoudens Ten minste 1 jaar 2011 481,8 6,9
2012 562,3 8,0
2013 630,4 8,9
2014 607,9 8,5
2015 589,9 8,2
2016 572,2 7,9
2017 581,1 7,9
2018 580,7 7,9
2019 556,2 7,5
2020 509,4 6,8
2021 478,4 6,3
2022 320,6 4,2
2023* 296,3 3,8
Vier jaar of langer 2011 144,3 2,2
2012 160,5 2,4
2013 179,8 2,7
2014 185,1 2,7
2015 209,5 3,1
2016 220,6 3,2
2017 223,9 3,3
2018 230,1 3,3
2019 234,5 3,4
2020 220,6 3,1
2021 214,2 3,0
2022 125,1 1,7
2023* 69,1 1,0
Hoofdkostwinner: Nederland Ten minste 1 jaar 2011 275,7 4,8
2012 312,7 5,5
2013 350,0 6,1
2014 335,0 5,8
2015 328,6 5,7
2016 311,2 5,4
2017 313,0 5,4
2018 311,4 5,3
2019 297,7 5,1
2020 266,6 4,5
2021 . .
2022 . .
2023* . .
Vier jaar of langer 2011 79,0 1,4
2012 86,2 1,6
2013 94,5 1,7
2014 96,3 1,7
2015 108,6 2,0
2016 115,6 2,1
2017 118,0 2,1
2018 121,4 2,2
2019 123,2 2,2
2020 110,2 1,9
2021 . .
2022 . .
2023* . .
Hoofdkostwinner: westers Ten minste 1 jaar 2011 62,1 9,2
2012 73,0 10,6
2013 81,3 11,7
2014 77,9 11,1
2015 73,8 10,3
2016 71,0 9,7
2017 70,4 9,5
2018 70,2 9,2
2019 68,0 8,7
2020 64,3 8,0
2021 . .
2022 . .
2023* . .
Vier jaar of langer 2011 17,6 2,9
2012 19,6 3,2
2013 21,9 3,5
2014 22,4 3,6
2015 25,1 4,0
2016 26,1 4,1
2017 26,5 4,1
2018 27,3 4,2
2019 27,5 4,1
2020 25,6 3,8
2021 . .
2022 . .
2023* . .
Hoofdkostwinner: niet-westers Ten minste 1 jaar 2011 144,1 22,6
2012 176,6 26,9
2013 199,2 29,7
2014 195,0 28,5
2015 187,6 26,7
2016 190,0 25,9
2017 197,7 25,7
2018 199,1 24,8
2019 190,5 22,8
2020 178,5 20,5
2021 . .
2022 . .
2023* . .
Vier jaar of langer 2011 47,7 8,8
2012 54,8 9,7
2013 63,3 10,8
2014 66,4 11,2
2015 75,9 12,5
2016 78,9 12,6
2017 79,4 12,4
2018 81,5 12,3
2019 83,8 12,1
2020 84,8 11,6
2021 . .
2022 . .
2023* . .
Hoofdkostwinner: 1e gen westers Ten minste 1 jaar 2011 37,1 12,3
2012 44,6 14,3
2013 49,3 15,4
2014 47,3 14,4
2015 43,7 12,9
2016 42,5 12,1
2017 41,7 11,4
2018 41,8 10,9
2019 40,8 10,1
2020 40,1 9,4
2021 . .
2022 . .
2023* . .
Vier jaar of langer 2011 10,2 4,1
2012 11,5 4,5
2013 12,9 4,9
2014 13,0 5,0
2015 14,5 5,4
2016 14,9 5,4
2017 15,0 5,3
2018 15,4 5,3
2019 15,6 5,2
2020 14,9 4,8
2021 . .
2022 . .
2023* . .
Hoofdkostwinner: 2e gen westers Ten minste 1 jaar 2011 25,0 6,7
2012 28,3 7,6
2013 32,0 8,5
2014 30,6 8,2
2015 30,1 8,0
2016 28,6 7,6
2017 28,7 7,6
2018 28,4 7,4
2019 27,2 7,1
2020 24,2 6,3
2021 . .
2022 . .
2023* . .
Vier jaar of langer 2011 7,5 2,1
2012 8,1 2,3
2013 9,1 2,5
2014 9,4 2,6
2015 10,6 2,9
2016 11,3 3,1
2017 11,5 3,2
2018 11,8 3,3
2019 11,9 3,3
2020 10,7 2,9
2021 . .
2022 . .
2023* . .
Hoofdkostwinner: 1e gen niet-westers Ten minste 1 jaar 2011 127,1 23,8
2012 155,5 28,6
2013 174,3 31,7
2014 168,9 30,4
2015 160,6 28,5
2016 162,6 27,9
2017 170,0 27,9
2018 171,1 27,1
2019 162,8 25,0
2020 153,2 22,8
2021 . .
2022 . .
2023* . .
Vier jaar of langer 2011 44,6 9,6
2012 50,9 10,7
2013 58,5 12,0
2014 61,2 12,6
2015 69,2 14,0
2016 71,2 14,2
2017 71,0 14,0
2018 72,5 13,9
2019 74,6 13,8
2020 76,3 13,5
2021 . .
2022 . .
2023* . .
Hoofdkostwinner: 2e gen niet-westers Ten minste 1 jaar 2011 16,9 16,3
2012 21,2 18,9
2013 24,8 20,7
2014 26,1 20,3
2015 27,0 19,6
2016 27,3 18,4
2017 27,7 17,3
2018 28,0 16,3
2019 27,7 15,0
2020 25,3 12,8
2021 . .
2022 . .
2023* . .
Vier jaar of langer 2011 3,0 3,7
2012 3,9 4,3
2013 4,8 4,9
2014 5,3 4,9
2015 6,7 5,8
2016 7,7 6,2
2017 8,4 6,3
2018 9,0 6,2
2019 9,2 5,9
2020 8,6 5,1
2021 . .
2022 . .
2023* . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat uitkomsten over huishoudens met een relatief laag inkomen. De uitkomsten worden uitgesplitst naar huishoudenskenmerken als geslacht en leeftijd van de hoofdkostwinner, en de huishoudenssamenstelling en voornaamste inkomensbron van het huishouden. Voor de indeling naar hoogte van het inkomen worden twee inkomensgrenzen gehanteerd: de lage-inkomensgrens en het beleidsmatig minimum. Voor deze indelingen wordt het aantal huishoudens gepubliceerd, zowel absoluut als in procenten van de totale populatie. De tabel bevat ook gegevens over het aantal huishoudens dat langdurig (4 jaar en langer) van een inkomen onder de gebruikte inkomensgrens moest rondkomen. De uitkomsten worden onder meer gebruikt in rapportages over armoede.
De gegevens hebben betrekking op alle particuliere huishoudens met inkomen, per 1 januari van het verslagjaar. Studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden zijn buiten beschouwing gebleven.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2011.

Status van de cijfers:
De cijfers over de jaren 2011 - 2022 zijn definitief.
De cijfers over 2023 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 1 november 2024:
Actualisatie met definitieve cijfers voor 2022 en voorlopige cijfers voor 2023.

Wijzigingen per 10 maart 2023:
Voor de perioden 2011 t/m 2013 zijn de cijfers voor Duur inkomenspositie: 4 jaar of langer aangevuld.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De nieuwe cijfers komen in december 2025 beschikbaar.

Toelichting onderwerpen

Huishoudens
Het aantal particuliere huishoudens met inkomen, per 1 januari van het verslagjaar, waarbij studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden buiten beschouwing zijn gebleven.
Huishoudens, relatief
Het % particuliere huishoudens met inkomen, per 1 januari van het verslagjaar, waarbij studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden buiten beschouwing zijn gebleven.