Welvaart van particuliere huishoudens; kerncijfers

Welvaart van particuliere huishoudens; kerncijfers

Kenmerken van huishoudens Perioden Particuliere huishoudens (x 1 000) Gemiddeld besteedbaar inkomen (1 000 euro) Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Gemiddeld besteed bedrag (1 000 euro) Mediaan vermogen (1 000 euro) Huishoudens met laag inkomen (%) Ongelijkheid inkomen (Ginicoëfficiënt) Ongelijkheid vermogen (Ginicoëfficiënt)
Particuliere huishoudens 2022* 8.037,1 50,9 35,4 . 135,1 4,4 0,285 0,711
Type: Eenpersoonshuishouden 2022* 3.081,5 28,5 28,5 . 17,8 6,9 0,287 0,785
Type: Meerpersoonshuishouden 2022* 4.955,6 64,8 39,7 . 217,9 2,9 0,263 0,659
Type: Eenoudergezin 2022* 568,7 43,8 29,5 . 16,4 7,4 0,245 0,787
Type: Paar, totaal 2022* 4.236,6 67,3 41,0 . 244,0 2,3 0,259 0,638
Type: Paar, zonder kind 2022* 2.273,0 55,7 39,9 . 251,8 1,9 0,268 0,642
Type: Paar, met kind(eren) 2022* 1.963,6 80,6 42,4 . 237,4 2,7 0,247 0,632
Type: Meerpersoonshuishouden, overig 2022* 150,3 76,1 39,4 . 137,8 3,4 0,267 0,737
Hoofdkostwinner: tot 25 jaar 2022* 361,7 18,7 16,1 . 0,0 12,0 0,439 0,894
Hoofdkostwinner: 25 tot 45 jaar 2022* 2.461,7 52,3 35,4 . 58,9 4,5 0,259 0,732
Hoofdkostwinner: 45 tot 65 jaar 2022* 2.925,6 62,7 40,7 . 209,6 5,6 0,291 0,679
Hoofdkostwinner: 65 jaar of ouder 2022* 2.288,2 39,4 31,6 . 245,5 2,0 0,234 0,652
Hoofdkostwinner: Nederland 2022* . . . . . . . .
Hoofdkostwinner: westers 2022* . . . . . . . .
Hoofdkostwinner: niet-westers 2022* . . . . . . . .
Bron: Inkomen als werknemer 2022* 4.312,1 57,2 37,9 . 125,4 1,3 0,242 0,661
Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 2022* 794,5 77,1 49,3 . 306,3 7,3 0,356 0,716
Bron: Overdrachtsinkomen 2022* 2.930,5 34,5 27,9 . 97,5 8,1 0,261 0,715
Bron: Uitkering inkomensverzekering 2022* 2.491,5 37,2 30,1 . 210,8 3,2 0,244 0,670
Bron: Uitkering werkloosheid 2022* 31,0 28,7 22,8 . 38,4 12,4 0,235 0,720
Bron: Uitkering arbeidsongeschiktheid 2022* 264,9 29,3 22,9 . 6,9 9,3 0,183 0,784
Bron: Uitkering pensioen 2022* 2.195,6 38,3 31,1 . 250,8 2,4 0,245 0,651
Bron: Uitkering sociale voorziening 2022* 420,1 19,7 16,1 . 0,8 40,1 0,152 0,926
Bron: Studiefinanciering 2022* 18,9 9,4 8,2 . -1,7 . 0,330 0,878
Woningbezit: eigen woning 2022* 4.548,4 65,8 43,5 . 321,8 0,8 0,239 0,532
Woningbezit: huurwoning 2022* 3.488,7 31,5 24,8 . 3,5 9,4 0,252 0,881
Woningbezit: huurwoning geen huurtoeslag 2022* 2.060,8 36,5 28,3 . 7,2 4,8 0,270 0,864
Woningbezit: huurwoning met huurtoeslag 2022* 1.427,9 24,2 19,9 . 1,7 15,9 0,139 0,812
Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep 2022* 803,7 14,2 11,3 . 1,0 58,8 0,276 0,932
Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep 2022* 803,7 23,6 19,3 . 3,0 5,3 0,031 0,881
Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep 2022* 803,7 28,0 22,7 . 13,6 0,0 0,023 0,800
Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep 2022* 803,7 34,3 26,1 . 66,5 0,0 0,023 0,677
Gestandaardiseerd inkomen: 5e 10%-groep 2022* 803,7 40,9 29,8 . 143,1 0,0 0,021 0,620
Gestandaardiseerd inkomen: 6e 10%-groep 2022* 803,7 48,1 33,5 . 185,1 0,0 0,019 0,574
Gestandaardiseerd inkomen: 7e 10%-groep 2022* 803,7 55,0 37,6 . 223,3 0,0 0,019 0,542
Gestandaardiseerd inkomen: 8e 10%-groep 2022* 803,7 63,7 42,4 . 255,9 0,0 0,022 0,534
Gestandaardiseerd inkomen: 9e 10%-groep 2022* 803,7 75,7 49,5 . 309,3 0,0 0,031 0,531
Gestandaardiseerd inkomen: 10e 10%-groep 2022* 803,7 125,5 81,7 . 498,3 0,0 0,832 0,629
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Het doel van deze tabel is om een beeld te geven van de verdeling van de welvaart van particuliere huishoudens in Nederland, gemeten door het inkomen, de bestedingen en het vermogen.
De cijfers in deze tabel zijn uitgesplitst naar diverse achtergrondkenmerken van het huishouden.

De doelpopulatie bestaat uit alle particuliere huishoudens met inkomen, per 1 januari van het verslagjaar.
In de doelpopulatie voor het onderwerp huishoudens met een laag inkomen zijn studentenhuishoudens en huishoudens die slechts een deel van het jaar inkomen hadden, buiten beschouwing gebleven.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2011.

Status van de cijfers:
De cijfers voor 2011 t/m 2021 zijn definitief. De cijfers voor 2022 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 8 november 2023:
De cijfers over 2021 zijn definitief en voorlopige cijfers over 2022 zijn toegevoegd.

Wijzigingen per 9 februari 2022:
De voorlopige cijfers 2020 betreffende ‘Gemiddeld besteed bedrag’ zijn toegevoegd.
Het onderwerp 'Gemiddeld besteed bedrag' bevat alleen om de vijf jaar cijfers, namelijk in 2015 en in 2020. De cijfers van 2015 voor dit onderwerp waren abusievelijk nog voorlopig en zijn nu definitief gemaakt.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden in het najaar van 2024 gepubliceerd.

Toelichting onderwerpen

Particuliere huishoudens
Aantal particuliere huishoudens per 1 januari van het verslagjaar, met inkomen.

Een particulier huishouden bestaat uit één of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf niet-bedrijfsmatig voorzien van de dagelijkse behoeften.
Gemiddeld besteedbaar inkomen
Gemiddeld besteedbaar inkomen per particulier huishouden.

Het besteedbaar inkomen bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met betaalde inkomensoverdrachten, premies inkomensverzekeringen, premies ziektekostenverzekeringen en belastingen op inkomen en vermogen.

Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Gemiddeld gestandaardiseerd besteedbaar inkomen per particulier huishouden.

Het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze is het welvaartsniveau van verschillende typen huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Het gestandaardiseerd inkomen is een maat voor de welvaart van (de leden van) een huishouden.
Gemiddeld besteed bedrag
Het gemiddeld besteed bedrag per particulier huishouden.

Bestedingen zijn uitgaven voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften van leden van de gemeenschap. De uitgaven kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland worden gedaan.
Mediaan vermogen
Mediaan vermogen van particuliere huishoudens.

Het mediane vermogen is gelijk aan het middelste vermogen indien de vermogens van alle huishoudens van laag naar hoog worden gerangschikt. Dat wil zeggen dat de helft van de huishoudens meer, en de andere helft minder vermogen bezit.

Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. De bezittingen bestaan uit financiële bezittingen (banktegoeden en effecten), onroerend goed en ondernemingsvermogen. De schulden omvatten onder meer schulden ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet.
Huishoudens met laag inkomen
Particuliere huishoudens met een inkomen onder de lage-inkomensgrens in procenten van het totaal aantal particuliere huishoudens per categorie.

De lage-inkomensgrens betreft een vast bedrag dat voor alle typen huishoudens een gelijke koopkracht vertegenwoordigt. De hoogte ervan is geënt op de bijstandsuitkering van een alleenstaande in 1979, toen deze op een hoog niveau lag. Sindsdien is de lage-inkomensgrens jaarlijks geïndexeerd met de consumentenprijsindex (CPI).

Ongelijkheid inkomen
De Ginicoëfficiënt is een maatstaf voor ongelijkheid. De Ginicoëfficiënt voor inkomen wordt berekend door de helft van het gemiddelde absolute verschil in inkomen tussen huishoudens te normaliseren. In een verdeling zonder negatieve waarden wordt daarbij gedeeld door het gemiddelde. In een verdeling met negatieve waarden is dat het gemiddelde van alle absolute waarden.
De waarde van de Ginicoëfficiënt G ligt zodoende altijd tussen 0 en 1. Bij een volkomen gelijke inkomensverdeling is G gelijk aan nul. Als het totale inkomen geconcentreerd is bij één huishouden (totale inkomensongelijkheid) dan is G gelijk aan 1.
De Ginicoëfficiënt is gebaseerd op het gestandaardiseerd besteedbaar inkomen.
Ongelijkheid vermogen
De Ginicoëfficiënt is een maatstaf voor ongelijkheid. De Ginicoëfficiënt voor vermogen wordt berekend door de helft van het gemiddelde absolute verschil in vermogen tussen huishoudens te normaliseren. In een verdeling zonder negatieve waarden wordt daarbij gedeeld door het gemiddelde. In een verdeling met negatieve waarden is dat het gemiddelde van alle absolute waarden.
De waarde van de Ginicoëfficiënt G ligt zodoende altijd tussen 0 en 1. Bij een volkomen gelijke vermogensverdeling is G gelijk aan nul. Als het totale vermogen geconcentreerd is bij één huishouden (totale vermogensongelijkheid) dan is G gelijk aan 1.