Ervaren gezondheid, zorggebruik en leefstijl bij kinderen tot 12 jaar
Geslacht | Leeftijd | Marges | Perioden | Gezondheid en zorggebruik Gezondheid Ervaren gezondheid (%) | Gezondheid en zorggebruik Gezondheid Normscore fysiek (4 tot 12 jaar) (waarde) | Gezondheid en zorggebruik Gezondheid Normscore psychisch (4 tot 12 jaar) (waarde) | Gezondheid en zorggebruik Gezondheid Langdurige ziekten of aandoeningen Op enquêtedatum 1 of meer langdurige aandoeningen (%) | Gezondheid en zorggebruik Beperkingen en hulpmiddelen GALI-beperking, 2 tot 12 jaar (%) | Gezondheid en zorggebruik Geboortekenmerken, 0 tot 5 jaar Plaats van geboorte Thuis (%) | Gezondheid en zorggebruik Geboortekenmerken, 0 tot 5 jaar Plaats van geboorte In het ziekenhuis (%) | Gezondheid en zorggebruik Geboortekenmerken, 0 tot 5 jaar Plaats van geboorte Elders (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal mannen en vrouwen | Totaal | Waarde | 2022 | 97,0 | 57,0 | 52,1 | 8,7 | 7,1 | 14,9 | 84,2 | 0,8 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal | Waarde | 2023 | 97,2 | 56,8 | 52,0 | 9,7 | 7,8 | 13,3 | 86,3 | 0,3 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal | Waarde | 2020/2022 | 97,2 | 57,4 | 51,9 | 9,3 | 6,8 | 16,0 | 83,1 | 0,9 |
Totaal mannen en vrouwen | Totaal | Waarde | 2021/2023 | 97,3 | 57,2 | 52,0 | 9,2 | 7,2 | 15,1 | 84,2 | 0,7 |
Mannen | Totaal | Waarde | 2022 | 96,2 | 57,6 | 52,0 | 9,3 | 6,8 | 15,5 | 84,5 | 0,0 |
Mannen | Totaal | Waarde | 2023 | 96,9 | 56,8 | 51,7 | 12,2 | 10,5 | 15,3 | 84,7 | 0,0 |
Mannen | Totaal | Waarde | 2020/2022 | 96,4 | 57,6 | 51,6 | 10,3 | 7,7 | 15,1 | 84,2 | 0,6 |
Mannen | Totaal | Waarde | 2021/2023 | 96,6 | 57,3 | 51,6 | 10,4 | 8,7 | 15,1 | 84,5 | 0,3 |
Vrouwen | Totaal | Waarde | 2022 | 97,8 | 56,5 | 52,3 | 8,0 | 7,3 | 14,3 | 84,0 | 1,7 |
Vrouwen | Totaal | Waarde | 2023 | 97,4 | 56,8 | 52,3 | 7,1 | 5,1 | 11,1 | 88,2 | 0,7 |
Vrouwen | Totaal | Waarde | 2020/2022 | 98,0 | 57,2 | 52,2 | 8,2 | 6,0 | 16,9 | 82,0 | 1,1 |
Vrouwen | Totaal | Waarde | 2021/2023 | 97,9 | 57,1 | 52,3 | 7,9 | 5,7 | 15,1 | 83,8 | 1,1 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat cijfers uit de Gezondheidsenquête over gezondheid, zorggebruik en leefstijl van de Nederlandse kinderen van 0 jaar tot 12 jaar in particuliere huishoudens. De cijfers kunnen worden uitgesplitst naar leeftijd, geslacht en periode.
Voor enkele onderwerpen geldt een afwijkende leeftijdsafbakening. Deze leeftijden worden bij de betreffende onderwerpen vermeld.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2014
Status van de cijfers: definitief
Wijzigingen per 24 september 2024
De voedingsscore wordt berekend op basis van verschillende componenten.
Bij de componentscore voor snacks werden abusievelijk bij kinderen van 1 tot 9 jaar de afkappunten voor personen van 9 jaar en ouder gehanteerd in plaats van de leeftijdsspecifieke afkappunten. Dit is aangepast. Hierdoor zijn de cijfers over de totale voedingsscore (hoog, midden, laag en de gemiddelde voedingsscore) iets gewijzigd.
Wijzigingen per 24 mei 2024
De cijfers over 2023 zijn toegevoegd.
De vragen over voeding zijn in 2023 gewijzigd. Daarom wordt er voor voeding in 2023 een nieuwe reeks begonnen en wordt de oude cijferreeks over voeding (2014-2022) niet meer aangevuld.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het derde kwartaal van 2025 verschijnen de cijfers over verslagjaar 2024.
Toelichting onderwerpen
- Gezondheid en zorggebruik
- Gezondheid
- Ervaren gezondheid
- Percentage personen met antwoordcategorie 'goed' of 'zeer goed' op de vraag 'Hoe is over het algemeen uw gezondheid / de gezondheid van uw kind? De mogelijke antwoordcategorieënwaren: zeer goed, goed, gaat wel, slecht, zeer slecht. Voor kinderen tot 12 jaar wordt deze vraag beantwoord door een van de ouders of verzorgers.
Ervaren gezondheid is een samenvattende gezondheidsmaat van alle relevante gezondheidsaspecten voor de persoon in kwestie. Deze onderliggende gezondheidsaspecten variëren per persoon, maar hebben vaak betrekking op zowel de lichamelijke als de geestelijke gezondheid. Voorbeelden zijn ziekten, lichamelijke beperkingen en handicaps, fitheid, vermoeidheid en depressieve gevoelens. Ook leefstijlfactoren, zoals voeding en lichamelijke activiteit kunnen het oordeel over de eigen gezondheid mede bepalen.
- Normscore fysiek (4 tot 12 jaar)
- De cijfers voor kinderen hebben betrekking op de zogeheten 'Child Health Questionnaire Parent Form 28' ofwel 'CHQ-PF28'. De CHQ-PF28, vaak aangeduid met alleen CHQ, is een veelgebruikte internationale standaard van een generieke gezondheidsmaat voor kinderen en is in de Verenigde Staten ontwikkeld door Landgraf e.a. (1999). De CHQ bestaat uit 28 meerkeuzevragen. De Nederlandse versie van deze 28 vragen wordt aan de ouders of verzorgers van onderzoekspersonen van 4 tot 12 jaar gesteld in gezondheidsenquête. De vragen refereren naar verschillende deeldimensies van gezondheid. Op basis van de CHQ kan een samenvattende maat voor de fysieke gezondheid worden samengesteld. De samenvattende fysieke gezondheidsmaat betreft een gewogen combinatie van de antwoorden op alle 28 onderliggende vragen. In de berekening zijn de door Landgraf e.a. (1999) ontwikkelde gewichten gebruikt. Landgraf gebruikte de gemiddelde gezondheidssituatie van een omvangrijke steekproef van Amerikaanse kinderen van 4 tot 12 jaar als norm voor de ontwikkeling van de gewichten. Toepassing van deze normgewichten bewerkstelligt dat in de Amerikaanse populatie van kinderen de gemiddelde waarden voor fysieke gezondheid precies 50 bedraagt. Gemiddelde waarden onder de 50 voor populaties van kinderen of specifieke deelgroepen hieruit wijzen op een minder goede gezondheid dan in de normpopulatie en waarden boven de 50 op een betere gezondheid. Voor de gehele, beschouwde Nederlandse populatie van kinderen geldt dat de gemiddelde maat hoger ligt dan 50. Dat betekent dat gemiddeld de fysieke gezondheid in Nederland iets beter is dan die van de (Amerikaanse) referentiepopulatie. Voor interpretatiedoeleinden kunnen de gemiddelden van de in de tabellen onderscheiden groepen ook onderling en met het totale gemiddelde van Nederlandse kinderen worden vergeleken. Landgraf J.K., Abetz L., Ware J.E. The CHQ User's Manual. Second Printing. Boston, MA: Healthact, 1999.
- Normscore psychisch (4 tot 12 jaar)
- De cijfers voor kinderen hebben betrekking op de zogeheten 'Child Health Questionnaire Parent Form 28' ofwel 'CHQ-PF28'. De CHQ-PF28, vaak aangeduid met alleen CHQ, is een veelgebruikte internationale standaard van een generieke gezondheidsmaat voor kinderen en is in de Verenigde Staten ontwikkeld door Landgraf e.a. (1999). De CHQ bestaat uit 28 meerkeuzevragen. De Nederlandse versie van deze 28 vragen wordt aan de ouders of verzorgers van onderzoekspersonen van 4 tot 12 jaar gesteld in gezondheidsenquête. De vragen refereren ondermeer naar verschillende deeldimensies van gezondheid. Op basis van de CHQ kan een samenvattende maat voor de psycho-sociale gezondheid worden samengesteld. De samenvattende psychische gezondheidsmaat betreft een gewogen combinatie van de antwoorden op alle 28 onderliggende vragen. In de berekening zijn de door Landgraf e.a. (1999) ontwikkelde gewichten gebruikt. Landgraf gebruikte de gemiddelde gezondheidssituatie van een omvangrijke steekproef van Amerikaanse kinderen van 4 tot 12 jaar als norm voor de ontwikkeling van de gewichten. Toepassing van deze normgewichten bewerkstelligt dat in de Amerikaanse populatie van kinderen de gemiddelde waarden voor psycho-sociale gezondheid precies 50 bedraagt. Gemiddelde waarden onder de 50 voor populaties van kinderen of specifieke deelgroepen hieruit wijzen op een minder goede gezondheid dan in de normpopulatie en waarden boven de 50 op een betere gezondheid. Voor de gehele, beschouwde Nederlandse populatie van kinderen geldt dat de gemiddelde maat hoger ligt dan 50. Dat betekent dat gemid-
deld de psycho-sociale gezondheid in Nederland iets beter is dan die van de (Amerikaanse) referentiepopulatie. Voor interpretatiedoeleinden kunnen de gemiddelden van de in de tabellen onderscheiden groepen ook onderling en met het totale gemiddelde van Nederlandse kinderen worden vergeleken. Landgraf J.K., Abetz L., Ware J.E. The CHQ User's Manual. Second Printing. Boston, MA: Healthact, 1999.
- Langdurige ziekten of aandoeningen
- Aan alle ouders/verzorgers wordt gevraagd: Heeft uw kind één of meer langdurige ziekten of aandoeningen? Langdurig is (naar verwachting) 6 maanden of langer. Vervolgens worden een aantal aandoeningen en een restcategorie 'overige aandoeningen' voorgelegd en gevraagd uw kind deze aandoening in de afgelopen 12 maanden heeft gehad.
- Op enquêtedatum
- 1 of meer langdurige aandoeningen
- Percentage personen met de antwoordcategorie 'ja' op de vraag: Heeft uw kind één of meer langdurige ziekten of aandoeningen? Langdurig is (naar verwachting) 6 maanden of langer.
- Beperkingen en hulpmiddelen
- Of een kind van 2 tot 12 jaar beperkingen heeft, wordt gemeten met de GALI-indicator (Global Activity Limitation Indicator). Daarnaast wordt gevraagd aan de ouder/verzorger van kinderen van 4 jaar of ouder of het kind een hoorapparaat of een speciaal apparaat voor geluidsversterking heeft, of hij/zij een bril of contactlenzen draagt, en of hij/zij een ander hulpmiddel voor zien of lezen heeft.
- GALI-beperking, 2 tot 12 jaar
- Percentage kinderen met antwoordcategorie “ernstig beperkt” of “wel beperkt maar niet ernstig” op de vraag: “In welke mate is uw kind vanwege problemen met zijn of haar) gezondheid sinds 6 maanden of langer beperkt in activiteiten die kinderen gewoonlijk doen?” Deze internationaal gebruikte en afgestemde indicator voor gezondheidsbeperking wordt de GALI-indicator genoemd. GALI staat voor Global Activity Limitation Indicator.
In 2014 werd deze indicator bepaald aan de hand van 2 vragen, vanaf 2015 zijn beide vragen in 1 vraag gecombineerd. Dit lijkt de uitkomst echter niet of nauwelijks te hebben beïnvloed. In 2014 werd de vraag gesteld aan de ouder/verzorger van kinderen van 4 jaar of ouder. Vanaf 2015 wordt de vraag gesteld aan de ouder/verzorger van kinderen van 2 jaar of ouder. De leeftijdscategorie van 0 tot 4 jaar vanaf 2015 heeft daarom alleen betrekking op kinderen van 2 tot 4 jaar.
- Geboortekenmerken, 0 tot 5 jaar
- Plaats van geboorte
- Aan de ouder/verzorger van kinderen van 0 tot 5 jaar werd de vraag gesteld: Waar heeft de geboorte van uw kind plaatsgevonden?
- Thuis
- In het ziekenhuis
- Elders