Bestedingen; huishoudenskenmerken, bestedingscategorieën: 2015, 2020

Bestedingen; huishoudenskenmerken, bestedingscategorieën: 2015, 2020

Bestedingscategorieën Kenmerken huishoudens Perioden Gemiddeld besteed bedrag (1 000 euro)
100000 Onderwijs Particuliere huishoudens 2020 0,4
100000 Onderwijs Type: Eenpersoonshuishouden 2020 0,2
100000 Onderwijs Type: Alleenstaande man 2020 0,2
100000 Onderwijs Type: Alleenstaande man onder AOW-lft 2020 0,3
100000 Onderwijs Type: Alleenstaande man vanaf AOW-lft 2020 0,0
100000 Onderwijs Type: Alleenstaande vrouw 2020 0,2
100000 Onderwijs Type: Alleenstaande vrouw onder AOW-lft 2020 0,4
100000 Onderwijs Type: Alleenstaande vrouw vanaf AOW-lft 2020 0,0
100000 Onderwijs Type: Meerpersoonshuishouden 2020 0,6
100000 Onderwijs Type: Eenoudergezin 2020 0,8
100000 Onderwijs Type: Eenouder, alle kinderen < 18 jr 2020 0,5
100000 Onderwijs Type: Eenouder, minst. één kind >= 18 jr 2020 1,2
100000 Onderwijs Type: Paar, totaal 2020 0,5
100000 Onderwijs Type: Paar, met kind(eren) 2020 0,8
100000 Onderwijs Type: Paar, alle kinderen < 18 jr 2020 0,5
100000 Onderwijs Type: Paar, minstens één kind >= 18 jr 2020 1,4
100000 Onderwijs Type: Paar, zonder kind 2020 0,2
100000 Onderwijs Type: Paar, zonder kind, onder AOW-lft 2020 0,3
100000 Onderwijs Type: Paar, zonder kind, vanaf AOW-lft 2020 0,0
100000 Onderwijs Type: Meerpersoonshuishouden, overig 2020 1,9
100000 Onderwijs Huishoudensgrootte: 1 persoon 2020 0,2
100000 Onderwijs Huishoudensgrootte: 2 personen 2020 0,3
100000 Onderwijs Huishoudensgrootte: 3 personen 2020 0,8
100000 Onderwijs Huishoudensgrootte: 4 personen 2020 0,9
100000 Onderwijs Huishoudensgrootte: 5 of meer personen 2020 1,3
100000 Onderwijs Hoofdkostwinner: tot 25 jaar 2020 1,7
100000 Onderwijs Hoofdkostwinner: 25 tot 35 jaar 2020 0,5
100000 Onderwijs Hoofdkostwinner: 35 tot 45 jaar 2020 0,4
100000 Onderwijs Hoofdkostwinner: 45 tot 55 jaar 2020 0,8
100000 Onderwijs Hoofdkostwinner: 55 tot 65 jaar 2020 0,4
100000 Onderwijs Hoofdkostwinner: 65 tot 75 jaar 2020 0,1
100000 Onderwijs Hoofdkostwinner: 75 jaar of ouder 2020 0,0
100000 Onderwijs Hoofdkostwinner: 25 tot 45 jaar 2020 0,4
100000 Onderwijs Hoofdkostwinner: 45 tot 65 jaar 2020 0,6
100000 Onderwijs Hoofdkostwinner: 65 jaar of ouder 2020 0,1
100000 Onderwijs Hoofdkostwinner: Nederland 2020 0,4
100000 Onderwijs Hoofdkostwinner: Westers land 2020 0,4
100000 Onderwijs Hoofdkostwinner: Niet-westers land 2020 0,6
100000 Onderwijs Bron: Inkomen als werknemer/zelfstandige 2020 0,6
100000 Onderwijs Bron: Inkomen als werknemer 2020 0,6
100000 Onderwijs Bron: Inkomen als zelfstandige (totaal) 2020 0,6
100000 Onderwijs Bron: Overdrachtsinkomen 2020 0,1
100000 Onderwijs Bron: Uitkering inkomensverzekering 2020 0,1
100000 Onderwijs Bron: Uitkering werkloosheid 2020 0,4
100000 Onderwijs Bron: Uitkering arbeidsongeschiktheid 2020 0,2
100000 Onderwijs Bron: Uitkering pensioen 2020 0,1
100000 Onderwijs Bron: Uitkering sociale voorziening 2020 0,2
100000 Onderwijs Bron: Uitkering bijstand 2020 0,3
100000 Onderwijs Bron: Uitk. sociale voorziening, overig 2020 0,1
100000 Onderwijs Bron: Studiefinanciering 2020 2,5
100000 Onderwijs Woningbezit: eigen woning 2020 0,4
100000 Onderwijs Woningbezit: huurwoning 2020 0,4
100000 Onderwijs Woningbezit: huurwoning met huurtoeslag 2020 0,4
100000 Onderwijs Woningbezit: huurwoning geen huurtoeslag 2020 0,5
100000 Onderwijs Besteedbaar inkomen: 1e 10%-groep 2020 0,7
100000 Onderwijs Besteedbaar inkomen: 2e 10%-groep 2020 0,2
100000 Onderwijs Besteedbaar inkomen: 3e 10%-groep 2020 0,2
100000 Onderwijs Besteedbaar inkomen: 4e 10%-groep 2020 0,2
100000 Onderwijs Besteedbaar inkomen: 5e 10%-groep 2020 0,2
100000 Onderwijs Besteedbaar inkomen: 6e 10%-groep 2020 0,4
100000 Onderwijs Besteedbaar inkomen: 7e 10%-groep 2020 0,4
100000 Onderwijs Besteedbaar inkomen: 8e 10%-groep 2020 0,5
100000 Onderwijs Besteedbaar inkomen: 9e 10%-groep 2020 0,6
100000 Onderwijs Besteedbaar inkomen: 10e 10%-groep 2020 0,9
100000 Onderwijs Besteedbaar inkomen: 1e 20%-groep 2020 0,4
100000 Onderwijs Besteedbaar inkomen: 2e 20%-groep 2020 0,2
100000 Onderwijs Besteedbaar inkomen: 3e 20%-groep 2020 0,3
100000 Onderwijs Besteedbaar inkomen: 4e 20%-groep 2020 0,5
100000 Onderwijs Besteedbaar inkomen: 5e 20%-groep 2020 0,7
100000 Onderwijs Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep 2020 1,0
100000 Onderwijs Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep 2020 0,2
100000 Onderwijs Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep 2020 0,3
100000 Onderwijs Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep 2020 0,3
100000 Onderwijs Gestandaardiseerd inkomen: 5e 10%-groep 2020 0,3
100000 Onderwijs Gestandaardiseerd inkomen: 6e 10%-groep 2020 0,4
100000 Onderwijs Gestandaardiseerd inkomen: 7e 10%-groep 2020 0,4
100000 Onderwijs Gestandaardiseerd inkomen: 8e 10%-groep 2020 0,5
100000 Onderwijs Gestandaardiseerd inkomen: 9e 10%-groep 2020 0,5
100000 Onderwijs Gestandaardiseerd inkomen: 10e 10%-groep 2020 0,5
100000 Onderwijs Gestandaardiseerd inkomen: 1e 20%-groep 2020 0,6
100000 Onderwijs Gestandaardiseerd inkomen: 2e 20%-groep 2020 0,3
100000 Onderwijs Gestandaardiseerd inkomen: 3e 20%-groep 2020 0,4
100000 Onderwijs Gestandaardiseerd inkomen: 4e 20%-groep 2020 0,5
100000 Onderwijs Gestandaardiseerd inkomen: 5e 20%-groep 2020 0,5
100000 Onderwijs Inkomen tot lage-inkomensgrens 2020 0,3
100000 Onderwijs Inkomen boven lage-inkomensgrens 2020 0,4
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat de gemiddelde totale bestedingen van particuliere huishoudens, uitgesplitst naar kenmerken van huishoudens.
Daarbij zijn uitsplitsingen mogelijk naar de hoofdgroepen van de bestedingscategorieën, de zogenaamde afdelingen.

Gegevens beschikbaar van 2015 en 2020

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 27 januari 2023:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing. Deze tabel wordt opgevolgd door: Bestedingen van huishoudens; huishoudenskenmerken, bestedingscategorieën. zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Gemiddeld besteed bedrag
Het gemiddelde bedrag dat particuliere huishoudens jaarlijks hebben besteed voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften van leden van de gemeenschap.
De uitgaven kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland worden gedaan.