Bestedingen; huishoudenskenmerken, bestedingscategorieën: 2015, 2020

Bestedingen; huishoudenskenmerken, bestedingscategorieën: 2015, 2020

Bestedingscategorieën Kenmerken huishoudens Perioden Gemiddeld besteed bedrag (1 000 euro)
050000 Stoffering en huish. apparaten. Type: Alleenstaande man vanaf AOW-lft 2020 1,3
050000 Stoffering en huish. apparaten. Type: Alleenstaande vrouw vanaf AOW-lft 2020 1,3
050000 Stoffering en huish. apparaten. Type: Paar, minstens één kind >= 18 jr 2020 3,6
050000 Stoffering en huish. apparaten. Type: Paar, zonder kind, vanaf AOW-lft 2020 2,1
050000 Stoffering en huish. apparaten. Bron: Uitkering sociale voorziening 2020 0,8
050000 Stoffering en huish. apparaten. Bron: Uitk. sociale voorziening, overig 2020 1,1
120000 Diverse goederen en diensten Type: Alleenstaande man vanaf AOW-lft 2020 1,7
120000 Diverse goederen en diensten Type: Alleenstaande vrouw vanaf AOW-lft 2020 1,8
120000 Diverse goederen en diensten Type: Paar, minstens één kind >= 18 jr 2020 3,9
120000 Diverse goederen en diensten Type: Paar, zonder kind, vanaf AOW-lft 2020 2,8
120000 Diverse goederen en diensten Bron: Uitkering sociale voorziening 2020 1,1
120000 Diverse goederen en diensten Bron: Uitk. sociale voorziening, overig 2020 1,2
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat de gemiddelde totale bestedingen van particuliere huishoudens, uitgesplitst naar kenmerken van huishoudens.
Daarbij zijn uitsplitsingen mogelijk naar de hoofdgroepen van de bestedingscategorieën, de zogenaamde afdelingen.

Gegevens beschikbaar van 2015 en 2020

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 27 januari 2023:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing. Deze tabel wordt opgevolgd door: Bestedingen van huishoudens; huishoudenskenmerken, bestedingscategorieën. zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Gemiddeld besteed bedrag
Het gemiddelde bedrag dat particuliere huishoudens jaarlijks hebben besteed voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften van leden van de gemeenschap.
De uitgaven kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland worden gedaan.