Zorginstellingen; kerncijfers
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat informatie over de verlies- en winstrekening, balans, investeringen en personeelsinzet van groepen ondernemingen met als hoofdactiviteit ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg met overnachting, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, thuiszorg, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en jeugdzorg. Dit betreft zowel publiek- als privaatgefinancierde ondernemingengroepen.
Vanaf 2015 is overgestapt op een volledige dekking van de beschouwde SBI-klassen inclusief privaatgefinancierde zorg en kleine ondernemingen. Van de kleine ondernemingen worden slechts enkele variabelen omtrent werknemers en zelfstandigen meegenomen. Verder zijn vanaf 2015 de dagbehandelcentra voor geestelijke gezondheidszorg uit de populatie verwijderd, omdat deze samen met de praktijken van psychiaters in de betreffende SBI-klasse in de tabel van de statistieken over zorgpraktijken zullen worden meegenomen.
In 2017 heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden rondom het verwerken van (toekomstige) kosten voor groot onderhoud op de balans. Voorheen werd de egalisatie- of kostenvoorziening methodiek toegepast, ook wel voorziening groot onderhoud genoemd. Vanaf 2017 zijn een deel van de zorginstellingen geleidelijk overgestapt op de componentenbenadering. Internationaal is dit al de enige toegestane methodiek. In de cijfers over 2018 wordt dit bij verschillende sectoren, met name bij ziekenhuizen, zichtbaar aan de passivazijde. De voorzieningen nemen af en het eigen vermogen neemt toe. Met de componentenbenadering vindt nog verdere spreiding van de onderhoudskosten plaats.
In verslagjaar 2020 kregen zorgprofessionals een uitkering van 1.000 euro netto, een bonus voor 'de uitzonderlijke prestaties die zij leveren in de strijd tegen corona'. De uitkering is door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verstrekt aan zorgaanbieders, die de zorgbonus vervolgens uitbetalen aan de eigen medewerkers en de bij de zorgaanbieders werkzame zelfstandigen en uitzendkrachten. De zorgaanbieders ontvingen tevens een opslag op het bonusbedrag, vanwege de belastingafdracht die zij moeten doen om de zorgverlener een netto bonus uit te kunnen betalen. Het totale bedrag, inclusief opslag, is opgenomen onder de 'Subsidies'. De uitbetaling van de zorgbonus evenals de belastingafdracht vanwege de zorgbonus zijn opgenomen onder de personeelskosten.
In verslagjaar 2021 is opnieuw een zorgbonus uitgekeerd. Zorgverleners aan wie de zorgbonus 2021 is toegekend kregen 385 euro netto op hun rekening bijgeschreven.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2015
Status van de cijfers:
De cijfers over 2022 zijn voorlopig, de overige jaren zijn definitief.
Wijzigingen per 26 april 2024:
De voorlopige cijfers over 2022 en de definitieve cijfers over 2021 zijn toegevoegd voor 'Maatschappelijke opvang (24-uurs)', 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg'.
De cijfers over 2021 over aantal en winsten van zelfstandigen voor alle sectoren zijn toegevoegd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het laatste kwartaal van 2024 worden voorlopige cijfers over 2023 toegevoegd voor alle sectoren, behalve voor 'Maatschappelijke opvang (24-uurs)', 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg'. De voorlopige cijfers over 2023 voor deze laatstgenoemde sectoren worden in het eerste kwartaal van 2025 gepubliceerd.
Toelichting onderwerpen
- Middelgrote en grote ondernemingen
- Ondernemingen die tenminste één bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers óf bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro óf totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de kleine ondernemingen die in de zorgsector ook veel voorkomen.
Van de grote en middelgrote ondernemingen zijn meer financiële gegevens beschikbaar dan van de kleine ondernemingen.- Aantal middelgr. en grote ondernemingen
- Het aantal grote en middelgrote ondernemingen, afgebakend als de ondernemingen die tenminste één bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers óf bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro óf totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de kleine ondernemingen die in de zorgsector ook veel voorkomen.
De (groep van) onderneming(en) is de eenheid die feitelijk optreedt als financiële transactor.
Operationeel wordt de (groep van) onderneming(en) gedefinieerd als de meest omvattende verzameling van in Nederland gevestigde juridische eenheden waarover zeggenschap kan worden uitgeoefend. Een ondernemingengroep wordt ook wel aangeduid met concern.
- Personeel
- Banen werknemers
- Gemiddeld aantal banen in het verslagjaar, inclusief banen van DGA's.
De gegevens zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.
De cijfers hebben betrekking op de grote en middelgrote ondernemingen.
Omdat één persoon meerdere banen kan hebben is het aantal banen gelijk aan of groter dan het aantal werkzame personen.
Een baan is een overeenkomst waarbij een persoon tegen een financiële vergoeding arbeid verricht voor een bedrijf of instelling.
Een werknemer is een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.
DGA (Directeur Groot Aandeelhouder): een persoon die eigenaar is van een bedrijf en ook de functie heeft van directeur. Het inkomen van een DGA bestaat uit DGA loon en winstuitkering (dividend uit aanmerkelijk belang). Alleen het DGA loon wordt meegeteld in de loon variabele.
De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen.
- Arbeidsjaren werknemers
- Het aantal arbeidsjaren van werknemers in het verslagjaar, inclusief arbeidsjaren van DGA's.
De gegevens zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.
De cijfers hebben betrekking op de grote en middelgrote ondernemingen.
Een arbeidsjaar is een maatstaf voor het arbeidsvolume, dat wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten (vte) genoemd.
Een werknemer is een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.
DGA (Directeur Groot Aandeelhouder): een persoon die eigenaar is van een bedrijf en ook de functie heeft van directeur. Het inkomen van een DGA bestaat uit DGA loon en winstuitkering (dividend uit aanmerkelijk belang). Alleen het DGA loon wordt meegeteld in de loon variabele.
Tussen 2016 en 2017 is er een eenmalige bijstelling van gemiddeld circa -1,3%. Dit komt door een verbeterde afleiding van wekelijkse voltijd arbeidsduur in de Polisadministratie.
De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen.
- Lonen (incl. bijz. beloning en overw.)
- Lonen inclusief bijzondere beloning, extra salaris, incidenteel salaris, overwerkvergoeding en vakantiegeld. Ook lonen van DGA's tellen mee.
De gegevens zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.
De cijfers hebben betrekking op de grote en middelgrote ondernemingen.
DGA (Directeur Groot Aandeelhouder): een persoon die eigenaar is van een bedrijf en ook de functie heeft van directeur. Het inkomen van een DGA bestaat uit DGA loon en winstuitkering (dividend uit aanmerkelijk belang). Alleen het DGA loon wordt meegeteld in de loon variabele.
- Verlies- en winstrekening
- Bedrijfsopbrengsten
- De opbrengsten uit de eigenlijke bedrijfsvoering, i.c. de verkopen van goederen en diensten, alsmede de waarde van voorraadmutaties, geactiveerde productie voor het eigen bedrijf, subsidies en schade-uitkeringen.
- Totaal bedrijfsopbrengsten
- Netto omzet
- Opbrengst (exclusief btw) uit verkoop van goederen en levering van diensten aan derden. Derden zijn particulieren dan wel bedrijven buiten het eigen concernverband.
- Overige bedrijfsopbrengsten
- Bedrijfsopbrengsten die niet behoren tot de netto-omzet.
Het gaat hier met name om:
- de waarde van voorraadmutaties, exclusief onderhanden werk voor DiagnoseBehandelCombinaties (DBC's) en DBC-zorgproducten bij ziekenhuizen en instellingen voor geestelijke gezondheidszorg;
- vergoedingen voor uitgeleend personeel;
- geactiveerde productie voor het eigen bedrijf;
- subsidies anders dan subsidies in het kader van Zvw/ Wlz en opbrengsten Wmo, Jeugdwet en Forensische zorg;
- beschikbaarheidsbijdragen medisch specialistische zorg en opleidingen.- Totaal overige bedrijfsopbrengsten
- Subsidies
- Betalingen 'om niet' die door de overheid of de Instellingen van de Europese Unie worden gedaan aan ingezeten producenten, met het doel de productieniveaus, de prijzen of de beloning van de productiefactoren te beïnvloeden.
Omvat beschikbaarheidbijdragen medisch specialistische zorg, beschikbaarheidbijdragen (medische) vervolgopleidingen, subsidies van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor gesubsidieerd speciaal onderwijs en de rijksbijdrage 'werkplaatsfunctie' voor UMC's, overige subsidies van het Rijk (waaronder van ministerie van Justitie en Veiligheid), facultaire bijdrage UMC's vanuit universiteit, subsidies van provincies, subsidies van gemeenten en overige subsidies (o.a. loonkostensubsidies).
Exclusief subsidies in het kader van Zvw/Wlz.
Exclusief opbrengsten Wmo, Jeugdwet en Forensische zorg.
Forensische zorg is zorg aan psychiatrische cliënten, verslaafden en verstandelijke gehandicapten in strafrechtelijk kader bekostigd door het ministerie van Justitie en Veiligheid.
UMC = Universitair Medisch Centrum
In verslagjaar 2020 kregen zorgprofessionals een uitkering van 1.000 euro netto, een bonus voor 'de uitzonderlijke prestaties die zij leveren in de strijd tegen corona'. De uitkering is door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verstrekt aan zorgaanbieders, die de zorgbonus vervolgens uitbetalen aan de eigen medewerkers en aan de bij de zorgaanbieders werkzame zelfstandigen en uitzendkrachten. De zorgaanbieders ontvingen tevens een opslag op het bonusbedrag, vanwege de belastingafdracht die zij moeten doen om de zorgverlener een netto bonus uit te kunnen betalen.
In verslagjaar 2021 is opnieuw een zorgbonus uitgekeerd. Zorgverleners aan wie de zorgbonus 2021 is toegekend kregen 385 euro netto op hun rekening bijgeschreven.
Zowel de door zorgaanbieders ontvangen netto zorgbonus als de ontvangen opslag voor de belastingafdracht zijn opgenomen onder de 'subsidies'.
De uitbetaling van de zorgbonus aan de medewerkers en de betaalde belastingafdracht vanwege de zorgbonus zijn opgenomen onder de personeelskosten.
- Niet eerder genoemde bedrijfsopbrengsten
- Niet eerder genoemde bedrijfsopbrengsten die niet behoren tot de netto-omzet en subsidies.
Onder andere vergoedingen voor uitgeleend personeel, verhuur onroerend goed.
- Bedrijfskosten
- De kosten die zijn gemaakt om de bedrijfsopbrengsten te realiseren, te weten de inkoopwaarde van de omzet, de arbeidskosten, de afschrijvingen op vaste activa en de zogenaamde overige bedrijfskosten.
- Totaal bedrijfskosten
- Arbeidskosten
- Totaal van de bruto lonen en salarissen van werknemers, pensioenlasten en sociale lasten.
- Totaal arbeidskosten
- Lonen en salarissen
- De vergoedingen voor de werknemer, die in een bepaalde periode arbeid verricht, en die ten laste komen van de werkgever, inclusief de door de werkgever ingehouden loonbelasting en de sociale premies die ten laste komen van de werknemer.
Omvat in 2020 en 2021 de uitbetaalde zorgbonus aan werknemers.
- Pensioenlasten en sociale lasten
- Werkgeversaandeel pensioenlasten, sociale voorzieningen en overige sociale lasten.
De sociale lasten zijn de werkgeversbijdragen in het kader van de sociale zekerheid. Deze omvatten de toegerekende en werkelijke sociale premies en de werkelijke pensioenpremies.
Omvat in 2020 en 2021 de belastingafdracht door de zorgaanbieder om de zorgverlener een netto zorgbonus uit te kunnen betalen.
- Honorariumkosten vrijgev. med. spec.
- Honorariumkosten van vrijgevestigd medisch specialisten die aan de instelling voor medisch specialistische zorg declareren.
- Afschrijvingen vaste activa incl...
- De waardevermindering van duurzame productiemiddelen, zoals machines, gebouwen, vervoermiddelen en software, als gevolg van normale slijtage en voorzienbare economische veroudering. Inclusief bijzondere waardeverminderingen waarbij wordt vastgesteld dat de reële waarde van een actief lager is dan de boekwaarde. Daarnaast kunnen bijzondere waardeverminderingen voorkomen bij vaste activa waarop niet wordt afgeschreven en bij financiële vaste activa.
- Overige bedrijfskosten
- Som van andere personeelskosten, kosten van voeding, andere hotelmatige kosten, algemene kosten, cliënt-/bewonergebonden kosten, terrein- en gebouwgebonden kosten en overige bedrijfslasten niet eerder genoemd.
Exclusief financiële en buitengewone lasten.- Totaal overige bedrijfskosten
- Overige personeelskosten
- De betalingen voor uitzendkrachten, gedetacheerd en ingeleend personeel, opleidingskosten, kosten van werving en selectie van personeel, kosten van kantine, arbodiensten, bedrijfskleding, jubilea, personeelsfeestjes en dergelijke.
- Niet eerder genoemde bedrijfskosten
- Niet eerder genoemde bedrijfskosten naast arbeidskosten, afschrijvingen op vaste activa en overige personeelskosten.
Som van kosten van voeding, andere hotelmatige kosten, algemene kosten, cliënt-/bewonergebonden kosten, terrein- en gebouwgebonden kosten en overige bedrijfslasten niet eerder genoemd. Exclusief financiële en buitengewone lasten.
- Bedrijfsresultaat
- De bedrijfsopbrengsten minus de bedrijfslasten.
Exclusief saldo financiële en buitengewone baten en lasten.
- Financieel resultaat
- Het saldo van rentebaten en -lasten, baten en lasten uit deelnemingen, ontvangen dividenden, kosten van leningen, winst en verlies op beleggingen en overige financiële baten en lasten.
- Buitengewoon resultaat
- Het saldo van winsten en verliezen die niet uit de eigenlijke bedrijfsvoering voortvloeien, zoals o.a. koersverschillen, resultaten uit deelnemingen, buitenlandse vestigingen, beleggingen en termijnhandel.
Vanaf 2016 mag het buitengewoon resultaat niet meer worden onderscheiden in de verlies- en winstrekening.
- Resultaat voor belastingen
- De som van het bedrijfsresultaat, het financieel resultaat en het saldo buitengewone baten/lasten (alleen 2015).
- Balans
- Balans activa eindstand
- Totaal activa op 31 december van verslagjaar.
De balans is een overzicht van de activa en de passiva van een sector of land op een bepaald moment. De activa bestaan onder meer uit machines, gebouwen, niet-geproduceerde activa (zoals grond en minerale reserves), vorderingen en aandelenbezit. De passiva kunnen worden onderscheiden in schulden en eigen vermogen.- Totaal activa
- Immateriële vaste activa
- Vaste activa die betrekking hebben op niet-tastbare kapitaalgoederen zoals concessies, vergunningen, octrooien, patenten, goodwill.
- Materiële vaste activa
- Vaste activa die betrekking hebben op tastbare kapitaalgoederen zoals gebouwen, terreinen en machines en die langer dan een jaar in productieproces worden gebruikt.
- Financiële vaste activa
- Vaste activa die betrekking hebben op financiële kapitaalgoederen zoals deelnemingen in andere ondernemingen, beleggingen in vastgoed of effecten, hypotheken, leningen op schuldbekentenis, bancaire kredietverlening, en zaken als vorderingen die op lange termijn aan derden (anders dan uit hoofde van een kapitaaldeelneming) ter beschikking zijn gesteld.
- Voorraden en onderhanden werk
- Voorraden inclusief onderhanden werk uit hoofde van DiagnoseBehandelCombinaties (DBC's) en DBC-zorgproducten.
Onderhanden werk (OHW), oftewel nog niet voltooide zorgproductie, uit hoofde van nog niet afgesloten DBC's en DBC-zorgproducten voor medisch specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg en geriatrische revalidatiezorg.
Ontvangen middelen die samenhangen met voorschotten of andere OHW-financiering worden in beginsel op de balanspost 'Onderhanden werk' in mindering gebracht.
Daarnaast worden te verwachten winsten en te verwachten mogelijke verliezen die betrekking hebben op het onderhanden werk verrekend.
Voorraden: geproduceerde activa bestaande uit goederen en diensten die zijn ontstaan in de lopende of in een eerdere periode en die worden aangehouden voor verkoop, gebruik in het productieproces of voor ander gebruik in de toekomst.
Toelichting: De voorraden omvatten grondstoffen en halffabrikaten, onderhanden werk, gereed product en handelsgoederen.
- Kortlopende vorderingen
- Kortlopende vorderingen (inclusief vorderingen uit hoofde van bekostiging). Bedragen die in het komende jaar opvorderbaar zijn.
- Effecten
- Beleggingen die op korte termijn in liquide middelen zijn om te zetten en niet bedoeld als deelneming of om invloed uit te oefenen.
- Liquide middelen
- Contant geld, banktegoeden en overige deposito's.
- Balans passiva eindstand
- Totaal passiva op 31 december van verslagjaar.
De balans is een overzicht van de activa en de passiva van een sector of land op een bepaald moment. De activa bestaan onder meer uit machines, gebouwen, niet-geproduceerde activa (zoals grond en minerale reserves), vorderingen en aandelenbezit. De passiva kunnen worden onderscheiden in schulden en eigen vermogen.- Totaal passiva
- Eigen vermogen
- Totaal activa minus vreemd vermogen.
In 2017 heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden rondom het verwerken van (toekomstige) kosten voor groot onderhoud op de balans. Voorheen werd de egalisatie- of kostenvoorziening methodiek toegepast, ook wel voorziening groot onderhoud genoemd. Vanaf 2017 is een deel van de zorginstellingen geleidelijk overgestapt op de componentenbenadering. Internationaal is dit al de enige toegestane methodiek. In de cijfers over 2018 wordt dit bij verschillende sectoren, met name bij ziekenhuizen, zichtbaar aan de passivazijde. De voorzieningen nemen af en het eigen vermogen neemt toe. Met de componentenbenadering vindt nog verdere spreiding van de onderhoudskosten plaats.
- Voorzieningen
- Bedrag dat op de balans apart is gezet voor bepaalde in de toekomst te verrichten uitgaven waarvan de grootte nog niet zeker is. Bijvoorbeeld onderhoudsvoorzieningen.
Ook zijn hieronder de voorzieningen uit hoofde van het macrobeheersinstrument meegenomen. Het macrobeheersinstrument wordt door de minister van VWS ingezet om overschrijdingen van het macrokader zorg terug te vorderen bij instellingen voor medisch specialistische zorg.
In 2017 heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden rondom het verwerken van (toekomstige) kosten voor groot onderhoud op de balans. Voorheen werd de egalisatie- of kostenvoorziening methodiek toegepast, ook wel voorziening groot onderhoud genoemd. Vanaf 2017 is een deel van de zorginstellingen geleidelijk overgestapt op de componentenbenadering. Internationaal is dit al de enige toegestane methodiek. In de cijfers over 2018 wordt dit bij verschillende sectoren, met name bij ziekenhuizen, zichtbaar aan de passivazijde. De voorzieningen nemen af en het eigen vermogen neemt toe. Met de componentenbenadering vindt nog verdere spreiding van de onderhoudskosten plaats.
- Langlopende schulden
- Verplichtingen die voor een periode langer dan een jaar zijn aangegaan, en waarvan de resterende looptijd langer dan een jaar is.
- Kortlopende schulden
- Kortlopende schulden (inclusief schulden uit hoofde van bekostiging).
Verplichtingen die in het komende verslagjaar moeten worden nagekomen.
- Kleine ondernemingen
- Kleine ondernemingen in de zorgsector zijn de ondernemingen die geen enkele bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers en geen enkele bedrijfseenheid met bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro en geen enkele bedrijfseenheid met totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de grote en middelgrote ondernemingen.
Van kleine ondernemingen zijn minder gegevens beschikbaar omdat een deel van de kleine ondernemingen geen Zvw, Wlz en/of Jeugdwet-gefinancierde zorg leveren en daardoor niet verplicht zijn mee te doen aan de databank DigiMV van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Daarnaast geldt voor een ander deel van de kleine ondernemingen een beperkte verantwoording via DigiMV.
Van kleine ondernemingen worden in deze tabel alleen banen, arbeidsjaren en lonen en van zelfstandigen alleen de aantallen en winst gepubliceerd. De gegevens zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.- Aantal kleine ondernemingen
- Het aantal kleine ondernemingen en zelfstandigen in de zorgsector.
De grens voor kleine ondernemingen is getrokken bij ondernemingen die geen enkele bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers en geen enkele bedrijfseenheid met bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro en geen enkele bedrijfseenheid met totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de grote en middelgrote ondernemingen.
De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen.
- Personeel
- Banen werknemers kleine ond.
- Gemiddeld aantal banen in het verslagjaar bij kleine ondernemingen, inclusief banen van DGA's.
De gegevens zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.
Omdat één persoon meerdere banen kan hebben is het aantal banen gelijk aan of groter dan het aantal werkzame personen.
Een baan is een overeenkomst waarbij een persoon tegen een financiële vergoeding arbeid verricht voor een bedrijf of instelling.
Een werknemer is een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.
DGA (Directeur Groot Aandeelhouder): een persoon die eigenaar is van een bedrijf en ook de functie heeft van directeur. Het inkomen van een DGA bestaat uit DGA loon en winstuitkering (dividend uit aanmerkelijk belang). Alleen het DGA loon wordt meegeteld in de loon variabele.
De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen.
- Arbeidsjaren werknemers kleine ond.
- Aantal arbeidsjaren van werknemers in het verslagjaar bij kleine ondernemingen, inclusief arbeidsjaren van DGA's.
De gegevens zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.
Een arbeidsjaar is een maatstaf voor het arbeidsvolume, dat wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen, ook wel voltijdequivalenten (vte) genoemd.
Een werknemer is een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.
DGA (Directeur Groot Aandeelhouder): een persoon die eigenaar is van een bedrijf en ook de functie heeft van directeur. Het inkomen van een DGA bestaat uit DGA loon en winstuitkering (dividend uit aanmerkelijk belang). Alleen het DGA loon wordt meegeteld in de loon variabele.
Tussen 2016 en 2017 is er een eenmalige bijstelling van gemiddeld circa -1,3 procent. Dit komt door een verbeterde afleiding van wekelijkse voltijd arbeidsduur in de Polisadministratie.
De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen.
- Lonen kleine ond. (inc. bijz. en overw.)
- Lonen bij kleine ondernemingen, inclusief bijzondere beloning, extra salaris, incidenteel salaris, overwerkvergoeding en vakantiegeld. Ook lonen van DGA's tellen mee.
De gegevens zijn afkomstig van bedrijfsgegevens uit de Loonaangifteketen (Polisadministratie) van de Belastingdienst en het UWV.
DGA (Directeur Groot Aandeelhouder): een persoon die eigenaar is van een bedrijf en ook de functie heeft van directeur. Het inkomen van een DGA bestaat uit DGA loon en winstuitkering (dividend uit aanmerkelijk belang). Alleen het DGA loon wordt meegeteld in de loon variabele.
- Zelfstandigen
- Aantal zelfstandigen kleine ond.
- Het aantal zelfstandigen onder de kleine ondernemingen die door de belastingdienst als ondernemer worden gezien en een winstaangifte doen.
Niet meegenomen zijn de zogenaamde 'resultaatgenieters' d.w.z. personen met 'inkomen uit overig werk'. Voorbeelden van 'overig inkomen' kunnen gastouders zijn en personen met inkomen uit een persoonsgebonden budget.
De gegevens over aantal zelfstandigen met een winstaangifte zijn afkomstig van de Belastingdienst.
De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen.
- Winst zelfstandigen kleine ond.
- Gemaakte winst van de zelfstandigen onder de kleine ondernemingen die door de belastingdienst als ondernemer worden gezien en een winstaangifte hebben gedaan.
De winstgegevens zijn afkomstig van de Belastingdienst.