Zorginstellingen; financiën en personeel
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat informatie over de verlies- en winstrekening, balans, investeringen en personeelsinzet van groepen ondernemingen met als hoofdactiviteit ziekenhuiszorg, geestelijke gezondheidszorg met overnachting, gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, thuiszorg, maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en jeugdzorg. Dit betreft zowel publiek- als privaatgefinancierde ondernemingengroepen.
Vanaf 2015 wordt de voormalige AWBZ-zorg gefinancierd uit andere wetten: Wet langdurige zorg (Wlz), de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015, Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Jeugdwet. De opbrengstenstructuur van zorginstellingen is daardoor gewijzigd en om die reden is overgegaan op een nieuwe StatLinetabel met cijfers vanaf verslagjaar 2015. Vanaf 2015 is ook overgestapt op een volledige dekking van de beschouwde SBI-klassen inclusief privaatgefinancierde zorg en kleine ondernemingen. Van de kleine ondernemingen worden slechts enkele variabelen omtrent werknemers en zelfstandigen meegenomen. Verder zijn vanaf 2015 de dagbehandelcentra voor geestelijke gezondheidszorg uit de populatie verwijderd, omdat deze samen met de praktijken van psychiaters in de betreffende SBI-klasse in de tabel van de statistieken over zorgpraktijken zal worden meegenomen.
In 2017 heeft er een stelselwijziging plaatsgevonden rondom het verwerken van (toekomstige) kosten voor groot onderhoud op de balans. Voorheen werd de egalisatie- of kostenvoorziening methodiek toegepast, ook wel voorziening groot onderhoud genoemd. Vanaf 2017 is een deel van de zorginstellingen geleidelijk overgestapt op de componentenbenadering. Internationaal is dit al de enige toegestane methodiek. In de cijfers over 2018 wordt dit bij verschillende sectoren, met name bij ziekenhuizen, zichtbaar aan de passivazijde. De voorzieningen nemen af en het eigen vermogen neemt toe. Met de componentenbenadering vindt nog verdere spreiding van de onderhoudskosten plaats.
In verslagjaar 2020 kregen zorgprofessionals een uitkering van 1.000 euro netto, een bonus voor 'de uitzonderlijke prestaties die zij leveren in de strijd tegen corona'. De uitkering is door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verstrekt aan zorgaanbieders, die de zorgbonus vervolgens uitbetalen aan de eigen medewerkers en de bij de zorgaanbieders werkzame zelfstandigen en uitzendkrachten. De zorgaanbieders ontvingen tevens een opslag op het bonusbedrag, vanwege de belastingafdracht die zij moeten doen om de zorgverlener een netto bonus uit te kunnen betalen. Het totale bedrag, inclusief opslag, is opgenomen onder de 'Subsidies'. De uitbetaling van de zorgbonus evenals de belastingafdracht vanwege de zorgbonus zijn opgenomen onder de personeelskosten.
In verslagjaar 2021 is opnieuw een zorgbonus uitgekeerd. Zorgverleners aan wie de zorgbonus 2021 is toegekend kregen 385 euro netto op hun rekening bijgeschreven.
Met ingang van verslagjaar 2022 is de uitvraag van de brondata DigiMV sterk gewijzigd met deels een andere indeling van jaarrekeningenposten. Dit heeft met name gevolgen gehad voor de invulling van de bedrijfsopbrengsten en de bedrijfskosten. Bij meerdere sectoren is een (beperkt) effect zichtbaar vanwege een verschuiving:
- bij de bedrijfsopbrengsten tussen de 'Overige dienstverlening' en 'Niet eerder genoemde bedrijfsopbrengsten';
- bij de bedrijfskosten tussen enerzijds 'Voeding- en hotelmatige kosten', 'Algemene kosten', 'Cliënt- en bewonergebonden kosten' en anderzijds 'Andere bedrijfskosten'.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2015
Status van de cijfers:
De cijfers over 2022 zijn voorlopig, de overige jaren zijn definitief.
Wijzigingen per 26 april 2024:
De voorlopige cijfers over 2022 en de definitieve cijfers over 2021 zijn toegevoegd voor 'Maatschappelijke opvang (24-uurs)', 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg'.
De cijfers over 2021 over aantal en winsten van zelfstandigen voor alle sectoren zijn toegevoegd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het laatste kwartaal van 2024 worden voorlopige cijfers over 2023 toegevoegd voor alle sectoren, behalve voor 'Maatschappelijke opvang (24-uurs)', 'Jeugdzorg met overnachting' en 'Ambulante jeugdzorg'. De voorlopige cijfers over 2023 voor deze laatstgenoemde sectoren worden in het eerste kwartaal van 2025 gepubliceerd.
Toelichting onderwerpen
- Middelgrote en grote ondernemingen
- Ondernemingen die tenminste één bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers óf bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro óf totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de kleine ondernemingen die in de zorgsector ook veel voorkomen.
Van de grote en middelgrote ondernemingen zijn meer financiële gegevens beschikbaar dan van de kleine ondernemingen.- Aantal middelgr. en grote ondernemingen
- Het aantal grote en middelgrote ondernemingen, afgebakend als de ondernemingen die tenminste één bedrijfseenheid bevatten met meer dan 10 werknemers óf bedrijfsopbrengsten van meer dan 700.000 euro óf totaal activa van meer dan 350.000 euro. Dit ter onderscheid van de kleine ondernemingen die in de zorgsector ook veel voorkomen.
De (groep van) onderneming(en) is de eenheid die feitelijk optreedt als financiële transactor.
Operationeel wordt de (groep van) onderneming(en) gedefinieerd als de meest omvattende verzameling van in Nederland gevestigde juridische eenheden waarover zeggenschap kan worden uitgeoefend. Een ondernemingengroep wordt ook wel aangeduid met concern.
- Verlies- en winstrekening
- Bedrijfsopbrengsten
- De opbrengsten uit de eigenlijke bedrijfsvoering, i.c. de verkopen van goederen en diensten, alsmede de waarde van voorraadmutaties, geactiveerde productie voor het eigen bedrijf, subsidies en schade-uitkeringen.
- Totaal bedrijfsopbrengsten
- Netto omzet
- Opbrengst (exclusief btw) uit verkoop van goederen en levering van diensten aan derden. Derden zijn particulieren dan wel bedrijven buiten het eigen concernverband.
- Totaal netto omzet
- Opbrengsten Wlz
- Totaal opbrengsten voor Wlz-zorg. Zowel zorg in natura als via Pgb's en inclusief subsidies in het kader van Wlz-zorg. Exclusief beschikbaarheidsbijdragen opleidingen.
De Wet langdurige zorg (Wlz) is per 1 januari 2015 ingevoerd en vervangt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Wet langdurige zorg is er voor mensen die de hele dag intensieve zorg of toezicht dichtbij nodig hebben. Bijvoorbeeld ouderen met vergevorderde dementie of mensen met een ernstige verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking.
Wlz-subsidies betreffen subsidies aan instellingen voor het verlenen van:
1) direct oproepbare assistentie bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL-assistentie);
2) extramurale behandeling, en het vervoer van en naar de behandeling;
3) medisch noodzakelijk eerstelijnsverblijf.(alleen verslagjaren 2015 en 2016). Met ingang van 2017 valt het eerstelijnsverblijf onder de Zvw.
Zorg in natura = Bij zorg in natura contracteert de gemeente, het zorgkantoor of de zorgverzekeraar de zorgaanbieders en ondersteuning. Ook regelt de gemeente of het zorgkantoor de administratie daaromheen. De cliënt maakt met de zorgaanbieder afspraken over de manier waarop de cliënt zorg en ondersteuning krijgt.
Pgb = Geldbedrag waarmee de cliënt zelf zorg kan inkopen of inhuren. De cliënt kiest hiermee zelf een zorgaanbieder. De cliënt aan wie het zorgkantoor, de gemeente of de zorgverzekeraar een Pgb heeft toegekend wordt ook wel aangeduid als de budgethouder.
Zorgverzekeringswet (Zvw) = Verplichte basisverzekering voor kortdurende, op genezing gerichte zorg voor iedereen die rechtmatig in Nederland woont of hier loon- of inkomstenbelasting betaalt.
De Zorgverzekeringswet is op 1 januari 2006 in werking getreden en vervangt o.a. de Ziekenfondswet.
- Opbrengsten Zvw
- Totaal opbrengsten Zvw
- Opbrengsten Zvw-zorg, d.w.z. medisch specialistische zorg, Zvw-gefinancierde geestelijke gezondheidszorg en geriatrische revalidatiezorg en overige Zvw-zorg zoals bijvoorbeeld wijkverpleging, kraamzorg en met ingang van 2017 eerstelijnsverblijf. Dit laatste betreft zowel betalingen voor zorg in natura als zorg ingekocht via een pgb.
De medisch specialistische zorg is inclusief overige zorgproducten, waaronder add-ons geneesmiddelen en add-ons Intensive Care (IC). En inclusief opbrengsten uit hoofde van te verrekenen transitiebedrag medisch specialistische zorg en verrekenbedrag curatieve geestelijke gezondheidszorg.
Exclusief beschikbaarheidsbijdragen medisch specialistische zorg en beschikbaarheidsbijdragen medische vervolgopleidingen.
Zorgverzekeringswet (Zvw) = Verplichte basisverzekering voor kortdurende, op genezing gerichte zorg voor iedereen die rechtmatig in Nederland woont of hier loon- of inkomstenbelasting betaalt.
De Zorgverzekeringswet is op 1 januari 2006 in werking getreden en vervangt o.a. de Ziekenfondswet.
Pgb = Geldbedrag waarmee de cliënt zelf zorg kan inkopen of inhuren. De cliënt kiest hiermee zelf een zorgaanbieder.
- Opbrengsten DBC's
- Opbrengsten voor Zvw-gefinancierde medisch specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg en geriatrische revalidatiezorg. Veruit het grootste deel van deze zorg wordt bekostigd via DBC's/DBC-zorgproducten.
Inclusief overige zorgproducten, waaronder add-ons geneesmiddelen en add-ons Intensive Care (IC).
Inclusief opbrengsten uit hoofde van te verrekenen transitiebedrag medisch specialistische zorg en verrekenbedrag curatieve geestelijke gezondheidszorg.
Exclusief beschikbaarheidsbijdragen medisch specialistische zorg en beschikbaarheidsbijdragen medische vervolgopleidingen.
DBC of DBC-zorgproduct = geheel van activiteiten en verrichtingen binnen de ziekenhuiszorg, de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg en de geriatrische revalidatiezorg dat nodig is voor het vaststellen van de diagnose en de daarmee samenhangende behandeling in een afgebakende periode; (een deel van) de genoemde zorg wordt op basis van dbc-zorgproducten gefinancierd.
DBC's = DiagnoseBehandelCombinaties
Zorgverzekeringswet (Zvw) = Verplichte basisverzekering voor kortdurende, op genezing gerichte zorg voor iedereen die rechtmatig in Nederland woont of hier loon- of inkomstenbelasting betaalt. De Zorgverzekeringswet is op 1 januari 2006 in werking getreden en vervangt o.a. de Ziekenfondswet.
Sinds enkele jaren wordt deze variabele niet meer uitgevraagd.
- Opbrengsten overige Zvw-zorg
- Opbrengsten overige Zvw-zorg, d.w.z. niet medisch specialistische zorg, geestelijke gezondheidszorg en geriatrische revalidatiezorg. Deze overige Zvw-zorg omvat bijvoorbeeld wijkverpleging, kraamzorg en met ingang van 2017 eerstelijnsverblijf. Dit betreft zowel betalingen voor zorg in natura als zorg ingekocht via een pgb.
Zorgverzekeringswet (Zvw) = Verplichte basisverzekering voor kortdurende, op genezing gerichte zorg voor iedereen die rechtmatig in Nederland woont of hier loon- of inkomstenbelasting betaalt.
De Zorgverzekeringswet is op 1 januari 2006 in werking getreden en vervangt o.a. de Ziekenfondswet.
Pgb = Geldbedrag waarmee de cliënt zelf zorg kan inkopen of inhuren. De cliënt kiest hiermee zelf een zorgaanbieder.
Sinds enkele jaren wordt deze variabele niet meer uitgevraagd.
- Opbrengsten Wmo
- Opbrengsten uit hoofde van de Wmo. De gemeente geeft ondersteuning thuis via de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo). Dit betreft zowel betalingen voor ondersteuning in natura als ondersteuning ingekocht via Pgb.
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) = Wettelijke verplichting voor gemeenten om ondersteuning te bieden aan mensen met een beperking.
Van 2007 tot 2015 gold de Wmo, de wet die werd ingevoerd als een samenvoeging van de Wet voorzieningen Gehandicapten, de Welzijnswet en het onderdeel huishoudelijk verzorging uit de AWBZ.
Vanaf 1 januari 2015 geldt de Wmo 2015, waarbij de taken van de gemeenten zijn uitgebreid ten opzichte van de Wmo. Het doel van de wet is dat mensen met een beperking kunnen meedoen aan de maatschappij en zelfstandig kunnen blijven wonen. Taken die onder de Wmo 2015 vallen zijn onder andere het bieden van ondersteuning van participatie, begeleiding en dagbesteding, een beschermde woonomgeving voor mensen met een psychische stoornis, ondersteuning aan mantelzorgers en opvang in geval van huiselijk geweld.
Zorg in natura = Bij zorg in natura contracteert de gemeente, het zorgkantoor of de zorgverzekeraar de zorgaanbieders en ondersteuning. Ook regelt de gemeente of het zorgkantoor de administratie daaromheen. De cliënt maakt met de zorgaanbieder afspraken over de manier waarop de cliënt zorg en ondersteuning krijgt.
Pgb = Geldbedrag waarmee de cliënt zelf zorg kan inkopen of inhuren. De cliënt kiest hiermee zelf een zorgaanbieder.
- Opbrengsten Jeugdwet
- Opbrengsten uit jeugdhulp, jeugdbescherming, jeugdreclassering in het kader van de Jeugdwet. Dit betreft zowel betalingen voor hulp in natura als hulp ingekocht via Pgb.
Jeugdwet = Sinds 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de jeugdzorg. De Jeugdwet vervangt niet alleen de Wet op de jeugdzorg, die tot 2015 geldig was, maar ook de verschillende andere onderdelen van de jeugdzorg die onder de Zorgverzekeringswet (geestelijke gezondheidszorg voor jongeren) en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (zorg voor licht verstandelijk beperkte jeugd) vielen. Ook de jeugdbescherming en jeugdreclassering maken onderdeel uit van de wet. Een ander deel van de zorgtaken voor kinderen en jongeren wordt geregeld door de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg.
Zorg in natura = Bij zorg in natura contracteert de gemeente, het zorgkantoor of de zorgverzekeraar de zorgaanbieders en ondersteuning. Ook regelt de gemeente of het zorgkantoor de administratie daaromheen. De cliënt maakt met de zorgaanbieder afspraken over de manier waarop de cliënt zorg en ondersteuning krijgt.
Pgb = Geldbedrag waarmee de cliënt zelf zorg kan inkopen of inhuren. De cliënt kiest hiermee zelf een zorgaanbieder.
- Overige netto omzet
- Niet eerder genoemde netto omzet naast opbrengsten Wlz, Zvw, Wmo en Jeugdwet. Dit betreft ten eerste opbrengsten uit overige zorgprestaties waaronder: opbrengsten uit forensische zorg, zorg in opdracht van andere instellingen, eigen bijdragen en betalingen cliënten voor niet-verzekerde zorg en opbrengsten uit aanvullende zorgverzekeringen. Ten tweede overige opbrengsten uit dienstverlening die niet direct met zorg te maken hebben zoals onderzoek (vooral door UMC's), catering, bereide maaltijden voor andere zorginstellingen, winkelverkoop, parkeergelden, verkoop/verhuur van hulpmiddelen, verlenen van gemaksdiensten en het geven van cursussen.
- Totaal overige netto omzet