Caribisch NL; inkomensongelijkheid bij particuliere huishoudens
Caribisch Nederland | Perioden | Huishoudens (aantal) | Maatstaven voor inkomensongelijkheid Gini-coëfficiënt (coëfficiënt) | Maatstaven voor inkomensongelijkheid Ratio 80/20 (ratio) |
---|---|---|---|---|
Bonaire | 2011 | 5.800 | 0,39 | 8,42 |
Bonaire | 2012 | 6.150 | 0,39 | 8,84 |
Bonaire | 2013 | 6.550 | 0,39 | 8,96 |
Bonaire | 2014 | 6.850 | 0,40 | 9,38 |
Bonaire | 2015 | 7.000 | 0,40 | 9,35 |
Bonaire | 2016 | 7.350 | 0,40 | 8,86 |
Bonaire | 2017 | 7.750 | 0,40 | 9,24 |
Bonaire | 2018 | 8.100 | 0,40 | 9,18 |
Bonaire | 2019 | 8.500 | 0,39 | 8,88 |
Bonaire | 2020 | 8.900 | 0,38 | 7,88 |
Bonaire | 2021 | 9.200 | 0,39 | 8,80 |
Bonaire | 2022* | 9.800 | 0,40 | 9,11 |
Sint Eustatius | 2011 | 950 | 0,42 | 10,73 |
Sint Eustatius | 2012 | 1.000 | 0,41 | 10,45 |
Sint Eustatius | 2013 | 1.100 | 0,41 | 11,09 |
Sint Eustatius | 2014 | 1.100 | 0,41 | 10,87 |
Sint Eustatius | 2015 | 1.150 | 0,43 | 11,99 |
Sint Eustatius | 2016 | 1.200 | 0,43 | 12,01 |
Sint Eustatius | 2017 | 1.300 | 0,41 | 10,57 |
Sint Eustatius | 2018 | 1.300 | 0,43 | 11,34 |
Sint Eustatius | 2019 | 1.350 | 0,42 | 11,58 |
Sint Eustatius | 2020 | 1.300 | 0,40 | 9,35 |
Sint Eustatius | 2021 | 1.350 | 0,40 | 9,34 |
Sint Eustatius | 2022* | 1.400 | 0,39 | 8,45 |
Saba | 2011 | 550 | 0,41 | 9,55 |
Saba | 2012 | 600 | 0,38 | 7,66 |
Saba | 2013 | 600 | 0,38 | 8,09 |
Saba | 2014 | 650 | 0,36 | 7,54 |
Saba | 2015 | 700 | 0,38 | 8,13 |
Saba | 2016 | 700 | 0,36 | 7,29 |
Saba | 2017 | 750 | 0,37 | 7,55 |
Saba | 2018 | 750 | 0,37 | 7,66 |
Saba | 2019 | 750 | 0,38 | 8,21 |
Saba | 2020 | 750 | 0,36 | 6,83 |
Saba | 2021 | 750 | 0,35 | 6,33 |
Saba | 2022* | 800 | 0,35 | 6,95 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat de inkomensongelijkheid tussen particuliere huishoudens in Caribisch Nederland; de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius, en Saba. Ongelijkheid wordt samengevat door respectievelijk de Ginicoëfficent en de 80/20 Ratio.
Populatie:
De onderzoekspopulatie bestaat uit de bevolking in particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. Peildatum is 31 december van het verslagjaar.
Gegevens zijn beschikbaar vanaf:
2011.
Status van de cijfers:
De cijfers over de jaren 2011 - 2021 zijn definitief.
De cijfers over 2022 zijn voorlopig.
Wijzigingen 28 juni 2024:
De cijfers over de jaren 2016 t/m 2020 zijn gewijzigd. Voor de jaren vanaf 2016 zijn er complete(re) aangiftegegevens beschikbaar. De correctie leidt tot een hoger inkomen, met name voor de werkzame en vermogende bevolkingsgroepen.
De definitieve cijfers over 2021 en de voorlopige cijfers over 2022 zijn toegevoegd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Nieuwe cijfers worden in september 2025 verwacht.
Toelichting onderwerpen
- Huishoudens
- Aantal particuliere huishoudens met inkomen op 31 december van het onderzoeksjaar.
- Maatstaven voor inkomensongelijkheid
- Om inkomensverschillen binnen een populatie in kaart te brengen bestaan verschillende ongelijkheidsmaten. Dergelijke maten hebben als doel de inkomensongelijkheid in de populatie in één getal samen te vatten. Elke maat kent daarbij zijn eigen interpretatie en heeft zowel voor- als nadelen. Bij het beschrijven van inkomensongelijkheid is het daarom belangrijk diverse maten naast elkaar te zetten om daarmee een zo compleet mogelijk beeld van de ongelijkheid te krijgen.
- Gini-coëfficiënt
- De Ginicoëfficiënt is een maatstaf voor de inkomensongelijkheid. De waarde van de Ginicoëfficiënt G ligt tussen 0 en 1. Bij een volkomen gelijke inkomensverdeling is G gelijk aan nul. Als het totale inkomen geconcentreerd is bij één huishouden (totale inkomensongelijkheid) dan is G gelijk aan 1. De Ginicoëfficiënt wordt berekend als de helft van het gemiddeld verschil in inkomen tussen huishoudens gedeeld door het gemiddeld inkomen.
- Ratio 80/20
- De 80/20 ratio is een eenvoudige en daarom frequent voorkomende manier van meten van inkomensongelijkheid. Eerst worden de inkomens gerangschikt in oplopende volgorde, waarna deze worden verdeeld in vijf groepen (ieder groep representeert 20% van de inkomens). De ratio 80/20 geeft vervolgens de verhouding van het totale inkomen van de hoogste inkomensgroep en het totale inkomen van de laagste inkomensgroep. Voor een volledig gelijke inkomensverdeling is de ratio gelijk aan 1.