Musea; collectie, bezoeken, tarieven, tentoonstellingen, werkgelegenheid
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat uitkomsten over het thema van het museum, het aantal bezoeken, tarieven, tentoonstellingen en werkgelegenheid van musea.
Vanaf 2015 is de onderzoekspopulatie herijkt. Daardoor zijn de resultaten van 1993 tot en met 2013 niet meer goed te vergelijken met de uitkomsten in deze tabel.
Per statistiekjaar 2016 is een herontwerp van de typering van de musea doorgevoerd. Daarbij is de door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) bepaalde typering van het zwaartepunt van de collectie losgelaten. Musea hebben in de vragenlijst over 2016 zelf mogen invullen wat het belangrijkste onderwerp van het museum is. In overleg met Museumvereniging, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en de RCE is besloten om die indeling in alle statistieken te gebruiken. De indeling is met terugwerkende kracht tot en met 2015 aangepast. In de vragenlijst over 2020 hebben alle musea zichzelf opnieuw getypeerd en is de categorie ‘Overig’ komen te vervallen.
Gegevens beschikbaar: vanaf 2015.
Status van de cijfers:
De cijfers over de jaren 2015 t/m 2017 zijn definitief. De cijfers vanaf 2018 zijn voorlopig.
Wijzigingen per december 2023:
De voorlopige cijfers over 2022 zijn toegevoegd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het vierde kwartaal 2024 verschijnen de voorlopige cijfers over 2023. De voorlopige cijfers over eerdere jaren worden dan zoveel mogelijk definitief gemaakt.
Toelichting onderwerpen
- Musea
- Tot een museum worden alle geregistreerde musea gerekend. Ook ongeregistreerde musea die voldoen aan een aantal criteria vallen onder de onderzoekspopulatie. Deze criteria zijn:
• Het museum heeft een vaste locatie, is permanent opengesteld en is minimaal 28 weken per jaar en drie dagen per week vrij toegankelijk.
• Het museum heeft geen winstoogmerk, c.q. is ANBI-instelling of stichting.
• Het museum heeft een eigen collectie en doet onderzoek naar de collectie om kennis hierover te verspreiden.
• Het museum heeft een website of is benaderbaar via verwijzing op een groter platform.
Musea die volgens bovengenoemde regels geen museum zijn, maar wel door het publiek als zodanig worden gezien, gelden als uitzondering en worden ook tot de onderzoekspopulatie gerekend. - Openstelling
- Hele jaar open
- Het museum was 50 weken of meer per jaar open.
- Gedeelte van het jaar open
- In verband met bijvoorbeeld het seizoen of verbouwing, was het museum minder dan 50 weken per jaar open. In de jaren 2020-2022 was er sprake van sluiting i.v.m. lockdown maatregelen tijdens de corona-epidemie. In bepaalde periodes in die jaren moesten musea verplicht de deuren sluiten.
- Thema van het museum
- In de vragenlijst over 2016 hebben musea zelf kunnen aangeven wat het belangrijkste thema is van het museum. Deze vraag is in 2020 opnieuw aan de musea voorgelegd en zal periodiek herhaald worden.
- Kunst
- Kunst of toegepaste kunst. Hieronder vallen ook musea op het gebied van film en fotografie, beeldhouwkunst en architectuur.
- Geschiedenis
- Geschiedenis is inclusief cultuurhistorie en archeologie.
- Natuurlijke historie
- Musea gericht op het gebied van biologie, geologie, paleontologie en ecologie. Tot 2015 exclusief planten- en dierentuinen.
- Bedrijf en techniek
- Musea gericht op een van de exacte wetenschappen zoals astronomie, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, medische wetenschappen of technieken zoals bouwkunde, industriële processen, nijverheid en ambachten.
- Volkenkunde
- Musea op het gebied van etnografie en antropologie. Hieronder vallen musea op het gebied van sociale structuren, geloofsovertuigingen, gebruiken en traditionele kunst.
- Overig
- Musea die zich niet tot een van bovenstaande categorieën (kunst, geschiedenis, natuurhistorie, bedrijf en techniek of volkenkunde) rekenen, kunnen voor de categorie overig kiezen. Met ingang van 2020 is de categorie overig vervallen.
- Bezoeken
- Het aantal museumbezoeken, inclusief bezoeken van buitenlanders.
- Tot 2 500 bezoeken
- 2 500 tot 10 000 bezoeken
- 10 000 tot 25 000 bezoeken
- 25 000 tot 50 000 bezoeken
- 50 000 tot 100 000 bezoeken
- 100 000 en meer bezoeken
- Soort entree
- Verdeling van het aantal museumbezoeken per jaar naar soort entree. Entree kan verkregen worden tegen betaling van vol tarief, tegen betaling van een gereduceerd tarief, met een museumkaart of gratis.
- Totaal bezoeken
- Betaalde bezoeken (vol tarief)
- Betaalde bezoeken (reductie)
- Bijvoorbeeld groepskortingen, CJP-voucher, NS-dagtochten en dergelijke.
- Bezoeken met museumkaart
- Aantal bezoeken door houders van de Museumkaart.
De Museumkaart is een persoonsgebonden pas die een jaar lang onbeperkt toegang biedt tot de vaste collectie van circa vierhonderd musea in heel Nederland. Incidenteel wordt bij tijdelijke exposities een toeslag gevraagd. Er zijn musea - ook bekende - waar de kaart, om uiteenlopende redenen, niet geldig is. De musea die de kaart accepteren krijgen van de Stichting Museumkaart per museum een bedrag vergoed per museumkaartbezoek.
- Gratis bezoeken
- Buitenlandse bezoeken
- Entreeprijzen
- De entreeprijs is het toegangstarief dat voor de bezichtiging van een collectie moet worden betaald. De gemiddelde entreeprijs is berekend over de niet-gratis musea en is gewogen naar het aantal betalende bezoeken.
- Kinderen
- Entreeprijs van een 10-jarige.
- Jeugd
- Entreeprijs van een 15-jarige.
- Volwassenen
- Entreeprijs van een 25-jarige.
- Senioren
- Entreeprijs van een 66-jarige.
- Tentoonstellingen
- Een tijdelijke tentoonstelling wordt gedefinieerd als een tijdelijke expositie (meestal korter dan een jaar) van (delen van) de eigen (vaste) collectie of van de collectie van andere musea, waarvoor afzonderlijk publiciteit is gemaakt.
- In eigen museum
- Aantal tentoonstellingen door een museum georganiseerd in het eigen museum.
- Niet in eigen museum
- Tentoonstelling georganiseerd door een museum (al dan niet met derden) die elders (niet in eigen museum) plaatsvond.
- In andere ruimten in Nederland
- Aantal tentoonstellingen door een museum georganiseerd in een andere ruimte in Nederland.
- In het buitenland
- Aantal tentoonstellingen in het buitenland georganiseerd door een museum
- Museum aangesloten bij:
- Museumkaart
- De Museumkaart is een persoonsgebonden pas die een jaar lang onbeperkt toegang biedt tot de vaste collectie van circa vierhonderd musea in heel Nederland. Incidenteel wordt bij tijdelijke exposities een toeslag gevraagd. Er zijn musea - ook bekende - waar de kaart, om uiteenlopende redenen, niet geldig is. De musea die de kaart accepteren krijgen van de Stichting Museumkaart per museum een bedrag vergoed per museumkaartbezoek.
- Museumvereniging
- Branchevereniging voor het museale veld. De Museumvereniging houdt zich bezig met belangenbehartiging, deskundigheidsbevordering, beleidsontwikkeling, marketingondersteuning en het bevorderen van museumbezoek door middel van museumpromotie en het uitgeven van de Museumkaart (sinds 1-1-2003).
- Museumregister Nederland
- Het Museumregister is een register van museale instellingen die aantoonbaar voldoen aan criteria voor een kwalitatief hoogwaardige invulling van de functies van een museum. Deze criteria zijn samengevat in de Museumnorm. Het beheer van het Museumregister wordt uitgevoerd door de onafhankelijke stichting Museumregister Nederland. Het doel van museumregistratie is het zichtbaar maken, bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de Nederlandse musea ten behoeve van het verantwoord beheer van het museale erfgoed in Nederland.
- Museumpersoneel
- Werkzame personen
- Aantal personen in loondienst bij een museum en (eventuele) overige bezoldigden.
- Totaal aantal werkzame personen
- In loondienst
- Werknemers op de loonlijst in vaste dienst of voor bepaalde tijd.
- Overige bezoldigden
- Overige bezoldigden zijn uitzendkrachten, banenpoolers, stagiaires, freelancer (met VAR-verklaring, modelovereenkomst of opdrachtgeversverklaring) en gedetacheerden. Ook worden directeur/eigenaar en meewerkende familieleden (voor zover niet op de loonlijst) tot de overige bezoldigden gerekend.
- Mensjaren
- Een mensjaar is het arbeidsvolume van een voltijdfunctie over een geheel jaar gemeten de in de sector geldende collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Een persoon die halftijds werkt, verricht een half mensjaar werk.
- Totaal mensjaren
- In loondienst
- Werknemers op de loonlijst in vaste dienst of voor bepaalde tijd.
- Overige bezoldigden
- Overige bezoldigden zijn uitzendkrachten, banenpoolers, stagiaires, freelancer (met VAR-verklaring, modelovereenkomst of opdrachtgeversverklaring) en gedetacheerden. Ook worden directeur/eigenaar en meewerkende familieleden (voor zover niet op de loonlijst) tot de overige bezoldigden gerekend.
- Vrijwilligers
- Een vrijwilliger is een persoon die onbetaald (met uitzondering van een eventuele beperkte onkostenvergoeding), zonder dienstverband of contract, bij een museum werkzaam is.
- Personen
- Mensjaren
- Een mensjaar is het arbeidsvolume van een voltijdfunctie over een geheel jaar gemeten volgens de in de sector geldende collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Een persoon die halftijds werkt, verricht een half mensjaar werk.