Personenmobiliteit; aandeel verkeersdeelnemers, persoonskenmerken 2010-2017
Geslacht | Persoonskenmerken | Perioden | Verkeersdeelname (%) | Gebruik van het openbaar vervoer (%) |
---|---|---|---|---|
Totaal mannen en vrouwen | Hoogte inkomen: tot 10 000 euro | 2017 | 82,7 | 19,8 |
Totaal mannen en vrouwen | Hoogte inkomen: 10 000 tot 20 000 euro | 2017 | 71,8 | 7,4 |
Totaal mannen en vrouwen | Hoogte inkomen: 20 000 tot 30 000 euro | 2017 | 79,3 | 6,0 |
Totaal mannen en vrouwen | Hoogte inkomen: 30 000 tot 40 000 euro | 2017 | 81,3 | 6,2 |
Totaal mannen en vrouwen | Hoogte inkomen: 40 000 tot 50 000 euro | 2017 | 82,4 | 7,2 |
Totaal mannen en vrouwen | Hoogte inkomen: 50 000 euro of meer | 2017 | 81,0 | 7,3 |
Totaal mannen en vrouwen | Besteedbaar inkomen: 1e 20%-groep | 2017 | 74,2 | 10,6 |
Totaal mannen en vrouwen | Besteedbaar inkomen: 2e 20%-groep | 2017 | 73,5 | 6,2 |
Totaal mannen en vrouwen | Besteedbaar inkomen: 3e 20%-groep | 2017 | 79,7 | 5,9 |
Totaal mannen en vrouwen | Besteedbaar inkomen: 4e 20%-groep | 2017 | 81,0 | 6,1 |
Totaal mannen en vrouwen | Besteedbaar inkomen: 5e 20%-groep | 2017 | 82,1 | 7,1 |
Mannen | Hoogte inkomen: tot 10 000 euro | 2017 | 81,5 | 20,0 |
Mannen | Hoogte inkomen: 10 000 tot 20 000 euro | 2017 | 73,3 | 7,1 |
Mannen | Hoogte inkomen: 20 000 tot 30 000 euro | 2017 | 80,4 | 5,6 |
Mannen | Hoogte inkomen: 30 000 tot 40 000 euro | 2017 | 81,0 | 6,1 |
Mannen | Hoogte inkomen: 40 000 tot 50 000 euro | 2017 | 81,7 | 7,4 |
Mannen | Hoogte inkomen: 50 000 euro of meer | 2017 | 78,9 | 7,0 |
Mannen | Besteedbaar inkomen: 1e 20%-groep | 2017 | 74,4 | 10,2 |
Mannen | Besteedbaar inkomen: 2e 20%-groep | 2017 | 76,1 | 5,8 |
Mannen | Besteedbaar inkomen: 3e 20%-groep | 2017 | 80,6 | 5,6 |
Mannen | Besteedbaar inkomen: 4e 20%-groep | 2017 | 80,7 | 6,1 |
Mannen | Besteedbaar inkomen: 5e 20%-groep | 2017 | 81,2 | 6,8 |
Vrouwen | Hoogte inkomen: tot 10 000 euro | 2017 | 83,8 | 19,6 |
Vrouwen | Hoogte inkomen: 10 000 tot 20 000 euro | 2017 | 70,4 | 7,7 |
Vrouwen | Hoogte inkomen: 20 000 tot 30 000 euro | 2017 | 78,2 | 6,5 |
Vrouwen | Hoogte inkomen: 30 000 tot 40 000 euro | 2017 | 81,6 | 6,3 |
Vrouwen | Hoogte inkomen: 40 000 tot 50 000 euro | 2017 | 83,1 | 7,1 |
Vrouwen | Hoogte inkomen: 50 000 euro of meer | 2017 | 83,2 | 7,6 |
Vrouwen | Besteedbaar inkomen: 1e 20%-groep | 2017 | 74,1 | 11,0 |
Vrouwen | Besteedbaar inkomen: 2e 20%-groep | 2017 | 71,3 | 6,5 |
Vrouwen | Besteedbaar inkomen: 3e 20%-groep | 2017 | 78,8 | 6,1 |
Vrouwen | Besteedbaar inkomen: 4e 20%-groep | 2017 | 81,2 | 6,0 |
Vrouwen | Besteedbaar inkomen: 5e 20%-groep | 2017 | 83,1 | 7,4 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
In deze tabel staat informatie over de verkeersdeelname van de Nederlandse bevolking (exclusief tehuisbewoners) binnen Nederland. Het percentage van de inwoners van Nederland dat op een willekeurige dag minimaal één verplaatsing buitenshuis maakt is weergegeven. Beroepsmatige verplaatsingen en verplaatsingen op binnenlandse en buitenlandse vakanties zijn niet inbegrepen. Naast de algemene verkeersdeelname die alle vervoerwijzen betreft, is ook het percentage inwoners dat het openbaar vervoer gebruikt op een dag weergegeven.
De verkeersdeelname is uitgesplitst naar persoonskenmerken zoals geslacht, leeftijd, inkomen van het huishouden waartoe de persoon behoort en opleidingsniveau.
Gegevens beschikbaar van 2010 tot en met 2017.
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.
Wijziging per 11 maart 2020:
Geen, deze tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door tabel Verkeersdeelname en deelname openbaar vervoer; persoonskenmerken. Zie paragraaf 3.
Toelichting onderwerpen
- Verkeersdeelname
- Het aandeel personen dat zich op een bepaalde dag begeeft op de openbare weg, als voetganger of als gebruiker (bestuurder of passagier) van een vervoermiddel.
Verkeersdeelname is afgeleid uit het aandeel personen dat op de dag van enquêtering minimaal één verplaatsing heeft gemaakt. - Gebruik van het openbaar vervoer
- Het aandeel personen dat tijdens de dag van enquêtering minimaal één rit met het openbaar vervoer heeft gemaakt.