Zelfstandigen; inkomen, vermogen, bedrijfstak, 2007-2015

Zelfstandigen; inkomen, vermogen, bedrijfstak, 2007-2015

Type zelfstandige Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Perioden Personen (x 1 000) Mediaan persoonlijk inkomen (1 000 euro) Mediaan inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Mediaan gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Mediaan vermogen huishoudens (1 000 euro) Mediaan bedrijfsvermogen (1 000 euro)
Zelfstandige G-I Handel, vervoer en horeca 2015* 258,1 26,9 25,6 28,6 118,1 29,1
Zelfstandige Traditionele Horeca 2015* 45,9 25,0 24,1 26,9 62,9 18,6
Zelfstandige I Horeca 2015* 54,6 24,8 23,7 27,3 69,3 19,1
Zelfstandig ondernemer G-I Handel, vervoer en horeca 2015* 207,5 24,0 23,0 27,1 86,8 18,9
Zelfstandig ondernemer Traditionele Horeca 2015* 40,2 24,5 23,6 26,4 53,8 15,5
Zelfstandig ondernemer I Horeca 2015* 47,8 24,1 23,1 26,8 58,9 15,8
Zelfstandig ondernemer zonder personeel G-I Handel, vervoer en horeca 2015* 115,5 18,4 16,8 24,6 68,7 13,4
Zelfstandig ondernemer zonder personeel Traditionele Horeca 2015* 11,1 16,0 14,6 22,3 45,6 9,8
Zelfstandig ondernemer zonder personeel I Horeca 2015* 16,3 16,7 15,0 23,9 57,2 11,3
Zelfstandig ondernemer met personeel G-I Handel, vervoer en horeca 2015* 92,0 30,2 30,0 30,5 110,6 30,8
Zelfstandig ondernemer met personeel Traditionele Horeca 2015* 29,1 27,5 27,1 28,0 57,3 18,1
Zelfstandig ondernemer met personeel I Horeca 2015* 31,5 27,7 27,1 28,3 59,8 18,7
Directeur-grootaandeelhouder (dga) G-I Handel, vervoer en horeca 2015* 42,2 53,8 50,2 38,0 432,2 353,6
Directeur-grootaandeelhouder (dga) Traditionele Horeca 2015* 4,1 46,8 44,4 34,6 267,8 256,7
Directeur-grootaandeelhouder (dga) I Horeca 2015* 4,9 46,7 44,1 35,0 293,8 271,9
Dga zonder personeel G-I Handel, vervoer en horeca 2015* 11,0 44,0 43,3 33,5 300,5 197,4
Dga zonder personeel Traditionele Horeca 2015* 0,5 31,3 28,0 30,3 189,1 200,9
Dga zonder personeel I Horeca 2015* 0,7 33,8 30,0 31,5 283,5 231,4
Dga met personeel G-I Handel, vervoer en horeca 2015* 31,2 57,0 54,0 39,5 486,0 416,0
Dga met personeel Traditionele Horeca 2015* 3,6 48,1 45,4 35,1 275,5 263,2
Dga met personeel I Horeca 2015* 4,1 48,3 45,5 35,8 294,7 277,9
Meewerkend gezinslid G-I Handel, vervoer en horeca 2015* 6,5 4,9 0,0 24,6 146,1 35,2
Meewerkend gezinslid Traditionele Horeca 2015* 1,5 0,0 0,0 21,7 60,4 15,7
Meewerkend gezinslid I Horeca 2015* 1,7 0,0 0,0 21,8 67,6 16,8
Overige zelfstandige G-I Handel, vervoer en horeca 2015* 1,9 2,4 2,3 21,6 76,5 12,8
Overige zelfstandige Traditionele Horeca 2015* 0,2 4,5 4,1 25,6 197,3 .
Overige zelfstandige I Horeca 2015* 0,2 4,3 4,0 25,2 153,8 .
Zelfstandige met personeel G-I Handel, vervoer en horeca 2015* 123,2 36,2 35,4 32,7 165,7 54,9
Zelfstandige met personeel Traditionele Horeca 2015* 32,7 29,4 28,6 28,8 68,0 22,7
Zelfstandige met personeel I Horeca 2015* 35,6 29,7 28,9 29,2 71,8 23,7
Zelfstandige zonder personeel (zzp) G-I Handel, vervoer en horeca 2015* 128,3 19,7 18,1 25,2 80,2 15,9
Zelfstandige zonder personeel (zzp) Traditionele Horeca 2015* 11,7 16,3 14,8 22,6 49,4 10,7
Zelfstandige zonder personeel (zzp) I Horeca 2015* 17,2 17,0 15,2 24,2 63,0 12,4
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het inkomen en vermogen van zelfstandigen per gedetailleerde branche. Het gaat hier om personen voor wie werk als zelfstandige de belangrijkste inkomensbron vormt. Er wordt onderscheid gemaakt naar type zelfstandige en naar economische activiteit.

Peildatum van het vermogen is 1 januari van het verslagjaar, voor de jaargangen vanaf 2011. Voor de oudere jaargangen 2007 t/m 2010 is dit 1 januari van het jaar volgend op het onderzoeksjaar.

Voor het bepalen van de SBI van zelfstandigen wordt gebruik gemaakt van het Algemeen Bedrijvenregister (ABR). Het ABR heeft in de periode 2007-2011 met diverse trendbreuken te maken gehad. Dit leidt in deze tabel tot een forse daling van het aantal zelfstandigen in de financiële dienstverlening (K) in 2010. Bij het vergelijken van de cijfers naar SBI is daarom voorzichtigheid geboden.

Gegevens beschikbaar van 2007 tot en met 2015

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn voorlopig.

Wijzigingen per 20 februari 2018:
Deze tabel is stopgezet.

Wijzigingen per 8 februari 2017:
De onderwerpen Personen met bedrijfsvermogen en Mediaan bedrijfsvermogen zijn toegevoegd. Naast de gemiddelde inkomens zijn nu ook mediane inkomens beschikbaar. Gegevens over de jaren 2007 t/m 2010 en 2015 zijn toegevoegd.
Vanaf het jaar 2011 is een algehele herziening van de inkomensstatistiek doorgevoerd. Wegens diverse wijzigingen in de methodiek leidt dit over de hele linie tot een trendbreuk met voorgaande jaren.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Personen
Alle personen waarbij het inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige de voornaamste inkomensbron is.
Mediaan persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag). Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Mediaan inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit zelfstandige arbeid. Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Mediaan gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden toegekend.
Mediaan vermogen huishoudens
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. De bezittingen bestaan vooral uit banktegoeden, effecten, onroerend goed (waaronder de eigen woning) en ondernemingsvermogen. De schulden omvatten onder meer de schuld ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet. Het mediane vermogen is het bedrag waarvoor geldt dat 50% van de populatie een lager of even groot vermogen heeft.
Mediaan bedrijfsvermogen
Bedrijfsvermogen van het huishouden is de som van het aanmerkelijk belang van dga’s en het ondernemingsvermogen van zelfstandig ondernemers.