Arbeidsdeelname; regionale indeling 2015, 2003-2015

Arbeidsdeelname; regionale indeling 2015, 2003-2015

Persoonskenmerken Regio's Perioden Beroeps- en niet-beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Werknemer (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Zelfstandige (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 1 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 2 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 3 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 4 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloosheidspercentage (%) Niet-beroepsbevolking (x 1 000) Bruto arbeidsparticipatie (%) Netto arbeidsparticipatie (%)
Onderwijsniveau: laag Nederland 2015 3.823 2.003 1.778 1.522 256 433 1.104 138 85 225 11,2 1.820 52,4 46,5
Onderwijsniveau: laag Noord-Nederland (LD) 2015 406 209 184 156 28 47 114 13 7 25 12,1 197 51,5 45,3
Onderwijsniveau: laag Oost-Nederland (LD) 2015 818 437 391 335 55 99 242 30 16 47 10,7 381 53,5 47,7
Onderwijsniveau: laag West-Nederland (LD) 2015 1.732 899 793 676 118 186 491 65 44 106 11,8 832 51,9 45,8
Onderwijsniveau: laag Zuid-Nederland (LD) 2015 868 458 411 356 55 102 257 30 18 47 10,2 410 52,8 47,4
Onderwijsniveau: laag Groningen (PV) 2015 138 68 58 50 9 16 36 4 2 9 13,6 70 49,2 42,5
Onderwijsniveau: laag Friesland (PV) 2015 155 82 72 61 12 18 45 5 3 9 11,5 73 52,9 46,8
Onderwijsniveau: laag Drenthe (PV) 2015 113 59 53 45 8 13 32 4 2 7 11,1 54 52,3 46,5
Onderwijsniveau: laag Overijssel (PV) 2015 264 143 127 109 18 33 79 10 5 16 11,1 121 54,1 48,1
Onderwijsniveau: laag Flevoland (PV) 2015 96 52 46 40 6 12 27 4 2 6 12,5 44 54,4 47,6
Onderwijsniveau: laag Gelderland (PV) 2015 458 242 218 186 32 54 137 16 9 24 10,1 216 52,9 47,6
Onderwijsniveau: laag Utrecht (PV) 2015 250 134 119 102 17 30 73 10 6 15 11,2 117 53,4 47,4
Onderwijsniveau: laag Noord-Holland (PV) 2015 560 285 253 211 42 61 159 19 14 32 11,3 275 50,9 45,2
Onderwijsniveau: laag Zuid-Holland (PV) 2015 826 428 373 321 52 84 230 33 21 55 12,9 398 51,8 45,1
Onderwijsniveau: laag Zeeland (PV) 2015 96 53 49 43 6 11 29 3 2 4 7,6 43 55,4 51,2
Onderwijsniveau: laag Noord-Brabant (PV) 2015 591 319 285 247 38 72 177 21 13 34 10,6 272 54,0 48,2
Onderwijsniveau: laag Limburg (PV) 2015 276 138 126 108 17 30 81 9 5 13 9,3 138 50,1 45,5
Onderwijsniveau: laag Oost-Groningen (CR) 2015 42 21 19 16 3 5 12 1 1 2 10,0 21 49,9 44,9
Onderwijsniveau: laag Delfzijl en omgeving (CR) 2015 13 6 5 5 1 1 3 0 0 1 11,8 7 47,9 42,3
Onderwijsniveau: laag Overig Groningen (CR) 2015 83 41 34 29 5 10 21 3 1 6 15,7 42 49,0 41,4
Onderwijsniveau: laag Noord-Friesland (CR) 2015 78 42 37 31 6 9 23 2 1 5 12,1 37 53,3 46,8
Onderwijsniveau: laag Zuidwest-Friesland (CR) 2015 31 17 15 12 3 4 9 1 1 2 10,2 15 53,5 48,0
Onderwijsniveau: laag Zuidoost-Friesland (CR) 2015 45 23 21 17 3 5 13 1 1 3 11,5 22 51,9 45,9
Onderwijsniveau: laag Noord-Drenthe (CR) 2015 37 19 17 15 2 4 10 2 1 2 11,5 17 53,1 47,0
Onderwijsniveau: laag Zuidoost-Drenthe (CR) 2015 44 22 19 17 3 4 12 1 1 3 11,8 22 49,8 43,9
Onderwijsniveau: laag Zuidwest-Drenthe (CR) 2015 32 18 16 14 2 4 9 1 1 2 9,7 15 54,8 49,5
Onderwijsniveau: laag Noord-Overijssel (CR) 2015 83 45 40 34 6 10 25 3 2 5 10,6 38 54,4 48,6
Onderwijsniveau: laag Zuidwest-Overijssel (CR) 2015 33 18 16 14 2 5 9 1 0 2 11,9 15 54,9 48,4
Onderwijsniveau: laag Twente (CR) 2015 149 80 71 61 10 18 44 5 2 9 11,3 69 53,8 47,7
Onderwijsniveau: laag Veluwe (CR) 2015 152 83 75 65 10 19 48 5 3 7 8,8 69 54,6 49,8
Onderwijsniveau: laag Achterhoek (CR) 2015 94 50 46 39 7 11 29 3 2 4 8,9 43 53,9 49,1
Onderwijsniveau: laag Arnhem/Nijmegen (CR) 2015 151 75 66 56 10 18 40 5 3 10 12,8 76 49,9 43,5
Onderwijsniveau: laag Zuidwest-Gelderland (CR) 2015 61 34 31 26 4 7 20 2 1 3 8,7 28 54,7 50,0
Onderwijsniveau: laag Utrecht (CR) 2015 250 134 119 102 17 30 73 10 6 15 11,2 117 53,4 47,4
Onderwijsniveau: laag Kop van Noord-Holland (CR) 2015 85 46 42 35 7 10 27 3 2 4 8,9 39 54,6 49,7
Onderwijsniveau: laag Alkmaar en omgeving (CR) 2015 52 28 26 22 4 6 16 2 1 3 8,9 23 55,2 50,3
Onderwijsniveau: laag IJmond (CR) 2015 43 23 21 18 3 5 13 2 1 2 10,2 20 53,5 48,0
Onderwijsniveau: laag Agglomeratie Haarlem (CR) 2015 43 22 19 16 4 4 13 1 1 3 11,5 21 50,8 45,0
Onderwijsniveau: laag Zaanstreek (CR) 2015 42 23 20 18 2 5 13 1 1 2 10,4 19 54,6 48,9
Onderwijsniveau: laag Groot-Amsterdam (CR) 2015 248 118 102 85 18 26 62 8 6 16 13,2 130 47,6 41,4
Onderwijsniveau: laag Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2015 48 25 22 18 4 5 14 2 1 3 10,9 24 50,9 45,4
Onderwijsniveau: laag Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2015 84 47 42 36 6 10 26 3 2 5 9,7 38 55,2 49,8
Onderwijsniveau: laag Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2015 179 88 74 63 11 17 44 8 5 14 15,7 91 49,0 41,3
Onderwijsniveau: laag Delft en Westland (CR) 2015 51 30 27 23 4 7 17 2 1 3 9,7 21 58,2 52,6
Onderwijsniveau: laag Oost-Zuid-Holland (CR) 2015 75 42 38 33 5 8 24 3 2 4 9,4 33 56,2 50,9
Onderwijsniveau: laag Groot-Rijnmond (CR) 2015 342 173 148 128 20 33 92 13 8 25 14,3 169 50,5 43,3
Onderwijsniveau: laag Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2015 94 48 43 37 6 10 27 4 2 5 10,7 45 51,7 46,2
Onderwijsniveau: laag Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2015 27 15 14 12 2 3 8 1 1 1 7,0 12 54,9 51,0
Onderwijsniveau: laag Overig Zeeland (CR) 2015 69 38 35 31 5 7 21 3 2 3 7,8 31 55,7 51,3
Onderwijsniveau: laag West-Noord-Brabant (CR) 2015 150 78 70 60 9 17 43 5 3 9 11,1 71 52,3 46,5
Onderwijsniveau: laag Midden-Noord-Brabant (CR) 2015 112 62 55 48 7 14 34 4 3 7 10,8 50 55,1 49,1
Onderwijsniveau: laag Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2015 154 84 75 64 11 18 47 6 3 9 10,3 71 54,1 48,5
Onderwijsniveau: laag Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2015 175 96 86 75 11 22 53 6 4 10 10,5 80 54,6 48,9
Onderwijsniveau: laag Noord-Limburg (CR) 2015 70 38 35 31 4 9 22 3 2 3 8,5 32 54,5 49,9
Onderwijsniveau: laag Midden-Limburg (CR) 2015 59 30 28 24 4 6 19 2 1 3 8,4 29 51,4 47,1
Onderwijsniveau: laag Zuid-Limburg (CR) 2015 147 70 63 54 9 15 40 4 3 7 10,1 77 47,5 42,7
Onderwijsniveau: laag Flevoland (CR) 2015 96 52 46 40 6 12 27 4 2 6 12,5 44 54,4 47,6
Onderwijsniveau: laag Groningen (SG) 2015 72 35 29 25 4 9 17 2 1 6 16,6 37 48,8 40,7
Onderwijsniveau: laag Leeuwarden (SG) 2015 39 21 18 15 2 5 10 1 1 3 14,7 18 52,7 45,0
Onderwijsniveau: laag Zwolle (SG) 2015 37 19 17 15 2 5 10 1 1 2 12,4 17 53,2 46,6
Onderwijsniveau: laag Enschede (SG) 2015 73 39 34 30 4 9 21 3 1 5 12,9 35 53,0 46,1
Onderwijsniveau: laag Apeldoorn (SG) 2015 45 23 21 18 3 6 13 1 1 2 9,8 22 51,0 46,0
Onderwijsniveau: laag Arnhem (SG) 2015 77 39 34 29 6 9 21 3 2 5 12,4 38 50,4 44,2
Onderwijsniveau: laag Nijmegen (SG) 2015 50 24 20 17 3 6 12 2 1 4 15,3 26 48,0 40,6
Onderwijsniveau: laag Amersfoort (SG) 2015 58 30 27 23 4 7 16 2 2 3 11,2 28 51,9 46,1
Onderwijsniveau: laag Utrecht (SG) 2015 122 64 56 49 7 14 34 5 3 8 12,6 58 52,5 45,9
Onderwijsniveau: laag Amsterdam (SG) 2015 314 154 133 112 21 33 82 10 8 21 13,4 160 48,9 42,4
Onderwijsniveau: laag Haarlem (SG) 2015 86 45 40 33 7 9 26 3 2 5 10,8 41 52,1 46,5
Onderwijsniveau: laag Leiden (SG) 2015 69 38 34 29 5 8 21 3 2 4 10,1 31 54,6 49,1
Onderwijsniveau: laag 's-Gravenhage (SG) 2015 231 118 101 87 14 23 62 9 7 17 14,2 113 51,0 43,8
Onderwijsniveau: laag Rotterdam (SG) 2015 289 144 121 106 16 27 75 11 7 22 15,5 145 49,7 42,0
Onderwijsniveau: laag Dordrecht (SG) 2015 67 34 30 26 4 7 19 3 2 4 11,3 33 50,7 44,9
Onderwijsniveau: laag Breda (SG) 2015 73 38 33 29 4 9 20 3 1 5 12,4 35 52,3 45,9
Onderwijsniveau: laag Tilburg (SG) 2015 71 39 34 30 4 9 21 2 2 5 12,1 32 54,8 48,2
Onderwijsniveau: laag 's-Hertogenbosch (SG) 2015 42 22 19 16 3 5 11 1 1 3 13,6 21 51,4 44,4
Onderwijsniveau: laag Eindhoven (SG) 2015 89 48 42 37 5 12 25 3 2 6 12,4 41 53,7 47,1
Onderwijsniveau: laag Geleen/Sittard (SG) 2015 34 16 15 12 2 3 9 1 1 2 10,2 18 47,3 42,5
Onderwijsniveau: laag Heerlen (SG) 2015 63 31 28 24 4 6 18 2 1 3 9,5 32 48,6 44,0
Onderwijsniveau: laag Maastricht (SG) 2015 43 20 17 15 2 5 10 1 1 2 11,1 23 45,5 40,4
Onderwijsniveau: laag Groningen (GA) 2015 42 19 15 13 2 5 9 1 0 4 22,1 22 46,1 35,9
Onderwijsniveau: laag Leeuwarden (GA) 2015 23 12 10 9 1 4 5 1 0 2 17,9 11 52,8 43,3
Onderwijsniveau: laag Zwolle (GA) 2015 23 12 10 9 1 3 5 1 0 2 15,3 11 51,3 43,5
Onderwijsniveau: laag Enschede (GA) 2015 39 21 18 16 2 5 12 1 1 3 13,5 18 53,4 46,2
Onderwijsniveau: laag Apeldoorn (GA) 2015 32 16 15 13 2 4 9 1 1 2 10,4 16 50,4 45,2
Onderwijsniveau: laag Arnhem (GA) 2015 32 15 13 11 2 3 8 1 0 2 15,7 17 47,3 39,9
Onderwijsniveau: laag Nijmegen (GA) 2015 30 14 11 9 2 4 6 1 0 3 19,5 17 45,0 36,2
Onderwijsniveau: laag Amersfoort (GA) 2015 34 18 16 13 2 5 9 1 1 2 12,2 16 52,4 46,0
Onderwijsniveau: laag Utrecht (GA) 2015 90 48 42 37 5 11 26 4 2 6 13,0 42 53,3 46,4
Onderwijsniveau: laag Amsterdam (GA) 2015 211 97 84 69 15 22 51 5 5 14 13,9 114 46,1 39,7
Onderwijsniveau: laag Haarlem (GA) 2015 38 19 17 13 3 4 11 1 1 2 11,9 19 50,6 44,5
Onderwijsniveau: laag Leiden (GA) 2015 51 27 24 21 4 6 15 2 1 3 10,6 24 53,8 48,1
Onderwijsniveau: laag 's-Gravenhage (GA) 2015 142 67 56 48 8 13 34 6 4 11 16,7 75 47,3 39,4
Onderwijsniveau: laag Rotterdam (GA) 2015 255 125 105 91 13 23 64 10 6 21 16,4 130 49,1 41,0
Onderwijsniveau: laag Dordrecht (GA) 2015 56 28 24 21 3 5 15 2 1 3 11,9 28 49,7 43,9
Onderwijsniveau: laag Breda (GA) 2015 39 19 16 14 2 5 10 1 1 3 15,0 19 49,8 42,3
Onderwijsniveau: laag Tilburg (GA) 2015 54 30 26 23 3 7 15 2 1 4 13,1 25 54,6 47,4
Onderwijsniveau: laag 's-Hertogenbosch (GA) 2015 35 18 15 13 2 4 9 1 1 3 14,8 17 50,6 43,1
Onderwijsniveau: laag Eindhoven (GA) 2015 71 38 33 29 4 10 19 2 1 5 13,3 33 53,2 46,2
Onderwijsniveau: laag Geleen/Sittard (GA) 2015 32 15 13 11 2 3 9 1 1 2 10,3 17 46,7 41,9
Onderwijsniveau: laag Heerlen (GA) 2015 53 26 23 20 3 5 15 2 1 2 9,5 27 48,7 44,1
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat jaarcijfers over de arbeidsdeelname in Nederland voor diverse regionale indelingen. De bevolking van 15 tot 75 jaar wordt ingedeeld in de werkzame, werkloze en de niet-beroepsbevolking. De werkzame beroepsbevolking wordt verder ingedeeld op basis van positie in de werkkring en beroepsniveau. Voor de verschillende indelingen is een uitsplitsing naar geslacht, leeftijd, herkomst en onderwijsniveau beschikbaar. De indeling naar gemeenten is gebaseerd op de woongemeenten van 1 januari 2015.

Gegevens beschikbaar van 2003 tot en met 2015.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 14 februari 2017:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet. Elk jaar in februari wordt een nieuwe tabel met de dan meest recente gebiedsindelingen samengesteld.

Toelichting onderwerpen

Beroeps- en niet-beroepsbevolking
Personen die tot de werkzame, de werkloze of de niet-beroepsbevolking behoren.  

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Positie in de werkkring
Indeling van de werkzame beroepsbevolking naar:
Werknemer
- met een vaste arbeidsrelatie
- met een flexibele arbeidsrelatie
Zelfstandige
- zonder personeel
- met personeel
- meewerkend gezinslid

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Zelfstandige
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht
- in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer),
- als directeur-grootaandeelhouder (dga),
- in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid (meewerkend gezinslid), of
- als overige zelfstandige.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Beroepsniveau (ISCO)
De plaats in de niveauindeling van beroepen volgens de International Standard Classification of Occupations 2008 (ISCO 2008) van de International Labour Organisation (ILO).

Het beroepsniveau geeft de complexiteit en omvang van taken weer die bij een beroep horen. De praktische uitwerking van het begrip beroepsniveau gebeurt door toepassing van een of meer van de volgende criteria.
- De aard van het werk in relatie tot de karakteristieke taken bij een beroepsniveau
- Het voor een goede beroepsuitoefening benodigde opleidingsniveau volgens ISCED97
- De in een verwant beroep opgedane relevante werkervaring en/of on-the-job training.

Beroepsniveau 1
Eenvoudige routinematige taken; elementair of lager onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 1 vallen beroepen met eenvoudig en routinematig lichamelijk en handmatig werk met gebruik van handgereedschap zoals een spade, of eenvoudige elektrische apparaten als een stofzuiger. Taken zijn bijv. schoonmaken, graven, met de hand tillen en verplaatsen van materiaal, sorteren, opslaan of met de hand in elkaar zetten van goederen (soms met behulp van machines): bedienen van niet-gemotoriseerde voertuigen, en fruit plukken en groente oogsten.

Veel beroepen op dit niveau vereisen lichamelijke inspanning en/of uithoudingsvermogen. Voor sommige beroepen is basisvaardigheid in lezen en schrijven vereist. Die vaardigheid vormt dan niet het belangrijkste onderdeel van de baan.

Voor sommige beroepen op beroepsniveau 1 is het noodzakelijk het basisonderwijs (ISCED Level 1) te hebben doorlopen. Voor sommige beroepen kan een korte stage nodig zijn. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 1 beroepen met voornamelijk elementair deels lager niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 1 zijn schoonmaker van kantoren, glazenwasser, lader en losser, vuilnisman, bollenpeller, opperman, frietbakker en keukenhulp.
Beroepsniveau 2
Weinig tot middelmatig complexe taken; lager of middelbaar onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 2 vallen beroepen met taken als het bedienen van machines en elektronische apparaten, voertuigen besturen, onderhouden en repareren van elektrische en mechanische apparaten en het bewerken, ordenen en opslaan van gegevens.
Voor vrijwel alle beroepen op dit niveau is het noodzakelijk informatie te kunnen lezen zoals veiligheidsvoorschriften, afgehandeld werk te kunnen beschrijven en nauwkeurig eenvoudige berekeningen te kunnen uitvoeren.

Voor veel beroepen op beroepsniveau 2 zijn een gevorderde taal- en rekenvaardigheid en goede communicatieve vaardigheden vereist. Bij sommige beroepen vormen deze vaardigheden het belangrijkste onderdeel van het werk. Veel beroepen op dit niveau vereisen een goede handvaardigheid.

De benodigde kennis en vaardigheden om beroepen op niveau 2 te kunnen uitoefenen worden in het algemeen verkregen na het doorlopen van de eerste fase van het voortgezet onderwijs (ISCED Level 2). Voor sommige beroepen moet de tweede fase van het voortgezet onderwijs zijn doorlopen (ISCED Leve 3), waarbij gespecialiseerd beroepsonderwijs en on-the-job training vaak een belangrijk aspect vormen. Voor sommige beroepen is een specifieke beroepsopleiding na afronding van het voortgezet onderwijs noodzakelijk (ISCED Level 4). In sommige gevallen kan met ervaring en on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 2 beroepen met voornamelijk lager en deels middelbaar niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 2 zijn slager, buschauffeur, secretaresse, boekhoudkundig medewerker, naaister, coupeuse, verkoper, politieagent, kapper, elektrisch installateur en automonteur.
Beroepsniveau 3
Complexe taken; middelbaar of hoger onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 3 vallen beroepen met taken als het uitvoeren van complexe technische en praktische taken die een uitgebreide feitenkennis, technische kennis en kennis van procedures op een specifiek gebied vereisen.

Voor beroepen op dit beroepsniveau zijn in het algemeen een uitstekende taal- en rekenvaardigheid en goed ontwikkelde communicatieve vaardigheden noodzakelijk. Tot deze vaardigheden behoren het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie, voorbereiden van feitenverslagen, en omgaan met mensen met problemen.

De op beroepsniveau 3 benodigde kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door voltooiing van een studie van 1-3 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5b) na het voortgezet onderwijs. In sommige gevallen kan met uitgebreide relevante werkervaring en langdurige on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 3 beroepen met voornamelijk middelbaar en deels hoger niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 3 zijn uitvoerder, bouwkundig opzichter, medisch laboratoriumpersoneel, juridisch secretaresse, vertegenwoordiger, technisch personeel in de it-ondersteuning en radio- en opnametechnici.
Beroepsniveau 4
Zeer complexe gespecialiseerde taken; hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 4 vallen beroepen met taken als het uitvoeren het oplossen van ingewikkelde problemen en nemen van beslissingen die zijn gebaseerd op een uitgebreide theoretische en praktische kennis op een gespecialiseerd gebied. Tot de taken behoren onderzoek om kennis op een speciaal gebied te vergroten, diagnose en behandeling van ziekte, kennis delen met anderen en het ontwerpen van constructies, machines , bouwprojecten en productieprocessen.

Beroepen op dit niveau vereisen in het algemeen een uitgebreide taal -en rekenvaardigheid, soms op zeer hoog niveau, en uitstekende communicatieve vaardigheden. Tot deze vaardigheden behoren meestal het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie en het kunnen overbrengen van complexe ideeën in media als boeken, verslagen en mondelinge presentaties.

De voor beroepsniveau 4 vereiste kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door een studie van 3-6 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5a of hoger). In sommige gevallen kan in plaats daarvan worden volstaan met ervaring en on-the-job training . In veel gevallen zijn voor het beroep specifieke diploma's vereist. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 4 beroepen met voornamelijk hoger en deels wetenschappelijk niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 4 zijn sales- en marketing manager, ingenieur weg- en waterbouw, leraar voortgezet onderwijs, arts, gespecialiseerd verpleegkundige, musici en systeemanalist.
Werkloze beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkloosheidspercentage
De werkloze beroepsbevolking als percentage van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Niet-beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk die niet recent naar werk hebben gezocht of daarvoor niet direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Bruto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).  

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Netto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.