Arbeidsdeelname; regionale indeling 2015, 2003-2015

Arbeidsdeelname; regionale indeling 2015, 2003-2015

Persoonskenmerken Regio's Perioden Beroeps- en niet-beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Werknemer (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Positie in de werkkring Zelfstandige (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 1 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 2 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 3 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkzame beroepsbevolking Beroepsniveau (ISCO) Beroepsniveau 4 (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloze beroepsbevolking (x 1 000) Beroepsbevolking Werkloosheidspercentage (%) Niet-beroepsbevolking (x 1 000) Bruto arbeidsparticipatie (%) Netto arbeidsparticipatie (%)
Totaal Groot-Amsterdam (CR) 2015 1.015 726 675 538 137 49 248 108 262 51 7,1 289 71,6 66,5
Totaal Amsterdam (SG) 2015 1.221 872 808 655 153 61 309 129 299 64 7,3 349 71,4 66,2
Totaal Amsterdam (GA) 2015 873 620 574 454 121 42 208 89 230 46 7,4 252 71,1 65,8
Totaal Amsterdam 2015 647 462 426 329 97 29 144 65 186 35 7,7 186 71,3 65,8
Geslacht: mannen Groot-Amsterdam (CR) 2015 501 380 354 269 85 30 125 52 142 26 6,9 121 75,9 70,7
Geslacht: mannen Amsterdam (SG) 2015 603 458 426 330 96 37 158 62 163 32 7,0 145 76,0 70,6
Geslacht: mannen Amsterdam (GA) 2015 431 325 301 226 75 26 107 43 123 24 7,3 106 75,4 69,9
Geslacht: mannen Amsterdam 2015 320 241 223 162 60 18 73 31 98 19 7,7 79 75,3 69,5
Geslacht: vrouwen Groot-Amsterdam (CR) 2015 513 346 321 269 52 19 123 57 119 25 7,3 168 67,4 62,5
Geslacht: vrouwen Amsterdam (SG) 2015 618 414 382 325 58 24 151 68 136 32 7,7 204 67,0 61,8
Geslacht: vrouwen Amsterdam (GA) 2015 442 296 273 228 46 16 102 47 108 22 7,5 146 66,9 61,9
Geslacht: vrouwen Amsterdam 2015 327 221 204 167 37 10 71 34 87 17 7,7 107 67,4 62,2
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Groot-Amsterdam (CR) 2015 164 109 97 89 8 20 55 8 13 12 10,9 55 66,6 59,4
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Amsterdam (SG) 2015 198 131 116 107 9 25 66 10 14 15 11,6 67 66,3 58,6
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Amsterdam (GA) 2015 142 94 84 76 7 16 47 7 12 10 10,8 48 66,2 59,0
Leeftijd: 15 tot 25 jaar Amsterdam 2015 105 68 61 55 6 10 34 5 10 7 10,7 37 65,1 58,1
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Groot-Amsterdam (CR) 2015 402 349 329 269 60 16 103 55 151 20 5,8 53 86,9 81,8
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Amsterdam (SG) 2015 476 412 387 321 66 20 129 65 170 25 6,1 64 86,6 81,3
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Amsterdam (GA) 2015 360 311 292 236 56 14 91 47 138 19 6,2 50 86,2 80,9
Leeftijd: 25 tot 45 jaar Amsterdam 2015 285 245 230 184 46 11 65 37 115 15 6,3 40 86,0 80,6
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Groot-Amsterdam (CR) 2015 449 268 249 180 69 13 90 45 98 19 7,1 181 59,7 55,4
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Amsterdam (SG) 2015 547 328 305 227 78 17 115 55 116 24 7,2 218 60,1 55,7
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Amsterdam (GA) 2015 371 216 199 141 58 12 71 35 81 17 7,7 155 58,3 53,8
Leeftijd: 45 tot 75 jaar Amsterdam 2015 257 148 135 90 45 8 44 23 61 13 8,5 109 57,6 52,6
Herkomst: autochtoon Groot-Amsterdam (CR) 2015 602 440 418 329 89 21 138 71 184 22 4,9 162 73,1 69,5
Herkomst: autochtoon Amsterdam (SG) 2015 728 528 501 401 100 27 175 85 210 28 5,2 199 72,6 68,8
Herkomst: autochtoon Amsterdam (GA) 2015 481 350 333 257 75 16 103 55 158 18 5,0 131 72,8 69,1
Herkomst: autochtoon Amsterdam 2015 325 241 229 170 58 8 59 37 125 12 5,0 85 74,0 70,3
Herkomst: allochtoon Groot-Amsterdam (CR) 2015 411 285 256 209 47 27 110 38 77 29 10,3 125 69,5 62,4
Herkomst: allochtoon Amsterdam (SG) 2015 490 342 306 253 53 34 134 45 88 36 10,5 149 69,7 62,4
Herkomst: allochtoon Amsterdam (GA) 2015 389 269 241 196 45 26 105 35 72 28 10,4 120 69,2 62,0
Herkomst: allochtoon Amsterdam 2015 320 220 197 159 39 21 85 28 60 23 10,5 100 68,8 61,6
Herkomst: westerse allochtoon Groot-Amsterdam (CR) 2015 153 115 107 82 25 6 36 18 44 8 6,7 38 75,1 70,1
Herkomst: westerse allochtoon Amsterdam (SG) 2015 175 130 121 95 27 7 42 20 49 9 6,9 44 74,6 69,4
Herkomst: westerse allochtoon Amsterdam (GA) 2015 139 104 97 73 24 5 33 16 41 7 6,7 35 75,1 70,0
Herkomst: westerse allochtoon Amsterdam 2015 110 84 78 58 20 4 25 13 34 6 6,7 27 75,8 70,7
Herkomst: niet-westerse allochtoon Groot-Amsterdam (CR) 2015 258 171 149 127 22 21 74 20 32 22 12,6 87 66,2 57,8
Herkomst: niet-westerse allochtoon Amsterdam (SG) 2015 316 211 185 159 26 27 92 25 40 27 12,7 104 67,0 58,4
Herkomst: niet-westerse allochtoon Amsterdam (GA) 2015 251 165 144 123 21 21 72 19 31 21 12,6 85 65,9 57,6
Herkomst: niet-westerse allochtoon Amsterdam 2015 210 137 119 101 18 17 60 15 26 17 12,8 73 65,1 56,8
Herkomst: onbekend Groot-Amsterdam (CR) 2015 2 1 1 0 1 0 0 0 1 0 . 1 . .
Herkomst: onbekend Amsterdam (SG) 2015 3 2 1 1 1 0 0 0 1 0 . 1 . .
Herkomst: onbekend Amsterdam (GA) 2015 2 1 1 0 0 0 0 0 1 0 . 1 . .
Herkomst: onbekend Amsterdam 2015 2 1 0 0 0 0 0 0 0 0 . 1 . .
Onderwijsniveau: laag Groot-Amsterdam (CR) 2015 248 118 102 85 18 26 62 8 6 16 13,2 130 47,6 41,4
Onderwijsniveau: laag Amsterdam (SG) 2015 314 154 133 112 21 33 82 10 8 21 13,4 160 48,9 42,4
Onderwijsniveau: laag Amsterdam (GA) 2015 211 97 84 69 15 22 51 5 5 14 13,9 114 46,1 39,7
Onderwijsniveau: laag Amsterdam 2015 143 61 51 41 10 14 31 3 3 10 15,7 82 42,4 35,7
Onderwijsniveau: middelbaar Groot-Amsterdam (CR) 2015 364 270 248 204 44 19 137 47 44 21 7,9 94 74,1 68,3
Onderwijsniveau: middelbaar Amsterdam (SG) 2015 454 336 309 258 52 24 171 59 54 27 8,0 117 74,1 68,2
Onderwijsniveau: middelbaar Amsterdam (GA) 2015 305 223 204 165 38 17 113 36 37 19 8,6 82 73,1 66,8
Onderwijsniveau: middelbaar Amsterdam 2015 212 154 140 111 29 12 78 23 27 14 9,3 58 72,6 65,9
Onderwijsniveau: hoog Groot-Amsterdam (CR) 2015 391 336 322 248 74 4 47 53 210 14 4,2 55 85,9 82,3
Onderwijsniveau: hoog Amsterdam (SG) 2015 437 377 361 281 80 4 54 61 235 16 4,2 60 86,2 82,6
Onderwijsniveau: hoog Amsterdam (GA) 2015 346 299 286 218 68 3 43 48 188 13 4,3 47 86,4 82,7
Onderwijsniveau: hoog Amsterdam 2015 284 247 235 177 58 3 35 39 156 11 4,6 38 86,8 82,8
Onderwijsniveau: onbekend Groot-Amsterdam (CR) 2015 12 3 2 1 1 0 1 0 1 0 . 10 . .
Onderwijsniveau: onbekend Amsterdam (SG) 2015 16 5 4 3 1 0 2 0 2 1 . 11 . .
Onderwijsniveau: onbekend Amsterdam (GA) 2015 11 1 1 1 0 0 1 0 0 0 . 9 . .
Onderwijsniveau: onbekend Amsterdam 2015 8 0 0 0 0 0 0 0 0 0 . 8 . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat jaarcijfers over de arbeidsdeelname in Nederland voor diverse regionale indelingen. De bevolking van 15 tot 75 jaar wordt ingedeeld in de werkzame, werkloze en de niet-beroepsbevolking. De werkzame beroepsbevolking wordt verder ingedeeld op basis van positie in de werkkring en beroepsniveau. Voor de verschillende indelingen is een uitsplitsing naar geslacht, leeftijd, herkomst en onderwijsniveau beschikbaar. De indeling naar gemeenten is gebaseerd op de woongemeenten van 1 januari 2015.

Gegevens beschikbaar van 2003 tot en met 2015.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 14 februari 2017:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet. Elk jaar in februari wordt een nieuwe tabel met de dan meest recente gebiedsindelingen samengesteld.

Toelichting onderwerpen

Beroeps- en niet-beroepsbevolking
Personen die tot de werkzame, de werkloze of de niet-beroepsbevolking behoren.  

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Beroepsbevolking
Personen:
- die betaald werk hebben (werkzame beroepsbevolking), of
- die geen betaald werk hebben, recent naar betaald werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn (werkloze beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkzame beroepsbevolking
Personen die betaald werk hebben.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Positie in de werkkring
Indeling van de werkzame beroepsbevolking naar:
Werknemer
- met een vaste arbeidsrelatie
- met een flexibele arbeidsrelatie
Zelfstandige
- zonder personeel
- met personeel
- meewerkend gezinslid

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Werknemer
Een persoon die in een arbeidsovereenkomst afspraken met een economische eenheid maakt om arbeid te verrichten waartegenover een financiële beloning staat.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Zelfstandige
Een persoon die voor eigen rekening of risico arbeid verricht
- in een eigen bedrijf of praktijk (zelfstandig ondernemer),
- als directeur-grootaandeelhouder (dga),
- in het bedrijf of de praktijk van een gezinslid (meewerkend gezinslid), of
- als overige zelfstandige.

Als een persoon meer dan één baan of werkkring heeft, dan wordt uitgegaan van de baan of werkkring waaraan de meeste tijd wordt besteed.
Beroepsniveau (ISCO)
De plaats in de niveauindeling van beroepen volgens de International Standard Classification of Occupations 2008 (ISCO 2008) van de International Labour Organisation (ILO).

Het beroepsniveau geeft de complexiteit en omvang van taken weer die bij een beroep horen. De praktische uitwerking van het begrip beroepsniveau gebeurt door toepassing van een of meer van de volgende criteria.
- De aard van het werk in relatie tot de karakteristieke taken bij een beroepsniveau
- Het voor een goede beroepsuitoefening benodigde opleidingsniveau volgens ISCED97
- De in een verwant beroep opgedane relevante werkervaring en/of on-the-job training.

Beroepsniveau 1
Eenvoudige routinematige taken; elementair of lager onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 1 vallen beroepen met eenvoudig en routinematig lichamelijk en handmatig werk met gebruik van handgereedschap zoals een spade, of eenvoudige elektrische apparaten als een stofzuiger. Taken zijn bijv. schoonmaken, graven, met de hand tillen en verplaatsen van materiaal, sorteren, opslaan of met de hand in elkaar zetten van goederen (soms met behulp van machines): bedienen van niet-gemotoriseerde voertuigen, en fruit plukken en groente oogsten.

Veel beroepen op dit niveau vereisen lichamelijke inspanning en/of uithoudingsvermogen. Voor sommige beroepen is basisvaardigheid in lezen en schrijven vereist. Die vaardigheid vormt dan niet het belangrijkste onderdeel van de baan.

Voor sommige beroepen op beroepsniveau 1 is het noodzakelijk het basisonderwijs (ISCED Level 1) te hebben doorlopen. Voor sommige beroepen kan een korte stage nodig zijn. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 1 beroepen met voornamelijk elementair deels lager niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 1 zijn schoonmaker van kantoren, glazenwasser, lader en losser, vuilnisman, bollenpeller, opperman, frietbakker en keukenhulp.
Beroepsniveau 2
Weinig tot middelmatig complexe taken; lager of middelbaar onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 2 vallen beroepen met taken als het bedienen van machines en elektronische apparaten, voertuigen besturen, onderhouden en repareren van elektrische en mechanische apparaten en het bewerken, ordenen en opslaan van gegevens.
Voor vrijwel alle beroepen op dit niveau is het noodzakelijk informatie te kunnen lezen zoals veiligheidsvoorschriften, afgehandeld werk te kunnen beschrijven en nauwkeurig eenvoudige berekeningen te kunnen uitvoeren.

Voor veel beroepen op beroepsniveau 2 zijn een gevorderde taal- en rekenvaardigheid en goede communicatieve vaardigheden vereist. Bij sommige beroepen vormen deze vaardigheden het belangrijkste onderdeel van het werk. Veel beroepen op dit niveau vereisen een goede handvaardigheid.

De benodigde kennis en vaardigheden om beroepen op niveau 2 te kunnen uitoefenen worden in het algemeen verkregen na het doorlopen van de eerste fase van het voortgezet onderwijs (ISCED Level 2). Voor sommige beroepen moet de tweede fase van het voortgezet onderwijs zijn doorlopen (ISCED Leve 3), waarbij gespecialiseerd beroepsonderwijs en on-the-job training vaak een belangrijk aspect vormen. Voor sommige beroepen is een specifieke beroepsopleiding na afronding van het voortgezet onderwijs noodzakelijk (ISCED Level 4). In sommige gevallen kan met ervaring en on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 2 beroepen met voornamelijk lager en deels middelbaar niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 2 zijn slager, buschauffeur, secretaresse, boekhoudkundig medewerker, naaister, coupeuse, verkoper, politieagent, kapper, elektrisch installateur en automonteur.
Beroepsniveau 3
Complexe taken; middelbaar of hoger onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 3 vallen beroepen met taken als het uitvoeren van complexe technische en praktische taken die een uitgebreide feitenkennis, technische kennis en kennis van procedures op een specifiek gebied vereisen.

Voor beroepen op dit beroepsniveau zijn in het algemeen een uitstekende taal- en rekenvaardigheid en goed ontwikkelde communicatieve vaardigheden noodzakelijk. Tot deze vaardigheden behoren het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie, voorbereiden van feitenverslagen, en omgaan met mensen met problemen.

De op beroepsniveau 3 benodigde kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door voltooiing van een studie van 1-3 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5b) na het voortgezet onderwijs. In sommige gevallen kan met uitgebreide relevante werkervaring en langdurige on-the-job training worden volstaan. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 3 beroepen met voornamelijk middelbaar en deels hoger niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 3 zijn uitvoerder, bouwkundig opzichter, medisch laboratoriumpersoneel, juridisch secretaresse, vertegenwoordiger, technisch personeel in de it-ondersteuning en radio- en opnametechnici.
Beroepsniveau 4
Zeer complexe gespecialiseerde taken; hoger of wetenschappelijk onderwijsniveau vereist.

Onder beroepsniveau 4 vallen beroepen met taken als het uitvoeren het oplossen van ingewikkelde problemen en nemen van beslissingen die zijn gebaseerd op een uitgebreide theoretische en praktische kennis op een gespecialiseerd gebied. Tot de taken behoren onderzoek om kennis op een speciaal gebied te vergroten, diagnose en behandeling van ziekte, kennis delen met anderen en het ontwerpen van constructies, machines , bouwprojecten en productieprocessen.

Beroepen op dit niveau vereisen in het algemeen een uitgebreide taal -en rekenvaardigheid, soms op zeer hoog niveau, en uitstekende communicatieve vaardigheden. Tot deze vaardigheden behoren meestal het kunnen begrijpen van complexe schriftelijke informatie en het kunnen overbrengen van complexe ideeën in media als boeken, verslagen en mondelinge presentaties.

De voor beroepsniveau 4 vereiste kennis en vaardigheden worden gewoonlijk verkregen door een studie van 3-6 jaar in het hoger onderwijs (ISCED Level 5a of hoger). In sommige gevallen kan in plaats daarvan worden volstaan met ervaring en on-the-job training . In veel gevallen zijn voor het beroep specifieke diploma's vereist. Uitgedrukt in termen van het Nederlandse onderwijssysteem zijn in skill level 4 beroepen met voornamelijk hoger en deels wetenschappelijk niveau samengenomen.

Voorbeelden van beroepen op beroepsniveau 4 zijn sales- en marketing manager, ingenieur weg- en waterbouw, leraar voortgezet onderwijs, arts, gespecialiseerd verpleegkundige, musici en systeemanalist.
Werkloze beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk, die recent naar werk hebben gezocht en daarvoor direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Werkloosheidspercentage
De werkloze beroepsbevolking als percentage van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Niet-beroepsbevolking
Personen zonder betaald werk die niet recent naar werk hebben gezocht of daarvoor niet direct beschikbaar zijn.

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar. Bij betaald werk gaat het om werkzaamheden ongeacht de arbeidsduur.
Bruto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).  

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.
Netto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de bevolking (beroeps- en niet-beroepsbevolking).

Deze definitie heeft betrekking op personen die in Nederland wonen (exclusief de institutionele bevolking). De gegevens worden meestal gepresenteerd voor de bevolking van 15 tot 75 jaar.