Kerncijfers wijken en buurten 2015

Kerncijfers wijken en buurten 2015

Wijken en buurten Regioaanduiding Soort regio (omschrijving) Regioaanduiding Indelingswijziging wijken en buurten (code) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Westers totaal (aantal) Bevolking Personen met een migratieachtergrond Niet-westers Suriname (aantal) Wonen Gemiddelde woningwaarde (x 1 000 euro) Wonen Woningen naar bewoning Percentage bewoond (%) Wonen Woningen naar eigendom Huurwoningen In bezit woningcorporatie (%) Energie Gemiddeld elektriciteitsverbruik Gemiddeld elektriciteitsverbruik totaal (kWh) Energie Gemiddeld aardgasverbruik Gemiddeld aardgasverbruik totaal (m³) Inkomen Inkomen van personen Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger  (x 1 000 euro) Inkomen Inkomen van personen 40% personen met laagste inkomen (%) Inkomen Inkomen van huishoudens 20% huishoudens met hoogste inkomen (%) Sociale zekerheid Personen per soort uitkering; WW (aantal) Bedrijfsvestigingen, SBI 2008 Bedrijfsvestigingen totaal (aantal) Motorvoertuigen Personenauto's Personenauto's per huishouden (per huishouden) Nabijheid voorzieningen Basisonderwijs Afstand tot school (km) Oppervlakte Oppervlakte land (ha) Stedelijkheid Mate van stedelijkheid (code)
Sint-Annen Buurt 1 10 0 190 97 3 3.210 1.760 32,5 35,3 . 0 10 1,1 3,3 53 5
Sint Maheerdt Buurt 1 135 10 144 98 32 3.000 1.410 28,0 40,2 16,2 70 80 1,1 0,5 64 4
Sint Annaparochie Buurt 1 160 0 146 95 39 2.480 1.370 24,7 45,8 12,7 100 230 1,1 0,5 153 4
Oude Bildtdijk Sint Annaparochie Buurt 1 10 0 132 89 0 2.680 1.620 25,6 41,8 . 0 15 1,4 1,2 124 5
Nieuwe Bildtdijk Sint Annaparochie Buurt 1 5 0 146 90 0 2.690 1.720 . . . 0 15 1,5 1,9 118 5
Sint Jacobiparochie Buurt 1 90 0 124 95 31 2.660 1.530 22,8 47,7 12,0 60 90 1,2 0,3 133 5
Oude Bildtdijk Sint Jacobiparochie Buurt 1 35 0 126 90 0 2.580 1.610 26,5 42,3 12,8 20 60 1,3 2,5 255 5
Verspreide huizen Sint Annaparochie Buurt 1 35 5 236 96 0 3.600 2.010 28,4 44,1 40,0 10 95 1,4 1,4 2.092 5
Verspreide huizen Sint Jacobiparochie Buurt 1 10 0 196 87 0 3.260 1.970 26,1 43,2 . 0 25 0,8 2,2 2.347 5
Wijk 02 Sint Isidorushoeve Wijk 1 40 0 265 95 3 4.480 1.960 27,0 41,2 36,7 40 165 1,6 1,1 1.464 5
Sint Isidorushoeve kern Buurt 1 10 0 243 98 6 4.070 1.750 27,4 39,4 37,6 10 35 1,6 0,4 24 5
Verspreide huizen Sint Isidorushoeve Buurt 1 25 0 295 92 0 5.550 2.370 26,8 42,4 36,0 20 130 1,5 1,7 1.440 5
Sint Aagtendorp Buurt 1 80 5 145 98 47 2.670 1.430 25,5 40,9 10,5 30 35 0,8 0,5 6 1
Sint Vitusbuurt Buurt 1 240 20 172 95 24 2.550 1.370 28,2 39,8 12,5 40 205 0,7 0,9 20 1
Sint Pancras Buurt 1 345 20 261 98 20 3.080 1.410 30,8 37,9 26,8 130 400 1,1 0,7 297 4
Wijk 02 Sint Maarten Wijk 1 125 5 254 94 12 3.520 1.740 30,7 38,3 28,5 40 210 1,3 1,0 1.453 5
Sint Maarten Buurt 1 80 5 204 91 23 3.050 1.520 28,9 38,5 20,4 20 85 1,2 0,4 243 5
Sint Maartensbrug Buurt 1 30 5 221 96 0 3.430 1.740 30,3 37,6 27,6 10 70 1,3 0,6 680 5
Sint Maartensvlotbrug Buurt 1 95 5 205 93 16 3.320 1.670 26,9 42,9 15,7 10 105 1,2 1,9 912 5
Sint Clarabos Buurt 1 0 0 . . . . . . . . . . . . 40 2
Sint Joris Buurt 1 40 15 163 91 68 2.500 860 25,7 40,8 10,5 10 15 0,8 0,6 29 2
Sint Anthoniepolder Buurt 1 5 0 . 92 0 4.440 2.400 . . . 0 15 . 3,4 65 5
Kern Sint Jansteen Buurt 1 770 0 181 95 21 2.930 1.510 30,9 40,0 21,0 80 135 1,2 0,7 218 5
Buitengebied Sint Jansteen Buurt 1 10 0 . . . 4.180 2.260 . . . . 15 . 1,8 607 5
Sint Laurens Buurt 1 30 0 216 97 2 2.840 1.390 28,7 41,1 22,2 10 60 1,5 0,7 167 5
Nieuw- en Sint Joosland Wijk 3 90 5 172 95 22 2.800 1.330 28,4 40,1 19,7 30 100 1,2 0,6 850 5
Nieuw- en Sint Joosland Buurt 3 85 0 157 96 25 2.780 1.320 28,4 39,7 17,1 30 60 1,1 0,4 50 5
Verspr.h. Nieuw- en Sint Joosland Buurt 3 5 0 285 93 0 3.050 1.490 28,5 42,3 . 0 35 1,4 1,6 801 5
Wijk 03 Sint Maartensdijk Wijk 1 270 10 165 93 35 2.990 1.320 27,1 44,6 15,3 90 265 1,1 0,6 2.169 5
Sint Maartensdijk Buurt 1 260 10 151 93 39 2.860 1.270 26,6 45,4 13,1 80 160 1,1 0,4 87 4
Verspreide huizen Sint Maartensdijk Buurt 1 10 0 320 92 0 4.500 1.900 31,6 39,1 35,5 10 105 1,6 2,3 2.081 5
Wijk 05 Sint Annaland Wijk 1 130 0 170 94 20 3.060 1.320 28,5 41,3 20,2 70 295 1,3 0,6 1.335 5
Sint Annaland Buurt 1 110 0 158 94 22 2.930 1.310 27,6 43,0 17,8 60 195 1,2 0,5 83 4
Verspreide huizen Sint Annaland Buurt 1 15 0 271 95 3 4.100 1.420 33,0 32,5 33,5 10 100 1,5 1,3 1.252 5
Wijk 07 Sint Philipsland Wijk 1 85 0 175 95 17 3.210 1.440 28,6 41,8 21,7 30 180 1,3 0,4 1.487 5
Sint Philipsland Buurt 1 75 0 166 95 18 3.140 1.390 28,5 41,7 20,4 30 125 1,2 0,3 46 5
Verspreide huizen Sint Philipsland Buurt 1 5 0 . 89 0 4.730 2.560 29,7 44,2 . 0 55 . 2,0 1.441 5
Sint Jozefparochie Buurt 1 100 10 233 97 33 3.520 1.520 27,8 40,5 20,5 70 160 1,2 0,5 136 4
Sintenbuurt Buurt 1 220 10 190 97 38 2.580 1.400 30,2 39,6 16,3 40 110 0,8 0,3 26 1
Mill en Sint Hubert Gemeente . 456 11 247 96 21 3.820 1.680 26,9 42,2 23,2 280 1.030 1,4 1,0 5.223 5
Wijk 02 Sint Hubert Wijk 1 85 0 234 97 22 3.920 1.680 26,7 42,0 25,3 50 130 1,4 0,7 770 5
Sint Hubert Buurt 1 65 0 210 97 30 3.570 1.510 26,4 40,4 20,1 40 65 1,4 0,4 41 5
Verspreide huizen Sint Hubert Buurt 1 15 0 312 95 0 5.120 2.300 27,6 45,5 39,1 10 70 1,5 1,2 729 5
Wijk 01 Sint Willebrord Wijk 1 500 35 224 97 36 3.830 1.820 25,8 46,8 16,4 300 825 1,2 0,7 434 4
Sint Willebrord Buurt 1 485 30 219 97 37 3.800 1.800 25,5 46,9 15,6 300 790 1,2 0,7 264 4
Verspreide huizen Sint Willebrord Buurt 1 10 5 411 92 0 4.900 2.460 34,5 42,4 45,9 10 40 1,7 1,3 170 4
Sint-Michielsgestel Gemeente . 1.460 115 284 95 16 3.710 1.720 32,6 38,2 29,0 650 2.720 1,3 0,7 5.843 4
Wijk 00 Sint-Michielsgestel Wijk 1 660 70 270 94 20 3.570 1.680 33,6 36,8 27,9 240 895 1,2 0,6 1.531 4
Sint-Michielsgestel Buurt 1 150 5 245 86 25 3.380 1.660 30,7 40,3 23,5 60 250 1,1 0,6 152 4
Verspr.h. Sint-Michielsgestelse polders Buurt 1 25 0 408 89 0 4.820 2.660 32,5 39,5 38,8 0 60 1,5 2,1 585 5
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Overzicht van statistische gegevens van gemeenten, wijken en buurten in Nederland.

Gegevens beschikbaar: over 2015.

Status van de cijfers
Definitief, tenzij in de toelichting bij het onderwerp expliciet is vermeld dat het voorlopige cijfers betreft.

Wijzigingen per 18 december 2020:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.
Soort regio
De gekozen regioaanduiding betreft: Gemeente, Wijk of Buurt.
Indelingswijziging wijken en buurten
Deze indicator geeft per wijk en buurt aan of de cijfers uit deze tabel zonder problemen kunnen worden gekoppeld aan en vergeleken met de cijfers van een jaar eerder, of dat er wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling zijn waardoor dit niet kan. Detailinformatie over wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling kan worden verkregen door de wijk- en buurtkaart van twee opeenvolgende jaren met elkaar te vergelijken.

De indicator kent drie mogelijke waarden:
1: De codering en afbakening van deze wijk/buurt is ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Het is wel mogelijk dat een naamswijziging heeft plaatsgevonden. De cijfers kunnen worden gekoppeld en vergeleken met die van het voorgaande jaar.
2: De codering van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. De afbakening is ongewijzigd. Om te kunnen koppelen met cijfers van het voorgaande jaar zal eerst moeten worden achterhaald wat de codering van het voorgaande jaar was. Is de koppeling eenmaal geslaagd dan kunnen de cijfers alsnog met elkaar worden vergeleken.
3: De afbakening van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit kan gepaard zijn gegaan met een gewijzigde codering. De cijfers kunnen niet zonder meer worden vergeleken met die van het voorgaande jaar. Verschillen kunnen immers samenhangen met de verandering in de afbakening van de wijk of buurt.

Voor een wijk of buurt wordt alleen een wijziging in de afbakening geconstateerd wanneer een grens circa 5 meter of meer is verlegd. Kleinere grenswijzigingen worden niet als significant beschouwd.
Bevolking
Om redenen van statistische geheimhouding zijn de aantallen op wijk- en buurtniveau aselect afgerond op veelvouden van 5.
Bij aselect afronden wordt door loten bepaald of een getal naar boven of naar beneden wordt afgerond. De daarbij gehanteerde kansen zijn omgekeerd evenredig met de afrondverschillen. Gemiddeld wordt een getal hierdoor op zichzelf afgerond. Het gemiddelde afrondverschil per getal is evenwel groter dan het geval is bij afronding op het dichtstbijzijnde veelvoud van 5. Door afrondverschillen is de som van afgeronde getallen niet altijd gelijk aan de afgeronde som.

Hierdoor kan het voorkomen dat wanneer een wijk uit één buurt bestaat of een gemeente uit één wijk, dit afgerond niet overeenkomt.
Personen met een migratieachtergrond
Het aantal personen met een migratieachtergrond op 1 januari.

Persoon met een migratieachtergrond:
Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren.
Persoon met een eerste generatie migratieachtergrond:
Persoon die in het buitenland is geboren met ten minste één in het buitenland geboren ouder.
Persoon met een tweede generatie migratieachtergrond:
Persoon die in Nederland is geboren met ten minste één in het buitenland geboren ouder.

Personen met een migratieachtergrond worden onderverdeeld in westers en niet-westers op grond van hun geboorteland. Tot de categorie 'niet-westers' behoren personen met een migratieachtergrond uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië met uitzondering van Indonesië en Japan. Op grond van hun sociaaleconomische en sociaal-culturele positie worden personen met een migratieachtergrond uit deze twee landen tot personen met een westerse migratieachtergrond gerekend. Het gaat vooral om mensen die in voormalig Nederlands Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Westers totaal
Het aantal personen met een migratieachtergrond met een westerse herkomst op 1 januari.
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn aselect afgerond op vijftallen.
Niet-westers
Personen met een migratieachtergrond worden onderverdeeld in westers en niet-westers op grond van hun geboorteland. Tot de categorie 'niet-westers' behoren personen met een migratieachtergrond uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië met uitzondering van Indonesië en Japan. Op grond van hun sociaal-economische en -culturele positie worden personen met een migratieachtergrond uit deze twee landen tot de personen met een westerse migratieachtergrond gerekend. Het gaat vooral om mensen die in voormalig Nederlands Indië zijn geboren en werknemers van Japanse bedrijven met hun gezin.
Suriname
Het aantal personen met een migratieachtergrond met herkomstgroep Suriname op 1 januari.
De cijfers op wijk- en buurtniveau zijn aselect afgerond op vijftallen.
Wonen
Gemiddelde woningwaarde
De gemiddelde waarde onroerende zaken van woonobjecten gebaseerd op de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ-waarde).
Voor de bepaling van de gemiddelde woningwaarde wordt alleen gebruik gemaakt van die WOZ-objecten omschreven als woningen dienend tot hoofdverblijf (WOZ-objectcode 10) en woningen met praktijkruimte (WOZ-objectcode 11) met een waarde groter dan nul euro.

De (voorlopig) gemiddelde woningwaarde wordt bepaald met de waardepeildatum van voorgaand jaar, bijv:
- 2015: waardepeildatum 1 januari 2014

Wanneer de woningvoorraad kleiner is dan 20 woningen of het aantal WOZ-objecten kleiner is dan 50 wordt er geen WOZ-waarde opgenomen.
Woningen naar bewoning
Een woning is bewoond als er volgens de Basisregistratie Personen (BRP) op peildatum 1 januari minimaal 1 persoon stond ingeschreven op het bijbehorende adres. Alle overige woningen, die wel voor bewoning beschikbaar zijn, worden beschouwd als onbewoond.
Percentage bewoond
Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal bewoonde woningen is vermeld als percentage van de totale woningvoorraad en wordt alleen vermeld bij minimaal 20 woningen.
Woningen naar eigendom
Informatie over huur- en koopwoningen wordt samengesteld uit een koppeling tussen verschillende bronnen.
Huurwoningen
Woningen die niet bewoond worden door de eigenaar van de woning. Bij woningen waar geen bewoner geregistreerd is, gaat het om woningen waarvan het aannemelijk is dat de woning bestemd is voor de huurmarkt.
In bezit woningcorporatie
Huurwoningen in eigendom van 'toegelaten instellingen volkshuisvesting'. Het betreft het aantal huurwoningen waarvan is vastgesteld dat de eigenaar een toegelaten instelling is. Het betreft niet het aantal sociale huurwoningen, omdat er alleen is vastgesteld wie de eigenaar is en er niet is gekeken naar de hoogte van de huurprijs.
Toegelaten instellingen: woningbouwvereniging, woningstichting, woningcorporatie.
Sociale huurwoningen: woningen met een huur onder de liberalisatiegrens.

Peildatum: 1 januari van het desbetreffende jaar.
Het aantal is vermeld als percentage van het totaal aantal woningen en vermeld bij 20 woningen of meer per buurt en wanneer het aandeel woningen met eigendom onbekend 50 procent of minder bedroeg.

Energie
Gemiddeld elektriciteitsverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor elektriciteit op individuele aansluitingen van particuliere woningen, berekend uit gegevens van de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven. Collectieve verbruiken van bijvoorbeeld liftinstallaties of hal-/galerijverlichting zijn hierbij niet inbegrepen. Het verbruik is exclusief elektriciteit die eventueel in de particuliere woningen zelf wordt opgewekt bijvoorbeeld door zonnepanelen.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen en worden vermeld bij 6 of meer (bewoonde) woningen per woningtype of type eigendom (huur- of koopwoning).
Gemiddeld elektriciteitsverbruik totaal
Het gemiddeld elektriciteitsverbruik voor alle woningtypen samen.
Gemiddeld aardgasverbruik
Het gemiddeld jaarverbruik voor aardgas van particuliere woningen berekend uit gegevens van de aansluitingenregisters van de energienetbedrijven.
De berekening is inclusief woningen die zijn aangesloten op stadsverwarming. Deze woningen hebben een zeer laag of zelfs nulverbuik voor aardgas. Hierdoor valt in gebieden waar stadsverwarming aanwezig is het gemiddeld aardgasverbruik van woningen lager uit dan in gebieden zonder stadsverwarming.

De cijfers zijn afgerond op vijftigtallen en worden vermeld bij 6 of meer (bewoonde) woningen per woningtype of type eigendom (huur- of koopwoning).

Gemiddeld aardgasverbruik totaal
Het gemiddeld aardgasverbruik voor alle woningtypen samen.
Inkomen
Deze tabel geeft informatie over het persoonlijk inkomen van personen in particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen en het inkomen van particuliere huishoudens met een waargenomen inkomen. De gegevens komen uit de Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek (IIVS) met als populatie de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar met het inkomen over het verslagjaar.

De Integrale Inkomens- en Vermogensstatistiek van het CBS is voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van Financiën (de fiscale registers) en de bevolkingsregisters van de Nederlandse gemeenten (Basisregistratie personen). De Basisregistratie personen is een register waarin alle inwoners van een gemeente behoren te zijn ingeschreven. Uitgezonderd zijn:
- Inwoners van Nederland die gebruik maken van uitzonderingsregels die gelden met betrekking tot opneming in de bevolkingsregisters (niet-Nederlandse diplomaten en niet-Nederlandse NAVO militairen). Zij mogen zelf bepalen of zij in de bevolkingsregisters ingeschreven worden of niet.
- Asielzoekers die korter dan zes maanden in de centrale opvang verblijven en nog geen verblijfsvergunning hebben gekregen.
Inkomen van personen
De doelpopulatie bestaat uit personen behorende tot particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.

De inkomensgegevens zijn gebaseerd op het persoonlijk inkomen. Dit omvat de volgende bestanddelen van het bruto-inkomen van een persoon:
- inkomen uit arbeid;
- inkomen uit eigen onderneming;
- uitkering inkomensverzekeringen;
- uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Gemiddeld inkomen per inkomensontvanger 
Het rekenkundig gemiddeld persoonlijk inkomen per persoon op basis van personen met persoonlijk inkomen die deel uitmaken van particuliere huishoudens.
De waarde is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
40% personen met laagste inkomen
Aandeel personen in particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 40% personen met het laagste persoonlijk inkomen.
Personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het persoonlijk inkomen.
De indeling vindt plaats nadat alle personen landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog persoonlijk inkomen. Tot de laagste 40-procent-groep worden de veertig procent personen met het laagste persoonlijk inkomen gerekend.
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 personen met persoonlijk inkomen in particuliere huishoudens per regio.
Inkomen van huishoudens
De doelpopulatie bestaat uit particuliere huishoudens waarvan het inkomen is waargenomen.
20% huishoudens met hoogste inkomen
Aandeel particuliere huishoudens die behoren tot de landelijke 20% huishoudens met het hoogste huishoudensinkomen.
Particuliere huishoudens zijn ingedeeld naar hoogte van het besteedbaar huishoudensinkomen.
De indeling vindt plaats nadat huishoudens landelijk zijn gerangschikt van laag naar hoog besteedbaar huishoudensinkomen. Tot de hoogste 20-procent-groep worden de twintig procent huishoudens met het hoogste besteedbaar inkomen gerekend.
Het percentage is vermeld bij minimaal 100 particuliere huishoudens per regio.

Het besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens bestaat uit het bruto-inkomen verminderd met:
- betaalde inkomensoverdrachten, zoals alimentatie van de ex-echtgeno(o)t(e);
- premies inkomensverzekeringen zoals premies betaald voor sociale verzekeringen, volksverzekeringen en particuliere verzekeringen in verband met werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom en nabestaanden;
- premies ziektekostenverzekeringen;
- belastingen op inkomen en vermogen.
Sociale zekerheid
Deze tabel geeft per gemeente, wijk en buurt inzicht in het aantal personen dat een uitkering ontvangt op grond van arbeidsongeschiktheid, bijstand, werkloosheid en AOW.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)) of twee uitkeringen van verschillende soort (zoals een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld, in het eerste geval slechts één keer (bij de WAO).
Bij de categorie personen met een uitkering (totaal) wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.
Personen per soort uitkering; WW
Personen die een uitkering ontvangen op grond van de Werkloosheidswet (WW).

Werkloosheidswet (WW)
De wet heeft tot doel werknemers te verzekeren tegen de financiële gevolgen van werkloosheid.
De wet voorziet in een uitkering die gerelateerd is aan het laatstverdiende inkomen uit dienstbetrekking.
De duur van de uitkering is afhankelijk van het arbeidsverleden van de verzekerde. Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) beoordeelt of men voor een WW-uitkering in aanmerking komt.

Het betreft voorlopige cijfers.
Bedrijfsvestigingen, SBI 2008
Bedrijfsvestigingen naar activiteit op 1 januari (SBI 2008), exclusief bedrijfsvestigingen in de sectoren overheid, onderwijs en zorg

Deze tabel bevat gegevens over het aantal vestigingen van bedrijven naar economische activiteit, gebaseerd op de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). De vestigingen zijn voorts ingedeeld naar de gemeentelijke indeling per 1 januari van het verslagjaar, naar wijken en naar buurten.

Status van de cijfers:
De cijfers hebben een voorlopig karakter.

Vestiging:
Elke afzonderlijk gelegen ruimte, terrein of complex van ruimten of terreinen, benut door een bedrijf voor uitoefening van de activiteiten. Ieder bedrijf bestaat uit ten minste één vestiging. Meerdere locaties van een bedrijf binnen één postcodegebied worden als één vestiging beschouwd.

Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008):
De Nederlandse hiërarchische indeling van economische activiteiten die door het CBS wordt gebruikt om bedrijfseenheden in te delen naar hun hoofdactiviteit. De SBI 2008 is de versie die vanaf 2008 gebruikt wordt.

In deze tabel is gekozen voor de hoofdactiviteit (SBI) van de vestiging. Niet iedere vestiging van een bedrijf houdt zich bezig met de hoofdactiviteit (SBI) van het bedrijf als geheel. Om te weten welke activiteiten worden uitgevoerd in een regio is de hoofdactiviteit (SBI) van de vestiging gebruikt. In de tabel zijn de vestigingen (naast de totalen) ook naar de volgende zeven sectoren onderverdeeld:
A Landbouw, bosbouw en visserij
B-F Nijverheid en energie
G+I Handel en horeca
H+J Vervoer, informatie en communicatie
K-L Financiële diensten, onroerend goed
M-N Zakelijke dienstverlening
R-U Cultuur, recreatie, overige diensten

De sectoren overheid, onderwijs en zorg zijn niet opgenomen vanwege de onbetrouwbaarheid van deze gegevens.

Het aantal vestigingen is afgerond op een veelvoud van vijf. In geval van afrondingen kan het voorkomen, dat de totalen niet precies overeenstemmen met de som der opgetelde getallen.
In geval de wijk of buurt van het bedrijf onbekend is, wordt dit bedrijf alleen op gemeentelijk niveau meegeteld. De onderverdeling naar sectoren is alleen vermeld bij 20 of meer bedrijven per buurt.
Bedrijfsvestigingen totaal
Het betreft voorlopige cijfers.
Motorvoertuigen
De motorvoertuigen betreffen personenauto's, bedrijfsauto’s en motortweewielers op 1 januari. Aanhangwagens en opleggers zijn niet meegerekend.
De gegevens zijn ontleend aan de Statistiek van de Motorvoertuigen. Deze gegevens zijn gebaseerd op de kentekenregistratie van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). Met behulp van deze registratie zijn tellingen gemaakt van alle voertuigen met actuele, houderschapsplichtige kentekens die op 1 januari in het kentekenbestand voorkomen.
Het aantal geregistreerde motorvoertuigen is inclusief voertuigen van lease- en verhuurbedrijven. Deze motorvoertuigen staan geregistreerd op het adres van het lease- of verhuurbedrijf. De motorvoertuigen die staan ingeschreven op postbusadressen zijn niet meegeteld bij de aantallen van de wijken en buurten, maar wel in de gemeentelijke totalen. De wijken en buurten tellen daarom niet altijd op tot gemeenten. De gemeentelijke totalen komen overeen met de Regionale Kerncijfers Nederland.
Personenauto's
Personenauto's per huishouden
Het aantal personenauto's per (particulier) huishouden op 1 januari. De personenauto's worden regionaal ingedeeld met behulp van de kentekenregistratie. Personenauto's die geregistreerd staan op het adres van het lease- of verhuurbedrijf vertekenen daarom de autodichtheid per huishouden.
Het aantal personenauto's per huishouden is vermeld bij minimaal 50 huishoudens en bij een waarde van maximaal 2,5 personenauto’s per huishouden.
Nabijheid voorzieningen
Locatie die bezocht kan worden door personen. De locatie sluit aan bij het gebruik in het dagelijks leven.

De afstand tot een voorziening is berekend over verharde, door auto's te gebruiken wegen, dus niet over fiets- en voetpaden. Overtochten via veerboten zijn hierbij inbegrepen. Er wordt geen rekening gehouden met éénrichtingsverkeer en overige inrijverboden van toegangswegen tot rijks- of provinciale wegen.

Basisonderwijs
Het basisonderwijs omvat naast de reguliere basisscholen ook de scholen voor kinderen van mensen zonder vaste woon- of verblijfplaats, de zogenaamde rijdende scholen en de ligplaatsscholen voor varende kleuters. Het speciaal basisonderwijs en de speciale scholen zijn niet meegenomen.

De cijfers vermeld bij het jaar:
- 2015 betreffen schooljaar 2014/'15;
.
De cijfers zijn gebaseerd op het adressenbestand van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met vestigingen van basisscholen. Als bekend is dat er onderwijs gevolgd kan worden op een dependance en dit een effect heeft van meer dan 500 meter op de berekende gemiddelde afstand, zijn deze gegevens van de buurten en wijken aanvullend geheim gemaakt.
Afstand tot school
De gemiddelde afstand van alle inwoners in een gebied tot de dichtstbijzijnde school, berekend over de weg.

De gemiddelde afstand is opgenomen wanneer van 90 procent of meer van de inwoners in de buurt de exacte ligging (x,y-coördinaat) van het adres kon worden vastgesteld. Daarnaast geldt dat het gemiddelde alleen is vermeld bij minimaal 10 inwoners per buurt.
Oppervlakte
Voor de bepaling van oppervlaktecijfers is voor de gemeentegrenzen gebruik gemaakt van het digitale gemeentegrenzenbestand van het Kadaster en voor de wijk- en buurtgrenzen binnen de gemeenten van het digitale wijk- en buurtgrenzenbestand van het CBS.
Het bestand Burgerlijke gemeentegrenzen van het Kadaster wordt gebruikt als basis voor de gemeentegrenzen.
Vanwege kleine grensverschillen tussen beide gemeentegrenzen-bestanden zullen daarom kleine afwijkingen in oppervlakte voor bijna alle gemeenten gerapporteerd worden, ook voor gemeenten waarvan de gemeentegrenzen niet officieel gewijzigd zijn.
Met totale oppervlakte per gemeente wordt de oppervlakte inclusief het gemeentelijk ingedeeld buitenwater bedoeld. Bij oppervlaktecijfers over wijken en buurten is de oppervlakte land en water opgenomen exclusief buitenwater. Door dit laatste kan de optelling van de wijken of buurten verschillen met de gepubliceerde totalen per gemeente. Deze verschillen doen zich vooral voor bij kustgemeenten.
Oppervlakte land
De oppervlakte land is bepaald door het meest recente digitale bestand Bodemgebruik te combineren met het digitale bestand van gemeente-, wijk- en buurtgrenzen.
Voor het jaar 2015 is uitgegaan van het bestand Bodemgebruik 2010.

De oppervlakte land wordt uitgedrukt in hele hectaren (ha.).
Stedelijkheid
Mate van stedelijkheid
Op grond van de omgevingsadressendichtheid is aan iedere buurt, wijk of gemeente een stedelijkheidsklasse toegekend. De volgende klassenindeling is gehanteerd:
1: zeer sterk stedelijk >= 2 500 adressen per km²
2: sterk stedelijk 1 500 - 2 500 adressen per km²
3: matig stedelijk 1 000 - 1 500 adressen per km²
4: weinig stedelijk 500 - 1 000 adressen per km²
5: niet stedelijk < 500 adressen per km²