Zelfstandigen; inkomen, vermogen, kenmerken, bedrijfstakken, 2007-2015

Zelfstandigen; inkomen, vermogen, kenmerken, bedrijfstakken, 2007-2015

Type zelfstandige Persoonskenmerken Bedrijfstakken/branches (SBI 2008) Perioden Zelfstandige, voornaamste inkomen Personen (x 1 000) Zelfstandige, voornaamste inkomen Personen met bedrijfsvermogen (x 1 000) Zelfstandige, voornaamste inkomen Gemiddeld persoonlijk inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Mediaan persoonlijk inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Gemiddeld inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Mediaan inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Mediaan gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Mediaan vermogen huishoudens (1 000 euro) Zelfstandige, voornaamste inkomen Mediaan bedrijfsvermogen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Personen (x 1 000) Zelfstandige, alle inkomens Personen met bedrijfsvermogen (x 1 000) Zelfstandige, alle inkomens Gemiddeld persoonlijk inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Mediaan persoonlijk inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Gemiddeld inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Mediaan inkomen als zelfstandige (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Mediaan gestandaardiseerd inkomen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Mediaan vermogen huishoudens (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomens Mediaan bedrijfsvermogen (1 000 euro) Zelfstandige, alle inkomensbronnen (x 1 000)
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep A-U Alle economische activiteiten 2015* 83,1 61,2 1,6 5,2 1,5 4,0 0,6 5,3 6,6 3,3 112,1 70,4 3,2 6,4 0,1 2,3 1,6 6,0 3,7 3,1 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep A Landbouw, bosbouw en visserij 2015* 6,8 6,5 -19,9 -4,5 -16,1 -4,1 -15,0 -0,8 434,1 240,8 8,3 8,0 -19,0 -3,0 -20,1 -6,3 -15,1 -0,3 440,4 241,8 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep B-F Nijverheid en energie 2015* 9,3 7,5 5,8 7,5 5,8 6,6 3,6 6,5 3,1 2,8 10,2 8,0 6,1 7,8 4,6 6,0 3,6 6,6 3,1 2,8 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep B-E Nijverheid (geen bouw) en energie 2015* 2,8 2,4 2,3 4,9 2,9 4,2 1,1 5,3 11,4 3,6 3,2 2,7 2,8 5,4 1,0 3,4 1,2 5,5 10,4 3,6 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep B Delfstoffenwinning 2015* 0,0 . . . . . . . . . 0,0 . . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep C Industrie 2015* 2,7 2,4 2,9 4,9 3,1 4,2 1,8 5,4 11,2 3,3 3,0 2,6 3,6 5,4 2,0 3,5 2,3 5,6 9,9 3,3 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep D Energievoorziening 2015* 0,0 0,0 . . . . . . . . 0,1 0,0 . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep E Waterbedrijven en afvalbeheer 2015* 0,1 0,0 . . . . . . . . 0,1 0,0 . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep F Bouwnijverheid 2015* 6,5 5,0 7,3 8,6 7,1 7,7 4,7 6,9 2,0 2,5 7,0 5,3 7,5 8,8 6,2 7,1 4,7 7,0 2,0 2,5 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep G-N Commerciële dienstverlening 2015* 40,6 33,1 1,5 4,9 1,1 3,6 -0,1 4,8 6,4 2,9 50,0 37,9 2,7 5,8 -0,2 2,5 0,6 5,4 4,3 2,7 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep G-I Handel, vervoer en horeca 2015* 22,5 19,5 -2,8 3,0 -3,2 2,0 -1,8 4,0 6,0 2,5 26,4 22,1 -1,9 3,7 -4,6 1,0 -1,5 4,4 5,2 2,4 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep G Handel 2015* 15,8 13,8 -4,4 2,3 -4,7 1,2 -3,0 3,5 8,9 3,0 18,6 15,8 -3,1 3,1 -5,9 0,4 -2,4 4,0 7,5 2,9 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep H Vervoer en opslag 2015* 2,0 1,5 0,5 6,0 0,2 4,7 0,1 5,7 1,2 2,6 2,4 1,7 1,3 6,6 -1,3 3,4 0,5 6,2 1,1 2,5 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep I Horeca 2015* 4,8 4,2 0,8 4,0 0,2 3,1 1,1 4,7 1,7 0,4 5,4 4,6 1,1 4,6 -1,5 2,3 0,8 4,9 1,5 0,4 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep J Informatie en communicatie 2015* 3,1 2,3 6,2 6,4 5,4 4,9 4,3 6,2 5,0 2,8 4,3 2,8 7,1 7,0 4,1 3,5 5,2 6,8 2,0 2,3 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep K Financiële dienstverlening 2015* 1,0 0,7 19,3 13,3 19,6 12,9 -6,6 3,9 95,2 96,8 1,2 0,8 20,2 14,2 17,0 11,6 -7,4 4,3 100,6 106,0 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep L Verhuur en handel van onroerend goed 2015* 0,6 0,5 0,6 4,8 2,1 4,2 -5,6 3,7 72,4 7,4 0,8 0,6 1,8 6,0 -1,1 2,8 -5,2 3,9 78,2 11,1 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep M-N Zakelijke dienstverlening 2015* 13,3 10,1 6,6 6,8 5,9 5,1 2,7 5,8 5,9 2,9 17,3 11,6 7,5 7,5 4,3 3,8 3,5 6,4 3,2 2,6 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep M Specialistische zakelijke diensten 2015* 10,4 8,0 6,8 6,8 6,2 5,1 2,3 5,7 8,8 3,1 13,6 9,3 7,6 7,5 4,4 3,8 3,1 6,3 4,1 2,8 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep N Verhuur en overige zakelijke diensten 2015* 2,9 2,1 5,5 6,8 5,1 5,2 4,0 6,2 1,8 2,0 3,7 2,3 6,8 7,7 3,9 3,9 4,9 6,9 1,6 2,0 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep O-U Niet-commerciële dienstverlening 2015* 18,2 13,0 6,2 6,8 5,2 5,0 5,1 7,0 4,0 1,9 27,5 15,0 7,3 7,6 3,6 2,7 6,0 7,5 2,2 1,8 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep O-Q Overheid en zorg 2015* 7,1 4,5 6,8 7,1 6,0 5,2 4,8 7,0 5,8 2,1 13,3 5,2 8,1 8,0 3,7 2,2 6,1 7,7 2,3 1,9 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep O Openbaar bestuur en overheidsdiensten 2015* 0,0 0,0 . . . . . . . . 0,2 0,0 9,0 7,9 1,4 0,2 7,8 8,1 3,5 . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep P Onderwijs 2015* 2,9 2,1 6,4 7,2 5,3 5,2 5,2 7,1 5,2 2,2 5,4 2,4 7,3 7,3 3,2 2,1 6,0 7,1 2,4 2,0 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep Q Gezondheids- en welzijnszorg 2015* 4,2 2,4 7,0 7,1 6,5 5,2 4,5 6,9 6,1 2,0 7,7 2,8 8,6 8,7 4,1 2,4 6,2 8,0 2,1 1,9 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep R-U Cultuur, recreatie, overige diensten 2015* 11,1 8,5 5,8 6,6 4,6 4,8 5,4 6,9 3,2 1,8 14,2 9,8 6,6 7,2 3,5 3,4 5,8 7,3 2,2 1,7 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep R Cultuur, sport en recreatie 2015* 5,9 4,5 6,2 7,1 4,7 4,9 5,8 7,4 5,0 2,5 8,3 5,4 7,0 7,6 3,4 3,1 6,2 7,6 2,4 2,2 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep S Overige dienstverlening 2015* 5,2 4,0 5,4 6,2 4,5 4,7 4,9 6,5 1,8 1,1 5,9 4,4 6,2 6,8 3,7 3,8 5,2 6,8 1,8 1,1 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep T Huishoudens 2015* 0,0 0,0 . . . . . . . . 0,0 0,0 . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep U Extraterritoriale organisaties 2015* 0,0 . . . . . . . . . 0,0 . . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep 5812 Databanken 2015* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 1e 10%-groep SBI-code onbekend 2015* 8,3 1,0 5,2 4,3 5,2 3,8 3,0 5,2 1,4 2,4 16,2 1,4 7,2 6,8 2,8 1,4 4,6 6,6 0,8 2,5 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep A-U Alle economische activiteiten 2015* 34,5 26,0 12,6 13,4 11,3 11,2 13,0 12,8 9,1 4,5 54,4 32,7 14,6 15,7 7,5 5,2 13,8 14,4 5,8 3,8 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep A Landbouw, bosbouw en visserij 2015* 1,9 1,8 8,4 8,8 7,7 7,0 11,6 11,2 342,6 159,9 2,5 2,4 10,2 10,5 4,6 3,9 12,2 12,0 342,7 170,3 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep B-F Nijverheid en energie 2015* 5,0 4,2 14,0 15,1 13,4 14,2 13,2 13,1 6,1 4,1 5,8 4,7 14,8 15,9 11,6 12,3 13,4 13,5 5,8 3,8 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep B-E Nijverheid (geen bouw) en energie 2015* 1,2 1,1 12,0 12,1 11,2 10,6 12,6 12,5 18,1 5,9 1,5 1,3 13,4 14,3 8,9 7,7 13,2 13,0 13,9 5,1 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep B Delfstoffenwinning 2015* 0,0 0,0 . . . . . . . . 0,0 0,0 . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep C Industrie 2015* 1,2 1,0 12,0 12,1 11,2 10,6 12,7 12,5 18,2 5,7 1,5 1,3 13,3 14,3 9,1 7,7 13,1 13,0 14,2 4,9 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep D Energievoorziening 2015* 0,0 0,0 . . . . . . . . 0,0 0,0 . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep E Waterbedrijven en afvalbeheer 2015* 0,0 0,0 . . . . . . . . 0,0 0,0 . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep F Bouwnijverheid 2015* 3,8 3,1 14,7 15,8 14,1 15,0 13,3 13,3 4,5 3,7 4,3 3,4 15,3 16,3 12,6 13,6 13,5 13,9 4,3 3,5 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep G-N Commerciële dienstverlening 2015* 16,0 13,2 12,8 13,2 11,6 11,3 12,8 12,6 11,7 4,9 22,4 16,6 14,5 15,3 8,4 6,7 13,5 13,4 7,6 4,1 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep G-I Handel, vervoer en horeca 2015* 8,6 7,4 11,1 11,2 9,9 9,7 12,2 11,8 12,6 5,5 11,3 9,1 12,7 13,6 7,4 6,3 12,8 12,5 10,1 4,9 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep G Handel 2015* 5,5 4,9 10,6 10,4 9,4 9,0 12,1 11,6 17,6 6,5 7,4 6,2 12,4 13,2 6,7 5,0 12,7 12,4 13,3 5,5 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep H Vervoer en opslag 2015* 1,0 0,8 13,0 14,4 11,8 12,6 12,9 12,8 4,7 4,2 1,3 0,9 14,2 15,4 8,7 8,1 13,4 13,4 3,8 4,1 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep I Horeca 2015* 2,1 1,8 11,4 11,9 10,3 10,0 12,3 11,9 9,8 3,6 2,5 2,0 12,6 13,5 8,6 8,2 12,6 12,3 8,6 3,4 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep J Informatie en communicatie 2015* 1,2 1,0 14,2 14,9 12,7 12,9 14,0 14,7 7,4 4,4 2,0 1,3 15,8 16,3 8,6 6,3 14,5 15,2 3,9 3,2 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep K Financiële dienstverlening 2015* 0,5 0,3 23,7 21,7 22,6 20,7 13,4 13,5 60,8 43,2 0,6 0,4 23,8 21,2 19,2 17,7 13,6 14,3 65,8 45,8 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep L Verhuur en handel van onroerend goed 2015* 0,2 0,2 15,5 14,9 14,1 13,1 12,7 12,1 88,6 14,1 0,3 0,2 17,2 16,9 9,5 6,9 13,6 13,5 70,1 8,9 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep M-N Zakelijke dienstverlening 2015* 5,5 4,4 14,1 14,5 12,9 12,8 13,5 13,4 9,6 4,0 8,3 5,6 15,9 16,3 8,9 6,8 14,1 14,8 5,2 3,2 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep M Specialistische zakelijke diensten 2015* 4,1 3,3 14,4 14,7 13,1 12,9 13,6 13,8 14,2 4,4 6,0 4,3 16,1 16,4 9,2 7,3 14,2 14,8 6,6 3,3 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep N Verhuur en overige zakelijke diensten 2015* 1,4 1,1 13,3 13,8 12,1 12,4 13,1 12,9 4,0 2,8 2,3 1,3 15,3 16,0 8,1 5,4 13,9 14,6 3,2 2,7 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep O-U Niet-commerciële dienstverlening 2015* 8,6 6,4 12,7 13,6 10,8 10,7 13,6 13,6 6,4 2,5 15,3 8,4 15,1 15,9 6,7 4,4 14,4 15,0 4,3 2,2 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep O-Q Overheid en zorg 2015* 3,6 2,3 13,2 14,0 11,5 11,0 13,7 14,0 7,0 2,9 8,1 3,0 16,0 16,6 6,2 3,2 14,6 15,2 4,1 2,2 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep O Openbaar bestuur en overheidsdiensten 2015* 0,0 0,0 . . . . . . . . 0,2 0,0 17,5 18,1 0,8 0,2 15,7 16,1 7,4 . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep P Onderwijs 2015* 1,4 1,1 13,2 14,4 11,2 11,5 13,9 14,6 8,3 2,8 2,6 1,5 15,5 16,2 6,8 4,5 14,5 15,2 5,5 2,3 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep Q Gezondheids- en welzijnszorg 2015* 2,2 1,2 13,3 13,7 11,8 10,5 13,6 13,5 6,1 2,9 5,3 1,6 16,1 16,7 6,0 3,0 14,6 15,1 3,5 2,1 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep R-U Cultuur, recreatie, overige diensten 2015* 4,9 4,1 12,2 13,4 10,3 10,5 13,6 13,5 5,9 2,4 7,3 5,3 14,2 15,3 7,3 6,2 14,2 14,8 4,5 2,2 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep R Cultuur, sport en recreatie 2015* 2,5 2,1 13,1 14,4 10,8 11,4 14,2 14,8 7,2 3,0 3,9 2,8 14,8 15,8 7,3 6,2 14,6 15,2 4,3 2,5 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep S Overige dienstverlening 2015* 2,4 2,0 11,4 12,0 9,8 9,6 13,0 12,7 5,2 1,7 3,4 2,5 13,4 14,4 7,3 6,2 13,7 13,6 4,7 1,6 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep T Huishoudens 2015* 0,0 . . . . . . . . . 0,0 . . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep U Extraterritoriale organisaties 2015* 0,0 . . . . . . . . . 0,0 . . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep 5812 Databanken 2015* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 2e 10%-groep SBI-code onbekend 2015* 3,0 0,4 11,5 11,5 10,4 10,0 12,7 12,4 0,9 4,0 8,4 0,7 15,5 16,8 4,7 1,9 14,2 14,8 1,6 2,6 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep A-U Alle economische activiteiten 2015* 41,7 32,0 15,1 15,3 13,8 13,5 15,9 15,4 13,4 5,5 67,4 41,0 17,7 18,6 9,2 5,6 16,7 16,2 10,1 4,7 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep A Landbouw, bosbouw en visserij 2015* 2,3 2,2 11,8 11,2 10,8 9,5 14,7 14,4 336,1 151,2 3,2 3,0 13,5 13,7 7,3 5,7 15,3 15,0 351,1 161,2 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep B-F Nijverheid en energie 2015* 6,8 5,9 17,4 19,3 16,9 18,7 16,2 15,6 9,0 4,9 8,0 6,7 18,3 20,0 14,6 15,6 16,4 15,9 9,0 4,7 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep B-E Nijverheid (geen bouw) en energie 2015* 1,5 1,3 14,8 14,5 14,2 13,3 15,6 15,0 24,0 6,9 1,9 1,7 16,6 17,3 11,2 9,3 16,2 15,6 22,8 6,5 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep B Delfstoffenwinning 2015* 0,0 . . . . . . . . . 0,0 . . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep C Industrie 2015* 1,5 1,3 14,8 14,6 14,2 13,3 15,7 15,1 24,9 6,9 1,9 1,6 16,6 17,3 11,3 9,3 16,2 15,6 22,8 6,5 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep D Energievoorziening 2015* 0,0 0,0 . . . . . . . . 0,0 0,0 . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep E Waterbedrijven en afvalbeheer 2015* 0,0 0,0 . . . . . . . . 0,0 0,0 . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep F Bouwnijverheid 2015* 5,3 4,5 18,1 20,0 17,7 19,7 16,4 15,8 7,2 4,5 6,1 5,0 18,8 20,4 15,7 17,5 16,5 16,0 7,1 4,4 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep G-N Commerciële dienstverlening 2015* 19,5 16,2 15,6 15,6 14,3 13,9 15,8 15,3 15,8 6,0 27,9 20,8 17,7 18,4 10,4 7,5 16,5 16,0 12,0 4,9 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep G-I Handel, vervoer en horeca 2015* 10,5 9,1 13,6 12,9 12,3 11,4 15,1 14,7 16,4 6,3 14,0 11,3 15,5 15,8 9,3 7,3 15,7 15,3 14,8 5,6 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep G Handel 2015* 6,7 5,9 12,8 11,7 11,4 10,0 14,9 14,6 25,7 7,1 9,1 7,6 15,0 15,0 8,3 5,7 15,6 15,2 22,0 6,1 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep H Vervoer en opslag 2015* 1,3 1,1 16,5 17,9 15,3 16,9 16,1 15,6 5,7 5,0 1,8 1,2 17,4 18,8 11,9 11,1 16,5 16,1 5,8 5,0 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep I Horeca 2015* 2,5 2,2 14,3 13,8 13,0 12,3 15,2 14,6 11,2 5,6 3,0 2,5 15,6 15,9 10,7 9,7 15,6 15,1 10,3 5,2 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep J Informatie en communicatie 2015* 1,5 1,2 17,0 18,4 16,0 17,1 17,1 16,5 8,8 5,7 2,4 1,6 19,3 20,8 10,9 6,8 17,6 19,0 4,8 4,2 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep K Financiële dienstverlening 2015* 0,7 0,4 28,8 27,0 27,4 24,5 16,5 16,2 83,9 56,6 0,9 0,5 27,5 25,6 21,7 18,2 17,0 16,5 86,2 54,1 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep L Verhuur en handel van onroerend goed 2015* 0,3 0,2 18,0 16,9 16,2 14,9 16,3 15,7 112,2 9,7 0,4 0,3 20,1 20,1 12,4 9,3 16,9 16,2 100,0 8,9 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep M-N Zakelijke dienstverlening 2015* 6,5 5,2 17,0 18,1 15,8 16,0 16,6 16,0 14,3 4,8 10,2 7,0 19,4 20,3 10,7 7,2 17,3 16,7 9,0 3,7 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep M Specialistische zakelijke diensten 2015* 4,7 3,9 17,6 18,6 16,4 16,7 16,8 16,2 19,3 5,2 7,3 5,3 20,0 20,8 11,2 7,9 17,4 18,7 11,6 3,8 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep N Verhuur en overige zakelijke diensten 2015* 1,8 1,4 15,5 16,1 14,2 14,0 16,1 15,6 6,4 3,8 2,9 1,7 17,9 19,0 9,3 5,4 16,8 16,2 4,8 3,3 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep O-U Niet-commerciële dienstverlening 2015* 9,8 7,2 14,3 14,9 12,7 12,2 16,4 15,8 9,6 3,2 18,2 9,7 17,9 18,8 7,8 4,3 17,3 16,7 7,2 2,7 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep O-Q Overheid en zorg 2015* 4,3 2,5 14,2 14,3 12,7 11,7 16,3 15,7 9,3 3,6 10,0 3,6 18,6 19,3 6,8 3,1 17,5 16,7 6,7 2,9 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep O Openbaar bestuur en overheidsdiensten 2015* 0,0 . . . . . . . . . 0,3 0,0 20,8 21,4 0,6 0,2 18,5 19,4 13,8 . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep P Onderwijs 2015* 1,5 1,2 15,4 17,3 13,5 13,8 16,9 16,3 13,5 3,8 2,9 1,7 19,3 20,5 8,1 4,6 17,8 19,2 8,6 3,3 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep Q Gezondheids- en welzijnszorg 2015* 2,8 1,3 13,6 12,8 12,4 10,2 16,0 15,5 7,6 3,3 6,8 1,9 18,2 18,6 6,5 3,0 17,3 16,5 5,8 2,6 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep R-U Cultuur, recreatie, overige diensten 2015* 5,5 4,6 14,3 15,3 12,6 12,7 16,5 15,9 9,8 3,0 8,3 6,1 17,1 18,2 9,0 6,7 17,2 16,6 8,2 2,7 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep R Cultuur, sport en recreatie 2015* 2,6 2,2 15,8 17,7 13,9 15,0 17,4 17,2 10,7 3,8 4,2 3,0 18,6 20,1 9,3 7,1 18,0 19,2 7,2 3,1 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep S Overige dienstverlening 2015* 2,9 2,5 13,0 13,3 11,5 11,1 15,7 15,1 9,4 2,4 4,1 3,1 15,5 16,2 8,6 6,4 16,4 15,8 9,4 2,1 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep T Huishoudens 2015* 0,0 . . . . . . . . . 0,0 . . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep U Extraterritoriale organisaties 2015* 0,0 . . . . . . . . . 0,0 . . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep 5812 Databanken 2015* . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 3e 10%-groep SBI-code onbekend 2015* 3,3 0,6 11,7 9,4 10,4 7,7 14,9 14,7 2,7 4,8 10,1 0,8 18,2 18,8 4,6 1,7 16,9 16,3 4,6 3,8 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep A-U Alle economische activiteiten 2015* 53,6 41,1 17,6 17,0 16,4 15,1 18,6 18,0 18,7 6,7 86,2 52,3 20,3 20,6 11,0 6,1 19,3 18,6 17,6 5,8 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep A Landbouw, bosbouw en visserij 2015* 3,1 2,9 14,5 13,1 13,2 11,3 17,5 17,2 356,8 150,8 4,1 3,9 16,4 15,9 9,6 7,6 18,0 17,8 381,2 159,2 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep B-F Nijverheid en energie 2015* 9,1 8,0 21,1 23,1 20,8 22,8 18,9 18,3 11,7 5,7 10,8 9,1 21,9 23,6 18,0 19,2 19,1 18,5 13,2 5,5 .
Zelfstandige Gestandaardiseerd inkomen: 4e 10%-groep B-E Nijverheid (geen bouw) en energie 2015* 1,9 1,7 19,0 18,0 18,1 16,3 18,5 18,0 32,9 9,0 2,4 2,1 20,5 20,6 14,5 11,3 19,0 18,4 34,1 7,9 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over het inkomen en vermogen van zelfstandigen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds de personen voor wie het voornaamste inkomen wordt gegenereerd uit werkzaamheden als zelfstandige, en anderzijds alle personen met inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige. Ook wordt het aantal soorten inkomensbronnen van zelfstandigen gerapporteerd. De groepen worden onderscheiden naar type zelfstandige, bedrijfstak, geslacht, leeftijd, migratieachtergrond, positie in het huishouden, aantal personen met inkomen in het huishouden, en inkomens- en vermogensgroepen.

Peildatum van het vermogen is 1 januari van het verslagjaar, voor de jaargangen vanaf 2011. Voor de oudere jaargangen 2007 t/m 2010 is dit 1 januari van het jaar volgend op het onderzoeksjaar.

Voor het bepalen van de SBI van zelfstandigen wordt gebruik gemaakt van het Algemeen Bedrijvenregister (ABR). Het ABR heeft in de periode 2007-2011 met diverse trendbreuken te maken gehad. Dit leidt in deze tabel tot een forse daling van het aantal zelfstandigen in de financiële dienstverlening (K) in 2010. Bij het vergelijken van de cijfers naar SBI is daarom voorzichtigheid geboden.

Gegevens beschikbaar van 2007 tot en met 2015

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn voorlopig.

Wijzigingen per 20 februari 2018:
Deze tabel is stopgezet.

Wijzigingen per 7 maart 2017:
De cijfers over de Zelfstandige alle inkomens voor de bedrijfstakken met samengestelde lettercodes (samentellingen) waren voor alle jaren onjuist berekend. Het betreft de samentellingen B-F Nijverheid en energie, G-N Commerciële dienstverlening, O-U Niet-commerciële dienstverlening, B-E Nijverheid (geen bouw) en energie, G-I Handel, vervoer en horeca, M-N Zakelijke dienstverlening, O-Q Overheid en zorg, R-U Cultuur, recreatie, overige diensten. Dit is in deze versie hersteld.

Wijzigingen per 8 februari 2017:
De onderwerpen Personen met bedrijfsvermogen en Mediaan bedrijfsvermogen zijn toegevoegd. Naast de gemiddelde inkomens zijn nu ook mediane inkomens beschikbaar. Gegevens over de jaren 2007 t/m 2010 en 2015 zijn toegevoegd.
Vanaf het jaar 2011 is een algehele herziening van de inkomensstatistiek doorgevoerd. Wegens diverse wijzigingen in de methodiek leidt dit over de hele linie tot een trendbreuk met voorgaande jaren.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing

Toelichting onderwerpen

Zelfstandige, voornaamste inkomen
Alle personen waarbij het inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige de voornaamste inkomensbron is.
Personen
Alle personen waarbij het inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige de voornaamste inkomensbron is.
Personen met bedrijfsvermogen
Het aantal zelfstandigen in een huishouden waarvan tenminste één van de leden ondernemingsvermogen of aanmerkelijk belang heeft.
Gemiddeld persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Mediaan persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag). Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Gemiddeld inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid.
Mediaan inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid. Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden toegekend.
Mediaan gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden toegekend.
Mediaan vermogen huishoudens
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. De bezittingen bestaan vooral uit banktegoeden, effecten, onroerend goed (waaronder de eigen woning) en ondernemingsvermogen. De schulden omvatten onder meer de schuld ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet. Het mediane vermogen is het bedrag waarvoor geldt dat 50% van de populatie een lager of even groot vermogen heeft.
Mediaan bedrijfsvermogen
Bedrijfsvermogen van het huishouden is de som van het aanmerkelijk belang van dga’s en het ondernemingsvermogen van zelfstandig ondernemers.
Zelfstandige, alle inkomens
Het aantal inkomensbronnen die personen hebben uit werkzaamheden als zelfstandige, ongeacht de hoogte van het inkomen. Wanneer er sprake is van meerdere soorten inkomensbronnen per persoon - iemand is bijvoorbeeld zowel zelfstandig ondernemer als dga - dan wordt deze persoon bij elke categorie één keer meegeteld. Elke persoon kan volgens deze definitie maximaal vier soorten inkomensbron als zelfstandige hebben. Wanneer iemand bijvoorbeeld een ondernemer is met twee eigen bedrijven, dan telt dit als één type inkomensbron als zelfstandige.
Personen
Alle personen die inkomen uit werkzaamheden als zelfstandige hebben, ongeacht de hoogte van het inkomen. Zowel hoofdinkomen als neveninkomens worden hier meegerekend.
Personen met bedrijfsvermogen
Het aantal zelfstandigen in een huishouden waarvan tenminste één van de leden ondernemingsvermogen of aanmerkelijk belang heeft.
Gemiddeld persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag).
Mediaan persoonlijk inkomen
Het persoonlijk inkomen omvat inkomen uit arbeid, inkomen uit eigen onderneming, uitkering inkomensverzekeringen en uitkering sociale voorzieningen (met uitzondering van kinderbijslag). Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Gemiddeld inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid.
Mediaan inkomen als zelfstandige
Het inkomen als zelfstandige omvat inkomen uit eigen onderneming, loon directeuren en overige inkomsten uit arbeid. Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de inkomens van alle personen van laag naar hoog worden gerangschikt.
Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden toegekend.
Mediaan gestandaardiseerd inkomen
Het gestandaardiseerd inkomen is het besteedbaar inkomen gecorrigeerd voor verschillen in grootte en samenstelling van het huishouden. Deze correctie vindt plaats met behulp van zogenoemde equivalentiefactoren. In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de welvaartsniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt. Omdat welvaart door individuen ervaren wordt, wordt het gestandaardiseerde inkomen aan elk van de leden van het huishouden toegekend.
Mediaan vermogen huishoudens
Vermogen is het saldo van bezittingen en schulden. De bezittingen bestaan vooral uit banktegoeden, effecten, onroerend goed (waaronder de eigen woning) en ondernemingsvermogen. De schulden omvatten onder meer de schuld ten behoeve van een eigen woning en consumptief krediet. Het mediane vermogen is het bedrag waarvoor geldt dat 50% van de populatie een lager of even groot vermogen heeft.
Mediaan bedrijfsvermogen
Bedrijfsvermogen van het huishouden is de som van het aanmerkelijk belang van dga’s en het ondernemingsvermogen van zelfstandig ondernemers.
Zelfstandige, alle inkomensbronnen
Het aantal inkomensbronnen die personen hebben uit werkzaamheden als zelfstandige, ongeacht de hoogte van het inkomen. Wanneer er sprake is van meerdere soorten inkomensbronnen per persoon - iemand is bijvoorbeeld zowel zelfstandig ondernemer als dga - dan wordt deze persoon bij elke categorie één keer meegeteld. Elke persoon kan volgens deze definitie maximaal vier soorten inkomensbron als zelfstandige hebben. Wanneer iemand bijvoorbeeld een ondernemer is met twee eigen bedrijven, dan telt dit als één type inkomensbron als zelfstandige.