Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2015

Personen met een uitkering; soort uitkering, wijken en buurten 2015

Perioden Wijken en buurten Regioaanduiding Gemeentenaam (naam) Regioaanduiding Soort regio (omschrijving) Regioaanduiding Codering (code) Regioaanduiding Indelingswijziging wijken en buurten (code) Personen per soort uitkering Werkloosheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Bijstandsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering Arbeidsongeschiktheidsuitkering (aantal) Personen per soort uitkering AOW-uitkering (aantal) Personen per soort uitkering, relatief Werkloosheidsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief Bijstandsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief Arbeidsongeschiktheidsuitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Personen per soort uitkering, relatief AOW-uitkering (% van het aantal inwoners vanaf 15 jaar) Inwoners Inwoners vanaf 15 jaar (aantal) Inwoners Inwoners vanaf 15 jr tot AOW-leeftijd (aantal) Inwoners Inwoners vanaf de AOW-leeftijd (aantal)
2015 maart Totaal NL00 389.040 441.870 772.160 3.300.310
2015 juni Totaal NL00 376.810 442.370 764.850 3.323.890
2015 september Totaal NL00 362.980 439.990 761.140 3.349.280
2015 december Totaal NL00 393.020 448.660 757.890 3.371.730
2015 maart Nederland NL01 384.160 441.390 748.890 2.964.280 3 3 5 21 14.091.870 11.119.760 2.972.110
2015 juni Nederland NL01 371.410 441.930 741.640 2.986.680 3 3 5 21 14.110.060 11.115.290 2.994.780
2015 september Nederland NL01 358.210 439.500 738.040 3.009.030 3 3 5 21 14.150.290 11.132.980 3.017.320
2015 december Nederland NL01 386.200 448.200 734.830 3.028.890 3 3 5 21 14.175.430 11.138.180 3.037.240
2015 maart Buitenland NL98 4.890 490 23.270 336.020
2015 juni Buitenland NL98 5.400 450 23.210 337.210
2015 september Buitenland NL98 4.770 490 23.100 340.250
2015 december Buitenland NL98 6.820 460 23.060 342.840
2015 maart Appingedam Appingedam Gemeente GM0003 . 350 470 710 2.710 3 5 7 27 10.120 7.410 2.710
2015 juni Appingedam Appingedam Gemeente GM0003 . 340 480 710 2.710 3 5 7 27 10.120 7.410 2.720
2015 september Appingedam Appingedam Gemeente GM0003 . 310 470 710 2.750 3 5 7 27 10.150 7.390 2.760
2015 december Appingedam Appingedam Gemeente GM0003 . 340 490 710 2.780 3 5 7 27 10.180 7.390 2.790
2015 maart Wijk 00 Appingedam Wijk WK000300 1 350 470 710 2.710 3 5 7 27 10.120 7.410 2.710
2015 juni Wijk 00 Appingedam Wijk WK000300 1 340 480 710 2.710 3 5 7 27 10.120 7.410 2.720
2015 september Wijk 00 Appingedam Wijk WK000300 1 310 470 710 2.750 3 5 7 27 10.150 7.390 2.760
2015 december Wijk 00 Appingedam Wijk WK000300 1 340 490 710 2.780 3 5 7 27 10.180 7.390 2.790
2015 maart Appingedam-Centrum Appingedam Buurt BU00030000 1 70 80 180 700 3 4 9 34 2.080 1.380 700
2015 juni Appingedam-Centrum Appingedam Buurt BU00030000 1 60 80 180 700 3 4 9 34 2.080 1.380 700
2015 september Appingedam-Centrum Appingedam Buurt BU00030000 1 60 80 180 700 3 4 9 34 2.080 1.380 710
2015 december Appingedam-Centrum Appingedam Buurt BU00030000 1 60 90 180 710 3 4 9 34 2.110 1.400 710
2015 maart Appingedam-West Appingedam Buurt BU00030001 1 80 60 120 570 3 2 5 22 2.550 1.980 570
2015 juni Appingedam-West Appingedam Buurt BU00030001 1 70 70 120 570 3 3 5 22 2.550 1.990 570
2015 september Appingedam-West Appingedam Buurt BU00030001 1 70 60 120 570 3 2 5 22 2.560 1.990 570
2015 december Appingedam-West Appingedam Buurt BU00030001 1 90 60 130 570 3 2 5 22 2.560 1.990 570
2015 maart Appingedam-Oost Appingedam Buurt BU00030002 1 180 320 370 1.370 4 6 8 27 5.020 3.650 1.370
2015 juni Appingedam-Oost Appingedam Buurt BU00030002 1 190 330 370 1.370 4 7 7 27 5.010 3.640 1.380
2015 september Appingedam-Oost Appingedam Buurt BU00030002 1 160 330 370 1.400 3 7 7 28 5.020 3.630 1.400
2015 december Appingedam-Oost Appingedam Buurt BU00030002 1 170 340 370 1.420 3 7 7 28 5.030 3.600 1.430
2015 maart Verspr.h. Damsterdiep en Eemskanaal Appingedam Buurt BU00030007 1 10 0 20 30 4 0 8 11 270 240 30
2015 juni Verspr.h. Damsterdiep en Eemskanaal Appingedam Buurt BU00030007 1 10 0 20 30 3 0 8 11 270 240 30
2015 september Verspr.h. Damsterdiep en Eemskanaal Appingedam Buurt BU00030007 1 10 0 20 30 2 0 9 11 270 240 30
2015 december Verspr.h. Damsterdiep en Eemskanaal Appingedam Buurt BU00030007 1 10 0 20 30 2 0 8 11 270 240 30
2015 maart Verspr.h. ten zuiden van Eemskanaal Appingedam Buurt BU00030008 1 0 0 10 20 4 2 6 19 90 70 20
2015 juni Verspr.h. ten zuiden van Eemskanaal Appingedam Buurt BU00030008 1 0 0 10 20 2 1 6 18 80 70 20
2015 september Verspr.h. ten zuiden van Eemskanaal Appingedam Buurt BU00030008 1 0 0 10 20 5 1 7 19 80 70 20
2015 december Verspr.h. ten zuiden van Eemskanaal Appingedam Buurt BU00030008 1 10 0 10 20 6 1 8 19 90 70 20
2015 maart Verspr.h. ten N. van het Damsterdiep Appingedam Buurt BU00030009 1 0 0 0 30 3 3 3 25 120 90 30
2015 juni Verspr.h. ten N. van het Damsterdiep Appingedam Buurt BU00030009 1 10 0 0 30 4 2 3 24 130 100 30
2015 september Verspr.h. ten N. van het Damsterdiep Appingedam Buurt BU00030009 1 10 0 0 30 6 2 3 23 130 100 30
2015 december Verspr.h. ten N. van het Damsterdiep Appingedam Buurt BU00030009 1 10 0 0 30 6 2 3 24 130 100 30
2015 maart Amsterdam Amsterdam Gemeente GM0363 . 19.380 42.710 36.350 95.510 3 6 5 14 697.990 601.890 96.100
2015 juni Amsterdam Amsterdam Gemeente GM0363 . 19.020 42.360 35.890 96.260 3 6 5 14 699.010 602.140 96.870
2015 september Amsterdam Amsterdam Gemeente GM0363 . 17.870 41.550 35.510 96.880 3 6 5 14 702.650 605.150 97.510
2015 december Amsterdam Amsterdam Gemeente GM0363 . 18.310 41.700 35.140 97.690 3 6 5 14 704.740 606.430 98.320
2015 maart 's-Gravenhage 's-Gravenhage (gemeente) Gemeente GM0518 . 11.920 26.660 23.210 70.330 3 6 6 17 424.530 353.780 70.750
2015 juni 's-Gravenhage 's-Gravenhage (gemeente) Gemeente GM0518 . 11.490 26.790 23.070 70.820 3 6 5 17 424.720 353.460 71.260
2015 september 's-Gravenhage 's-Gravenhage (gemeente) Gemeente GM0518 . 11.120 26.690 22.990 71.240 3 6 5 17 427.020 355.330 71.690
2015 december 's-Gravenhage 's-Gravenhage (gemeente) Gemeente GM0518 . 12.450 27.140 23.020 71.650 3 6 5 17 428.270 356.170 72.100
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft per gemeente, wijk en buurt (indeling 2015), inzicht in het aantal personen met een sociale zekerheidsuitkering. Het betreft de personen met een uitkering voor arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, ouderdom en bijstand.
Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee uitkeringen op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)) of twee uitkeringen van verschillende soort (zoals een uitkering op grond van de Werkloosheidswet en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld, in het eerste geval slechts één keer (bij de WAO).
Bij de categorie personen met een uitkering (totaal) wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.

De cijfers over aantallen personen met een uitkering per buurt, wijk of gemeente kunnen in geringe mate afwijken van elders op StatLine gepubliceerde cijfers, doordat gebruik wordt gemaakt van de meest recente gegevens uit de Basisregistratie Personen (BRP). Omdat verschillende StatLine-tabellen op verschillende momenten geactualiseerd worden, kan het voorkomen dat voor de ene tabel een andere versie van de BRP wordt gebruikt dan voor een andere tabel. De laatst gepubliceerde cijfers zijn in dat geval het meest accuraat.

Gegevens beschikbaar vanaf: maart 2015.

Status van de cijfers:
De cijfers van 2015 zijn definitief.

Wijzigingen per: 16 augustus 2021
Bij de toelichting en definities stond onterecht vermeld dat de cijfers ook betrekking hadden over personen met een bijstandsgerelateerde uitkering. Deze tekst is komen te vervallen.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Regioaanduiding
De gemeenten in Nederland zijn onderverdeeld in wijken en buurten. Buurten vormen het laagste regionale niveau. Wijken zijn optellingen van één of meer aaneengesloten buurten. De gemeente bepaalt zelf de indeling in wijken en buurten. Het CBS coördineert landelijk deze indeling.

Wijk:
Onderdeel van een gemeente waarin een bepaalde vorm van bodemgebruik of bebouwing overheerst. Bijvoorbeeld: industriegebied, woongebied met hoogbouw of laagbouw. Een wijk bestaat uit één of meerdere buurten.

Buurt:
Onderdeel van een gemeente, dat vanuit bebouwingsoogpunt of sociaaleconomische structuur homogeen is afgebakend. Homogeen wil zeggen dat één functie dominant is, bijvoorbeeld woonfunctie (woongebied), werkfunctie (industriegebied) of recreatieve functie (natuurgebied). Functies kunnen echter ook gemengd voorkomen.
Gemeentenaam
De naam van de bestuurlijke gemeente. Deze naam volgt de officiële schrijfwijze.
Soort regio
De gekozen regioaanduiding betreft: Gemeente, Wijk of Buurt.
Codering
Gemeentecode heeft 4 posities, voorafgegaan door ‘GM’.
Wijkcode heeft 6 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2), voorafgegaan door ‘WK’.
Buurtcode heeft 8 posities: gemeentecode (4) + wijkcode (2) + buurtcode (2), voorafgegaan door ‘BU’.
Indelingswijziging wijken en buurten
Deze indicator geeft per wijk en buurt aan of de cijfers uit deze tabel zonder problemen kunnen worden gekoppeld aan en vergeleken met de cijfers van een jaar eerder, of dat er wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling zijn waardoor dit niet kan. Detailinformatie over wijzigingen in de Wijk- en Buurtindeling kan worden verkregen door de wijk- en buurtkaart van twee opeenvolgende jaren met elkaar te vergelijken.

De indicator kent drie mogelijke waarden:
1: De codering en afbakening van deze wijk/buurt is ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Het is wel mogelijk dat een naamswijziging heeft plaatsgevonden. De cijfers kunnen worden gekoppeld en vergeleken met die van het voorgaande jaar.
2: De codering van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. De afbakening is ongewijzigd. Om te kunnen koppelen met cijfers van het voorgaande jaar zal eerst moeten worden achterhaald wat de codering van het voorgaande jaar was. Is de koppeling eenmaal geslaagd dan kunnen de cijfers alsnog met elkaar worden vergeleken.
3: De afbakening van de wijk/buurt is veranderd ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit kan gepaard zijn gegaan met een gewijzigde codering. De cijfers kunnen niet zonder meer worden vergeleken met die van het voorgaande jaar. Verschillen kunnen immers samenhangen met de verandering in de afbakening van de wijk of buurt.

Voor een wijk of buurt wordt alleen een wijziging in de afbakening geconstateerd wanneer een grens circa 5 meter of meer is verlegd. Kleinere grenswijzigingen worden niet als significant beschouwd.
Personen per soort uitkering
Het aantal personen dat een sociale zekerheidsuitkering ontvangt uitgesplitst naar de soort uitkering.
Het gaat hier om werkloosheidsuitkeringen, bijstandsuitkeringen, bijstandsgerelateerde uitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en ouderdomsuitkeringen.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard ook maar één keer geteld.
Werkloosheidsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW).
Bijstandsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Participatiewet (PW).

Participatiewet
De Participatiewet vervangt sinds 1 januari 2015 de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong).

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
AOW-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtige leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW.
Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd.
Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering.
Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2021 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.

Na 2021, tussen 2022 en 2024, kan de AOW-leeftijd geleidelijk oplopen naar 67 jaar. Na 2024 wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.


Personen per soort uitkering, relatief
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidwet, Bijstandswet, Arbeidsongeschiktheidswet en de Algemene Ouderdomswet in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder per regio.
Werkloosheidsuitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Werkloosheidswet (WW) in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Bijstandsuitkering
Het aantal personen dat een bijstandsuitkering in het kader van de Participatiewet (PW) ontvangt in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.

Participatiewet
De Participatiewet vervangt per 1 januari 2015 de WWB, de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en een deel van de Wet Wajong.
De Participatiewet komt vrijwel overeen met de WWB, maar nog sterker wordt de nadruk gelegd op participatie aan het arbeidsproces.
Personen die door lichamelijke, verstandelijke of psychische aandoeningen alleen onder aangepaste omstandigheden kunnen werken vallen vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet en niet meer onder de Wsw.
Ook jonggehandicapten die nog kunnen werken vallen vanaf die datum onder de Participatiewet en niet meer onder de Wet Wajong.
Arbeidsongeschiktheidsuitkering
Het aantal personen dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt in het kader van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ), de Wet werk en Inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) en de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (wet Wajong) in procenten van het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.

Het is mogelijk dat een persoon aanspraak maakt op meer dan één uitkering. Dat kunnen uitkeringen zijn van eenzelfde soort (bijvoorbeeld twee WAO-uitkeringen) of twee uitkeringen van verschillend type (zoals een WW en een bijstandsuitkering). In het laatste geval wordt de persoon bij beide soorten uitkeringen meegeteld. In het eerste geval slechts één keer (bij de WAO). Bij de totaaltellingen wordt de persoon uiteraard maar één keer geteld.
AOW-uitkering
Het aantal personen dat een uitkering ontvangt in het kader van de Algemene ouderdomswet (AOW).

Algemene ouderdomswet (AOW)
De AOW is een algemene, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering die personen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd een inkomen garandeert. In het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel is dit een volksverzekering.
In principe is iedereen die nog niet de AOW-gerechtige leeftijd heeft bereikt en in Nederland woont, verzekerd voor de AOW.
Ook degenen die niet in Nederland wonen, maar in Nederland in dienstbetrekking arbeid verrichten waarover loonbelasting wordt betaald, zijn verzekerd.
Voor perioden die men in het buitenland woont, kan men zich verzekeren tegen verlies van aanspraak op een AOW-uitkering.
Een uitkering kan, binnen het kader van de wet Beperking export uitkeringen (wet BEU), naar het buitenland worden overgemaakt.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2021 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.

Na 2021, tussen 2022 en 2024, kan de AOW-leeftijd geleidelijk oplopen naar 67 jaar. Na 2024 wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.


Inwoners
Het aantal inwoners van een gemeente, wijk en buurt.
Inwoners vanaf 15 jaar
Het aantal inwoners van 15 jaar en ouder.
Inwoners vanaf 15 jr tot AOW-leeftijd
Het aantal inwoners vanaf 15 jaar tot de AOW-leeftijd.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2021 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.

Na 2021, tussen 2022 en 2024, kan de AOW-leeftijd geleidelijk oplopen naar 67 jaar. Na 2024 wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.
Inwoners vanaf de AOW-leeftijd
Het aantal inwoners vanaf de AOW-leeftijd.

AOW-gerechtigde leeftijd (AOW-leeftijd)
De AOW-leeftijd is de leeftijd waarop het AOW-pensioen ingaat. De AOW-leeftijd is tot en met 2021 als volgt:

Tot 2013: 65 jaar
2013: 65 jaar en 1 maand
2014: 65 jaar en 2 maanden
2015: 65 jaar en 3 maanden
2016: 65 jaar en 6 maanden
2017: 65 jaar en 9 maanden
2018: 66 jaar
2019-2021: 66 jaar en 4 maanden.

Na 2021, tussen 2022 en 2024, kan de AOW-leeftijd geleidelijk oplopen naar 67 jaar. Na 2024 wordt beoogd de AOW-leeftijd langzamer te laten stijgen dan de levensverwachting. Dit betekent dat elk jaar levenswinst wordt vertaald in gemiddeld acht maanden langer doorwerken en gemiddeld vier maanden langer AOW-pensioen.